27 428 Beleidsnota Biotechnologie

Nr. 212 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 9 februari 2012

Door uw Kamer is verzocht om een kabinetsreactie op de signalering van de COGEM «Genetisch gemodificeerde dieren: gewilde en ongewilde werkelijkheid» en daarbij tevens in te gaan op de mogelijkheden hiervoor in het nu aangehangen ontwerpbesluit genetisch gemodificeerde organismen milieubeheer 2012.

In de COGEM signalering rijst de vraag of de wet- en regelgeving en procedures in Nederland en Europa zijn toegesneden op ontwikkelingen op het gebied van genetisch gemodificeerde dieren en of het huidige afwegingskader nog voldoet. Het afwegingskader voor genetisch gemodificeerde dieren bestaat uit twee onderdelen: een ethische afweging en een beoordeling van de veiligheid voor mens en milieu. Het ontwerpbesluit ggo 2012 is slechts relevant voor de beoordeling van de veiligheid voor mens en milieu en bevat geen beoordeling van ethische aspecten van genetische modificatie. Daarom zal ik in deze brief alleen ingaan op de mogelijkheden die het ontwerpbesluit biedt voor het reguleren van de veiligheid voor mens en milieu van de ontwikkelingen rond genetische modificatie van dieren.

Het ontwerpbesluit ggo 2012 voorziet (evenals het nu nog geldende Besluit ggo) in een voorafgaande milieuveiligheidsbeoordeling voor alle activiteiten met ggo’s, dus ook activiteiten met genetisch gemodificeerde dieren. Tot op heden vinden activiteiten met dieren vooral plaats in het zogenaamde ingeperkt gebruik, dat wil zeggen in dierverblijven waarbij contact met het milieu wordt voorkomen. Mochten de ontwikkelingen die de COGEM signaleert ertoe leiden dat er een aanvraag voor een introductie in het milieu voor overige doeleinden van genetisch gemodificeerde dieren wordt ingediend, waarbij wel contact met het milieu mogelijk is, dan voldoen de juridische kaders om eventuele risico’s voor de menselijke gezondheid en het milieu te beoordelen en zo nodig passende maatregelen voor te schrijven. Indien de veiligheid niet kan worden vastgesteld, wordt de aanvraag niet vergund.

Ook de in het ontwerpbesluit ggo 2012 geregelde milieuveiligheidsprocedure op grond van richtlijn 2001/18 voor de toelating tot de Europese markt van ggo’s is van toepassing op alle ggo’s. Deze procedure is tot op heden in de praktijk alleen toegepast op planten. In 2006 is door het voormalige ministerie van VROM een workshop georganiseerd om met andere lidstaten en de Europese Commissie te bediscussiëren of de kaders van regelgeving ook voldoen voor dieren1. De deelnemers waren het er over eens dat Richtlijn 2001/18 voldoende waarborgen bevat om niet alleen genetisch gemodificeerde planten, maar ook van genetisch gemodificeerde dieren de veiligheid voor mens en milieu te beoordelen. Zoals ook in de COGEM signalering wordt gemeld, is de Europese Voedselautoriteit (EFSA) bezig met het opstellen van richtsnoeren voor de veiligheidsbeoordeling van genetisch gemodificeerde vissen, zoogdieren, vogels en insecten. Dit leidt ertoe dat als er in de toekomst een aanvraag voor markttoelating van een genetisch gemodificeerd dier wordt ingediend, de beoordeling voldoende zorgvuldig kan worden uitgevoerd. Ook bij deze procedure geldt overigens dat in het geval het niet mogelijk blijkt de veiligheid voldoende te onderbouwen, de toelating zal worden geweigerd.

Mijns inziens zijn de regelgevingkaders met betrekking tot de bescherming van de menselijke gezondheid en het milieu in Nederland en Europa, inclusief het ontwerpbesluit ggo 2012, derhalve voldoende toegesneden om de risico’s voor de menselijke gezondheid en het milieu van eventuele handelingen met genetisch gemodificeerde dieren te beoordelen en passende maatregelen te treffen. De beoordeling van ethische aspecten van biotechnologische handelingen vindt in andere wettelijke kaders plaats. Conform het verzoek van uw Kamer zal de Staatssecretaris van EL&I, mede namens de Minister van VWS en mij, een kabinetsreactie over de ethische overwegingen uit de COGEM signalering naar de Tweede Kamer sturen.

Gelet op de vaste verandermomenten en de nagestreefde datum van inwerkingtreding van het ontwerpbesluit ggo 2012, zijnde 1 januari 2013, zou ik het op prijs stellen als het door uw Kamer aangekondigde VSO op korte termijn kan plaatsvinden.

De staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, J. J. atsma


X Noot
1

Kamerstukken II, 2005–2006, 27 428 nr. 74.

Naar boven