27 858 Gewasbeschermingsbeleid

Nr. 115 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN, LANDBOUW EN INNOVATIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 18 juli 2012

In vervolg op mijn brief d.d. 11 juli 2012 (Kamerstuk 27 858, nr. 113), informeer ik u met deze brief over de voortgang van de maatregelen, die genomen worden naar aanleiding van de vondst van de Aziatische boktor (Anoplophora glabripennis) in Winterswijk. Op grond van Richtlijn 2000/29/EG bestaat de verplichting om bij een vondst van deze boktor maatregelen te treffen gericht op uitroeiing. Deze boktor is in deze richtlijn ingedeeld in de hoogste risicocategorie (bijlage I, A, I).

Voortgang maatregelen

Na de vondst van de boktor is een gebied met een straal van 100 meter (het zogenaamde kerngebied) rondom de aangetaste boom door de NVWA geïnventariseerd. In dit gebied zijn verder geen aangetaste bomen gevonden.

Dit gegeven is medebepalend voor de te nemen maatregelen.

Er staan in het kerngebied in totaal 3 344 loofbomen en struiken, waarvan 535 waardplanten van de Aziatische boktor. Van deze waardplanten zijn er 48 Acers (esdoorn), veruit de meest populaire waardplant van de Aziatische boktor. Om tot een robuust, proportioneel en effectief maatregelenpakket te komen met een zo laag mogelijke impact voor bewoners en hun leefomgeving worden de volgende uitgangspunten gehanteerd:

  • 1. De plantensoort: er wordt van uitgegaan dat een over het gebied vliegende boktor in de allereerste plaats wordt aangetrokken door de Acers en daarna door overige waardplanten. De andere loofbomen en struiken, die geen waardplant zijn voor de boktor, zullen de boktor niet aantrekken.

  • 2. De grootte van de bomen en planten: de boktor zal de hogere bomen uitkiezen en geen planten die niet boven schuttingen en schuurtjes uitsteken. Bovendien zet deze boktor geen eitjes af op kleine boompjes.

  • 3. De volgorde bij het verwijderen van bomen en struiken: bij het verwijderen van bomen en struiken in het kerngebied wordt van buiten naar binnen gewerkt met als doel dat eventueel rondvliegende boktorren binnen het kerngebied gehouden worden en niet naar buiten het kerngebied worden gedreven.

Het kerngebied met de straal van 100 meter zal worden gesplitst in een binnencirkel met een straal van 50 meter en een buitenring van 50 tot 100 meter. In deze buitenring worden alle Acers kleiner dan 4 meter en alle overige waardplanten groter dan 2 meter verwijderd. Drie grote Acers blijven tot het najaar staan. De reden hiervoor is dat deze Acers als vangboom voor eventueel nog rondvliegende boktorren moeten fungeren. De volwassen kevers leven onder de Nederlandse omstandigheden maximaal twee maanden. Eventueel nu nog in het gebied aanwezige kevers zijn in september dus overleden en hun eventueel afgezette eitjes worden met het verwijderen van de laatste Acers in het gebied onschadelijk gemaakt.

Omdat in het centrum van het gebied het infectiegevaar groter is worden in de binnencirkel van 0 tot 50 meter vervolgens alle waardplanten met uitzondering van Acers (fungeren weer als vangboom) verwijderd. Komend najaar, na het vliegseizoen van de boktor, worden dan alle Acers uit de 50 meter binnencirkel en de resterende 3 Acers uit de buitenring verwijderd.

In totaal worden met deze actie dit jaar 291 bomen en struiken verwijderd, variërend van zaailingen van een halve meter hoog tot een grote paardenkastanje.

De maatregelen buiten het kerngebied in de ring van 100 tot 1 000 meter rond de vondst blijven ongewijzigd. Ik verwijs hiervoor naar mijn brief d.d. 11 juli 2012.

Afhankelijk van de verdere inspectiebevindingen in het gebied rond de vondst zal ik mijn aanpak indien nodig bijstellen.

De EU

Inmiddels heb ik de Europese Commissie geïnformeerd over deze aanpak.

In tegenstelling tot de Oost-Aziatische boktor, waarvoor in EU-verband noodmaatregelen zijn vastgelegd (beschikking 2012/138/EU), bestaan er voor bestrijding van deze Aziatische boktor geen specifieke bestrijdingsvoorschriften, maar enkel de algemene verplichting maatregelen te nemen die zijn gericht op de uitroeiing ervan. De maatregelen om de boktor in Winterswijk uit te roeiien zijn vergelijkbaar met de maatregelen, die door andere lidstaten genomen worden bij zulke vondsten. De ervaring met deze boktor in de lidstaten rechtvaardigt dit ook.

Gevolgen maatregelen

Ik realiseer mij dat deze maatregelen gevolgen zullen hebben voor de bewoners en hun leefomgeving. Deze maatregelen zijn echter noodzakelijk om vestiging en verdere verspreiding van deze zeer schadelijke boktor te voorkomen. Ik hecht daar groot belang aan. De kosten voor de verwijdering van de bomen en struiken zal de Rijksoverheid voor haar rekening nemen.

Veel mensen zullen opnieuw bomen en struiken willen planten. Ik waardeer het zeer dat de bewoners van het betreffende gebied de vondst van de boktor hebben gemeld en coöperatief meewerken deze te bestrijden.

Met de gemeente Winterswijk en partijen binnen de boomkwekerijsector (bedrijven in de regio) heb ik inmiddels afspraken gemaakt om samen nieuw plantmateriaal om niet aan de bewoners beschikbaar te stellen. Ik ben niet gehouden om de kosten hiervoor voor mijn rekening te nemen, maar ik wil graag dat in de toekomst burgers hun verantwoordelijkheid blijven nemen en alert zijn om de overheid te attenderen. Ik wil graag een structurele voorziening treffen voor vergelijkbare situaties. Ik zal de komende tijd met de groensector nagaan op welke wijze dit vorm gegeven kan worden.

De staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, H. Bleker

Naar boven