Kamerstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 1999-2000 | 27062 nr. 12 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 1999-2000 | 27062 nr. 12 |
Vastgesteld 31 mei 2000
De vaste commissie voor Justitie1 heeft op 29 mei 2000 overleg gevoerd met staatssecretaris Cohen van Justitie over de nota Alleenstaande minderjarige asielzoekers (27 062, nrs. 1 en 2).
Van het overleg brengt de commissie bijgaand stenografisch verslag uit.
Maandag 29 mei 2000
12.00 uur
De voorzitter: Barth
Aanwezig zijn 9 leden der Kamer, te weten:
Albayrak, Barth, Rabbae, Hoekema, Kamp, Rouvoet, Van der Staaij, De Wit en Wijn,
en de heer Cohen, staatssecretaris van Justitie.
Aan de orde is de behandeling van:
de nota Alleenstaande minderjarige asielzoekers (27062, nrs. 1 en 2).
De voorzitter:
Als uw voorzitter zal ik erop toezien dat u de zelfbeheersing die u heeft betracht bij het bepalen van de duur van dit overleg en van de spreektijden, ook nu betracht.
De spreektijden voor beide termijnen zijn bepaald op 24 minuten voor de drie grootste fracties, 14 minuten voor D66 en GroenLinks en 8 minuten voor de overige fracties.
Eerste termijn van de zijde van de commissie
MevrouwAlbayrak(PvdA)
Voorzitter! Wij spreken vandaag over alleenstaande minderjarige asielzoekers. Aangezien die term zeer vaak zal worden gebruikt, ga ik ervan uit dat wij daarvoor veelal de afkorting AMA's zullen hanteren. Dat scheelt nogal wat spreektijd.
Politiek is keuzes maken. Wij hebben er als fatsoenlijk en geciviliseerd land voor gekozen om minderjarigen die nergens anders naartoe kunnen, in Nederland bescherming en een toekomst te bieden. Sinds 1992 doen wij dat officieel. Niet iedereen komt voor die bescherming in aanmerking. Alleen als is aangetoond, dat je nergens anders opvang kunt genieten, mag je in Nederland blijven. En zo hoort dat. Want volgens de Partij van de Arbeid-fractie is een zo spoedig mogelijke hereniging met de vertrouwde omgeving en personen in het belang van het kind. Maar het gaat fout. Misschien is de voltooide tijd hier meer op zijn plaats en moet ik zeggen: het is fout gelopen. Er komen absoluut en relatief steeds meer onbegeleide minderjarigen naar Nederland. Niemand gaat terug en verblijf en integratie in Nederland verlopen niet altijd zonder problemen.
Wij bespreken vandaag een nota waarop de Kamer lang heeft moeten wachten. De verwachtingen zijn dus erg hoog gespannen. Terecht, want deze nota is gepresenteerd als de dijk die het tij moet keren. Maar reddingsboeien voor hen die zich al in het kolkende water bevinden, zijn niet te bekennen. Een gemiste kans, die in dit debat enigszins recht kan worden getrokken. Daarom zal ik naast opmerkingen over de broodnodige maatregelen inzake toelating en terugkeer, ook stilstaan bij opvang, voogdij en integratie.
Ik begin met het meest pregnante probleem, misschien ook het probleem dat het meest tot de verbeelding van eenieder spreekt: het evidente misbruik van de AMA-procedure door meerderjarigen. Om meerdere redenen kan de regering op steun van de Partij van de Arbeid-fractie rekenen als het gaat om de bestrijding hiervan. Allereerst vanwege het feit dat er gewoonweg sprake is van fraude, waardoor niet alleen meerderjarigen onterecht bescherming vinden in Nederland, maar waarvan naar onze overtuiging ook nog eens een aanzuigende werking uitgaat. Het aantal binnenkomende alleenstaande minderjarige asielzoekers is tussen 1997 en 1999 verdubbeld.
De heerKamp(VVD)
Voorzitter! Mevrouw Albayrak spreekt over fraude en heeft ook gezegd, dat politiek keuzes maken is. Waarom heeft de Partij van de Arbeid ervoor gekozen om jarenlang botonderzoek via röntgenfoto's niet toe te staan, zodat de zaak uit de hand is gelopen? Waarom is die politieke keuze al die jaren door de Partij van de Arbeid gemaakt?
MevrouwAlbayrak(PvdA)
Die vraag had ik verwacht en het antwoord is heel simpel. Het gaat om de integriteit van het lichaam. Het gaat om een belangrijke discussie waarin de Partij van de Arbeid niet over één nacht ijs wilde gaan. Het gaat om de vraag of je lichamelijk onderzoek mag verrichten. Volgens mij heeft de Partij van de Arbeid hier terecht lang over nagedacht. Op het moment dat wordt aangetoond dat er sprake is van misbruik die uiteindelijk ten koste gaat van de bescherming van minderjarigen, ben ik bereid om er anders over te denken en mijn volle medewerking te verlenen aan een uitgebreid, meteen na binnenkomst uit te voeren botonderzoek.
De heerKamp(VVD)
Dat hadden wij zo graag vijf jaar geleden gehoord. Vijf jaar lang was er de mogelijkheid om met één röntgenfoto fraude tegen te gaan en vijf jaar lang heeft u het tegengehouden. En daarom zitten wij nu in de problemen.
MevrouwAlbayrak(PvdA)
De opstelling van de PvdA-fractie is dat zij medeverantwoordelijkheid draagt voor het probleem. Dit betekent dat wij op andere momenten anders moeten kunnen oordelen; ook dat is het nemen van verantwoordelijkheid. Bovendien denk ik dat de heer Kamp ons iets te veel eer doet als hij zegt dat onze opstelling de oorzaak is van het feit dat botonderzoek niet breed en algemeen kon worden toegepast. Volgens mij had dit vooral ook technische oorzaken.
De heerRabbae(GroenLinks)
Voorzitter! Mag ik aan mevrouw Albayrak vragen of zij integriteit van het lichaam afhankelijk stelt van het getal en van de omvang van het misbruik?
MevrouwAlbayrak(PvdA)
Ik heb duidelijk een verbinding gelegd met iets anders, namelijk met de bescherming van minderjarigen. Die achten wij van groot belang. Als die in gevaar komt, ben ik bereid anders te denken over deze kwestie.
De heerRabbae(GroenLinks)
Is mevrouw Albayrak dan bereid de integriteit van het lichaam aan de orde te stellen?
MevrouwAlbayrak(PvdA)
Op die vraag heb ik in feite al twee keer geantwoord. Het antwoord is: ja.
Ik sprak over misbruik, voorzitter. Ik heb gezegd dat wij onze medewerking aan het beleid willen verlenen, omdat er sprake is van fraude. Het feit dat meerderjarigen onterecht bescherming vinden, heeft een aanzuigende werking tot gevolg. Tussen 1997 en 1999 is hun aantal verdubbeld. In combinatie met het gegeven dat vrijwel niemand van hen is teruggegaan naar het land van oorsprong, leidt dit ertoe dat opvang, voogdij en begeleiding onnodig onder druk komen te staan. Het zal heel wat schelen als wij nu eindelijk orde op zaken stellen. De schatting is dat ruim eenderde van alle aanvragers door de zeef zullen vallen. Nog concreter: van de 5547 binnenkomers vorig jaar hadden er ongeveer 1850 aan de poort kunnen worden geweigerd. Nogal substantieel, dus.
Een andere reden is dat groeiende aantallen door sommigen als aanleiding worden gezien en genomen om te knagen aan het niveau van de bescherming van minderjarigen. Het principe van de internationaal erkende bescherming van minderjarigen wordt daardoor ter discussie gesteld. Wij betreuren dit en vragen de regering er alles aan te doen om de vervuiling van de AMA-procedure ongedaan te maken. Daarom steunen wij de volgende maatregelen.
Het direct bij binnenkomst en standaard in geval van twijfel toepassen van een leeftijdsonderzoek. Daarbij zal worden gewerkt met een omkering van de bewijslast. Dit is nodig voor een echt effectief leeftijdsonderzoek.
Verder zal de mogelijkheid worden geopend om in de aanmeldcentra het nader gehoor te doen plaatsvinden. Op dit moment wordt daarvoor een aantal waarborgen gehanteerd en die zijn niet uit de lucht komen vallen. Zij zijn internationaal geaccordeerd en geaccepteerd. De staatssecretaris schrijft dat de ambtenaren die deze verhoren moeten afnemen, nog moeten worden opgeleid. De notitie spreekt over noodzakelijke investeringen in organisatie en mankracht. Ik zet vraagtekens bij de noodzaak om minderjarigen op dit punt gelijk te stellen met meerderjarige asielzoekers, maar laat mij graag overtuigen door de staatssecretaris van de noodzaak van de invoering van deze maatregel zonder af te doen aan de waarborgen. Ditzelfde geldt voor het horen van kinderen jonger dan 12 jaar.
Wij gaan ook akkoord met een sterkere inzet op preventie door middel van preboarding checks in de landen van herkomst en het harder en effectiever bestrijden van mensenhandel en -smokkel. Wij leggen tegenwoordig Dublinclaims bij minderjaren. Dit is niet nieuw, de staatssecretaris heeft dit al vorig najaar aangekondigd. Kan hij aangeven hoe dit tot nu toe heeft gewerkt?
De heerRouvoet(RPF/GPV)
Ik hoorde mevrouw Albayrak zeggen: hetzelfde geldt voor het horen van AMA's jonger dan 12 jaar. Ik weet niet precies wat nu daarvoor geldt: haar aarzeling of het feit dat zij zich graag laat overtuigen? Waarop moet haars inziens het gehoor van kinderen jonger dan 12 jaar gericht zijn?
MevrouwAlbayrak(PvdA)
Ik vraag de staatssecretaris aan te geven waarom hij afwijkt van de gebruikelijke procedure, namelijk dat een aanvraag bij de korpschef kan worden ingediend door kinderen jonger dan 12 jaar. Ik denk dat het wel degelijk in het belang van het kind kan zijn om een kind onder de 12 jaar te horen. Dit mag echter nooit worden gedaan om bijvoorbeeld het verhaal van oudere broers of zusters te vergelijken of andere beleidsinformatie te achterhalen. Als het echt in het belang van het kind is en de staatssecretaris kan aantonen dat in dat kader een kind jonger dan 12 jaar zal worden gehoord, dan kan ik daarmee akkoord gaan.
De heerRabbae(GroenLinks)
Wie bepaalt op dat moment wat in het belang van het kind is?
MevrouwAlbayrak(PvdA)
Als de staatssecretaris aangeeft dat het belang van het kind binnen de regelgeving voldoende gewaarborgd is, is het aan ons om na te gaan of dat inderdaad zo is. Om dat vast te stellen, kunnen wij gebruikmaken van de internationale kaders terzake.
De heerRabbae(GroenLinks)
Wanneer is het in het belang van een kind dat jonger dan 12 jaar is, dat het wordt gehoord?
MevrouwAlbayrak(PvdA)
De beantwoording van die vraag wil ik aan de staatssecretaris overlaten. Dit onderwerp leidt al gauw tot een filosofische uiteenzetting, maar ik wil van de staatssecretaris horen in welke concrete gevallen hij het in het belang van het kind acht.
Voorzitter! De grens van 18 jaar zal strikter worden gehandhaafd. Dat heeft een doorwerking op verschillende terreinen. Mijn fractie gaat hier in principe mee akkoord.
Ik heb nu een lijstje met maatregelen opgesomd, waar wij mee akkoord kunnen gaan. Dit probleem kan echter niet worden opgelost door het bestrijden van het misbruik. Zoals ik al eerder opmerkte, is in het huidige beleid terecht de regel van kracht dat jongeren alleen dan mogen blijven als er voor hen geen opvang is in het land van herkomst. Sinds de invoering van het officiële AMA-beleid in 1992 is echter geen werk gemaakt van het onderzoek naar de aanwezigheid van opvang in de landen van herkomst. Terugkeer is niet gemakkelijk, maar zeker niet onmogelijk. Wij zijn het wellicht aan onszelf verplicht om te blijven geloven in de terugkeer van minderjarigen. Het is bijzonder jammer dat de regering hier kansen heeft laten liggen. Afgelopen vrijdag hoorde ik van een Zweedse collega dat men er daar in slaagt om jongeren te laten terugkeren door de hulp van het Internationale Rode Kruis in te schakelen.
De heerKamp(VVD)
Moet mevrouw Albayrak hierbij ook niet het feit betrekken dat men er in Zweden in is geslaagd het aantal AMA's te beperken tot 234, terwijl Nederland vorig jaar 5547 AMA's kreeg?
MevrouwAlbayrak(PvdA)
Een systematiek waarbij wordt onderzocht of er wel of geen opvang in het herkomstland mogelijk is, staat geheel los van het aantal AMA's dat een bepaald land ontvangt.
De heerKamp(VVD)
Om zaken uit te kunnen zoeken moet het aantal AMA's beheersbaar zijn. Omdat wij al die jaren geen röntgenfoto's hebben willen maken, is het aantal AMA's in Nederland volledig uit de hand gelopen en is het inmiddels bijna onmogelijk om nog te onderzoeken of opvang in het herkomstland mogelijk is.
De voorzitter:
Mijnheer Kamp, ik wijs u erop dat u via de voorzitter dient te interrumperen. Verder dient een interruptie uit een vraag te bestaan die het betoog van mevrouw Albayrak voor u kan verhelderen. Als u een stelling wilt poneren, dient u dat te doen in uw eigen termijn.
MevrouwAlbayrak(PvdA)
Ik heb de staatssecretaris gevraagd, een systematiek te ontwikkelen die het mogelijk maakt om daadwerkelijk onderzoek te verrichten naar de vraag of er wel of geen opvang is. Een dergelijk onderzoek staat los van het aantal AMA's dat ons land binnenkomt.
Voorzitter! Zweden is een land waar beter is nagedacht over de vraag hoe terugkeer zou kunnen plaatsvinden. Het is onbegrijpelijk dat iedereen die minderjarig zegt te zijn, onmiddellijk in de AMA-procedure wordt opgenomen en zo gegarandeerd is van verblijf in Nederland. Aan de definitie van het begrip "opvang" kan het volgens mij niet liggen.
De heerDe Wit(SP)
Mevrouw Albayrak vraagt de staatssecretaris te onderzoeken hoe opvang mogelijk is. Hoe concreet moet die opvang zijn, wil er sprake zijn van verantwoorde terugkeer?
MevrouwAlbayrak(PvdA)
Daarvoor verwijs ik naar de richtlijnen van de UNHCR, één van de meest gezaghebbende organisaties op dit terrein. Het UNHCR hanteert een ruime definitie van het begrip "opvang" die is gebaseerd op de sociale verbanden waaruit een kind voortkomt. Dat zijn niet alleen vader, moeder, broers en zussen, maar ook dorpsgenoten, buren, clans, welzijnsinstellingen, particuliere instellingen enz. Als de opvang zo breed wordt gedefinieerd, kan ik mij niet voorstellen dat wij er al die jaren niet in zijn geslaagd om ook maar één persoon terug te sturen.
De heerDe Wit(SP)
Moet per persoon worden vastgesteld of voldaan wordt aan die richtlijn? Of moet het in het algemeen gelden voor dat desbetreffende land of die streek?
MevrouwAlbayrak(PvdA)
Uw eerste stelling is juist. Het gaat om individuele gevallen.
Voorzitter! Ik betreur het dat de regering niet komt met concrete voorstellen die ons ervan kunnen overtuigen dat er wel werk gemaakt gaat worden van de terugkeer van minderjarigen. Ik verzoek de regering om op korte termijn hierover na te gaan denken en met uitgewerkte voorstellen te komen. Dit is des te belangrijker nu de regering kiest voor een differentiatie in opvang en begeleiding tussen minderjarigen die wel min of meer permanent in Nederland mogen blijven en minderjarigen die voorbereid dienen te worden op vertrek. Dit kan volgens mij alleen als de terugkeer daadwerkelijk wordt vorm gegeven. Ik zeg: op volle kracht vooruit als het gaat om de bestrijding van misbruik, bestrijding van leeftijdsmisbruik en fraude, inzetten op preventie, maar stuur terug wie terug kan en dus maak eindelijk eens werk van het onderzoek naar opvang. Als wij op deze twee punten slagen, dan schieten wij een heel eind op met dit probleem. Maar de regering wil nog verder gaan door het begrip "je zelfstandig kunnen handhaven" te introduceren. In plaats van de vraag of er wel of geen opvang in het herkomstland is, komt nu centraal te staan de vraag of een minderjarige zich zelfstandig kan handhaven in het desbetreffende land. Als je uit een land komt waarvan wij hebben gezegd dat minderjarigen zich daar zelfstandig kunnen handhaven, dan kun je terug zonder de vraag of er wel of geen opvang is. Als er geen opvang wordt gevonden dan mag je hier blijven en krijg je een vergunning tot verblijf tot je 18de. Dit bedoel ik precies met het knagen aan het niveau van bescherming van minderjarigen. De staatssecretaris moet mij nog een keer uitleggen waarom wij dat zouden moeten willen. Via ambtsberichten moeten wij namelijk een oordeel gaan geven over de positie van minderjarigen in verschillende landen. Kunnen wij dat eigenlijk? Over ambtsberichten is altijd wel veel te doen, maar zeker waar het om minderjarigen gaat, zal de afweging bijzonder zorgvuldig moeten zijn. Als er twijfel is, dan moeten wij stilstaan en nadenken of wij daarover een besluit kunnen nemen. De sfeer van de debatten die hierover plaatsvinden hoef ik niet te schetsen. Wat betekent dat voor de beeldvorming van het asielbeleid en het vreemdelingenbeleid in het algemeen en over dit punt in het bijzonder? Bovendien zal een oordeel moeten worden geveld over een land en spelen specifieke omstandigheden van het individuele kind geen rol meer. Geldt dat ook voor een geestelijke handicap van een kind? Verder is volstrekt onduidelijk wat de status van deze jongeren zal zijn die op deze grond worden geweigerd. Onder de huidige omstandigheden komt het erop neer dat zij geen vergunning tot verblijf krijgen, maar Nederland ook niet verlaten, dus onder voogdij zullen staan. Wat in feite gebeurt, is dat er een tweede status in het leven wordt geroepen voor een minderjarige, daar waar wij over volwassenen in het asielbeleid hebben gezegd dat dit onwenselijk is en dat wij met één status gaan werken. Kortom, naar onze verwachting zullen de restrictieve martelen die ik zo-even opsomde, wel degelijk effect sorteren en het probleem voor een belangrijk deel oplossen.
De noodzaak van de introductie van een vage en politiek lastige noviteit ontbreekt dan ook duidelijk. Waarvoor zouden wij het willen doen? Wat is het netto-effect? Er zullen meer minderjarigen worden afgewezen, maar er zullen er voorlopig niet meer gaan vertrekken. Het signaal naar buiten zal niet zo sterk zijn als het signaal dat uitgaat van een effectieve bestrijding van misbruik, als wij zeggen: als u meerderjarig bent, kunt u niet naar Nederland komen en hier bescherming krijgen onder het mom van minderjarigheid. De ambtsberichten zullen weer een andere vorm van misbruik in de hand werken. Men zal gaan liegen over het land waar men vandaan komt. De politiek en de rechterlijke macht zullen moeten gaan oordelen over die ambtsberichten en dat is niet nieuw. Het gaat hier over minderjarigen. Ik sprak al over de beeldvorming. Volgens mij lokken wij hiermee het doorprocedeergedrag uit. Geen winst en veel risico's. De PvdA-fractie vraagt de regering dan ook om af te zien van het terugsturen van minderjarigen voor wie in de landen van herkomst geen opvang is.
