nr. 132
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VERKEER EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 17 maart 2009
Hierbij doe ik u het evaluatierapport «Verbinden
en vervlechten. Evaluatie Partners voor Water 2» toekomen.1
Het Programma Partners voor Water 2 is in 2005 gestart voor een periode
van vijf jaar. De doelstelling is «het bundelen van krachten om de internationale
positie van de Nederlandse watersector (overheid, bedrijfsleven, kennisinstellingen
en NGO’s) te verbeteren, en zo bij te dragen aan oplossingen voor de
wereldwaterproblematiek». Daarbij is een belangrijk uitgangspunt dat
Nederlandse expertise gekoppeld wordt aan de wereldwijde vraag naar integrale
wateroplossingen.
Voor het programma is een bedrag van € 49 miljoen gereserveerd.
De uitvoering van het programma wordt gedaan door de EVD (een agentschap van
het Ministerie van Economische Zaken) samen met het Netherlands Water Partnership
(NWP).
De voorliggende evaluatie meet de resultaten en de impact van het programma.
Er is bewust voor gekozen om de evaluatie uit te voeren gedurende de programmaperiode,
zodat de bevindingen kunnen worden meegenomen bij de besluitvorming over voortzetting
van het programma vanaf 2010. Ook het lopende programma kan zo nog worden
bijgestuurd. Dit brengt wel met zich mee dat weinig meetbare resultaten konden
worden meegenomen, omdat de meeste activiteiten nog niet zijn afgerond.
Uit de evaluatie komt naar voren dat het programma een complexe opgave
heeft in te vullen, namelijk: «het bundelen van krachten om de internationale
positie van de Nederlandse watersector (overheid, bedrijfsleven, NGO’s
en kennisinstellingen) te verbeteren, en zo bij te dragen aan het oplossen
van de wereldwaterproblematiek.» Deze opgave is voortvarend opgepakt
en wordt door betrokkenen gewaardeerd. Het programma voorziet duidelijk in
een behoefte en het merendeel van de ondervraagden vindt dat Partners
voor Water een geslaagd programma is. De internationale profilering van de
Nederlandse watersector is succesvol. Door de krachtenbundeling is er meer
samenwerking. Het programma heeft een multiplier-effect: door de aanjaagfunctie
zijn er spin-off resultaten en vervolgactiviteiten. Zonder het programma zouden
veel initiatieven niet tot stand zijn gekomen.
Het programma is uniek qua opzet. Betrokkenen geven aan dat de Nederlandse
aanpak internationaal wordt gezien als hèt voorbeeld om de watersector
van een land te promoten. De samenwerking tussen de EVD en het NWP mag beschouwd
worden als een succesvolle uitvoeringsalliantie.
Het bevorderen van de innovatiekracht in de sector wordt gezien als verbindend
element in het programma. De aanbeveling van Berenschot is om de tweeledige
doelstelling te handhaven en deze herkenbaar en consistent te continueren.
Natuurlijk worden er ook verbeterpunten gesignaleerd. Scherper formuleren
van de doelen van de programma-activiteiten, beter communiceren over resultaten
en spin-off, meer samenhang brengen tussen de componenten van het programma,
versterking van de governance-structuur van het programma, zijn significante
punten van aandacht bij de opzet van het derde programma Partners voor Water,
waarvoor het Nationaal Waterplan de basis legt. Een definitief besluit over
de financiering van het programma Partners voor Water 3 zal naar verwachting
in medio 2009 genomen worden, zodat in 2010 gestart kan worden met dit nieuwe
programma.
Het Nederlandse waterbeleid richt zich op veiligheid, klimaatbestendigheid,
sterkere economie, duurzaamheid en het bijdragen aan het bereiken van de millenniumdoelstellingen.
Voor het vormgeven aan internationale samenwerking, en het wereldwijd positioneren
van Nederlandse technologie en kennis op het gebied van water, blijft het
programma Partners voor Water nodig.
De staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat,
J. C. Huizinga-Heringa