27 428 Beleidsnota Biotechnologie

Nr. 176 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 16 november 2010

Naar aanleiding van het verzoek van de vaste Kamercommissie voor Economische Zaken, Landbouw en Innovatie stuur ik u, mede namens de minister van VWS en de staatssecretaris van EL&I, de inhoudelijke taakverdeling tussen de departementen op het gebied van genetische gemodificeerde organismen (ggo’s).

De inhoudelijke taakverdeling is mede ingegeven door de wettelijk geregelde verantwoordelijkheidsverdeling. Daarnaast werken de ministeries van IenM, EL&I en VWS op dit onderwerp nauw samen.

De Staatssecretaris van IenM is het bevoegd gezag voor de Europese Richtlijnen 2001/18/EG voor de introductie in het milieu van ggo’s, en 2009/41/EG voor het ingeperkt gebruik van ggo’s en het NL Besluit ggo waarin deze Richtlijnen zijn geïmplementeerd. Hieruit vloeit de verantwoordelijkheid voor het waarborgen van de veiligheid voor mens en milieu van handelingen met ggo’s voort.

Naast de milieuveiligheidsbeoordeling vallen ook andere bij deze Richtlijnen behorende taken onder deze verantwoordelijkheid. Voorbeelden hiervan zijn de vergunningverlening voor introductie in het milieu en ingeperkt gebruik van ggo’s (EU markttoelatingen, veldproeven en gentherapie). Daarnaast is de Staatssecretaris van IenM eerstverantwoordelijke voor de discussie rondom de status van nieuwe veredelingstechnieken en het protocol van Cartagena inzake grensoverschrijdende verplaatsing van ggo’s.

De discussie over de sociaaleconomische aspecten van ggo’s en het voorstel om teelt van ggo’s nationaal te regelen zijn een gedeelde verantwoordelijkheid van de ministeries van IenM en EL&I.

De Staatssecretaris van EL&I is bij de EU markttoelating van gg-voedingsmiddelen en diervoeders verantwoordelijk voor de diervoederveiligheid en keuzevrijheid (Europese verordeningen EG/1829/2003 en EG/1830/2003). Ook het beleid voor co-existentiemaatregelen van ggo-teelt met conventionele en biologische teelt valt onder zijn verantwoordelijkheid. Daarnaast vallen de relatie tussen ggo’s en verduurzaming van de landbouw inclusief de relevante sociaal economische aspecten, en de innovatie in de life sciences en veredeling binnen het pakket voor de staatssecretaris van EL&I. Op grond van het Besluit biotechnologie bij dieren is de Staatssecretaris van EL&I verantwoordelijk voor vergunningverlening voor het genetisch modificeren en klonen van dieren in Nederland voor doeleinden anders dan biomedisch onderzoek, en de ethische en maatschappelijke aspecten van de toepassing van deze technieken bij dieren.

De minister van VWS is bij de EU markttoelatingen van gg-voedingsmiddelen en diervoeders verantwoordelijk voor de voedselveiligheid en keuzevrijheid (Verordening EG/1829/2003 en EG/1830/2003). Bij wetenschappelijk onderzoek met ggo’s ter ontwikkeling van gentherapeutische toepassingen is de minister van VWS systeemverantwoordelijk voor de medisch-ethische toetsing door de Centrale Commissie Mensgebonden Onderzoek (CCMO).

Ik hoop u hiermee voldoende geïnformeerd te hebben.

De staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu,

J. J. Atsma

Naar boven