Voorzitter! Een belangrijke verbetering vinden wij het voorstel van de regering om een onderscheid te maken tussen kinderen die in Nederland zullen mogen blijven en kinderen die weg zullen moeten. Daarmee doel ik op het onderscheid tussen de zogeheten basisvariant en de beleidsvariant. Als principe is dit oké, maar hier lopen wij tegen het probleem aan dat er geen sprake is van een concrete uitwerking op dit punt. Dit roept op zijn minst veel vragen op waarop de regering in de nota in ieder geval geen antwoord geeft. Dit is onbegrijpelijk, want sinds vorig jaar december liggen er twee stevige rapporten van de Inspectie jeugdhulpverlening die naar onze mening handvatten geven voor de uitwerking van deze opvangvarianten. De regering heeft ons zo lang op deze nota laten wachten, omdat zij het belangrijk vond dat er sprake zou zijn van een samenhang in deze nota tussen toelating aan de ene kant en opvang en voogdij aan de andere kant. Ik begrijp dat de regering verwijst naar gesprekken die moeten plaatsvinden en het verder nadenken over de manier waarop deze varianten vorm moeten worden gegeven, maar ik hecht eraan dat de regering de Kamer zo spoedig mogelijk, uiterlijk in dit najaar, deze uitwerking aanbiedt. Denkbaar is dat gedurende de zomermaanden een pilot wordt uitgewerkt en zo mogelijk wordt ingevoerd. Naar onze mening dienen daarbij de aanbevelingen uit de eerder door mij genoemde rapporten van de Inspectie jeugdhulpverlening als uitgangspunt te worden genomen. Op dit moment worden toelating, voogdij en opvang te geïsoleerd beschouwd. Die samenhang moet terugkomen. Er is onvoldoende transparantie in beleid, verantwoordelijkheid en maatregelen. Samenhang is naar onze mening alleen te verkrijgen door regie. Om die regie vragen wij.
Wij vragen om een functionele en organisatorische scheiding tussen voogdij en plaatsing aan de ene kant en vervolgopvang aan de andere kant. Verder dient te worden geïnvesteerd in kwaliteitsverbetering van zowel de eerste opvang als de vervolgopvang. Er dient verder regelgeving te komen voor de vervolgopvang waarin eisen worden gesteld aan beschikbaarheid en kwaliteit. Niet alle minderjarigen hebben problemen. Met zeer velen gaat het gewoon goed. Maar de problemen die er zijn, zijn ernstig en vormen een regelrechte drempel voor een succesvolle integratie. Ik vraag de regering in de verdere uitwerking van het nieuwe beleid aandacht te geven aan de vele geluiden uit de samenleving over al deze punten. Specifieke aandacht wil ik vragen voor de volgende punten.
Ik begin met de wijze van opvang en hulpverlening aan meisjes, met name West-Afrikaanse meisjes, die slachtoffer zijn geworden van vrouwenhandel. Ons voorstel is om een speciale opvangeenheid in het leven te roepen om deze meisjes op te vangen, te deprogrammeren, zoals ik las in de reactie van de stichting Valentijn, en te begeleiden. Ook zal terugkeer een optie voor hen moeten zijn. Graag verneem ik hierop een reactie van de staatssecretaris.
Verder heb ik begrepen dat er een enorme groei te zien is van het aantal kindgezinnen dat naar Nederland komt. Dit is een fenomeen dat steeds duidelijker in de opvang waar te nemen valt. Het gaat om minderjarige broertjes en zusjes die zonder ouders of begeleiding door volwassenen naar ons land komen. Het nieuwe beleid zou voor hen bijvoorbeeld kunnen betekenen dat, indien het oudste broertje of zusje 18 jaar wordt en op dat moment nog geen drie jaar in Nederland is, het zijn of haar jongere broertjes en zusjes hier moet achterlaten. Het lijkt mij niet dat dit de bedoeling kan zijn van het beleid. Heeft de regering nagedacht over knelpunten van deze aard? Wat is de reactie van de regering op dit specifieke punt?
Een ander probleem betreft het onderwijs aan alleenstaande minderjarige asielzoekers. Ook in dit verband wil ik stilstaan bij een specifiek probleem. De lange duur van schoolvakanties, nota bene, wordt door veel alleenstaande minderjarige asielzoekers als een probleem ervaren. Er blijken goede mogelijkheden te zijn hierop in te spelen via zomerscholen. Afgelopen vrijdag was ik in Haarlem op het onderzoekscentrum waar men hiermee ervaring heeft opgedaan en waar iedereen bijzonder tevreden over is. Men vraagt studenten aan lerarenopleidingen om onderwijs te geven gedurende de zomermaanden. Het is een winwinsituatie. Bij wijze van werkstage kunnen die studenten daar een aantal maanden lesgeven en minderjarige asielzoekers kunnen bijvoorbeeld gewoon doorgaan met het leren van de Nederlandse taal. Waarom passen wij zoiets niet op brede schaal landelijk toe? Ik vraag de staatssecretaris te onderzoeken hoe wij dit nog voor deze zomer vorm kunnen geven en te bevorderen dat nog voor het notaoverleg over onderwijs op 19 juni a.s. de resultaten hiervan bekend zijn. Daarna kunnen wij dan spijkers met koppen slaan.
De 18-plus-problematiek is een verzamelnaam voor veel problemen, met name in het onderwijs en op de arbeidsmarkt. Het gaat hierbij om jongeren die na het bereiken van de leeftijd van 18 jaar geen begeleiding meer hebben. Is de regering bereid om te onderzoeken of begeleiding van deze groep jongeren ook naar het volwassenentraject kan worden doorgetrokken? Ik denk aan de Wet inschakeling werkzoekenden.
Ik heb begrepen dat 5% van het aantal AMA's indringende problemen heeft. Die steeds groter wordende groep vertoont gedragsproblemen: onhandelbaar en agressief. Bovendien staat een groeiende groep onder toezicht. Bij de groep die in een AZC is geplaatst, dus die samenwoont met oudere asielzoekers, blijkt dit percentage zelf 10 te zijn. Hoe gaat de regering met deze groep om? Speciale aandacht voor hen lijkt mij gerechtvaardigd.
Nog een hoofdpunt voor de PvdA is het volgende. Snel duidelijkheid over blijven of teruggaan is van essentieel belang voor een evenwichtige ontwikkeling van minderjarigen. Volgens ons bevat de nota geen garanties dat toegelaten minderjaren bijvoorbeeld niet langer dan één jaar in onzekerheid verkeren. Dat is wat ons betreft wel wenselijk.
Het nieuwe beleid richt zich terecht op een andere behandeling van 16- tot 18-jarigen, die Nederland op enig moment moeten verlaten. Dat is dus duidelijk een striktere en strengere aanpak. Waarom kiest de regering er niet voor om het ook de andere kant uit te laten werken? Dit is dat de groep waarvoor een toekomst in Nederland is weggelegd anders wordt behandeld tegen de achtergrond van een gericht traject op integratie. Zo kan eenieder die aangetoond jonger dan 16 jaar is en binnen een jaar geen uitzicht op terugkeer krijgt, onvoorwaardelijk tot Nederland worden toegelaten. Daarna zullen de inzet en de energie van alle betrokkenen erop gericht zijn om deze kinderen voor te bereiden op een evenwichtig bestaan in Nederland. Is de regering bereid om deze consequente benadering van de AMA-problematiek uit ons voorstel alsnog te overwegen?
De heerRouvoet(RPF/GPV)
Mevrouw Albayrak heeft de regering gevraagd om niet over te gaan tot het laten terugkeren van AMA's als er geen adequate opvang in het land van herkomst is. Dit is een punt waar de PvdA zeer aan hecht. Zij maakt een onderscheid tussen objectieve overwegingen, gemeten naar de maatstaf van het land, en in de persoon gelegen omstandigheden, waarop de staatssecretaris zich baseert. Ik heb evenwel in de nota gelezen dat in de eerstgenoemde categorie een groep zit waarvoor geen opvang is en die zich wel eerder zelfstandig heeft kunnen handhaven. Geldt haar vraag aan de staatssecretaris ook voor deze categorie?
MevrouwAlbayrak(PvdA)
Uitgangspunt voor de fractie van de PvdA is dat zij het huidige toelatingsbeleid wil handhaven en zij gaat dus niet akkoord met aanscherping van het niveau van beschermen. Ik weet dat het feit dat men arbeid heeft verricht in een aantal landen als reden wordt gehanteerd voor een zekere mate van zelfstandigheid. Ik vraag mij af of ik zo ver wil gaan door dat over te nemen. Dan onderscheiden wij namelijk kinderen die door arbeid in eigen inkomsten hebben moeten voorzien. Tegelijkertijd verafschuwen wij kinderarbeid. Dit is een zo vage grens dat ik wil vasthouden aan de huidige toelatingsregels.
De heerRabbae(GroenLinks)
Mevrouw Albayrak heeft gepleit voor een standaard leeftijdsonderzoek als een AMA binnenkomt. Dit geldt dan ook voor kinderen van wie duidelijk is dat zij minderjarig zijn?
MevrouwAlbayrak(PvdA)
Nee, dat is niet de bedoeling en evenmin die van de staatssecretaris. Bij optische twijfel wordt een "minderjarige" gevraagd om te bewijzen dat hij of zij jonger is dan 18 jaar. Daar gaat het mij ook om.
De heerWijn(CDA)
In Nederland zijn heel veel jongeren die op hun zestiende en zeventiende al werken. Vindt mevrouw Albayrak het werken door 16- en 17-jarigen kinderarbeid?
MevrouwAlbayrak(PvdA)
Ik weet waar u naartoe wilt, maar ik heb een lijst met redenen opgesomd, waarom ik vind dat dit criterium, het je zelfstandig kunnen handhaven in de landen van herkomst, vaag en politiek gevoelig is. Ik heb vooral praktische redenen voor wat betreft de houdbaarheid hier in Nederland en de uitwerking op de situatie in Nederland, waarom ik zeg dat ik die discussie niet aan wil.
De heerWijn(CDA)
Ik wilde eigenlijk helemaal nergens heen. Ik stelde u een vraag. Volgens het voorgestelde beleid kunnen 16-jarigen en 17-jarigen terug worden gestuurd, als zij zich zelfstandig kunnen handhaven en dat kan door werk. Nu zegt u: dan krijg je kinderarbeid. En dan zeg ik: in Nederland vinden wij arbeid door 16- en 17-jarigen geen kinderarbeid. Waarom vindt u dat dit wel het geval is in het buitenland?
MevrouwAlbayrak(PvdA)
Omdat dit van land tot land kan verschillen en ik absoluut niet zou willen pretenderen dat wij hier in Nederland de waarheid in pacht hebben.
De heerDe Wit(SP)
Voorzitter! Ik wilde aan mevrouw Albayrak een vraag stellen over haar voorstel inzake minderjarige asielzoekers jonger dan 16 jaar. Zij stelt voor dat binnen een jaar een beslissing genomen moet worden. Betekent dit dat zij voor die categorie ook vindt, dat er verder geen onderscheid meer moet worden gemaakt tussen welke vorm van verblijf hier ook, maar dat zij definitief in Nederland mogen blijven en dat terugsturen daarbij niet aan de orde is?
MevrouwAlbayrak(PvdA)
Ja, dat heeft u mij inderdaad horen zeggen. De staatssecretaris zegt dat voor eenieder die op z'n achttiende nog niet drie jaar in Nederland is, zal kunnen gaan gelden dat men terug moet kunnen en dat dit betekent, onder andere, dat zij op hun achttiende geen aanspraak meer kunnen maken op voorzieningen. Welnu, ik kan me goed voorstellen dat we dit inderdaad zeggen en in die tussenliggende periode van 16 tot 18 jaar er alles aan doen om zo'n jongere terug te sturen. Maar waarom durven we dan die stap de andere kant niet uit te zetten? Dat was eigenlijk mijn opmerking. Als we accepteren dat eenieder die onder de 16 binnenkomt, in feite blijvend in Nederland aanwezig zal zijn, waarom gooien we die weg naar absolute integratie dan niet meteen open en geven we ook een aantal rechtswaarborgen?
De heerKamp(VVD)
De inbreng van de VVD-fractie, mevrouw de voorzitter, bestaat uit vier onderdelen. Ik zal eerst wat algemene opmerkingen maken over de beleidsnota en reageren op de hoofdpunten van het nieuwe beleid zoals de staatssecretaris dat voorstaat. Dan zal ik ingaan op de situatie van AMA's in Nederland, de redenen van hun komst en het internationale perspectief. Vervolgens ga ik in op het AMA-beleid zoals de VVD-fractie dat noodzakelijk acht en ten slotte heb ik nog een aantal overige aandachtspunten. Eerst nu de algemene opmerkingen.
De VVD-fractie heeft op twee punten kritiek op de staatssecretaris. Wij zijn van mening dat het te lang heeft geduurd, voordat hij met zijn AMA-beleid bij de Kamer is gekomen. Al in maart 1998 heeft zijn voorgangster geschreven dat zij zich ervan bewust was, dat de Kamer al langere tijd zat te wachten op duidelijkheid over het AMA-beleid. Pas ruim twee jaar later vindt nu dit overleg met de Kamer plaats over een net verschenen beleidsnota. De reden van die vertraging zou zijn dat het wachten was op de uitkomst van onderzoek naar de opvang, maar die opvang is niet het probleem, eerder de oorzaak van het probleem. De beleidsnota gaat dan ook nauwelijks over de opvang.
Het tweede punt van kritiek is dat het beleid de afgelopen jaren inhield, dat de AMA zijn minderjarigheid niet hoefde te bewijzen. Dat beleid was regelrecht in strijd met zowel de Algemene Wet Bestuursrecht, als het Vreemdelingenbesluit, als een resolutie van de Raad van de Europese Unie. Twee jaar vertraging en een beleid dat op een belangrijk punt in strijd met de wet was, hebben geleid tot verdubbeling van de toestroom van AMA's en de noodzaak van hardere maatregelen om die toestroom nog te kunnen keren. Het had zover niet mogen komen.
Wij prijzen de staatssecretaris, omdat zijn nota, waar hij nu mee gekomen is, belangrijke verbeteringen bevat. Alle AMA-aanvragen worden in het vervolg in één aanmeldcentrum afgedaan, ook indien zij jonger zijn dan 12 jaar. Die kinderen moeten daar ook aangemeld worden en ook die laatste groep moet gehoord worden.
Een tweede goed punt is dat het leeftijdsonderzoek in de AC-procedure, dus niet pas na enige tijd, maar al meteen in het begin, tijdens de eerste 48 uur, zal worden verricht.
Het derde goede punt is dat de bewijslast voor wat betreft de leeftijd bij de AMA's wordt gelegd en dat, als er sprake is op enigerlei wijze van misbruik of oneigenlijk gebruik, een verblijfsvergunning geweigerd wordt.
MevrouwAlbayrak(PvdA)
Voorzitter! Het zal de heer Kamp niet zijn ontgaan dat dit niet mag betekenen dat, als men alsnog beweert een vluchteling te zijn, het vluchtverhaal alsnog gecheckt zal moeten worden. Een verblijfsvergunning weigeren kan niet betekenen dat zo iemand op dat moment wordt teruggestuurd.
De heerKamp(VVD)
Mevrouw de voorzitter! Als ik spreek over AMA's, dan spreek ik over AMA's in de zin van de notitie en daarin zegt de staatssecretaris dat hij spreekt over afgewezen alleenstaande minderjarige asielzoekers. Asielzoekers die om de een of andere reden recht hebben op toelating op grond van de Vreemdelingenwet, ook indien zij jonger dan 18 jaar zijn, zijn hier niet aan de orde.
Een goed punt vinden wij, dat de opvang voor 15-plussers wordt gericht op terugkeer en niet op verblijf hier. Die terugkeer moet plaatsvinden zodra de leeftijd van 18 jaar wordt bereikt. Dat betekent in ons systeem, dat zij zelf moeten terugkeren omdat zij onder het nieuwe terugkeerregime vallen. De opvang in het land van herkomst wordt beoordeeld naar de norm van dat land. 16- en 17-jarigen worden teruggebracht, indien zij zich in het land van herkomst zelfstandig kunnen handhaven, gemeten weer naar de normen van het land. Dat zijn allemaal positieve punten waar de VVD-fractie mee instemt.
In zijn beleidsnota over AMA's stelt de staatssecretaris dat deze jongeren niet de probleemjeugd van de toekomst in ons land mogen worden. Het risico daarop is volgens de VVD-fractie levensgroot. Ik wijs op de bijna 500 AMA's die vorig jaar uit de opvang zijn verdwenen, op de berichten over West-Afrikaanse meisjes die vanuit de opvang in de prostitutie belanden, over Chinese kinderen die als goedkope arbeidskrachten in Nederland worden ingezet, over Chinese kinderen die in Oost-Europa worden misbruikt en vervolgens naar Nederland worden doorgestuurd. Ik wijs op het stijgende aantal AMA-tienermoeders, de grote problemen met AMA's op de scholen – Humanitas heeft het over 80% schooluitval – op de problemen in de opvanggezinnen en opvangvoorzieningen, waar gesproken wordt over vereenzaming, isolement, depressiviteit en vervreemding en over een toenemend aantal zeer moeilijk te hanteren jongeren.
De heerDe Wit(SP)
Voorzitter! De heer Kamp zegt wat betreft de opvang zich te kunnen aansluiten bij het criterium van de maatstaven in het land van herkomst. Hoe wil hij dat beoordelen? Wil hij dat per minderjarige asielzoeker concreet nagaan en vaststellen of gelden er meer algemene regels, de UNHCR-regels?
De heerKamp(VVD)
Ik kom daar straks nog in details op terug maar wat mij betreft, gelden daar algemene regels. Dat zijn niet de UNHCR-regels maar onze eigen regels.
Voorzitter! Ik wijs op berichten over Somalische jongeren die vrijwel allemaal werkloos zijn en op het feit dat een kwart van de jongeren in de bijstand een AMA-achtergrond heeft. Het risico dat het mis gaat met AMA's in Nederland is groot. Dat is slecht voor hen en slecht voor de Nederlandse samenleving. Meer dan 90% van de kinderen die onder voogdij worden gesteld, is AMA.
