Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 2 maart 2011
In vervolg op mijn brief d.d. 14 januari 2011 (Kamerstukken II 2010/11, 27 858, nr. 95), informeer ik u met deze brief over de afronding van de inspecties die zijn uitgevoerd rond de vondst van de Aziatische
boktor op een industrieterrein in Almere-Buiten. Tevens informeer ik u over de stand van zaken rond de Oost-Aziatische boktor.
Aziatische boktor Almere-Buiten
Na de vondst van de Aziatische boktor zijn in een straal van 100 meter rond de besmetting bomen en struiken verwijderd en
nader onderzocht. Nadat bij de vondst in totaal tien aangetaste bomen waren aangetroffen met (restanten van) dode en levende
kevers, enkele levende larven en in totaal meer dan 60 uitvlieggaten, heb ik het gebied waar bomen en struiken worden verwijderd
en nader onderzocht iets uitgebreid om eventuele verdere verspreiding van de boktor te kunnen vaststellen. In totaal zijn
er 100 bomen verwijderd en onderzocht. Behalve in de bovengenoemde tien bomen zijn geen nieuwe aantastingen gevonden.
In een straal van één kilometer rond de vondst zijn visuele inspecties uitgevoerd om een eventuele verspreiding van de boktor
buiten het 100 meter gebied te kunnen bepalen. Hierbij zijn meer dan 5 500 bomen geïnspecteerd. Van deze 5 500 bomen zijn
41 bomen naar aanleiding van mogelijke symptomen nog nader onderzocht. Daarbij zijn verder geen tekenen van de boktor gevonden.
Ook het op het industrieterrein aanwezige verpakkingshout is geïnspecteerd op aantasting door de boktor. Ook daarbij zijn
geen besmettingen gevonden.
Hiermee zijn de inspectiewerkzaamheden in het afgebakende gebied begin februari voorlopig afgerond.
Het onderzoek van de tien aangetaste bomen heeft uitgewezen dat de uitvlieggaten dateren uit de periode vanaf 2007. Gelet
op het aantal uitvlieggaten en de leeftijd ervan mag worden aangenomen dat in de jaren 2008 en 2009 nog kevers hebben rondgevlogen
die mogelijk bomen hebben aangetast. Er kan niet worden uitgesloten dat ondanks het visuele onderzoek dat tot op heden is
uitgevoerd, nog bomen in het gebied aanwezig zijn die zijn aangetast.
Het gebied zal daarom ook de komende jaren visueel geïnspecteerd worden op symptomen van de boktor. Ook de bepaling dat snoeihout
in een straal van 500 meter rond de vondst uitsluitend met toestemming van de nVWA vervoerd mag worden, blijft voorlopig van
kracht.
Stand van zaken Oost-Aziatische boktor
In de bufferzone Boskoop zijn in het najaar 2010 de twee resterende inspectierondes uitgevoerd bij bedrijven met (potentiële)
waardplanten. Loofbomen en struiken op deze bedrijven zijn visueel geïnspecteerd. Hierbij zijn geen besmette planten aangetroffen.
In de bufferzones Boskoop, Maasland, Krimpen en Hoofddorp zullen zolang de bufferzones in stand zijn twee maal per jaar bedrijfsinspecties
worden uitgevoerd. Ook de groene ruimte zal jaarlijks gedurende deze periode geïnspecteerd worden op boktorsymptomen.
Overigens werkt de Europese Commissie aan een voorstel voor aanpassing van beschikking 2008/840/EG. Het voorstel wordt in
het Permanent Fytosanitair Comité met de lidstaten besproken. Belangrijke bespreekpunten daarbij zijn de voorwaarden waaronder
mag worden afgeweken van de verplichting om een bufferzone af te bakenen in geval van een vondst.
In reactie op uw verzoek om openbaarmaking van de stukken en controles rond de Oost-Aziatische boktor 1 kan ik u berichten dat de stukken binnenkort worden geplaatst op http://www.rijksoverheid.nl/documenten-en-publicaties.
De staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,
H. Bleker