Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 14 juni 2016
Hierbij doe ik u toekomen de «Trendanalyse Biotechnologie 2016, Regelgeving Ontregeld»1. Op 14 juni heb ik deze Trendanalyse in ontvangst genomen. Zij is, op mijn verzoek,
opgesteld door de Commissie Genetische Modificatie (COGEM) en de Gezondheidsraad,
met medewerking van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid.
Deze vierde Trendanalyse Biotechnologie brengt helder de ontwikkelingen en dilemma’s
op het gebied van biotechnologie in beeld. Rode draad is de constatering dat de biotechnologische
ontwikkelingen veel sneller gaan dan voorheen en dat dit consequenties kan hebben
voor het nu geldende veiligheidsbeleid en de daarmee samenhangende wet- en regelgeving.
De Trendanalyse Biotechnologie 2016 brengt een achttal trends in beeld die als exemplarisch
worden beschouwd voor de ontwikkelingen in de biotechnologie. Deze ontwikkelingen
doen zich onder meer voor op medisch gebied, in de agrarische sector, bij de voedselproductie
en in de sfeer van industriële toepassingen, waarbij naast de benutting van maatschappelijke
kansen ook aan de gevolgen voor de veiligheid van mens en milieu aandacht wordt besteed.
Zowel de titel als de inhoud van deze Trendanalyse schetsen een beeld van ontwikkelingen
in de biotechnologie op het gebied van veiligheid dat vraagt om een actieve discussie.
Er wordt immers geconcludeerd dat beleid en regelgeving in de toekomst mogelijk niet
meer zullen volstaan om de veiligheid van biotechnologische toepassingen te waarborgen
en tegelijkertijd de kansen ervan te kunnen benutten.
Ik vind het belangrijk om ervoor te zorgen dat:
-
– een veilige toepassing van biotechnologie gewaarborgd blijft;
-
– beleid toekomstbestendig is en meegroeit met technologische ontwikkelingen; en
-
– recht wordt gedaan aan maatschappelijke opvattingen over biotechnologie.
Zo heb ik u in mijn brief van 16 februari 20162 geïnformeerd over mijn inzet bij de nieuwe technologische ontwikkeling genaamd «gene
drive». Mijn aanpak heeft ertoe geleid dat beleid en regelgeving in samenwerking met
het veld zijn aangepast op de consequenties van deze recente ontwikkeling.
Een ander voorbeeld is het wetenschappelijk onderzoeksprogramma «Biotechnologie en
Veiligheid» dat ik recent heb geïnitieerd en gefinancierd. Dat programma is op 31 maart
2016 opengesteld door Technologiestichting STW3 en heeft tot doel om wetenschappelijke inzichten en methodieken te ontwikkelen over
veiligheidsrisico’s en onzekerheden van nieuwe biotechnologische innovaties. Die kennis
en inzichten heb ik immers nodig voor het actueel en toekomstbestendig houden van
mijn beleid voor de veiligheid van biotechnologie.
Kortom, ik vind het noodzakelijk om de in de Trendanalyse Biotechnologie 2016 gestelde
vragen en geconstateerde dilemma’s op te pakken. Daartoe ben ik een consultatie met
maatschappelijke actoren gestart.4 De opbrengst daarvan zal ik betrekken bij een inhoudelijke reactie op de Trendanalyse
die ik voor de jaarwisseling aan uw Kamer zal doen toekomen.
De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu,
S.A.M. Dijksma