Hoewel het probleem al tien jaar speelt, is er verbazingwekkend weinig onderzoeksinformatie beschikbaar over AMA's: waarom komen ze, hoe komen ze, wie betaalt hun reis, hoe gaat het met AMA's in de opvang, hoeveel en welke problemen zijn er bij de opvang, hoe gaat het met ze nadat ze volwassen zijn geworden? Ik heb geprobeerd uit de literatuur een beeld te krijgen van de grootste groep AMA's die naar Nederland komt en dat zijn de Chinezen. De literatuur geeft van deze groep het volgende beeld: zij komen meestal uit de omgeving van de grote havenstad Wenzhou of de kleinere stad Qingtian, beide in de kustprovincie Zhejiang, net als de meeste Chinezen die in Nederland leven. In Wenzhou gaat het economisch relatief goed. Het BNP per hoofd van de bevolking is drie keer zo hoog als het gemiddelde in China. Uit het Zuid-Oosten van China trekken nogal wat jongeren naar Wenzhou, terwijl veel jongeren uit Wenzhou naar Nederland willen omdat ze hier betere toekomstmogelijkheden zien. Jongeren voor wie iemand wil betalen of die familie in Nederland hebben, komen hier uiteindelijk bij die familie terecht. En dat is niet de bedoeling van het AMA-beleid. Anderen worden onderweg door een mensensmokkelorganisatie vaak gedurende een langere periode misbruikt in de prostitutie of de handel in drugs, of worden in Nederland als goedkope arbeidskrachten ingezet. Ook dat is niet de bedoeling van het AMA-beleid.
De heerHoekema(D66)
De heer Kamp gaf een opsomming van een aantal sociale problemen voor AMA's en daarna een beschrijving van de situatie in de Chinese kustprovincie. Leidt deze combinatie van zaken bij hem tot de conclusie, dat de instroom beperkt en de uitstroom bevorderd moet worden of tot de conclusie, dat de opvang van de AMA's in Nederland verbeterd moet worden?
De heerKamp(VVD)
Wij moeten voorkomen dat er nog AMA's naar Nederland komen. Ik vind het slecht dat er een patroon ontstaat dat grote aantallen kinderen uit de hele wereld naar Nederland komen. Als die kinderen bescherming behoeven, krijgen zij die op grond van de Vreemdelingenwet. Als dat niet het geval is, moeten wij ervoor zorgen dat zij hier niet komen en als zij wél komen, moeten wij ervoor zorgen dat zij weer teruggaan.
De heerRouvoet(RPF/GPV)
De heer Kamp zegt, dat veel jongeren in China naar de havensteden in de kustprovincie Zhejiang willen, terwijl degenen die daar zitten weg willen. Hij heeft zich kennelijk goed in de materie verdiept. Heeft hij ook kunnen nagaan of het zo is dat veel jongeren vanuit andere delen van China eerst naar de havensteden gaan, noodgedwongen een tijd aldaar verblijven en vervolgens kans zien om ergens anders hun heil te zoeken omdat zij zich op het platteland niet kunnen handhaven?
De heerKamp(VVD)
Uit de literatuurstudie komt naar voren dat het vooral om jongeren gaat waarvan de familie c.q. degenen die zich voor hen verantwoordelijk voelen over wat geld kunnen beschikken of om jongeren met familie of kennissen in Nederland. Op die manier kunnen zij naar Nederland gaan. Jongeren die dat geld niet hebben, komen terecht bij de zogenaamde slangenkoppen. Die mensen verdienen – vaak in Oost-Europa – aan die kinderen tot het moment dat zij in Nederland worden afgeleverd. In beide gevallen gaat het om situaties waarvoor ons AMA-beleid niet bedoeld is.
De heerRouvoet(RPF/GPV)
Uit het beeld dat de heer Kamp schetste, kwam de suggestie naar voren dat met name jongeren uit de relatief welvarende kuststeden naar Nederland willen komen, althans naar het westen. Uit zijn antwoord kan ik echter niet afleiden dat hij dat heeft kunnen vaststellen.
De heerKamp(VVD)
Ik heb gezegd wat ik had willen zeggen.
Wij hebben geen goed inzicht in wat er allemaal speelt. Wij laten het over ons heenkomen. Wij weten echter wel dat Nederland al jaren zijn uiterste best doet om AMA's te helpen en dat bijna geen van hen terugkeert naar het land van herkomst. Die gegevens – wij doen onze uiterste best en bijna niemand keert terug – en de gegevens dat Nederland een aantrekkelijk land is en er al grote aantallen mensen uit veel landen in de wereld in Nederland leven, veroorzaken een snel groeiende toestroom van alleenstaande minderjarigen naar Nederland. Mensen elders in de wereld die geld willen betalen om een kind naar een ander, aantrekkelijker land te laten gaan, vinden mensen die geld willen verdienen aan het organiseren daarvan. Samen kiezen zij de meest aantrekkelijke en meest zekere bestemming en dat is vaak Nederland. Als wij dit niet lijdzaam willen ondergaan, is er maar één mogelijkheid: Nederland moet voor degenen die de kinderen sturen en degenen die hun reis organiseren een onaantrekkelijk reisdoel worden. Dat kan alleen maar door in de regel de kinderen weer terug te sturen. Marginale beleidsaanpassingen in dezen zijn zinloos: je bent een aantrekkelijk reisdoel of niet. Als je een aantrekkelijk reisdoel blijft, gaat het door. Als je erin slaagt dat te veranderen, kun je het probleem beheersen.
MevrouwAlbayrak(PvdA)
Ik begrijp dat de heer Kamp het voorbeeld China gebruikt om zijn laatste woorden kracht bij te zetten c.q. om te verklaren waarom hij zo'n opstelling van de regering wenst. Maar heeft zijn onderzoek niet geleid tot de conclusie dat China een zeer specifiek geval is en dat er veel vraagtekens bestaan met betrekking tot de komst van Chinezen naar Nederland? Is hij zich ervan bewust dat de andere grote groepen alleenstaande minderjarige asielzoekers die naar Nederland komen, afkomstig zijn uit Angola, Afghanistan en Sierra Leone? Dat is mij afgelopen vrijdag nog meegedeeld tijdens een werkbezoek aan de stichting Valentijn. Is een groot deel van de AMA's niet gewoon vluchteling?
De heerKamp(VVD)
De Chinezen vormen de grootste groep, vandaar mijn bijzondere aandacht. Voor mensen uit Afghanistan geldt de algemene lijn: volwassenen uit dat land hebben recht op een voorwaardelijke vergunning tot verblijf. Ik denk dat kinderen uit Afghanistan ook hier moeten blijven, gelet op het huidige beleid. Ik spreek ook niet over mensen uit dat soort landen, ik spreek over afgewezen alleenstaande minderjarige asielzoekers. Die definitie wordt ook in de notitie van de staatssecretaris gehanteerd.
MevrouwAlbayrak(PvdA)
Ik geef u iets meer informatie. Ik beschik over documentatie, waaruit blijkt dat die absolute aantallen alleenstaande minderjarige asielzoekers die u steeds weer herhaalt, voor een belangrijk deel alleenstaande asielzoekertjes of vermeende asielzoekertjes bevatten afkomstig uit Angola, Afghanistan en Sierra Leone. Daarop moet u dan toch ook uw conclusie baseren? China is toch niet standaard voor de AMA?
De heerKamp(VVD)
Geen enkel land is standaard. De asielzoekers die naar Nederland komen, komen uit 80 landen in de hele wereld. Ieder land heeft zijn eigen achtergrond, maar er is wel degelijk een grootste gemene deler. Twee andere landen in de Europese Unie hebben een met Nederland vergelijkbaar groot AMA-probleem, te weten Engeland en België. In Nederland is de toestroom per hoofd van de bevolking drieënhalf keer zo groot als in België en zeven keer zo groot als in Engeland. Er komen 234 AMA's naar Zweden, 102 naar Denemarken, enkele tientallen naar Spanje en 5547 naar Nederland, het dubbele van het aantal van twee jaar geleden. De directe kosten in verband met AMA's bedroegen vorig jaar 300 mln.
De heerHoekema(D66)
Ik begrijp het pleidooi van de heer Kamp voor een grotere uitstroom. Ik begrijp ook het voorbeeld van China. Is de heer Kamp het niet met mij eens dat het feit dat Nederland een aantrekkelijk land is voor jonge asielzoekers ook te maken kan hebben met de welbewuste keuze die Nederland in 1992 heeft gemaakt om een specifiek op AMA's gericht beleid in gang te zetten? Wil hij nu van dat beleid af?
De heerKamp(VVD)
Ja, ik wil van dat beleid af. De staatssecretaris geeft in zijn nota ook al aan dat hij ervan af wil. Ik zal dat nu nader aanscherpen.
De vraag is hoe van Nederland een voor AMA's onaantrekkelijk reisdoel kan worden gemaakt. Daarbij moet worden bedacht dat, zoals de staatssecretaris in zijn nota terecht opmerkt, het bij de toepassing van de AMA-regeling gaat om afgewezen alleenstaande minderjarige asielzoekers. Dit betekent dat het refoulementverbod niet aan de orde is. Ik wil in dit verband nader ingaan op AMA's in algemene zin, op AMA's van 16 en 17 jaar en op ongedocumenteerde personen van 18, 19 en 20 jaar die nu nog het voordeel van de twijfel krijgen en als jonger dan 18 behandeld worden.
Voor alle AMA's, van de jongsten tot en met de 17-jarigen, moeten wij bedenken dat het Verdrag inzake de rechten van het kind het vertrek van een kind naar een land elders in de wereld, bijvoorbeeld voor buitenlandse adoptie, als zeer ongewenst aanmerkt. Een kind moet volgens het verdrag opgroeien binnen het eigen gezin, als dat niet kan in de eigen familiekring of de eigen directe omgeving, dorp of wijk en als dat ook niet kan in een kindertehuis in het eigen land. Pas als laatste mogelijkheid is buitenlandse adoptie aan de orde. Het toepassen van diezelfde redenering op AMA's betekent dat voor alle kinderen terugkeer het uitgangspunt moet zijn. Slechts als de vertegenwoordiging van het land van herkomst stelt dat er geen mogelijkheid is het kind in een kindertehuis op te vangen, kan verblijf in Nederland aan de orde zijn. De huidige praktijk is dat bijvoorbeeld de Chinese autoriteiten keer op keer verzekeren dat alle teruggekeerde minderjarigen worden opgevangen, maar dat Nederland niemand terugbrengt. De VVD-fractie wil dan ook dat voor ieder kind dat niet voor asiel op grond van de Vreemdelingenwet in aanmerking komt directe terugkeer naar het land van herkomst als uitgangspunt geldt en niet opvang hier. In plaats van zoals nu niets te doen of zoals de staatssecretaris wil in duizenden gevallen in de hele wereld onderzoek in te stellen naar gezins- en familiesituaties kan het kind, tenzij de contra-indicatie aan de orde is, teruggebracht worden naar het land van herkomst.
De heerRabbae(GroenLinks)
Is het daarbij van belang voor de VVD-fractie dat per kind wordt vastgesteld dat het met zekerheid wordt opgevangen in het land van herkomst? Of is volgens de heer Kamp het dumpen van de kinderen daar wel voldoende?
De heerKamp(VVD)
Van het dumpen van de kinderen kan geen sprake zijn, maar er kan ook geen sprake van zijn dat wij in 80 landen kijken hoe alles daar in elkaar zit en hoe dat zich verhoudt tot de Nederlandse normen. Bijvoorbeeld Guinee, waar veel AMA's vandaan komen, heeft een maatschappelijk stelsel dat onvergelijkbaar is met dat in Nederland. Het heeft een heel ander gezins-, familie- en dorpsleven. Er zijn ook collectieve voorzieningen volgens de normen in dat land. Als er een opvangstructuur is voor een kind, moet een kind uit dat land daar opgevangen worden binnen de normen van het land zelf. Als wij kunnen vaststellen dat er een opvangstructuur is, kan het kind worden teruggebracht naar dat land.
De heerRabbae(GroenLinks)
Ik neem aan dat de VVD-fractie niet bedoelt: terugbrengen bij de grens en dan zien wij verder. Het zou de VVD-fractie sieren als ook voor haar "terugbrengen" betekent dat er afspraken worden gemaakt met een welzijnsinstelling, familie of een stam. Dan zou de VVD-fractie, hoewel ik haar beleid niet helemaal deel, een verdedigbaar standpunt kunnen innemen. Dit is echter het plaatsen van de kinderen in de rimboe en dan zien wat hen verder te wachten staat.
De heerKamp(VVD)
Ik beschrijf die landen niet als rimboe. De tachtig landen hebben allemaal hun eigen achtergrond, waarover ik geen waardeoordeel wil uitspreken. Als er een opvangstructuur is, dan is het de opvangstructuur van het land. Komen kinderen alleen naar Nederland toe, dan moeten wij hen niet terugsturen, maar terugbrengen. Vervolgens moeten ze opgevangen worden naar de normen van het land.
De heerHoekema(D66)
Wil de heer Kamp het beginsel van individuele toetsing, van individuele opvang voor het kind loslaten? Of gaat het om een generieke regeling van een opvangstructuur? Ik vind het heel belangrijk dat de heer Kamp het begrip "opvangstructuur" uitlegt, want anders geeft hij voedsel aan de stelling dat hij kinderen in het algemeen naar een bepaald land wil terugsturen zonder toets.
De heerKamp(VVD)
Die individuele beoordeling kan nog in Zweden met zijn 234 AMA's. Die beoordeling konden wij in Nederland al jaren niet meer doen. Wij hebben er helemaal niets aan gedaan: er is geen AMA teruggestuurd. De aantallen zijn zo groot geworden, dat wij denken dat het nodig is om van Nederland een onaantrekkelijk reisdoel te maken. Het mag niet langer zo zijn dat je, als je van een land ergens in de wereld een kind naar Nederland stuurt, ervan kunt uitgaan dat het kind in Nederland een toekomst krijgt aangeboden. Nee, kinderen moeten naar hun land teruggaan, tenzij er daar geen enkele opvang is. In dat geval zal het kind hier moeten blijven.
De heerHoekema(D66)
Dat betekent dat de VVD-fractie een algemene toets wil van de algemene opvangstructuur in een land en dus afziet van de individuele toets en begeleiding van een individueel naar Nederland gekomen kind.
De heerKamp(VVD)
Het is een vorm van omkering. Je gaat ervan uit dat in ieder land een vorm van opvang bestaat. Als in een individueel geval blijkt dat dat niet het geval is, dan zal het kind hier moeten blijven.
De heerDe Wit(SP)
Geeft de heer Kamp daarmee niet tegelijkertijd aan dat juist in dat individuele geval een probleem ontstaat en dat hij dus toch individueel moet toetsen? De heer Kamp zegt dat uitzetting niet mogelijk is als in een individueel geval blijkt dat er geen opvang in het land van herkomst bestaat.
De heerKamp(VVD)
Ik doel even op de situatie in Guinee. Stel dat de vertegenwoordiging van dit land in Nederland of de Benelux aangeeft dat er geen opvangvoorzieningen zijn voor kinderen zonder gezins- of familierelatie of dat een land aangeeft wel opvang te hebben, terwijl uit ambtsberichten blijkt dat dat onjuist is. In dat geval kan het kind niet teruggebracht worden. In de regel kent ieder land een vorm van opvang. Dan zal het kind teruggebracht en in het land van herkomst opgevangen moeten worden. Wij kunnen die verantwoordelijkheid niet van al die landen in de wereld overnemen.
In de nota wordt gesteld dat voor de opvang de verblijfsvariant (opvang gericht op langdurig verblijf in Nederland) geldt als terugkeer binnen drie jaar geen realistische optie is. Als een AMA binnen drie jaar de leeftijd van 18 jaar bereikt, geldt de basisvariant: tijdelijke opvang, helemaal gericht op terugkeer. Die basisvariant is dus aan de orde voor alle AMA's van 15, 16 en 17 jaar. Ik verzoek de staatssecretaris, dit te bevestigen. Voor goed begrip, 80% van de AMA's die naar Nederland komen, is 15 jaar of ouder. Voorzover zij al niet eerder moeten teruggaan, zullen zij op deze wijze terug moeten op het moment dat zij 18 zijn geworden. Bovendien is die basisvariant ook aan de orde voor AMA's jonger dan 15 jaar die naar verwachting binnen afzienbare tijd kunnen terugkeren, bijvoorbeeld indien er nu nog geen opvang is, maar dat binnen enige tijd wel het geval zal zijn. Voor korte tijd zullen deze AMA's volgens de basisvariant moeten worden opgevangen en daarna teruggestuurd.
MevrouwAlbayrak(PvdA)
Hoe lang zou die periode maximaal mogen duren?
De heerKamp(VVD)
Drie jaar.
MevrouwAlbayrak(PvdA)
Een kind dat op 10-jarige leeftijd in Nederland wordt toegelaten, verkeert dus tot zijn 13de in onzekerheid. Als in die periode terugkeer niet gerealiseerd is, krijgt het kind op zijn 13de te horen dat het definitief mag integreren.
De heerKamp(VVD)
Ja, ik heb al gezegd dat wij een groot aantal maatregelen moeten nemen om de huidige situatie, die Nederland voor AMA's tot een aantrekkelijk land maakt, zodanig te wijzigen dat Nederland voor hen onaantrekkelijk wordt. Men mag er niet langer van uitgaan dat Nederland het wel zal regelen en dat het in Nederland wel goed zal komen. Ook voor kinderen jonger dan 15 jaar mag men er niet van uitgaan dat zij in Nederland zullen mogen blijven. Nee, als er perspectief is op terugkeer na enige tijd, zal dat vertaald moeten worden in opvang volgens de basisvariant.
Voorzitter! Er zijn landen waar voor personen van 16 jaar of ouder geen plaats meer is in een kindertehuis, omdat zij in dat land nu eenmaal niet als kind worden aangemerkt. Dat geldt bijvoorbeeld voor China. Het is niet logisch, als Nederlandse overheid andere normen te hanteren voor Chinezen dan de Chinese overheid zelf doet. AMA's van 16 en 17 jaar uit China en andere vergelijkbare landen moeten daarom in alle gevallen direct, zonder navraag naar de opvangsituatie, naar hun land teruggebracht worden.
De voorzitter:
Ik begrijp dat er weer leden willen interrumperen, maar zo langzamerhand valt het aantal interrupties niet meer onder mijn definitie van zelfbeheersing. De heer Kamp vervolgt zijn betoog.
De heerKamp(VVD)
Ik kom op de groep AMA's van 18, 19 en 20 jaar. Misbruik van de AMA-procedure vindt ook plaats door personen van 18 jaar en ouder die beweren jonger dan 18 jaar te zijn. Het is helaas niet mogelijk om met een röntgenfoto vast te stellen of iemand 18 jaar of ouder is. Wel kunnen wij met een röntgenfoto vaststellen of iemand 16 jaar of ouder is dan wel 21 jaar of ouder. Zo kan in ieder geval misbruik van de AMA-regeling door personen van 21 jaar en ouder voorkomen worden. Het probleem blijft dan de groep die ouder blijkt te zijn dan 16, maar niet ouder is dan 21 jaar. Het gaat dan om personen van 16, 17, 18, 19 en 20 jaar die nu allemaal behandeld worden als waren zij jonger dan 18 jaar. Dat betekent dat personen van 18, 19 of 20 jaar nog steeds gebruik, ofwel misbruik, kunnen maken van de AMA-regeling. Dat is, denken wij, heel eenvoudig tegen te gaan door degene die uit een röntgenfoto blijkt 16 jaar of ouder te zijn en die ongedocumenteerd is in de gelegenheid te stellen met documenten aan te tonen jonger dan 18 jaar te zijn. Van vluchtelingen kun je dat niet vragen. Aan hen kun je niet vragen om naar hun ambassade te gaan. Dat kan echter wel gevraagd worden van AMA's, omdat zij per definitie geen vluchteling zijn. Zij kunnen naar hun ambassade gaan en vragen om documenten die hun leeftijd aantonen. Als dat niet lukt, kunnen al die AMA's aangemerkt worden als volwassen en terugkeren onder het nieuwe terugkeerregime.
