27 858 Gewasbeschermingsbeleid

Nr. 219 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 1 november 2013

Naar aanleiding van mijn toezegging in het notaoverleg van 1 juli 2013 (Kamerstuk 27 858, nr. 210), stuur ik u hierbij het onderzoeksrapport van LEI/CLM inzake de haalbaarheid en betaalbaarheid van de ambities in de tweede nota Duurzame Gewasbescherming1.

Het LEI heeft de emissiereducties berekend die nodig zijn om de milieukwaliteitsdoelen van de tweede Nota Duurzame Gewasbescherming te realiseren, namelijk 50% en 90% minder overschrijdingen van de waterkwaliteitsnormen in resp. 2018 en 2023.

De conclusies van het LEI luiden als volgt:

«De taakstelling van 50% minder normoverschrijdingen in 2018 is goed haalbaar met de voorgestelde maatregelen uit de tweede Nota. In de glastuinbouw kan dat via een sectorbrede toepassing van waterstofperoxide/UV of ozonisatie in combinatie met koolfilters. In veehouderij en akkerbouw volstaan DRT75-technieken, verbreding van teeltvrije zones of zuivering van reinigingswater.

In boomkwekerij, fruitteelt, bloembollen en vollegrondsgroente kan met DRT90-technieken en zuivering van reinigingswater aan de ambities voor 2018 worden voldaan. Dit onder de voorwaarde dat de maatregelen goed worden nageleefd.

De taakstelling van 90% minder normoverschrijdingen in 2023 is haalbaar met de voorgestelde maatregelen uit de tweede Nota. In de glastuinbouw kan dat via een sectorbrede toepassing van waterstofperoxide/UV of ozonisatie in combinatie met koolfilter. In de veehouderij is toepassing van DRT90-technieken en zuivering van reinigingswater voldoende. In akkerbouw en opengrondtuinbouw kan met DRT-95 technieken en zuivering van reinigingswater aan de ambities van 2023 worden voldaan. Op akkerbouwbedrijven kan de taakstelling voor 2023 ook worden gehaald met DRT90-technieken en aanleg van akkerranden.

Ook hier geldt dat de naleving op orde moet zijn.»

De benodigde maatregelen om 50% minder normoverschrijdingen in 2018 te halen zijn betaalbaar op zes van de zeven onderzochte bedrijfstypen: de extra jaarkosten liggen bij deze bedrijfstypen op of binnen de grens van maximaal

1% saldoverlies (niveau 2013). Bij glastuinbouwbedrijven die nog geen zuivering toepassen overstijgen de extra jaarkosten het criterium van 1% saldoverlies.»

In het licht van het doel van 2023 zijn de benodigde maatregelen ook voor de glastuinbouw betaalbaar. Toepassing van akkerranden verhoogt de extra jaarkosten bij akkerbouw bedrijven tot boven de grens van 1% saldoverlies, tenzij er een vergoeding komt vanuit het GLB of andere stimuleringsregelingen.

De Staatssecretaris van Economische Zaken, S.A.M. Dijksma


X Noot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer

Naar boven