Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 12 mei 2011
Zoals toegezegd in het Algemeen Overleg op 15 maart jl. bied ik u, mede namens de staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu,
de resultaten van de studie «Duurzaamheid van de huidige genetisch gemodificeerde gewassen» aan.
Een uitgebreide publiekssamenvatting van deze studie en het Engelstalige rapport zijn als bijlage 1 en 2 bijgesloten bij deze
brief.1
Aanleiding
In Nederland worden op dit moment geen genetisch gemodificeerde gewassen geteeld. Ook in de EU vindt de teelt van deze gewassen
nog maar beperkt plaats. Niettemin worden deze gewassen op grote schaal geïmporteerd door de EU, met name ten behoeve van
diervoeder.
Opzet studie
De studie is uitgevoerd door Wageningen UR (Plant Research International en het LEI), CREM BV en Aidenvironment (onderzoek- en adviesbureaus voor duurzame ontwikkeling).
In de studie zijn de effecten van de teelt van genetisch gemodificeerde soja, maïs en katoen op People, Planet en Profit onderzocht
en vergeleken met de conventionele (niet genetisch gemodificeerde) gewassen. Soja, maïs en katoen zijn de genetisch gemodificeerde
gewassen die buiten Europa op grote schaal worden verbouwd.
De studie heeft niet gekeken naar de duurzaamheidsaspecten van genetisch gemodificeerde gewassen met eigenschappen zoals droogtetolerantie
of een veranderde vetzuursamenstelling die in de nabije toekomst op de markt komen.
Resultaten
Uit de studie blijkt dat de huidige commercieel geteelde genetisch gemodificeerde gewassen positief kunnen bijdragen aan diverse
beoordeelde People, Planet en Profit componenten.
Dit is toe te schrijven aan de specifieke eigenschappen die zijn ontstaan door de genetische modificatie (zoals herbicide-tolerantie
en insecten-resistentie). Daarmee kunnen deze genetisch gemodificeerde gewassen kansen bieden voor de verduurzaming van de
landbouw.
In de studie is geconstateerd dat de feitelijke score van deze gewassen op People, Planet en Profit verschilt per gewas, regio,
institutionele omgeving en met de tijd. De wijze waarop en de context waarin deze genetisch gemodificeerde gewassen worden
geteeld (i.e. het landbouwsysteem) is dus bepalend voor het daadwerkelijke positieve of negatieve oordeel over verduurzaming.
Dat geldt overigens evenzeer voor niet genetisch gemodificeerde gewassen en andere landbouwinnovaties.
Standpunt
Ik beschouw genetische modificatie als één van de mogelijke technieken die kan worden benut om de grote uitdaging voor de
komende decennia om de landbouwproductie te verhogen én te verduurzamen op te pakken. Dit rapport bevestigt dat genetische
modificatie hieraan een bijdrage kan leveren, mits het wordt toegepast in een deugdelijk landbouwsysteem.
Vervolg
De uitkomsten van deze studie zijn relevant voor de meningsvorming van de verschillende betrokkenen over genetische modificatie.
Bovendien geven de resultaten aan op welke wijze en onder welke omstandigheden genetische modificatie kansen biedt om bij
te dragen aan een duurzame landbouw.
Ik zal daarom initiatief nemen voor een workshop waarin betrokken partijen met elkaar in gesprek kunnen gaan over de resultaten
van deze studie.
Verder zal ik de resultaten van deze studie inbrengen in de Europese discussie die dit jaar gevoerd zal worden over de sociaal-economische
aspecten van genetische modificatie.
De staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,
H. Bleker