Nu is het zo dat, behoudens uitzonderingen, alle AMA's in Nederland blijven. Met de maatregelen die ik net heb genoemd, zal bereikt worden dat, behoudens uitzonderingen, alle AMA's direct of binnen uiterlijk drie jaar weer terugkeren. Nederland wordt voor degenen elders in de wereld die geld willen betalen om hun kind naar een ander aantrekkelijk land te laten gaan, of voor mensen die geld willen verdienen aan het organiseren van de reis van dat kind, een onaantrekkelijk reisdoel. Het zal een einde maken aan de toestroom van AMA's naar Nederland en het zal honderden miljoenen guldens besparen. Door dat geld aan Unicef beschikbaar te stellen, zal voor honderdduizenden kinderen in de gehele wereld in hun eigen omgeving veel meer gedaan kunnen worden dan nu voor 5000 tot 6000 kinderen in Nederland. Dan kan ook wat gedaan worden voor kinderen voor wie niemand een reis naar Nederland kan of wil betalen.
De heerWijn(CDA)
Voorzitter! Ik heb een korte vraag. Brengt dit VVD-voorstel met zich dat het bovenop het huidige budget voor Ontwikkelingssamenwerking komt?
De heerHoekema(D66)
Hoe komt de heer Kamp aan het bedrag van honderden miljoenen? Is het overigens hem bekend dat Unicef, een heel lovenswaardige organisatie overigens, lang niet altijd toegang heeft tot de conflictgebieden waar juist de AMA's en de vluchtelingen vandaan komen en dat het hier met andere woorden gaat om een schijnoplossing?
De heerKamp(VVD)
Voorzitter! Ik ben aan dat bedrag gekomen, zoals iedereen hier aan bedragen komt. Je pakt gewoon de begroting en telt de bedragen bij elkaar op. Je komt dan op 300 mln. Dat is dus niet zo'n kunst. In antwoord op de vraag wat wij hier vervolgens mee moeten gaan doen, wil ik zeggen dat wij natuurlijk niet de begroting voor Ontwikkelingssamenwerking zitten te behandelen. Verder zitten wij niet een situatie waarin wij ook maar een gulden bespaard hebben. Ik wil hiermee aangeven dat wij gefixeerd zijn op ons eigen land voor de opvang van 5000 tot 6000 kinderen, waarvan een deel overigens beweert kind te zijn, terwijl zij volwassen zijn. Wij geven daar 300 mln. voor uit. Als wij dat geld aan internationale hulporganisaties beschikbaar stellen, kunnen daar wel honderdduizenden kinderen mee geholpen worden, ook kinderen die helemaal niet over geld kunnen beschikken en die dus helemaal afhankelijk zijn van wat door anderen voor hen gedaan wordt. Hetzelfde verhaal heb ik ook al eens gehouden, toen het ging om het asielbeleid in meer algemene zin. Wij hebben daar in onze begroting 3,4 mld. voor uitgetrokken. Dat geld is bestemd voor zo'n 50.000 asielzoekers. De UNHCR heeft echter niet zo'n bedrag beschikbaar voor de 22 miljoen vluchtelingen in de hele wereld. De verhoudingen zijn weg. Wij zijn in Nederland niet verstandig bezig met dit onderwerp, noch financieel gezien, noch in het kader van de betrokkenheid die wij voelen bij de problemen in de wereld.
De voorzitter:
Mijnheer Kamp, de lengte van uw antwoorden op interrupties valt ook niet onder mijn definitie van zelfbeheersing. Ik dring er dus op aan dat u wat bondiger antwoordt, anders halen wij het eindtijdstip van vijf uur niet.
De heerWijn(CDA)
Ik heb nog geen antwoord gekregen op mijn vraag. Het geld voor Ontwikkelingssamenwerking is gekoppeld aan een percentage van het nationaal inkomen. Wil de heer Kamp de kosten van AMA's fixeren op 300 mln. en het eventuele bedrag dat daarvan overblijft extra aan Unicef geven, zonder aantasting van het budget voor Ontwikkelingssamenwerking?
De heerKamp(VVD)
Wij stellen op dit moment niet de begroting voor Ontwikkelingssamenwerking vast. Er is op dit moment ook nog geen gulden besparing gerealiseerd. Wij moeten maar eens kijken wat er uit dit debat komt en dan zal blijken of dat ook in praktijk gebracht kan worden.
De heerWijn(CDA)
Dan wordt uw plan wel een goedkoop luchtballonnetje.
De heerKamp(VVD)
U noemt dat een luchtballon, wellicht omdat u zelf niet op het idee bent gekomen. Maar ik geef hiermee aan dat de oplossing voor de asielproblematiek twee kanten heeft. Aan de ene kant moet het probleem in Nederland beheersbaar worden gemaakt. Aan de andere kant moeten wij verantwoordelijkheid voelen voor wat elders in de wereld gebeurt. De oorzaak van de toestroom ligt natuurlijk in de grote welvaartsverschillen in de wereld en in de aantasting van mensenrechten in vele gebieden. Als wij die oorzaken willen wegnemen, zal een land als Nederland het nodige in internationaal verband moeten doen. Ik geef aan dat wij deze beide aspecten van onze verantwoordelijkheid waar moeten maken: in eigen land orde op zaken stellen en zorgen dat elders in de wereld verbeteringen worden doorgevoerd.
MevrouwAlbayrak(PvdA)
Ik wil de heer Kamp de gelegenheid geven om te bewijzen dat het niet gaat om een luchtballon. Ik kan best warmlopen voor zijn pleidooi om extra geld aan de organisaties te geven, maar is hij ook bereid om dit geld al aan hen toe te kennen voordat de besparingen, die hij met zijn maatregelen beoogt, gerealiseerd zijn? Want als wij die maatregelen vandaag zouden laten ingaan, duurt het met de beste wil van de wereld nog wel even voordat wij geld besparen. Als de heer Kamp het internationale verband zo belangrijk vindt, is hij dan ook bereid om vanaf vandaag al die extra gelden beschikbaar te stellen?
De heerKamp(VVD)
Ik geef u niet eens een antwoord op die vraag. Doordat u al die jaren de röntgenfoto's geweigerd heeft, heeft u het probleem veroorzaakt. Daarnaast zal uw inbreng in het debat van vandaag er ook niet voor zorgen dat het probleem wordt opgelost. Het probleem wordt zo alleen gecontinueerd. U komt helemaal niet toe aan het besparen van geld, dus laat staan om het elders uit te geven.
MevrouwAlbayrak(PvdA)
Dat vroeg ik helemaal niet, met alle respect. Tijdens mijn inbreng had u kritiek kunnen leveren. Ik stel u nu een concrete vraag: is het u menens als u zegt dat u extra gelden wilt uittrekken voor internationale organisaties?
De heerKamp(VVD)
Ik heb mijn antwoord gegeven. Wij zullen hier het probleem moeten oplossen om vervolgens iets anders te kunnen doen. U heeft in het verleden geen aanzet gegeven voor een oplossing en u doet dat nu ook niet. Wij moeten afwachten wat er uit dit debat komt en wat de uiteindelijke effecten zullen zijn op het aantal AMA's dat naar Nederland komt. Wij hebben nog een groot probleem op te lossen. Als ik u hoor, vrees ik dat het nog een tijd duurt voor wij dit daadwerkelijk kunnen doen.
De heerRabbae(GroenLinks)
Ik probeer het demagogische spel van de VVD te begrijpen. Klopt het dat de heer Kamp bereid is om extra geld aan Unicef toe te kennen, maar alleen als het lukt om het aantal AMA's naar beneden te halen?
De heerKamp(VVD)
Voor u geldt in nog sterkere mate, wat voor mevrouw Albayrak geldt. U heeft in de afgelopen jaren niet alleen niet geholpen om het probleem op te lossen, maar u heeft het zelfs nog vergroot. Bij ieder asieldebat in de Kamer werkt GroenLinks bij voorbaat al elk begin van een oplossing tegen. GroenLinks is echt niet in de positie om te spreken over alternatieve aanwending van het geld. Ik denk dat de VVD-fractie alle recht heeft om te zeggen dat het anders moet. Als Nederland door ons voorstel geld uitspaart, kan dat gebruikt worden om elders in de wereld meer te doen voor kinderen dan op dit moment gebeurt. Zodra u ons helpt met het oplossen van het probleem, mag u ook helpen met het uitgeven.
De voorzitter:
Ik krijg het gevoel dat wij in herhaling beginnen te vervallen en ook dat valt niet onder mijn definitie van zelfbeheersing. Is de heer Kamp klaar met zijn betoog?
De heerKamp(VVD)
Nee. Het vierde onderdeel van mijn betoog betreft een paar resterende punten. Ik stel de staatssecretaris voor om een wettelijke voorziening te treffen voor mogelijke terugkeer van AMA's. Zodra het mogelijk is hen terug te zenden, moet ook van rechtswege de voogdij vervallen. Anders zou de voogdij de terugkeer in de weg kunnen staan en dat zal zeker niet de bedoeling zijn.
Er moet een wettelijke voorziening komen die regelt dat de AMA-vergunning vervalt, zodra terugkeer mogelijk is. Gelijktijdig moet de opvang eindigen en uitzetting mogelijk worden. Dit is hetzelfde systeem als is opgenomen in de nieuwe Vreemdelingenwet: één besluit moet drie besluiten inhouden, zodat er niet drie keer bezwaar en beroep kan worden aangetekend.
Wij vragen de staatssecretaris voorts om de röntgenfoto's in de aanmeldprocedures niet alleen te laten maken bij het vermoeden van meerderjarigheid van iemand die zich als AMA voordoet, maar ook bij het vermoeden dat betrokkene 16 jaar of ouder is, omdat de leeftijd van 16 jaar of zelfs 15 jaar belangrijk is bij het kiezen van de opvangvariant: de basisvariant of de verblijfsvariant. In een aantal gevallen is die leeftijd ook belangrijk voor terugkeer. In de visie van het kabinet geldt dat voor gevallen waarin 16- en 17-jarigen zelfstandig in het land van herkomst kunnen leven. In de visie van de VVD-fractie geldt dat als men in het land van herkomst met 16 of 17 jaar als volwassene wordt aangemerkt.
De staatssecretaris heeft een goede beleidsnota gemaakt die een aantal goede aanzetten bevat. Ik zou graag willen dat de uitkomst van dit overleg is, dat de verbeteringen die wij hebben voorgesteld er nog aan toegevoegd worden. Vervolgens moeten al die beleidsvoornemens wel uitgevoerd worden. Daarvoor biedt de nota nog weinig handvatten. Ik mis nog een werkplan. Ik mis een concrete taakstelling. Ik mis een projectorganisatie, ook voor de bestaande gevallen waarop ook de nieuwe regels van toepassing moeten zijn. Ik vraag de staatssecretaris dat allemaal op te zetten, zodat wij de overtuiging kunnen hebben dat het nieuwe beleid snel in de praktijk zal worden gerealiseerd.
Voorzitter! Tot slot merk ik op, dat de oorzaak van het AMA-probleem in Nederland niet beter kan worden geïllustreerd dan met een recent voorstel dat wij van de stichting Valentijn kregen. Valentijn wil AMA's internationaal mobiel houden. Daartoe wil de stichting AMA's gedurende maximaal drie jaar een intensief Engelstalig programma laten volgen met een internationaal erkende vorm van onderwijs of vakopleiding, inclusief korte buitenlandse stages, waarvan de kosten ƒ 55.000 per jongere per jaar gaan bedragen. De aanzuigende werking die daarvan uitgaat, zal ongekend zijn. Die benadering van het probleem heeft de huidige omvang ervan veroorzaakt. Als wij vasthouden aan die benadering zal het probleem alleen maar groter worden.
De heerHoekema(D66)
Voorzitter! Ik verzoek de heer Kamp wat duidelijker te zijn over het politieke oordeel van de VVD-fractie over deze nota. Hij prees de staatssecretaris voor zes of zeven maatregelen die in de nota zijn vervat. Hij ging daarna in zijn eigen betoog aanzienlijk verder dan de nota waar het gaat om het terugkeerbeleid. Hij zei in feite dat Nederland van een aantrekkelijk land van vestiging voor AMA's een onaantrekkelijk land moet worden. Voldoet de nota in de ogen van de VVD-fractie aan het criterium dat Nederland een onaantrekkelijk land van vestiging voor AMA's moet worden?
De heerKamp(VVD)
Nederland moet inderdaad in de ogen van de VVD-fractie een onaantrekkelijk land voor AMA's worden, omdat dit de enige mogelijkheid is om wat er nu gaande is, te keren. De staatssecretaris heeft zich voorgenomen vanaf 15 jaar de basisvariant voor terugkeer in te voeren. Hij wil dus 16- en 17-jarigen laten terugkeren. Hij stelt ook omkering van de bewijslast voor. De AMA zal moeten aantonen onder de regeling te vallen. Voorts streeft hij naar snelle afdoening van alle aanvragen in de aanmeldcentra. Als dat allemaal op de goede manier wordt uitgevoerd, rekeninghoudend met de kanttekeningen die ik daarnet heb gemaakt en met de door mij genoemde aanvullingen, zullen wij volgens mij een heel goed beleid hebben.
De heerWijn(CDA)
Voorzitter! Er is erg lang op deze nota gewacht. Tegelijkertijd werd het probleem steeds urgenter. Het aantal AMA's is sinds 1994 meer dan verdrievoudigd en hun relatieve aandeel is verviervoudigd van 3,5% naar ruim 14% van de totale asielinstroom. Dat is een veelvoud van welk ander Europees land dan ook. De procedures duren te lang. Het misbruik door meerderjarigen is groot. In het COA Magazine stond een bijna humoristisch voorbeeld: er was een jongen die bij hoog en laag volhield dat zijn voornaam Ama was. Hij was blijkbaar verkeerd geïnstrueerd door de mensensmokkelaar. En in hetzelfde blad schatten medewerkers van het COA in, dat ruim eenderde overduidelijk meerderjarig is. In Trouw van vanochtend was zelfs sprake van 50% meerderjarigen. Dat zou in 1999 tussen de 1800 en 2700 AMA's hebben betroffen.
In de opvang is men helemaal vastgelopen. Met het merendeel van de AMA's in Nederland gaat het niet goed, omdat Nederland voor hen een te ingewikkelde samenleving is. Van de jongvolwassenen uit Somalië hebben er slechts 3 op de 60 werk.
Het noodzakelijke urgentiegevoel is echter nog steeds niet overal doorgedrongen. De staatssecretaris heeft als excuus voor het uitblijven van beleid steeds aangegeven dat hij eerst onderzoek wilde doen naar de grote problemen bij de opvang en de voogdij. Daarom wilde hij nog niets aan de procedure veranderen. De nota gaat echter nauwelijks in op die problemen; er wordt nogal wat nader overleg aangekondigd. Er is dus veel kostbare tijd verloren gegaan, want de elementen die de toelating betreffen, hadden twee jaar geleden al kunnen worden ingevoerd. De conclusie is dat dit beleidsterrein door politieke verdeeldheid in de coalitie zeker twee jaar zwaar is verwaarloosd. Dit lijkt mij niet in het belang van de alleenstaande minderjarigen die echt onze bescherming nodig hebben. Overigens komt de nota op een aantal punten tegemoet aan de suggesties die het CDA enkele maanden geleden heeft gedaan.
Bij een alleenstaande minderjarige asielzoeker wordt allereerst getoetst of deze persoon asielbescherming nodig heeft. Als dit het geval is, krijgt de AMA een A-status, een VVTV of een humanitaire status, maar dit is toch op dit moment ook al zo? Ook nu wordt toch eerst getoetst aan het reguliere asielbeleid, of wordt in de praktijk nauwelijks naar het asielverhaal gekeken? De AMA die geen A-status krijgt, geen VVTV en geen humanitaire status, wordt bestempeld als een afgewezen minderjarige vreemdeling, een AMV. Momenteel volgt dan automatisch een AMA-status. In een kleine voetnoot staat dat het gebruik van de term AMV, afgewezen minderjarige vreemdeling, correcter zou zijn dan AMA, alleenstaande minderjarige asielzoeker. Het gezochte asiel is immers niet verleend. Toch wil de staatssecretaris het begrip AMA blijven hanteren, omdat het ingeburgerd is. Tegelijkertijd is een mentaliteitswijziging nodig die ook te maken heeft met de inburgering van het bekijken van dit beleidsterrein. Daarom moet ook de term AMV ingeburgerd raken.
De procedure van een AMA moet – maar dat geldt voor alle asielzoekers – snel worden afgerond, dat wil zeggen binnen zes maanden. In eenderde van de gevallen is dit bij AMA's momenteel niet het geval. Krijgen AMA's voortaan voorrang?
In een vorig AO hebben wij flexibiliteit bepleit en hebben wij gevraagd ook te kijken naar de leeftijdsgrens in het land van herkomst. Duitsland hanteert – voorzover wij begrijpen – voor elke asielzoeker 16 jaar als vaste grens voor minderjarigheid, dat wil zeggen feitelijke minderjarigheid voor de asielprocedure. 16 jaar is tevens de grens waarvoor botonderzoek een hard bewijs levert. Waarom heeft de staatssecretaris het Duitse voorbeeld niet gevolgd? In welke landen van herkomst van AMA's geldt 16 jaar als meerderjarigheidsgrens?
De bewijslast van minderjarigheid wordt voortaan terecht bij de AMA gelegd. Misbruik van de procedure leidt tot weigering van een vergunning tot verblijf. Waarom leidt het voor die volwassenen niet tot het einde van de procedure?
Het botonderzoek wordt nu geïntensiveerd tot 2500 onderzoeken per jaar. Is dit genoeg? Waarop is dit aantal gebaseerd? Duitsland doet het ook hier iets anders. Duitsland houdt geen botonderzoek, maar beschouwt een ongedocumenteerde standaard als een 16-jarige, de daar geldende meerderjarigheidsgrens. Hoe denkt de staatssecretaris hierover nu hij de bewijslast wil omdraaien?
Sinds 1 april hebben betrokkenen bij niet-medische keuring voorinzage in het resultaat, dit geldt ook voor het botonderzoek bij AMA's. Is het waar dat hiermee de procedure door de AMA kan worden vertraagd? Zo ja, kan hieraan iets worden gedaan?
