Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 30 september 2010
Op 2 juli 2010 (27 625, nr. 167) heb ik uw Kamer geïnformeerd over de voortgang van het Hoogwaterbeschermingsprogramma (HWBP). Naar aanleiding van dit schrijven
heeft de Vaste Kamercommissie voor Verkeer en Waterstaat tijdens de procedurevergadering van 8 september jl. een drietal aanvullende
vragen gesteld. Ten eerste verzocht de Commissie mij haar te informeren over de resultaten van een nadere analyse van de programmaraming.
Tevens werd gevraagd naar de resultaten van de door mij ingestelde taskforce. Tot slot zou de commissie graag nader onderbouwd
zien waarom ik de Kamer in overweging geef om het parlementair controle-instrument van Groot Projectstatus in te zetten.
Een eerste interne analyse van de kostenstijgingen van het HWBP bevestigt het beeld van financiële tegenvallers zoals beschreven
in de brief van 2 juli. Tevens komt hieruit naar voren dat er mogelijk nog wijzigingen in de uitvoering van de projecten te
verwachten zijn. Dit laatste wordt momenteel nader onderzocht.
Nadat ik de Tweede Kamer op 2 juli heb geïnformeerd over de voortgang van het Hoogwaterbeschermingsprogramma, heb ik een taskforce
ingesteld. Door deze taskforce onder leiding van onafhankelijk voorzitter prof. mr. dr. E.F. ten Heuvelhof, wordt gewerkt
aan een advies over aanpassingen (van het wettelijk systeem) om de programmabeheersing van het HWBP te verbeteren en een efficiencyprikkel
voor de waterschappen in te bouwen. De taskforce is gevraagd in november haar advies op te leveren.
In de brief van 2 juli heb ik de Kamer in overweging gegeven het HWBP het predicaat Groot Project te verlenen. Daarbij geldt
de volgende overweging. De kostenontwikkeling van het programma kan het noodzakelijk maken om tot nadere afwegingen te komen
met betrekking tot de uitvoering van het HWBP. Hierbij valt bijvoorbeeld te denken aan zaken als uitgangspunten voor ontwerp,
prioriteitsstelling in de aanpak en versoberen. De status van Groot Project heeft als consequentie dat de Tweede Kamer regelmatig
wordt geïnformeerd en daarmee bij deze nadere afwegingen ten aanzien van het HWBP wordt betrokken.
Vanzelfsprekend is het besluit over eventuele toewijzing van Grote Projectenstatus aan de Kamer.
Ondanks het feit dat het HWBP een subsidieprogramma betreft, maken de grootschaligheid van het programma, de complexiteit
van aansturing en uitvoering, de hoogte van het budget, evenals de eindverantwoordelijkheid van het Rijk dat het HWBP aansluit
bij de formele criteria zoals beschreven in de Regeling Grote Projecten.
Ik geef u in overweging om bij het besluit over het al dan niet toewijzen van de Grote Projectenstatus de resultaten van de
taskforce mee te nemen.
De minister van Verkeer en Waterstaat,
C. M. P. S. Eurlings