27 625 Waterbeleid

Nr. 253 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 1 december 2011

Met deze brief wil ik u informeren over de stand van zaken rondom de laagwatersituatie op de grote rivieren.

Situatie eind november 2011 en prognose

De afgelopen weken heeft het in Nederland vrijwel niet geregend. Ook in de stroomgebieden van Rijn en Maas was het extreem droog. Deze situatie heeft geleid tot zeer lage afvoeren en waterstanden op de Rijn en Maas. Op maandag 28 november bedroeg de afvoer op de Rijn bij Lobith 795 m3/s. Normaal is dat 1950 m3/s in november. De waterstand was 6,91 m + NAP. Dit is nog maar 1 centimeter boven de laagst gemeten waterstand sinds het begin van de metingen (6,90 m +NAP in augustus 2003). De afvoer is echter niet de laagste die ooit is gemeten. Dat komt doordat de bodem van de Rijn in de loop der jaren is gedaald. Hierdoor hoort bij dezelfde afvoer een steeds lagere waterstand. De laagst gemeten afvoer op de Rijn is tot nu toe 620 m3/s, in november 1947. Ook de afvoer op de Maas is laag, echter niet zo extreem als op de Rijn. Bij Luik bedraagt de afvoer nu ongeveer 40 m3/s.

Naar verwachting gaat de Rijnafvoer verder dalen tot ca. 750 m3/s. Hierbij hoort een waterstand van 6,80 m+NAP. Na 1 december wordt een stijging van de afvoer verwacht.

Gevolgen Scheepvaart

  • De scheepvaart en verladers hebben vooral last van lage afvoeren op de Rijn, de Waal en de IJssel, omdat daar de rivieren niet gestuwd worden. Omdat elk schip minder lading kan meenemen, varen er nu meer schepen dan normaal. Bij aanhoudend laag water verstoort dit het logistieke proces in kosten en productieplanning.

  • Op de IJssel is de vaargeul versmald. Er is nu een oploop- en ontmoetingsverbod op deeltrajecten van de IJssel.

  • Voor de veiligheid is er op de IJssel extra verkeersbegeleiding ingeschakeld en op een aantal sluizen op de Twentekanalen zijn de bedieningstijden verruimd.

  • Op de Maas zijn er weinig problemen. Bij het schutten van schepen op het Julianakanaal worden waterbesparende maatregelen genomen, zoals het schutten met volle kolken en het incidenteel inzetten van pompen.

Toegang haven van Arnhem

In het begrotingsdebat van 22 en 23 november jl. (Handelingen II 2011/12, nrs. 26 en 27, behandeling begroting Infrastructuur en Milieu) is specifiek gesproken over de ondiepte in de Nederrijn bij de haven van Arnhem. Hierdoor is de haven alleen nog bereikbaar voor schepen met 1,40 m diepgang. Als deze ondiepte niet aanwezig zou zijn is ca. 40 cm vaardiepte extra beschikbaar. Voor de scheepvaart naar Arnhem, onder andere tankers voor Shell, die normaliter uitgaat van 3 tot 3,5 m diepgang, heeft dit vorige week tot problemen geleid. Rijkswaterstaat heeft daarom op 24 november extra verkeersbegeleiding ingesteld die de scheepvaart langs de verondieping loodst. Daarmee is 50 cm vaardiepte gewonnen. De verondieping wordt in maart 2012 tijdens de reguliere baggerwerkzaamheden verwijderd.

Gevolgen voor drinkwater, landbouw en natuur

Door de lage afvoeren kan het zoute water vanuit de zee verder het binnenland intrekken. De storm van afgelopen weekend heeft geleid tot extra instroming van zout water via de Nieuwe Waterweg. Dat water is inmiddels terug naar zee gestroomd. Rijkswaterstaat verricht extra metingen op het Haringvliet om de verzilting in de gaten te houden.

De verzilting levert geen problemen op voor de landbouw en de natuur, gezien de lage watervraag op dit moment in het jaar. Bij de drinkwaterbedrijven zijn momenteel ook geen problemen. Er zijn een aantal beheersmaatregelen getroffen om problemen te voorkomen, zoals het extra inlaten van water uit de Lek om de verzilting van het Amsterdam-Rijnkanaal en het Noordzeekanaal terug te dringen en het extra leiden van zoet water richting het Volkerak-Zoommeer. De onttrekkingen vanuit de Hollandse IJssel zijn gestopt.

Mochten er ontwikkelingen zijn rondom de laagwatersituatie, dan zal ik u tijdens het wetgevingsoverleg op 5 december nader informeren.

De staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu,

J. J. Atsma

Naar boven