Voor wat betreft de leeftijdsgrens wordt een en ander iets veranderd. Een AMA-VTV wordt niet langer automatisch verstrekt aan AMV's van 16 en 17 jaar. Zo'n afgewezen AMV moet Nederland in beginsel verlaten en terugkeer wordt voortaan een reële optie. Wij vinden dit een juiste omslag in het denken. Een AMV krijgt alleen een status indien er in het land van herkomst geen adequate opvang is, gemeten naar de maatstaven van het land van herkomst, tenzij de persoon zodanig zelfstandig is dat hij geen opvang behoeft. Die zelfstandigheid wordt beoordeeld naar persoonlijke en objectieve maatstaven. Hoe verhouden die twee zich tot elkaar? Wordt die zelfstandigheid in ieder geval aanwezig geacht bij meerderjarigheid in het land van herkomst? Als de jongere AMV niet zelfstandig genoeg is, wordt onderzocht of er adequate opvang is. Hierbij wordt rekening gehouden met de cultuur van de afgewezen minderjarige vreemdelingen. Zo kan de familie, de buurt, de wijk of het dorp het aanspreekpunt voor de jongere zijn. Verder kan de opvoeding niet door de ouders geschieden maar door broers, ooms of tantes. Kortom, er kan sprake zijn van veel lossere structuren dan bij ons. Gaat de staatssecretaris er voortaan ook zo mee om?
In de nota wordt gesteld dat een deel van de minderjarigen moeite heeft om zich te handhaven in onze samenleving. Het zijn veelal probleemjongeren. Kan de staatssecretaris hierover enige cijfers geven?
De heerDe Wit(SP)
Vindt de heer Wijn dat de mate van zelfstandigheid individueel moet worden getoetst?
De heerWijn(CDA)
Dat hoeft niet altijd te gebeuren. Zojuist zei ik al dat in ieder geval uitgegaan moet worden van de meerderjarigheid in het land van herkomst. Dat is een tamelijk objectief gegeven.
De heerRabbae(GroenLinks)
In sommige landen mogen meisjes van dertien of veertien trouwen. Vindt de heer Wijn dat zo'n meisje, wanneer zij als AMA in Nederland verblijft, ook hier mag trouwen?
De heerWijn(CDA)
Dit vind ik een vraag om door te spelen aan de staatssecretaris. Ik hoor graag van hem hoe dit binnen het internationaal recht is geregeld.
Voorzitter! Toelating tot Nederland is, gezien de problemen die zij hier veelal hebben, niet altijd in het belang van de minderjarigen. Waarom is niet gekozen voor het in Denemarken gehanteerde criterium waarbij de band met het land van herkomst wordt vergeleken met de band met het gastland? Als hiervoor wordt gekozen, kan nadrukkelijk rekening worden gehouden met het toekomstperspectief en de vraag of een minderjarige jongere zich kan handhaven.
De heerHoekema(D66)
Kan de heer Wijn uitleggen wat hij precies verstaat onder het begrip "band"? Het is een heel los begrip, want iedereen heeft wel een band met een bepaald land. Het gaat toch zeker om de vraag of er voldoende opvang is in het land van herkomst? Het vergelijken van die twee banden lijkt mij een beetje onzinnig.
De heerWijn(CDA)
Ik heb zojuist voorbeelden gegeven van een mogelijke omschrijving van die band. Je moet daarbij niet alleen het gezin betrekken, maar ook broers, zussen, ooms en tantes. Ik heb de staatssecretaris verder naar zijn opvatting op dit punt gevraagd.
De heerRouvoet(RPF/GPV)
Kan de heer Wijn een voorbeeld geven van een AMA van wie de band met Nederland groter is dan de band met het land van herkomst?
De heerWijn(CDA)
De heer Rouvoet stelt mij zo'n ingewikkelde vraag dat ...
De heerHoekema(D66)
_ ik hem aan de staatssecretaris voorleg.
De heerRouvoet(RPF/GPV)
De heer Wijn zegt dat de band met het land van herkomst moet worden vergeleken met de band met het gastland. Ik wil van hem weten of hij het mogelijk acht dat de band met het gastland op voorhand groter is dan de band met het land van herkomst. Ik kan mij daar helemaal niets bij voorstellen.
De heerWijn(CDA)
In Denemarken – in Zweden geldt dit overigens voor de opvang – wordt onderzocht of een AMA daar kan worden opgevangen. Zo wordt de opvang van een minderjarige in Zweden geregeld door de familie. Daar blijkt een bepaalde band met Zweden uit.
MevrouwAlbayrak(PvdA)
Door welke familieleden wordt hij dan opgevangen?
De heerWijn(CDA)
Dat heb ik zojuist gezegd: broers, zusters, ooms, tantes enz.
MevrouwAlbayrak(PvdA)
Als er familie in het gastland woont, is er überhaupt geen probleem, want dan is hij of zij geen alleenstaande minderjarige asielzoeker.
De heerWijn(CDA)
Natuurlijk kan hij dan nog een AMA zijn. Ik denk dan aan de mogelijkheid dat er geen recht op gezinshereniging is.
MevrouwAlbayrak(PvdA)
Ik blijf het oneens met de heer Wijn, maar ik geloof dat dat geen toelichting behoeft.
De heerWijn(CDA)
Toch is het juist wat ik zeg.
Voorzitter! Hoe ziet de staatssecretaris de praktijk van de terugkeer? Hoe wordt het onderzoek naar terugkeermogelijkheden opgezet en hoe wordt het nieuwe "buiten schuld"-criterium toegepast bij het terugkeerbeleid voor alleenstaande minderjarige vreemdelingen?
Het CDA heeft er vaker voor gepleit om bij het terugkeerbeleid samen te werken met NGO's. Zeker bij Nigeriaanse meisjes moet en kan die samenwerking onmiddellijk worden opgestart. Zij geven vaak aan naar huis te willen, maar zonder begeleiding kan dit niet zomaar. Bij aankomst op het vliegveld worden ze direct weer opgepakt, hun schuld wordt verhoogd en ze moeten gewelddadige strafrituelen ondergaan. Deze meisjes zouden kunnen worden opgevangen in een speciaal huis. Met behulp van Afrikaanse kerkgenootschappen in Nederland kan hun angst worden weggenomen, voorzover die er is, voor Voodoo-rituelen. Een NGO in Nigeria zou vervolgens kunnen zorgen voor opvang en begeleiding tijdens de eerste weken in Nigeria. Deze NGO kan ook de schakel naar de ouders van het meisje vormen. Wil de staatssecretaris dit oppakken?
Wij hebben hier een rondetafelgesprek gevoerd met de belangrijkste organisaties uit het veld. Ik kreeg daar de indruk uit, dat men nog niet een begin heeft gemaakt met het nadenken over terugkeer. Een cultuuromslag is nodig. In het rapport van de Jeugdinspectie wordt gesproken over tegengestelde belangen tussen IND en voogdij. Hoe wil de staatssecretaris de terugkeer organisatorisch vormgeven?
Voor afgewezen minderjarige vreemdelingen van wie duidelijk is dat hun toelating in Nederland slechts tijdelijk kan zijn, wordt een zogenaamde basisvariant ingesteld, die gericht is op terugkeer en zelfredzaamheid in het land van herkomst. Betekent dit dat alle 15-, 16- en 17-jarigen de basisvariant krijgen? Voor de anderen geldt een ander perspectief en dus een andere vorm van opvang en begeleiding. Wij zijn het eens met deze denkrichting. Er is echter nog geen uitwerking van. Wanneer kan de Kamer deze tegemoet zien?
In het rondetafelgesprek kwam voortdurend naar voren dat Justitie een meer leidende en regisserende rol op zich zou moeten nemen wat betreft de opvang en voogdij. De bureaucratie is veel te groot. Wil de staatssecretaris die rol op zich nemen?
Op 18-jarige leeftijd vindt voortaan, het CDA heeft dit reeds eerder bepleit, een herbeoordeling plaats conform het asielrecht, tenzij men dan al drie jaar in Nederland is. Waarom is gekozen voor die drie jaar? Nu geldt dat iemand op 15-jarige leeftijd die als afgewezen minderjarige vreemdeling mag blijven, voor altijd mag blijven. Nederland is nu extra aantrekkelijk voor 16- en 17-jarigen. Die leeftijd wordt nu omlaag gedrukt, en dat zou wel eens kunnen betekenen dat het aantal 14- en 15-jarigen toeneemt. Waarom wordt ook hier niet gekeken naar de band met Nederland in vergelijking tot de band in het land van herkomst?
De heerHoekema(D66)
Pleit de heer Wijn voor een situatie waarin een kind op 12-jarige leeftijd naar Nederland komt, vier of vijf jaar in Nederland blijft en alsnog teruggaat afgezien van vrijwillige terugkeer? Hij wil die termijn van drie jaar loslaten?
De heerWijn(CDA)
Nee, dat heb ik niet gezegd. Ziet de staatssecretaris een neveneffect, nu de leeftijd omlaag wordt gedrukt? Hoe ga je daarmee om? Terugkeer is vaak beter voor de minderjarige dan in Nederland blijven.
Soms hoor je verhalen over jeugdige asielzoekers die hier komen als kwartiermaker voor de rest van de familie. Na enkele jaren krijgt men immers het recht op gezinshereniging. Heeft de staatssecretaris hier zicht op? Zo nee, wil hij dat gaan onderzoeken?
Wat betreft de opvang van meisjes uit West-Afrika, blijven wij een vorm van beschermde en gesloten opvang bepleiten, totdat zij echt in staat zijn om weerstand te bieden aan hun exploiteurs. Dit soort mensenhandel moet alle wind uit de zeilen worden genomen. Het is inhumaan dat wij het toestaan dat een paar honderd meisjes in de prostitutie zijn verdwenen. Is het juist dat het ook voorkomt dat illegale West-Afrikaanse meisjes uit het prostitutiecircuit in vreemdelingenbewaring worden gezet, vaak vrijwillig, en er soms op last van de rechter weer uit worden gezet en dan door gebrek aan opvang, toch wederom in handen van hun handelaren vallen? Dan is voortzetting van de vreemdelingenbewaring humaner. Graag een reactie.
De staatssecretaris heeft niet zoveel vertrouwen in preboarding checks als preventiemaatregel. Terre des Hommes stelt echter dat als preboarding checks meer structureel zouden worden uitgevoerd in diverse West-Afrikaanse landen, de handelsmogelijkheden wel degelijk worden verkleind. Gecombineerd met een plicht om reisdocumenten te kopiëren, kan er dan wel degelijk wat worden bereikt. Van hen begrepen we tevens dat er nog steeds rechtsgeldige visa aan West-Afrikaanse meisjes worden verstrekt op oneigenlijke gronden. Dit moet worden aangepakt. Graag een reactie.
Ook op het gebied van preventie kan meer gebruik worden gemaakt van NGO's. Preventieve voorlichting over mensenhandel in de dorpen van herkomst aan risicomeisjes kan een bijdrage leveren aan de bestrijding van mensenhandel.
Voorzitter! Ik rond af. Of het voorgenomen beleid daadwerkelijk tot een beheersbare situatie zal leiden, zal de tijd leren. 67% van de AMA's kiest bewust voor Nederland. Onder Somaliërs en inwoners van veel Aziatische landen is dit zelfs 80%. In de Deense situatie staan wat andere criteria centraal. Duitsland legt de grens bij 16 jaar. Zweden kent geen aparte opvang voor minderjarige asielzoekers. Overal is het een ietsje anders, maar het lijkt er nog steeds op dat Nederland op elk onderdeel het ruimste is.
De heerHoekema(D66)
Bent u daar blij mee of bedroefd over? U zegt: ik geef de staatssecretaris het voordeel van de twijfel; wij moeten maar zien; er komen er nu te veel binnen en er gaan er te weinig weg. Wat is uw politieke conclusie over deze nota? Wilt u naar het Deense of Zweedse model waarin het heel anders gaat, of wilt u het Nederlandse beleid een beetje aanpassen en herijken? Ik vraag u duidelijkheid te geven, net zoals ik de heer Kamp gevraagd heb die te geven.
De heerWijn(CDA)
Ik wil u die duidelijkheid wel geven, al is het misschien in eerste termijn wat vroeg. Ik wil afwachten hoe het verder loopt. In elk geval vind ik de denkrichting van de nota een goede. Ik vraag mij overigens af of dit voldoende zal blijken te zijn. Wat ik in ieder geval goed vind, is dat eindelijk is gezegd dat terugkeer vaak het beste is voor de minderjarige vreemdeling en dat er eindelijk werk van gemaakt gaat worden.
De voorzitter:
Enkele leden hebben verzocht om een korte schorsing voor de lunch. Daar wil ik graag aan voldoen.
De vergadering wordt van 13.27 uur tot 13.50 uur geschorst.
De heerHoekema(D66)
Voorzitter! Enkele weken geleden publiceerde een opinieweekblad een artikel over de AMA's met als titel: het paradijs is een portiek. Behalve dat het mooi allitereert, geeft het heel fraai weer in welke situatie veel AMA's in Nederland terechtkomen. De heer Kamp sprak in dit verband ook al over aanzienlijk sociale problemen, zoals schooluitval. Het beeld dat minderjarigen in Nederland een luilekkerland aantreffen, is natuurlijk volkomen onjuist. Het gaat juist om een kwetsbare groep die in Nederland met veel problemen wordt geconfronteerd.
Het is ook heel goed dat Nederland sedert 1992 een bijzonder toelatings- en opvangbeleid voor AMA's heeft. Daar ben ik ook zeer trots op. Dat beleid wordt nu herijkt. Dit is misschien wat aan de late kant, zo zeg ik met een understatement, maar de nota hierover is wel heel goed. Dit was ook getriggerd door belangrijke rapporten van de Inspectie voor de jeugdhulpverlening en de jeugdbescherming. Ik heb liever een nota die weliswaar wat aan de late kant verschijnt, maar die zeer veel goede beleidsmaatregelen bevat dan een te snel geproduceerde, beperkte nota. De staatssecretaris verdient dan ook alle lof van de Kamer voor zijn evenwichtskunst. Hij heeft namelijk te maken met belangen van degenen die terecht de rechten van het kind beschermen, die internationaal rechtelijk zijn vastgelegd, en degenen die terecht zorgen hebben over de enorme instroom in Nederland en de zeer beperkte uitstroom. De staatssecretaris heeft daarin dus zeer goed en zeer kunstig het evenwicht behouden. Mijn fractie steunt daarom deze nota van harte, afgezien van een of twee punten.
Er moet nog wel wat gebeuren met het beleid, bij zowel de instroom, de uitstroom als de opvang. Ik noem het herijken. Deze drie hoofdonderdelen van het beleid verdienen een behoorlijke uitwerking en aanscherping. Mijn fractie beschouwt deze nota dan ook als een nota met beleidsuitgangspunten die later uitwerking verdienen in een soort actieprogramma. Misschien kan de staatssecretaris hierop ingaan. In de nota staat dat een dergelijk programma al in juni verschijnt en als dat wordt gehaald, lijkt mij dat een heel mooie verrassing. Ik ga er toch van uit dat de staatssecretaris deze herfst een aantal onderdelen heeft uitgewerkt. Mijn fractie hecht zeer aan de uitwerking van het onderdeel uitstroom.
Het gaat ook om afgewezen minderjarigen. De heer Wijn noemde hen AMV's. Het blijven echter wel kwetsbare kinderen, soms echt uit conflict- of oorlogssituaties en echt getraumatiseerd. Soms zijn het economische gelukzoekers, maar het blijven wel kinderen. Wij hebben dus de morele en de internationaal-rechtelijke plicht dat Nederland voor die kwetsbare groep een fatsoenlijk beleid blijft voeren. De onderhavige nota stipuleert dat ook en maakt het mogelijk. Dit is een belangrijk uitgangspunt als wij terecht spreken over maatregelen die de instroom beperken en de uitstroom verbeteren. Het is ook heel goed dat de staatssecretaris duidelijkheid geeft over een verblijfs- en een basisvariant. Het beleid wordt hierdoor een stuk helderder: er kunnen geen verkeerde verwachtingen meer aan ontleend worden.
De heer Kamp noemde al het getal van 5547 van de instroom van verleden jaar. Dat is een aanzienlijk aantal, ook op Europese schaal. De staatssecretaris heeft enkele weken geleden in een ander debat al wat over de prognose van dit jaar gezegd. Kan hij nu al wat zeggen over die cijfers over het eerste kwartaal? Stijgen het absolute en het relatieve aantal AMA's in de totale populatie asielzoekers? Ooit was dat 7, nu is het 13 en waarschijnlijk gaat het naar 15%. Ik vraag van de staatssecretaris dus nog wat cijfers.
De nota is niet alleen wat de cijfers betreft wat aan de magere kant, maar ook als het gaat om de analyse van de herkomst van de stromen. Er zijn weliswaar wat tabelletjes gemaakt, ook van andere Europese landen, maar een behoorlijke analyse ontbreekt. Het gaat daarbij dus niet alleen om China, maar ook om landen in conflictgebieden. Bovendien ontbreekt er een kwalitatieve analyse van de instroom in Nederland. Het is niet alleen een kwestie dat Nederland als land meer of minder aantrekkelijk is. Ik wil dus graag dat de factoren geanalyseerd worden die daarbij een rol spelen. Ik noem de mensensmokkelaars en de mensenhandelaren. Ik denk ook aan de patronen in de kustprovincies van China, die de heer Kamp schetste. Nogmaals, op dat punt is de nota een beetje mager.
Van belang is ook dat misbruik van de regelingen voor de AMA's voorkomen wordt. Wellicht merk ik ten overvloede op dat wij zeer hechten aan het reduceren van het misbruik. Het gaat dan om het cijfer van 70% van de onderzochte AMA's; dat verschil moet worden gemaakt. Ik wijs er in dit verband op dat het weekblad Vrij Nederland over het weekblad Elsevier schreef, dat Elsevier gemakshalve schreef dat het alle AMA's betrof. Nee, het gaat om de onderzochte AMA's, waar optisch gesproken twijfel over is. Van die categorie is 70%, volgens de oude cijfers van de staatssecretaris, meerderjarig, terwijl het volgens Trouw van vanochtend 50% is. Dat is niettemin een hoog getal en het moet omlaag. Het is ook van groot belang dat kennelijk al op 1 april een begin is gemaakt met de versnelde, verbeterde aanpak daarvan: 50 onderzoeken extra in de week. Dat is niet mis, maar het moet nog wel worden voortgezet. Kan de staatssecretaris aangeven op welke termijn hij door de zogenaamde buffervoorraad heen is? Ik doel op het stuwmeer van nog liggende aanvragen; ik geloof dat het er 1200 zijn. Immers, hij is al, geloof ik, door 1800 van de 3000 heen.
Voorzitter! Nog even wat vragen over het botonderzoek. Ik ben geen medicus en de staatssecretaris ook niet, maar misschien weet hij er meer van dan ik. Hoe komt het toch dat je wel kunt vaststellen, dat iemand jonger is dan 16 of ouder dan 21, maar dat je bij die röntgenfoto, het botonderzoek van het sleutelbeen, niet de magische 18-jaargrens wat beter kunt bepalen? De heer Van der Pas zegt er in Trouw van vanochtend over – het is een interessant interview – dat je het niet op de maand kunt vaststellen; maar kennelijk hebben we wel een probleem met een periode van vijf jaar, tussen 16 en 21. Kan de staatssecretaris daar nog op ingaan?
