Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 29 juni 2017
Hierbij meld ik u dat Duitsland en Noorwegen vandaag formeel zijn toegetreden tot
het Multi Role Tanker Transport (MRTT) samenwerkingsprogramma voor tanker-transportvliegtuigen. Luxemburg en Nederland
nemen daar al aan deel. Door de toetreding van de beide landen zal het programma bestaan
uit de verwerving van een pool van zeven vliegtuigen, vijf meer dan nu. Dit aantal
kan nog toenemen bij de toetreding van nieuwe landen.
Samen met vertegenwoordigers van Duitsland, Luxemburg en Noorwegen heb ik vandaag in Brussel een Memorandum of Understanding (MoU) getekend. Het MoU over twee toestellen dat Nederland en Luxemburg in juli 2016
hebben gesloten (Kamerstuk 27 830, nr. 183) is aangepast en het document is vandaag opnieuw bekrachtigd, nu dus door vier landen.
Het gezamenlijke programma is een groot succes voor de Europese defensiesamenwerking.
Het MRTT-programma van het Europees Defensie Agentschap, waarvan Nederland sinds het
begin in 2012 lead nation is, levert een belangrijke bijdrage aan het terugdringen van het tekort aan tanker-
en luchttransportcapaciteit in de Navo en de EU. Bovendien zijn de deelnemende landen
door deze samenwerking veel goedkoper uit dan wanneer zij de toestellen zelf apart
zouden aanschaffen.
De opzet van het MRTT-programma heb ik toegelicht in de eerdergenoemde brief van 28 juli
vorig jaar (Kamerstuk 27 830, nr. 183). De Navo sluit namens de deelnemende landen het contract met Airbus voor de levering
van de A330 MRTT toestellen en wordt formeel de eigenaar. De deelnemers investeren
naar rato van hun aantal vlieguren. Voor Duitsland gaat het om 5.500 vlieguren, Nederland
doet mee voor 2.000 vlieguren, Luxemburg voor 200 en Noorwegen voor 100 vlieguren.
Het contract dat de Navo en Airbus vorig jaar hebben getekend, betrof een bestelling
van twee toestellen met een optie voor nog eens zes exemplaren. De optie wordt nu voor vijf extra toestellen ingeroepen. België heeft aangekondigd
eveneens te willen deelnemen en wel voor 1.000 vlieguren. De Belgische Minister van
Defensie heeft daarover in februari jl. een intentieverklaring getekend (Kamerstukken
28 676 en 29 521, nr. 264). Na de Belgische ondertekening van het MoU, voorzien voor begin 2018, kan het achtste
toestel worden besteld. Overigens kunnen andere landen ook nog deelnemen. Zoals bekend
heeft Polen zich eind 2016 teruggetrokken.
Nederland gaat de MRTT-vliegtuigen gebruiken als vervanging van de twee huidige KDC-10
toestellen. De twee MRTT-vliegtuigen die vorig jaar zijn besteld voor Nederland en
Luxemburg stromen in vanaf 2020. De twee KDC-10 vliegtuigen zullen vanaf dat jaar
stapsgewijs uit dienst worden genomen.
Vier van de zeven MRTT-toestellen zullen worden gestationeerd op de vliegbasis Eindhoven,
de hoofdvestiging van de MRTT-pool. Op deze vliegbasis komt een multinationale eenheid
voor de dagelijkse aansturing van alle zeven toestellen, vergelijkbaar met het SAC
C-17 programma in Hongarije. Drie toestellen worden conform de wens van Duitsland
op roulatiebasis geplaatst op de vliegbasis Keulen-Wahn. Eén daarvan zal zijn uitgerust
met een permanente medische evacuatiecapaciteit.
Omdat het aanvullende contract met Airbus nog niet is gesloten en er nog enkele andere
afspraken moeten worden gemaakt, kan ik de Kamer nog niet definitief informeren over
de financiële gevolgen voor Nederland. De levensduurkosten per MRTT-toestel dalen
echter sterk door de bestelling van meer vliegtuigen. Daarmee gaan de investeringskosten
en de jaarlijkse exploitatiekosten voor Nederland flink omlaag. Zodra dat mogelijk is, zal de
Kamer de financiële informatie ontvangen.
De Minister van Defensie,
J.A. Hennis-Plasschaert