27 751
Wijziging van de Gemeentewet en enige andere wetten tot dualisering van de inrichting, de bevoegdheden en de werkwijze van het gemeentebestuur (Wet dualisering gemeentebestuur)

nr. 73
AMENDEMENT VAN DE LEDEN TE VELDHUIS EN DE CLOE TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT ONDER NR. 491

Ontvangen 18 september 2001

De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:

I

Artikel III wordt als volgt gewijzigd:

A. In onderdeel A komt het derde lid van artikel C 4 te luiden:

3. De leden van de gemeenteraad treden tegelijk af met ingang van de donderdag in de periode van 10 tot en met 16 maart of, in een schrikkeljaar, met ingang van de donderdag in de periode van 9 tot en met 15 maart.

B. In onderdeel C komt het tweede lid van artikel V 12 te luiden:

2. De beslissing betreffende de toelating van de tot lid van de gemeenteraad benoemden wordt onverwijld genomen.

C. Onderdeel D komt te luiden:

D

In artikel V 14, eerste lid, wordt «artikel V 13» gewijzigd in: V 12, eerste lid.

II

Artikel IVa komt te luiden:

ARTIKEL IVa

De Algemene wet bestuursrecht wordt als volgt gewijzigd:

1. In artikel 8:4, onder h, wordt «alsmede de benoemdverklaring in opengevallen plaatsen» vervangen door: de benoemdverklaring in opengevallen plaatsen, alsmede de toelating van nieuwe leden van de gemeenteraad.

2. In de bijlage komt het opschrift «B Ministerie van Binnenlandse Zaken» te luiden: B Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

3. In de bijlage wordt onder B Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties na punt 2 een nieuw punt 3 toegevoegd, dat luidt:

3. De artikelen 49, 169, derde lid, en 180, derde lid, van de Gemeentewet.

Toelichting

– Dit amendement beoogt een verkorting van de termijn tussen stemming en eerste samenkomst van de raad tot acht dagen, analoog aan het voorstel voor verkorting van die termijn voor de Tweede Kamer dat bij de Kamer aanhangig is. De uitspraak van de kiezer moet z.s.m. worden gehonoreerd.

– Om een dergelijke verkorting mogelijk te maken vervalt de mogelijkheid van beroep tegen de beslissing tot toelating door de raad. Thans is pas ná de beslissing door de rechter op dit beroep de beslissing tot toelating onherroepelijk en kan het lidmaatschap aanvangen. Dit vergt, gezien de beroepstermijn en de beslistermijn voor de rechter, maximaal achttien dagen. Niet valt in te zien waarom een uitspraak cq mandaat van de kiezer aan de bestuursrechter moet (kunnen) worden voorgelegd. Ook tegen de beslissing tot toelating van leden van de Tweede Kamer staat geen beroep open.

– Mede een reden voor dit amendement is de situatie zoals geschetst in de toelichting op amendement nr. 50 m.b.t. artikel 13, tweede lid, en 36b, tweede lid (: tijdelijke meerderheid van de oppositie in de raad bij doorschuiven van raadsleden naar het wethouderschap).

– Voorts zijn het aantal feitelijke beroepszaken op de rechter niet van dien aard dat deze vertragende bepaling om die bepaling om die reden moet worden gehandhaafd.

– Te zijner tijd kan in het voorstel tot dualisering van het provinciebestuur een vergelijkbare regeling worden opgenomen voor provinciale staten.

Te Veldhuis

De Cloe


XNoot
1

Vervanging in verband met wijziging van de ondertekening.

Naar boven