Ik zou, met de heer Wijn, ook willen vragen naar de effecten van de nieuwe wetgeving die op 1 april van kracht is geworden, de Wet op de geneeskundige behandelingsovereenkomst. Dat zal ongetwijfeld een belangrijke wet zijn: garanties bij niet-medische keuringen, in die zin dat je voorinzage mag hebben. Kan dat inderdaad tot vertragingen aanleiding geven? Is, ten slotte, de IND nu voldoende geëquipeerd om al in de eerste fase, binnen die belangrijke 48 uur, het botonderzoek snel en goed te laten verrichten in Eindhoven en is er voldoende medische expertise aanwezig?
Voorzitter! De fractie van D66 steunt de drie hoofddoelstellingen van de nota: misbruik tegengaan – daar heb ik het zonet over gehad – en meer preventie, een snellere afhandeling van de asielaanvraag en een betere regeling van de voogdij en opvang. We moeten niet vergeten dat het tekortschieten van de voogdij en opvang een van de aanleidingen is geweest, naast de instroomcijfers, om de nota überhaupt uit te brengen. Er is ook een hele discussie in opvangland ontbrand, tussen de Inspectie jeugdhulpverlening enerzijds en de opvang- en andere instellingen anderzijds, over de kwaliteit van de opvang. Als je ziet hoe op een aantal belangrijke punten AMA's of AMV'ers te lijden hebben onder hun situatie – geweldskwesties, tekortschietende opvang, scholingsproblemen, arbeidsproblemen, onderlinge spanningen, kinderen die psychisch absoluut niet goed in hun vel zitten –, dan is het van groot belang dat er snel een betere opvang- en voogdijregeling komt.
Ik zou er ook voor willen pleiten om heel snel het onderscheid te maken tussen voogdij aan de ene kant en opvang aan de andere kant. Ik snap werkelijk niet, voorzitter, waarom de stichting die zich met opvang bezighoudt, justitie en de andere betrokkenen niet wat beter met elkaar kunnen samenwerken. Ik heb eerder de indruk van een geweldige ruzie en competentiestrijd tussen de verschillende betrokkenen. Ik zou ervoor willen pleiten dat er, zoals dat door de inspectie steeds is bepleit, een masterplan komt voor de opvang, een samenhangend geheel van maatregelen om een adequate opvang te garanderen. Daar ontbreekt het echt aan. We kunnen in Nederland zoveel dingen zo goed regelen: het moet toch mogelijk zijn om die opvang ook goed te regelen. Ik zou dan ook willen pleiten voor een gedifferentieerde opvang. Dat geldt voor de leeftijdscategorieën, maar ook wil ik, met anderen, pleiten voor aandacht voor de getraumatiseerde meisjes die in de prostitutie en andere vergelijkbare netwerken terecht zijn gekomen.
Voorzitter! Mag ik een vraag stellen die nog niet aan de orde is geweest, namelijk inzake het Europese beleid op het terrein van de AMA's? Er is daar een groep aan het werk, genaamd CIREA; deze is op het ogenblik bezig informatie uit te wisselen. Is het de bedoeling om, na de afspraken op de Europese Top van Tampere van vorig jaar oktober, over asielvraagstukken, ook in Europees verband tot wat betere afstemming op dit belangrijke beleidsterrein te komen? Want ik denk dat het nu zo is dat Nederland, vergelijkenderwijze maar ook absoluut, een zeer hoog aantal AMA's opneemt. Het zou geen kwaad kunnen dat beleid met andere landen af te stemmen; dat zou ook vice versa moeten gebeuren.
Voorzitter! De leeftijdsgrens is een heet hangijzer. Ik denk dat het goed is dat de staatssecretaris in de nota de grens van 18 jaar, de formele meerderjarigheidsgrens, heeft gehandhaafd. Het is goed om misbruik te voorkomen door snel en goed leeftijdsonderzoek te doen.
Dan hebben we nog een kwestie die te maken heeft met het terug laten keren van de 16- tot 18-jarigen, in een situatie waarin er geen adequate opvang aanwezig is. Mijn fractie heeft daar zeer mee geworsteld, want je kunt je voorstellen dat er landen zijn waar kinderen, jeugdigen van 17, zich best zouden kunnen handhaven, maar we hebben toch wel twijfels aan de uitvoerbaarheid van die maatregel. Is het werkelijk na te gaan, te monitoren dat kinderen zich zelfstandig kunnen handhaven zonder opvang? Het blijft een kwetsbare groep, ook al zijn zij 16 of 17 jaar en ook al hebben ze werk. Je kunt kwetsbaar zijn als er geen voldoende opvang is. Mijn fractie heeft twijfels over dit onderdeel van het beleid, dat wil zeggen het laten teruggaan van jeugdigen zonder adequate opvang maar tegelijkertijd mag die adequate opvang ook best vertaald worden naar de maatstaven van het land van herkomst.
Voorzitter! Mijn fractie is het op zichzelf eens met de regeling van 15 plus 3, maar sommigen kunnen zodanig getraumatiseerd zijn of psychosociale problemen hebben dat zij toch in Nederland zouden moeten blijven.
De heerDe Wit(SP)
Voorzitter! Begrijp ik het betoog van de heer Hoekema nu goed, dat hij toch in alle gevallen voor een individuele toets pleit of is hij van mening, dat via de achterdeur de maatstaven van het land van herkomst kunnen worden binnengehaald?
De heerHoekema(D66)
Het gaat om een individuele toets van de aanwezigheid van adequate opvang, waarbij het begrip "adequate opvang" ook kan worden uitgelegd en geïnterpreteerd in het licht van wat gebruikelijk is in het land van herkomst. Dat hoeft niet per se een gezin te zijn; het kunnen ook andere vormen van opvang zijn.
Voorzitter! Wat betreft de preventie zijn er behalve het leeftijdsonderzoek en dergelijke ook andere methoden. De staatssecretaris is enigszins terughoudend over de preboarding checks, omdat dit het probleem naar andere routes kan verleggen, terwijl het over ongedocumenteerden gaat. Dat lijkt mij juist het probleem. Ook in het licht van de oproep van Terre des Hommes pleit ik ervoor, dat de staatssecretaris wat duidelijker aangeeft dat hij deze preboarding checks zal uitvoeren.
De nota is erg mager over de concrete aanwijzingen voor het bestaan van mensenhandel en mensensmokkel. Wat gaat de staatssecretaris daartegen doen? Er is een taskforce bezig en er is een nationale rapporteur mensenhandel – een rapportage die overigens nog niet bij de stukken van het kernteam Noord en Oost is gevoegd – die met aanbevelingen komen tot het voorkomen van mensenhandel en mensensmokkel. Kan de staatssecretaris op dat specifieke terrein wat aangeven?
Voorzitter! De terugkeer moet veel meer in het beleid centraal worden gesteld. Het is voor vele jongeren van belang, dat zij teruggaan naar hun land van herkomst. Daar is helemaal niets mis mee, mits garanties bestaan van een adequate opvang. Hoe zal de staatssecretaris dat in de komende tijd vormgeven? Welke rol geeft hij aan ambassades en welke rol geeft hij aan non-gouvernementele organisaties die veel ervaring hebben? Welke rol heeft het IOM en welke rol hebben de Verenigde Naties? Is het ook niet van belang, dat in Nederland veel meer expertise wordt opgebouwd over die 80 landen waar de AMA's vandaan komen, met name de landen waar vele AMA's vandaan komen, en dat ook een landenbeleid wordt ontwikkeld met veel meer kennis en ervaring van het land in kwestie?
Voorzitter! Ik wil er ten slotte voor pleiten dat de voogdij- en opvanginstellingen ook veel meer werk gaan maken van het integreren van het perspectief van terugkeer dan nu het geval is. Nu wordt men keurig in een rijtjeshuis in Nederland gehuisvest als ware men definitief geïntegreerd en juist door die mate van integratie in Nederland en het niet inspelen op de te verwachten terugkeer leeft de verwachting, dat niemand zal teruggaan en keert er ook in feite helemaal niemand terug.
Voorzitter! Ik sluit mij graag aan bij het pleidooi van mevrouw Albayrak om de termijn van een jaar te hanteren. Als er inderdaad de garantie is dat men mag blijven, moet men dat ook binnen een jaar weten. Ik sluit mij ook aan bij de besluitvorming van de staatssecretaris om de beslistermijn van gevallen van AMV's op zes maanden te houden. Tot nu toe komt eenderde daarvan na zes maanden en dat is voor een kwetsbare groep kinderen heel slecht.
De heerRabbae(GroenLinks)
Mevrouw de voorzitter! Misschien kunnen wij ons de aanleiding tot deze nota herinneren? Problemen en incidenten, ook ten aanzien van de opvang. Telkenmale werd toegezegd dat er een integrale nota zou komen. Die nota hebben wij thans voor ons liggen.
Als ik de term "integraal" plak op de inhoud van deze nota, mis ik echter een aantal zaken zoals de positie van de AMA's in het onderwijs, de opvang en de hulpverlening. In die zin is deze nota een magere versie van hetgeen wij verwacht hadden. Met andere woorden: de berg heeft eigenlijk een muis gebaard. Het is echter wel een lastige muis en zeker als het gaat in de richting van het standpunt van de VVD – wat ik niet hoop – wordt het helemaal lastig om haar te vangen. Ik hoop in ieder geval dat de bijdragen van deze dag ertoe leiden dat de AMA's in Nederland kunnen rekenen op een fatsoenlijk beleid. Natuurlijk kan een aantal zaken niet door de beugel. Wij moeten proberen die op een fatsoenlijke manier de kop in te drukken c.q. te bestrijden.
Juist omdat de nota niet ingaat op de elementen die ik zojuist noemde, wil ik daarbij stilstaan. Er staat niets in de nota over de problemen van AMA's in het onderwijs, terwijl wij uit de gesprekken met de desbetreffende organisaties alsmede uit mijn eigen onderwijsachtergrond weten dat in het onderwijs de positie van deze kinderen eigenlijk niet zo best is. Er sprake van grote uitval, van wachtlijsten bij de regionale opleidingscentra en bovendien worden kinderen uit deze categorie soms afgewezen omdat in het onderwijs de prestatienorm mede basis is gaan vormen voor de financiering. Ook deze elementen verklaren de problematiek van deze kinderen en niet alleen, zoals de VVD ons wil doen geloven, het feit dat zij massaal naar Nederland komen.
Volgens de inspectie zou de opvang aan kwaliteitseisen moeten voldoen, willen wij geen problemen krijgen over de kwaliteit van deze opvang. Mijn fractie verwacht dan ook dat de staatssecretaris in de nadere uitwerking zowel ingaat op het onderwijs als op de kwaliteit van de opvang.
Dat geldt ook voor de hulpverlening. In ons gesprek met de organisaties hebben wij vernomen dat ongeveer 5% of meer asielzoekers in een problematische situatie verkeren. Zij vertonen agressief gedrag, ontsporing, kortom, het zijn "moeilijke gevallen". Dat kunnen wij eigenlijk zo niet laten gaan. Is de staatssecretaris bereid juist deze categorie AMA's te onderzoeken, in de hoop dat wij achter de oorzaak kunnen komen en zicht krijgen op de maatregelen de getroffen moeten worden om dit deel van de AMA's op het goede spoor te houden?
De nota is zoals collega Hoekema zojuist opmerkte, het product van een worsteling tussen enerzijds de vraag hoe het restrictieve beleid gestalte kan krijgen en anderzijds hoe een en ander op een fatsoenlijke manier kan gebeuren, conform de afspraken neergelegd in verschillende verdragen en zoals die hier zijn gemaakt. Deze staatssecretaris staat bekend om zijn goede acrobatiek. Het is echter de vraag, of hij in dit geval geslaagd is in het maken van een verdedigbaar beleid. Ik noem een aantal punten.
Als het gaat om de verblijfszekerheid van deze jongeren vind ik de nota een verslechtering ten opzichte van het huidige beleid. De staatssecretaris – nog steeds in het kader van zijn acrobatiek – zegt enerzijds dat hij afziet van een verlaging van de meerderjarigheidsgrens, terwijl hij zich anderzijds wel speelruimte creëert voor de categorie jongeren tussen 16 en 18 jaar. Dat is zeer moeilijk met elkaar te verenigen. Datzelfde geldt voor het restrictieve beleid. Terwijl hij dit restrictieve beleid handen en voeten wil geven, is hij toch tot cultuurrelativisme: namelijk als kinderen in het land van herkomst als zelfstandiger en volwassener worden gezien, zou dat aanleiding kunnen zijn om te denken aan terugkeer. Daar staat tegenover dat ik denk dat wij steeds onze eigen normen moeten hanteren. Natuurlijk ben ik geen automatische piloot in die zin dat wij desnoods zweven over de normen en waarden in dat land, maar ik vraag wel een reële taxatie van datgene wat teruggestuurde kinderen daar te wachten staat. Ik ben absoluut niet van mening dat wij de kinderen zomaar aan de grens moeten afzetten, omdat er sprake is van een soort opvanginfrastructuur zoals de VVD-fractie ons graag voorschotelt. Er moet sprake zijn van een individuele benadering, willen wij en wil deze staatssecretaris, voor wie ik ondanks mijn oppositierol grote waardering heb, kunnen verdedigen dat hij hiermee een beleid handen en voeten geeft dat de toets van het fatsoen kan doorstaan.
De nota geeft aan dat er sprake is van een discrepantie, om niet te zeggen van een tegenstrijdigheid tussen onze nationale wetgeving ten aanzien van 16-, 17- en 18-jarigen en de benadering in het vreemdelingenbeleid – lees: de staatssecretaris – van deze categorie. Wij hebben dat herhaaldelijk kunnen constateren in de gesprekken met de organisaties in het kader van de voorbereiding van dit debat. Volgens onze wetgeving zijn 16- en 17-jarigen minderjarig. Volgens deze notitie is dat echter niet zo'n sterke paal in onze vreemde- lingenwetgeving, want wij kunnen ermee spelen. Ik begrijp niet dat wij als het ware met twee maten meten in het vreemdelingenbeleid ten opzichte van ons jeugdbeleid, het Verdrag van de rechten van het kind en dergelijke. Hoe wil de staatssecretaris dat verdedigen? Heeft hij daarvoor wel overtuigende argumenten? Die kan ik niet vinden in zijn nota.
Mijn fractie blijft van mening dat het goed is om vast te houden aan de grens van 18 jaar. Ik ben blij dat de fracties van de PvdA en D66 daarmee akkoord zijn gegaan. Het verschaft duidelijkheid en het voorkomt willekeur, subjectiviteit en arbitraire effecten. Daarom is mijn fractie van mening dat wij daaraan moeten vasthouden. Ik hoor graag of de staatssecretaris dat niet alleen beaamt, maar ook in de uitwerking van zijn beleid wil verdisconteren.
Cruciaal punt in dit debat is de verblijfsonzekerheid bij AMA's. Praktisch alle organisaties die wij hebben gesproken, hebben bevestigd dat een periode van drie jaar de beste "garantie" is om de ontsporing van deze jongeren te bevorderen. Ik zeg het in mijn eigen termen; de organisaties hebben het niet zo gezegd. Wel hebben zij ons gewaarschuwd dat een periode van drie jaar leidt tot ontsporing van en maatschappelijke problemen bij deze minderjarigen. Mijn fractie is van mening dat binnen een jaar uitsluitsel moet worden gegeven aan minderjarigen of zij hier mogen blijven dan wel moeten vertrekken. De staatssecretaris moet kunnen aangeven dat hij zijn best heeft gedaan om de afgewezen gevallen te laten terugkeren, op individuele basis en misschien met afspraken in het land van herkomst. Is dat gelukt, dan zullen wij hem daarin ondersteunen. Is dat niet gelukt, dan hebben de betrokkenen binnen een jaar de uitspraak en de garantie dat zij hier mogen verblijven en dat er daarna geen verandering meer komt in hun rechtspositie. Het beslismoratorium zoals neergelegd in het concept van de nieuwe Vreemdelingenwet moet van de baan zijn voor deze minderjarige asielzoekers. Wij moeten binnen een jaar hom of kuit verkopen en geen onduidelijkheid laten bestaan over het lot van deze minderjarigen, omdat dat alleen maar tot problemen leidt.
Heb ik het goed begrepen dat er in Den Bosch een rechtszaak gaande is over de aard, kwaliteit en ethische kenmerken van het leeftijdsonderzoek? Is het juist dat in augustus een meervoudige kamer zich alsnog hierover zal uitspreken? Is het niet verstandig om de uitspraak van de rechter af te wachten voordat wij met deze zaak massaal aan de slag gaan?
Ik wil eindigen met een woord van waardering voor de staatssecretaris. Ik deel zijn standpunt over de Dublinprocedure. Pas als er zekerheid is over het lot van de minderjarige, zal worden overgegaan tot overplaatsing van het kind naar een ander land. Dat zou eigenlijk ook in het terugkeerbeleid moeten gelden.
De heerDe Wit(SP)
Mevrouw de voorzitter! De Kamer heeft enkele weken geleden een rondetafelgesprek gehouden, bij welke gelegenheid een aantal organisaties door de Kamer is gehoord over de vandaag voorliggende notitie. Eén ding kwam heel duidelijk aan de orde, namelijk een zo kort mogelijke duur waarop de beslissing genomen wordt. Voor de heel jonge minderjarige asielzoekers moet het maximaal een half jaar zijn en voor de 16- en 17-jarigen hoogstens één jaar. Als je te lang wacht, keert die onzekerheid zich tegen de samenleving.
De staatssecretaris zegt dat eerst beoordeeld wordt of asiel mogelijk is. Zo neen, dan volgen een afwijzing en de AMA-VTV. In die procedure kan onder de nieuwe Vreemdelingenwet een verlenging van de aanvraagtermijn optreden. Ik vraag de staatssecretaris of dat klopt. Zal het besluitmoratorium ook op minderjarigen kunnen worden toegepast? Datzelfde geldt voor de Dublinclaims. In de praktijk blijkt dat de termijn waarbinnen de beslissing over een claim genomen wordt, heel lang kan duren. Het is de vraag of dat nu wel zo gelukkig is als duidelijk is dat snelheid van handelen in het belang van de minderjarige is.
Gelet op de omvang van het verschijnsel van het opgeven van een verkeerde leeftijd, is er aanleiding om het instrument van de botscan in een zo vroeg mogelijk stadium toe te passen. De onzekerheid op dit punt moet voor de Nederlandse overheid worden uitgesloten.
Met betrekking tot de aanmeldprocedure heb ik een vraag over het horen van de minderjarige onder de 12 jaar. Van de staatssecretaris hoor ik graag waarom dat nodig is. Wat wil hij in zo'n verhoor horen en waar is het voor bedoeld? Tijdens het rondetafelgesprek is gebleken dat heel jonge minderjarige asielzoekers buitengewoon weinig of zelfs niets zeggen. Hoe moeten wij ons zo'n verhoor voorstellen? Welke deskundigheid is daarbij aan de orde? Is er een recht op rechtsbijstand?
