Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 11 juni 2012
Bij brief van 9 december 2010 (TK vergaderjaar 2010–2011, 27 801, nr. 74) heb ik u het Ontwerpbesluit, houdende wijziging van het Besluit risico’s zware ongevallen
1999, het Besluit externe veiligheid inrichtingen en enkele andere besluiten (wegnemen
van enige knelpunten) gezonden. Naar aanleiding van het ontwerpbesluit heeft uw Kamer
een aantal vragen gesteld, die met kenmerk 2011D02054 zijn gepubliceerd op 24 januari 2011. Een deel van de vragen had betrekking op de
brand bij Chemie-Pack te Moerdijk, die kort voor de verzending van de vragen heeft
plaatsgevonden.
De vragen die een relatie hebben met de casus Chemie-Pack Moerdijk zijn beantwoord
bij mijn brief van 18 maart 2011, TK 2010–2011, 26 956-96, de brief van de minister van Veiligheid en Justitie, mede namens ondergetekende,
van 3 maart 2011, TK 2010–2011, 26 956-95 in reactie op het «SP-aanvalsplan gevaarlijke stoffen, lessen uit Chemie-Pack Moerdijk»
(12 januari 2011) en de brief van de minister van Veiligheid en Justitie van 16 februari
2011 naar aanleiding van vragen van de leden Elissen en Brinkman (TK 2010–2011, aanhangselnummer
1458).
De overige vragen heb ik niet meer beantwoord, omdat ik heb besloten het betreffende
ontwerpbesluit niet verder in procedure te brengen, omdat kort na de start van de
procedure voor het ontwerpbesluit in Brussel is gestart met de voorbereidingen van
Seveso III, welke richtlijn naar verwachting dit jaar van kracht wordt. De implementatie
daarvan wordt daarna in procedure genomen door middel van een wijziging van het Besluit
risico’s zware ongevallen 1999. Om de praktijk niet te belasten met twee kort op elkaar
volgende wijzigingen van dat besluit, heb ik besloten de eerdergenoemde wijzigingen
mee te nemen bij de implementatie van de Seveso III-richtlijn. Wellicht leidt die
richtlijn overigens nog tot aanpassing van de voorgestelde wijziging.
Abusievelijk heb ik u in de diverse antwoorden met betrekking tot de casus Chemie-Pack
niet op de hoogte gesteld van mijn besluit om het ontwerpbesluit niet verder in procedure
te brengen. Dat wil ik bij deze graag rechtzetten.
De staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu,
J. J. Atsma