Het terugkeerbeleid is voor onze fractie het belangrijkste element van de notitie. De staatssecretaris stelt twee varianten voor: de verblijfsvariant en de basisvariant. Moet ik het mij zo voorstellen dat ten aanzien van de één de ene weg gevolgd wordt en ten aanzien van de ander de andere weg? Zijn dat beslissingen? Zo ja, deelt de staatssecretaris dan de mening die ook tijdens het rondetafelgesprek hier naar voren is gekomen, namelijk dat dit aanleiding voor betrokkene zou kunnen zijn om te procederen over welke weg door de Nederlandse overheid ingezet wordt?
De 16- en 17-jarigen zijn voor de leden van mijn fractie een buitengewoon moeilijk punt. Wij zijn voorstander van het niet-uitzetten van 16- en 17-jarigen. Zij behoeven wat ons betreft niet terug te keren, tenzij er uitdrukkelijk voor elk individueel geval duidelijk sprake is van een verantwoorde opvang in het land van herkomst. De aanwezigheid van een structuur of van opvangtehuizen voor kinderen is voor ons niet voldoende om akkoord te gaan met het voorstel op dit punt.
Ik kom op het onderwerp van de zelfstandigheid van de minderjarigen. Het woord "kinderarbeid" is vandaag helemaal aan het begin van het debat al genoemd. Ik kan mij ook voorstellen dat kinderen uit bepaalde landen in hun levensonderhoud hebben voorzien door te bedelen. Vinden wij kinderarbeid en bedelen dan menswaardig en moeten wij dat honoreren door te zeggen dat de kinderen die dat hebben overleefd, aangemerkt kunnen worden als voldoende zelfstandig om op eigen benen te staan en dat zij dus teruggestuurd kunnen worden? Wij denken het niet. Wat de leden van onze fractie betreft, is dat onverantwoord. Het is ook in strijd met de verdragen rond kinderarbeid die wij in Nederland binnenkort willen ratificeren.
Voorzitter! "De maatstaven in het land van herkomst" is een vaag begrip, dat naar onze mening vragen oproept. Wordt er dan bijvoorbeeld onderscheid gemaakt tussen vrouwen en mannen? In verschillende landen nemen meisjes een andere positie in dan jongens. In welke landen zou dat aan de orde zijn? De staatssecretaris zegt dat naar de maatstaven van het land van herkomst gekeken wordt, maar in welke landen worden kinderen op een dergelijk jonge leeftijd als voldoende zelfstandig aangemerkt? Praten wij hier in principe niet over een heel kleine groep en is dat wat wij overhoop halen, misschien helemaal niet de moeite van het onderzoeken waard?
Voorzitter! Ook ik vraag graag aandacht voor degenen die 18 jaar of ouder zijn, omdat de problemen daar buitengewoon groot zijn, hetgeen elke dag weer blijkt. Wat doet de staatssecretaris met de 18-plussers die hier mogen blijven, dus die voortgezet verblijf krijgen? Is er geen reden voor toezicht, voor opbouw en voor een voortgezette begeleiding? Wat doet de staatssecretaris verder met de 18-jarigen die terug moeten? Het vacuüm is voor die groep naar ons idee buitengewoon groot en vraagt om overheidsmaatregelen.
De heerRouvoet(RPF/GPV)
Voorzitter! Ik begin met wat in de nota zelf wordt aangegeven als rode draad van het AMA-beleid, namelijk het spanningsveld op dit terrein tussen het vreemdelingenbeleid en het jeugdbeschermingsbeleid. Dit leidt, aldus de nota, tot een extra verantwoordelijkheid van de overheid. Ik wil dat dubbel en dwars onderstrepen. Dat is voor mij ook een beetje het kader voor de bespreking van de voorstellen die voorliggen. Die extra verantwoordelijkheid komt niet alleen tot uitdrukking in een aantal internationaal-rechtelijke bepalingen en verplichtingen, maar ook in de specifieke regeling voor de AMA's, zoals wij die sinds 1992 in ons land kennen. Die regeling houdt in dat er ook bij geen toelating als vluchteling of geen al dan niet voorwaardelijke vergunning tot verblijf toch een mogelijkheid van opvang en verblijf bestaat tot terugkeer verantwoord is. Het eerste uitgangspunt van het AMA-beleid is en behoort ook gelegen te zijn, aldus de staatssecretaris, in de belangen van het kind. De nota spreekt daar veelvuldig over, vaak direct gekoppeld aan het toekomstperspectief van de minderjarige. Op zichzelf is dat prima. Ik ben het er ook mee eens dat niet te gemakkelijk moet worden aangenomen dat een permanent verblijf in Nederland altijd in het belang van de minderjarige is.
Ik wil er wel de vinger bij leggen dat mijns inziens te veel de indruk wordt gewekt dat deze nota er speciaal is gekomen om nog beter invulling te geven aan de belangen van de minderjarigen. Bij de uitgangspunten op blz. 8 staat bijvoorbeeld dat de belangen van het kind kunnen vragen om herstel van betrekkingen etc. Dat is ongetwijfeld waar, maar dat is natuurlijk niet de reden waarom die nota er is gekomen. De nota zelf geeft die reden impliciet al aan. Op pagina 5 staat namelijk dat er verschillen van inzicht waren over het beleid en dat er belangrijke knelpunten waren bij de uitvoering daarvan. Met andere woorden: de aanleiding tot de nota is gelegen in de centrale vraag hoe aan de toestroom van AMA's een halt kan worden toegeroepen en hoe misbruik kan worden tegengegaan. Jeugdbescherming, inclusief de verdragen die in dat kader zijn gesloten, vormt wel het kader dat normen en beperkingen stelt, maar is niet het primaire doel van deze nota. Ik krijg op die observatie graag een reactie van de staatssecretaris.
Voorzitter! Ik heb een concrete vraag over de uitgangspunten voor het bijzondere toelatingsbeleid en de AMA's, met name als het gaat om het feit dat er toch een toelating als VTV-AMA wordt verleend, als geen toelating op de normale asielgronden wordt toegestaan. Ik lees in de nota de zinsnede dat het toetsingskader voor deze statussen gelijk is aan het toetsingskader voor volwassen asielzoekers, waarbij rekening wordt gehouden met de bijzondere positie waarin minderjarigen kunnen verkeren. Wat is daarvan concreet de betekenis in die fase van de gewone asieltoets?
Het meest gevoelige onderdeel van de nota betreft de terugkeer van minderjarigen, de AMV's. In de nota worden grofweg twee gronden onderscheiden, namelijk in de persoon gelegen omstandigheden en objectieve overwegingen. De eerste grond wordt nog weer gedifferentieerd naar de vraag of er adequate opvang voor de minderjarige is in het land van herkomst en de mogelijkheid dat de betrokkene al eerder voor zichzelf heeft gezorgd en dus bewezen heeft zich staande te kunnen houden. Wat de adequate opvang betreft, hebben onze fracties op zichzelf geen principieel bezwaar tegen deze formulering, zolang er inderdaad adequate opvang in het land van herkomst is. Wij hebben ook geen principieel bezwaar tegen het laten meewegen van lokale normen bij de bepaling van wat adequate opvang is. Het lijkt mij goed om duidelijk te maken dat tegen dit punt geen principiële argumentatie van ons te verwachten valt. Ik wil wel benadrukken dat in onze ogen niet automatisch kan worden aangenomen dat de loutere aanwezigheid van vrienden of buren, adequate opvang betekent. Het komt echt aan op het meten van individuele omstandigheden en op het zorgvuldig nagaan van de precieze vertrekredenen. Hoe is de houding van de omgeving, ook na terugkeer? Want die kan nogal verschillen met de houding van de omgeving voor vertrek. Ziet de staatssecretaris mogelijkheden om met landen – met name met notoire landen als China – afspraken te maken over opvang, zodat die ook daadwerkelijk adequaat georganiseerd kan worden?
Inzake de tweede voorwaarde, het eerder voor zichzelf hebben gezorgd, vraag ik de staatssecretaris waaruit dit kan blijken. Hebben wij het hier over individuele ambtsberichten? Of gaan wij louter af op feiten en omstandigheden die door de betrokkenen zelf of door anderen worden gerelateerd? Ik zie hier wel enige ruimte, maar mijn stelling is dat het feit dat iemand kans heeft gezien om in leven te blijven, nog niet betekent dat hij na terugkeer blijvend in staat is om voor zichzelf te zorgen. Kinderarbeid is in dit verband al genoemd en wij hoeven alleen maar te denken aan straatkin deren in Calcutta of kindsoldaten in Sierra Leone. Zij hebben best voor zichzelf leren zorgen, maar dat is geen reden om aan te nemen dat zij dat in de toekomst onder andere omstandigheden ook kunnen blijven doen. Bij deze twee punten, waar het gaat om in de persoon gelegen omstandigheden, vereist het centrale uitgangspunt van de belangen van de minderjarigen dat er individuele beoordeling plaatsvindt. De vraag is of dat doenlijk is. De heer Kamp stelde dezelfde vraag vanuit een andere invalshoek. Kan er individuele beoordeling plaatsvinden of moet toch worden teruggevallen op een algemene beoordeling, bijvoorbeeld op grond van algemene ambtsberichten? Met dat laatste zou ik meer moeite hebben.
Het derde punt betreft de objectieve overwegingen. Dit is het meest lastige punt. Iemand wordt dan geacht, gemeten naar de maatstaven van het land van herkomst, zich zelfstandig te kunnen handhaven, ook bij het ontbreken van opvang. De redenering is dat terugkeer op die grond mogelijk moet worden geacht. Dat vind ik het moeilijkste punt. Hoe kun je vaststellen dat een minderjarige zich zelfstandig kan handhaven? Gebeurt dat op grond van individuele ambtsberichten of op grond van algemene ambtsberichten? De staatssecretaris zegt immers dat het een objectieve overweging is. Moet ik dan aannemen dat er geen individueel ambtsbericht zal volgen? Mijns inziens verplicht het uitgangspunt van de extra verantwoordelijkheid van de overheid voor de combinatie van jeugdbescherming en vreemdelingenbeleid tot grote zorgvuldigheid. De eerder geuite aarzelingen van onze fracties over de haalbare kwaliteit en de mate van exactheid van algemene ambtsberichten, doen zich hier extra voelen, omdat het om minderjarigen gaat. Er is toch een beetje sprake van het ontduiken van de meerderjarig- heidsgrens, die de staatssecretaris terecht niet los wil laten. Concluderend kan ik zeggen dat onze fracties sterke aarzelingen hebben ten aanzien van dit voorstel. Kan de staatssecretaris uiteenzetten hoe het eerste uitgangspunt van het AMA- beleid – de belangen van de minderjarigen en het centraal stellen van het toekomstperspectief – in dit voorstel tot uitdrukking komt? Ik zie dat namelijk niet zo. Kan hij hard maken dat de belangen van de AMA het beste gediend zijn met terugkeer, ook als er geen opvang is? Ik had nog veel andere losse punten, maar ik zal daar niet meer op ingaan. De meeste vragen zijn wel gesteld.
De heerRabbae(GroenLinks)
Ik heb bij de heer Rouvoet het pleidooi gemist om de onzekerheid voor de AMA's te beperken tot één jaar. Is dat een gevolg van gebrek aan tijd of komt het niet voor op zijn lijstje?
De heerRouvoet(RPF/GPV)
Ik had nog een heleboel vragen, ook over de voogdij en de opvang. Ik heb al bilateraal aangegeven, dat ook bij mij de vraag leeft hoe wij het besluitmoratorium moeten zien. Ook ik hecht aan het zoveel mogelijk reduceren van de onzekerheid. Ik heb mij nu vanwege de spreektijd gericht op de hoofdpunten. Ik heb mij gericht op de voorstellen waarmee wij in beginsel kunnen leven en de voorstellen waarbij wij aarzelingen hebben. Opmerkingen over de uitwerking moeten wachten op een later moment.
De heerVan der Staaij(SGP)
Voorzitter! Minderjarige asielzoekers vormen een kwetsbare groep. Een opvallend toenemend aantal minderjarige asielzoekers komt naar Nederland. Er is, kortom, volop reden om toelating, voogdij en opvang van AMA's kritisch te bezien en hierover grondig met de regering van gedachten te wisselen. Er is al een aantal keren gesignaleerd, dat wij vandaag kunnen spreken over een nota waarop lang is gewacht. Ook de SGP-fractie kan zich op hoofdlijnen in de nota vinden en is van oordeel dat deze getuigt van een evenwichtige benadering. Wij zien wel een aantal open einden in de nota en hebben wat vragen rond de uitvoerbaarheid en de uitvoering van een en ander.
De SGP-fractie kan zich vinden in de vreemdelingenrechtelijke lijn die door de regering gekozen wordt: eerst in principe toetsen of de AMA voor een gewone verblijfsvergunning in aanmerking komt. Is dat niet het geval, dan moet worden onderzocht of verantwoorde terugkeer naar en opvang in het herkomstland mogelijk zijn. Is dat op zijn beurt niet het geval, dan kan de AMA een AMA-VTV worden toegekend. Die lijn is wat onze fractie betreft helder.
De regering legt in de nota naar aanleiding van het rapport De Opbouw en het rapport Helderheid de nadruk op het belang van samenhang tussen toelating, voogdij en opvang. Omdat we ook tijdens de hoorzitting weer kritiek op dit punt hebben gehoord, vraag ik de staatssecretaris nog eens helder onder woorden te brengen hoe die samenhang gewaarborgd is, mede gezien tegen de achtergrond van het feit dat er op het gebied van voordij en opvang nog het nodige moet worden uitgewerkt.
Dan het punt van de preboarding checks. Een aantal collega's heeft er al op gewezen, dat er in de nota relativerende woorden staan over preboarding checks. Wij kunnen de kanttekeningen van de regering volgen, maar benadrukken, dat meer systematische aandacht hiervoor wel op zijn plaats is, met name voor risicolanden. Welke mogelijkheden voor intensivering van de preboarding checks ziet de staatssecretaris? In verband hiermee vraag ik ook aan de regering om extra aandacht te besteden aan de landen waar relatief gezien de meeste AMA's vandaan komen, zoals China, Angola en Nigeria. Welk onderzoek wordt in dit verband verricht om na te gaan waarom zoveel AMA's daarvandaan naar Nederland komen en welke preventieve maatregelen, gericht op een verblijfsalternatief in of nabij het land van herkomst kunnen worden ingezet? Ik sluit mij aan bij de opmerking van de kant van D66 dat op dit punt een nadere analyse gewenst is.
Met betrekking tot het horen van AMA's jonger dan 12 jaar vraag ik wat de extra waarborgen zijn waarmee volgens de regering het horen van deze categorie omkleed zal worden.
In verband met het frequente misbruik dat van de AMA-procedure gemaakt wordt, kan de SGP-fractie ermee instemmen om meer werk te maken van het leeftijdsonderzoek. Het percentage dat na onderzoek meerderjarig blijkt te zijn, noopt wel tot die intensivering. In de nota wordt gesteld dat de capaciteit voor botonderzoek is uitgebreid tot 50 onderzoeken per week. Schat de staatssecretaris in dat die capaciteit gerelateerd aan de huidige instroom voldoende is? Het doel is om het leeftijdsonderzoek zo mogelijk in de AC-procedure te doen. Vreest de staatssecretaris niet dat op piekmomenten al gauw te veel gevallen zich zullen aandienen voor nader onderzoek, zodat dit beleidsstreven in gevaar kan komen? Ik sluit mij in dit verband ook aan bij de vragen die zijn gesteld over de toepassing van de Wet geneeskundige behandelingovereenkomst die op 1 april van kracht is geworden en recht op voorinzage van het resultaat van de keuring zou geven. Collega Wijn sprak daar al over.
Terecht kiest de regering voor het uitgangspunt dat ook voor minderjarigen geldt, dat het aan de betrokkene is om de leeftijd aan te tonen. Dat uitgangspunt is kennelijk tot nu toe niet gehanteerd. Ik neem aan, dat het hierbij gaat om een "aannemelijk maken" en niet om een bewijs in bijvoorbeeld strafrechtelijke zin. Niet duidelijk is waarom en in welke gevallen een uitzondering op dit uitgangspunt geboden is. Wil de staatssecretaris hierop nader ingaan?
StaatssecretarisCohen
Voorzitter! Ik heb het centrale punt in de vraagstelling gemist. Wil de heer Van der Staaij die nog even herhalen?
De heerVan der Staaij(SGP)
Het gaat om de verandering in de bewijslast. In de nota staat dat in een aantal gevallen een uitzondering geboden zal zijn op het uitgangspunt dat het aan minderjarigen is om de leeftijd aan te tonen. Ik heb gevraagd of het hier gaat om aannemelijk maken en niet om bewijs in bijvoorbeeld strafrechtelijke zin. Mijn tweede vraag was waarom een uitzondering op dit uitgangspunt is geboden en in welke gevallen. Als er geen duidelijkheid komt over die leeftijd wordt dan – zoals in andere landen gebruikelijk is – uitgegaan van een fictieve leeftijd? Hoe wordt gehandeld als in de procedure geen duidelijkheid ontstaat over de leeftijd van betrokkene?
Voorzitter! De SGP-fractie vindt het terecht dat meer dan voorheen aandacht wordt besteed aan de terugkeer van AMA's. Die nadruk op terugkeer past ook bij het uitgangspunt dat het hier gaat om een groep mensen van wie de asielaanvraag is afgewezen. Met het oog op de kwetsbare positie van minderjarigen is evenwel een extra zorgvuldige benadering geboden. Ik wil graag benadrukken dat hier niet zonder meer een tegenstelling ontstaat met het belang van de AMA's. Wanneer verantwoorde terugkeer en opvang mogelijk is in het land van herkomst, is terugkeer beter dan opvang in Nederland. Dit is in lijn met de nadruk die de regering legt op hereniging met ouders of verzorgers.
De SGP-fractie vindt dat het terugkeerperspectief voor AMA's in de nota nog niet overtuigend is uitgewerkt. De nota is nogal vaag waar de regering stelt voornemens te zijn "meer dan in de huidige beleidspraktijk" de mogelijkheid van terugkeer "in beeld te houden". In hoeverre bestaat inzicht in de mogelijkheden om werkelijk in meer gevallen in terugkeer te voorzien?
Over het criterium van adequate opvang naar de plaatselijke omstandigheid en het criterium "zich zelfstandig kunnen handhaven in het land van herkomst" zijn veel vragen gesteld. Wij hebben niet op voorhand principiële bezwaren tegen de gekozen criteria, maar wij vragen wel hoe een en ander kan worden geoperationaliseerd. Het lijkt zo ingewikkeld en lastig om dit in ieder individueel geval na te gaan, dat het de vraag is of de regering hiermee de goede weg is ingeslagen.
Kan in alle gevallen spoedig duidelijkheid worden verkregen over de vraag of de AMA voor de basisvariant dan wel de verblijfsvariant in aanmerking komt? Is bij de keuze voor de verblijfsvariant terugkeer uitgesloten? Wat is de betekenis van de opmerking op pagina 3 dat het ontwikkelingsperspectief voornamelijk gericht zal zijn op integratie in Nederland?
Voorzitter! Ik sluit af met drie vragen over opvang, vervolgopvang en nazorg. Tijdens het laatstgehouden algemeen overleg met de staatssecretaris hebben wij gesproken over verdwijningen. Hoe is de stand van zaken thans? In hoeverre hebben de maatregelen gericht op het tegengaan van verdwijningen voldoende effect gehad?
Naar aanleiding van de opmerkingen over vervolgopvang wil ik graag weten hoe het gaat met meer kinderen uit één gezin die bij elkaar horen.
In aansluiting op datgene dat de laatste tijd naar voren is gebracht over problemen met buitenlandse adoptiekinderen, pleit ik ten aanzien van AMA's die in Nederland mogen blijven voor een adequate nazorg in de hulpverleningsstructuur.
De vergadering wordt van 14.40 uur tot 14.55 uur geschorst.
Eerste termijn van de zijde van de regering
De voorzitter:
Met het oog op de nog beschikbare tijd deel ik de heren Hoekema, Rabbae, De Wit, Rouvoet en Van der Staaij mee dat zij praktisch door hun spreektijd voor de tweede termijn heen zijn. Of ik clement met hun spreektijden voor de tweede termijn zal omgaan, is afhankelijk van het aantal interrupties dat zij plegen en van de lengte van die interrupties. Dit probleem is aanmerkelijk minder nijpend voor de leden Albayrak, Kamp en Wijn, maar ook hen wil ik verzoeken, het aantal interrupties beperkt te houden.
StaatssecretarisCohen
Mevrouw de voorzitter! De heer Rabbae sloeg de spijker op de kop toen hij opmerkte dat deze notitie het resultaat is van een worsteling. Een gevolg van die worsteling is onder meer het late verschijnen van de notitie. Binnen het toch al zo lastige vreemdelingenbeleid zijn er twee onderwerpen die zeer moeilijk zijn op te lossen: de terugkeer in het algemeen en het AMA-beleid. Enkele woordvoerders hebben terecht gesignaleerd dat het AMA-beleid zo moeilijk is door de spanning tussen de invalshoek van het vreemdelingenbeleid aan de ene en het jeugdbeschermingsbeleid aan de andere kant. Deze twee aspecten staan niet alleen op gespannen voet met elkaar, zij kunnen ook strijdig zijn met elkaar.
De heer Rouvoet constateerde dat de notitie een raamnotitie is. Verder vroeg hij naar de verhouding tussen het vreemdelingenbeleid en het jeugdbeleid. De uitgangspunten zijn algemene noties over jeugdbeleid en jeugdbeschermingsbeleid. Deze uitgangspunten vormen het raamwerk, waarbinnen het vreemdelingenbeleid wordt toegepast. Vervolgens moet hieraan – daarom sprak de heer Rouvoet terecht over een raamnotitie – invulling worden gegeven. Die invulling bestaat uit twee hoofdpunten. Dat is in de eerste plaats de opvang en de daarmee samenhangende voogdij en in de tweede plaats de terugkeer. Het is gemakkelijk om te stellen dat de terugkeer moet worden geïntensiveerd, maar het is zeker niet gemakkelijk om die intensivering te realiseren. Dat geldt voor terugkeer in het algemeen, maar bij de terugkeer van minderjarigen geldt dat nog veel sterker. Het laatste woord over dit onderwerp wordt vandaag dus zeker niet gesproken, integendeel: deze notitie is het eerste woord in de discussie over dit onderwerp.
Voorzitter! Ik heb goed naar de leden geluisterd en ik heb daaraan de indruk overgehouden dat grote delen van de notitie op instemming kunnen rekenen. Over enkele aspecten van de notitie zijn de meningen verdeeld. Sommige sprekers vinden dat ik daar te ver ga, maar anderen dat ik nog niet ver genoeg ga. Omdat het in de rede ligt dat het debat zich op deze aspecten zal toespitsen, lijkt het mij goed om te constateren dat de door de regering ingeslagen weg op instemming mag rekenen.
Het lijkt mij goed, de procedure nog eens langs te lopen en aan de hand daarvan de gestelde vragen te beantwoorden. Dit betekent dat ik mijn beantwoording moet beginnen met het punt van de preboarding checks. Het was zeker niet de bedoeling dat de notitie de indruk zou wekken dat de preboarding checks niets voorstellen. Het tegendeel is het geval. Wij zijn er niet voor niets mee begonnen. Ik heb er wel de waarschuwing bij willen plaatsen dat het niet zo eenvoudig is als het lijkt: als je maar een paar plaatsen hebt waarvan je vermoedt dat er veel AMA's vandaan komen en daar preboarding checks houdt, ben je klaar. Zo werkt het niet. De ervaring is dat wanneer je op een bepaalde plaats preboarding checks houdt, je na verloop van tijd ziet dat het effect niet meer werkt omdat andere routes worden gekozen. Dat houdt in dat je met enige regelmaat op verschillende plaatsen die checks zal moeten uitvoeren. Wel intensivering, maar voortdurend op verschillende plaatsen.
Er zijn verschillende vragen gesteld over het tegengaan van mensen- smokkel en mensenhandel. Er zijn verschillende projecten op dit gebied gestart. De rapporteur inzake mensenhandel, mevrouw Korvinus zal op dat punt actief zijn. Ik wil niet uitvoerig ingaan op de inhoud van wat er precies mee gebeurt omdat het juist van belang is om die inhoud niet aan de grote klok te hangen. Het effect is dan des te groter. Dat het van belang is staat voor mij vast. In het artikel dat vanmorgen in Trouw stond heeft men kunnen zien dat als gevolg van het leeftijdsonderzoek dat verleden jaar februari is gestart, veel Chinese AMA's niet meer de leeftijd van 18 of hoger hebben. Dat laat zien dat beleid op dit punt – de invoering van de leeftijdsgrenzen en het controleren ervan – effect heeft. Er is wel degelijk sprake van een gecoördineerde actie.
De heerKamp(VVD)
Is het niet zo dat nu vaststaat dat zij niet meer de leeftijd van 21 jaar of ouder hebben? 18 jaar of ouder blijkt nergens uit. 21 jaar en ouder kan worden vastgesteld.
StaatssecretarisCohen
Daarin hebt u gelijk. Het is een verspreking. Het doet niet af aan het punt waarover ik sprak. Het feit dat je er onderzoek naar doet brengt met zich dat er veranderingen optreden.
Ik kom te spreken over de binnenkomst en het indienen van de aanvrage. De heer Hoekema wilde weten hoe de stand van zaken op dit moment is. Tot eind april hebben zich ruim 2000 AMA's aangemeld. Dat is een fors hoger aantal dan in 1999 over dezelfde periode. Als je het uitsplitst over de afgelopen maanden dan zie je een zekere vermindering. Het aantal is nog steeds erg hoog. Ik ben niet geneigd te zeggen dat die vermindering die in april is opgetreden een gevolg is van het uitbrengen van de notitie en de start van het botonderzoek.
De heerKamp(VVD)
Is op dit moment ongeveer 20% of zelfs iets meer van de asielzoekers AMA?
StaatssecretarisCohen
Dat is te hoog. Het is in de orde van grootte van 17%. Er heeft wel degelijk een verdere stijging plaatsgevonden.
Mevrouw Albayrak heeft gevraagd waarom is besloten dat AMA's onder de 12 jaar geen asielaanvrage meer kunnen indienen bij de korpschef, maar in het AC. Het indienen van een aanvrage bij de korpschef bracht met name problemen in de uitvoering met zich, doordat niet onmiddellijk in de voogdij kon worden voorzien. Wanneer je het concentreert in een AC, is dat probleem op te lossen.
Er is in dit verband een vraag gesteld over de duur van de behandeling van Dublinclaims. Claims in de richting van Duitsland duren korter dan drie maanden. De overige duren in het algemeen korter dan zes maanden. Ik wil niet spreken over eindeloze claims. Men weet dat wij voortdurend naar een verkorting streven. De getallen die ik noemde laten zien dat dit enig effect heeft.
MevrouwAlbayrak(PvdA)
Is de systematiek van de beantwoording aldus dat u het nu alleen maar hebt over binnenkomst en dat u bijvoorbeeld op het punt van de kinderen jonger dan 12 jaar straks terugkomt?
StaatssecretarisCohen
Daar kom ik nog op terug.
Voorzitter! Als de aanvraag is ingediend en men het AC binnen is gekomen, is de procedure dat de verschillende vergunningen die wij kennen beoordeeld worden. Dat hoort ook nu het geval te zijn. Er wordt ook getoetst op vluchtelingschap, op de vraag of er sprake is van een VVTV en op humanitaire omstandigheden. Wanneer er sprake is van traumata kan dat een reden zijn om geen AMA-vergunning te geven, maar een humanitaire vergunning.
De heerWijn(CDA)
U zegt: dan hoort dat het geval te zijn. Betekent dit dat het kan voorkomen dat er AMA's zijn die vluchteling zijn of die uit een VVTV-land komen maar niet als zodanig erkend zijn?
StaatssecretarisCohen
Ik sluit dat niet uit. Waarom het mij in deze notitie gaat, is dat de systematiek die wij in het kader van de asielaanvragen in het algemeen kennen ook wordt toegepast op AMA's.
De heerWijn(CDA)
Dit betekent dat wij na vandaag kunnen vaststellen dat elke minderjarige die geen status heeft en de procedure doorlopen heeft, geen vluchteling is of niet uit een VVTV-land komt en dat er geen humanitaire redenen zijn om betrokkene op grond daarvan een status te geven.
StaatssecretarisCohen
Ik wil niet zeggen dat dit na vandaag het geval is, maar zodra het nieuwe beleid is ingegaan, is het antwoord daarop bevestigend.
Voorzitter! Desalniettemin is het mogelijk om al tijdens de aanmeldprocedure de toets op minderjarigheid door middel van botonderzoek uit te voeren. Ik wil daarop nog wat uitvoeriger ingaan.
De heerRouvoet(RPF/GPV)
Ik zat te wachten op het antwoord op mijn vraag hoe in het kader van het huidige beleid al rekening wordt gehouden met de bijzondere positie waarin minderjarigen kunnen verkeren.
StaatssecretarisCohen
In het AC vindt de gebruikelijke toets plaats, alsmede de leeftijdstoets wanneer iemand zegt minderjarig te zijn en daaraan getwijfeld wordt. In het AC gebeurt wat men kan doen binnen 48 uur. Als dat onvoldoende is, gaat betrokkene door naar een OC en vindt daar het gehoor in eerste aanleg plaats, waarbij vervolgens al dat soort zaken aan de orde komen. Wat er kan gebeuren – en dat is in de afgelopen maand in een aantal gevallen ook gebeurd – is dat iemand zich aanmeldt als minderjarige en dat het leeftijdsonderzoek uitwijst dat hij meerderjarig is. Vervolgens is er binnen die 48 uur geen enkele reden om te veronderstellen dat er sprake is van een vluchteling op grond van humanitaire omstandigheden of afkomstig uit een VVTV-land. Dan kan de zaak in het AC worden afgedaan. Als dat niet kan, gaat betrokkene door naar het OC.
MevrouwAlbayrak(PvdA)
Impliciet zegt de staatssecretaris volgens mij hier iets belangrijks, namelijk dat het mogelijk is dat een aantal van de 5547 AMA's die vorig jaar binnen zijn gekomen jongeren betreffen die eigenlijk een vluchtelingenstatus hadden moeten krijgen dan wel een VVTV-status. Uit cijfers van de stichting Valentijn blijkt dat van alle kinderen, jonger dan 16 jaar, 24,8% uit Angola komt en bijna 6% uit Afghanistan. Daarmee wordt dit bevestigd.
StaatssecretarisCohen
In principe wordt ernaar gekeken, maar ik herhaal dat ik niet zeker weet of dat altijd is gebeurd. Ik vind het in het kader van deze notitie en de uitwerking daarvan van belang dat dit wél gebeurt en dan nog consequent. Met name van China en Guinee is het aantal AMA's in vergelijking tot het aantal volwassenen erg hoog. Voorts komen er veel AMA's uit onder andere Angola en Sierra Leone.
Voorzitter! Sinds wij begonnen zijn met het botonderzoek tijdens de AC-procedure zijn er in totaal 107 leeftijdsonderzoeken gehouden. Bij inderdaad ongeveer de helft is geconstateerd dat het om meerderjarigen ging. Men kan zich afvragen hoe dit percentage van 50 zich verhoudt tot dat van 70 à 80, waarvan verleden jaar sprake was toen wij begonnen met het leeftijdsonderzoek. Zonder het met zekerheid te weten, kan ik mij evenwel voorstellen dat de verrichte leeftijdsonderzoeken, nadat men de betrokkene al een tijd in het OC heeft kunnen observeren, hebben geleid tot een betere selectie van degenen die een leeftijdsonderzoek ondergaan. Een dergelijke selectie is beter mogelijk dan wanneer dat binnen de eerste 48 uur moet worden gedaan. De tijd zal overigens moeten leren of het waar is dat in de loop van de tijd de betrokkenen in het aanmeldcentrum meer oog en een scherper gevoel krijgen voor degene die wel eens meerderjarig kan zijn. Nu moet dus inderdaad geconstateerd worden dat het percentage lager is geworden. Nogmaals, mijn conclusie, niet gebaseerd op onderzoek, is dat het daarmee te maken heeft.
Natuurlijk is het ook mogelijk dat dit percentage oploopt, doordat het nader onderzoek in een aantal gevallen alsnog leidt tot de conclusie van meerderjarigheid, als dat in eerste instantie niet onmiddellijk duidelijk was. Dit is ook af te leiden uit het artikel dat vanmorgen in Trouw stond.
De heerRabbae(GroenLinks)
Wat is de mening van de staatssecretaris over het feit dat er nu kennelijk een rechtszaak aan de orde is over dit onderzoek en dat de meervoudige kamer in Den Bosch hierover een uitspraak doet?
StaatssecretarisCohen
Ik constateer dat en ik wacht de uitspraak af. Ik constateer ook dat niemand in deze Kamer zich daartegen heeft uitgesproken.
De heerRabbae(GroenLinks)
Mijn fractie heeft er altijd de nadruk op gelegd dat een dergelijk onderzoek wordt verricht bij ernstige twijfel, dus niet bij de eerste de beste twijfel. Mijn fractie wil dan ook dat dit als uitgangspunt bij die onderzoeken gehanteerd wordt.
StaatssecretarisCohen
Uit de huidige percentages van meerderjarigheid, die uit een heel korte periode blijken, mag worden afgeleid dat dit criterium heel goed kan worden toegepast. Ik ben ook niet van plan om iedere AMA onmiddellijk aan een botonderzoek te onderwerpen. Sterker, dat kan ik niet eens. Door de omkering van de bewijslast is het uiteindelijk de betrokkene zelf die om een dergelijk onderzoek verzoekt, als de IND twijfelt aan de minderjarigheid van iemand. In de eerste plaats gaat het initiatief dus in ieder geval formeel uit van de betrokkene en in de tweede plaats dient de IND ervoor te zorgen dat dit initiatief ook genomen wordt in de gevallen waarin er werkelijk sprake is van twijfel.
De heerRabbae(GroenLinks)
Dat spoort niet helemaal met de nota, waarin staat dat de betrokkene daartoe de mogelijkheid wordt geboden. Het initiatief komt dus toch van de overheid.
StaatssecretarisCohen
De overheid zegt: wij twijfelen eraan of u wel minderjarig bent en wij stellen u in de gelegenheid om te laten zien of dat wel of niet zo is. Als betrokkene zegt daartoe het botonderzoek te willen ondergaan, dan kan dat. Als hij zegt dat hij dit niet wil, dan draagt dat niet bij aan het wegnemen van de twijfel. Nadat er evenwel van de kant van de IND is gezegd dat er twijfel is, ligt er aan de kant van de betrokkene de mogelijkheid om het initiatief te nemen en te zeggen het botonderzoek te willen ondergaan.
Er is trouwens, voorzitter, een REK-uitspraak die zich niet verzet tegen toepassing van het onderzoek op de wijze zoals het nu wordt toegepast. Bij de andere wijze van onderzoek, zoals het in het verleden heeft plaatsgevonden, lag dat wel anders. Het is goed om dat bij het beoordelen van de situatie ten opzichte van het verleden nog eventjes in ogenschouw te nemen.
De heerRabbae(GroenLinks)
Is het juist dat u bij de instelling van dit onderzoek geadviseerd werd om hieromtrent een ethische commissie in het leven te roepen, maar dat die commissie nog niet bestaat?
StaatssecretarisCohen
Het is mij eerlijk gezegd niet bekend. Kijk, op zichzelf is het juist: het is een ingreep in het menselijk lichaam en er is niet sprake van ziekte. Je moet er dus wel goed over nadenken of je het doet. Aan de andere kant denk ik dat in de gegeven omstandigheden, gegeven ook de aard van het onderzoek en de hoeveelheid straling die daarbij te pas komt – die ook telkens keurig genoteerd wordt, elke keer als die foto's worden genomen– er sprake is van een buitengewoon zorgvuldige procedure. Het is overigens wel een procedure die we in zijn hele zorgvuldigheid goed zullen moeten volgen en zullen moeten blijven volgen.
De heerKamp(VVD)
Mevrouw de voorzitter! Niet alleen de leeftijd van 18 jaar is belangrijk – als het gaat om twijfel rond de leeftijd van 18 jaar – maar ook de leeftijd van 16 jaar. Immers, de staatssecretaris wil bij kinderen van 16 en 17 jaar kijken of zij zelfstandig kunnen wonen in hun land van herkomst en hij wil de basisvariant toepassen op 15-, 16- en 17-jarigen die vervolgens, als zij 18 worden, weer terug moeten. Hoe komt de staatssecretaris er nu achter of iemand 16 jaar of ouder is?
StaatssecretarisCohen
Ik kom daar zo op, voorzitter. Ik wil eerst nog een opmerking maken over het bij het voorgaande aansluitende probleem van de voorinzage van het onderzoeksresultaat. Juist omdat het de betrokkene is die om een leeftijdsonderzoek vraagt, is hij ook degene die de uitkomst ter beschikking stelt. Dat betekent dat hij daarmee – hij ondertekent daartoe een formulier waarin dit staat – op voorhand de resultaten van het onderzoek aan de IND ter beschikking stelt. Dat betekent dat de voorinzage, vanwege het feit dat het initiatief formeel gezien van de AMA uitgaat, hier geen probleem is.
De heerWijn(CDA)
Voorzitter! Toch nog een vraag daarover. Vanochtend stond in Trouw dat men daar in de praktijk grote moeite mee kan hebben, omdat daarmee procedures worden vertraagd. Ziet de staatssecretaris dat probleem ook en, zo ja, kan hij er wat aan doen?
StaatssecretarisCohen
Ik heb net gezegd dat ik het probleem niet zie, omdat het initiatief uitgaat van de betrokkene, die zegt: ik wil het onderzoek ondergaan om daarmee iets te zeggen over mijn leeftijd. Daarbij zegt hij tegelijkertijd dat hij de voorinzage niet nodig heeft en daarmee speelt dit probleem niet.
Nu de vraag van de heer Kamp, betreffende het botonderzoek. Het zijn twee onderzoeken die plaatsvinden. Het gaat over een bot ter hoogte van het sleutelbeen dat op een gegeven ogenblik aan elkaar groeit, waardoor je kunt constateren of iemand in ieder geval ouder is dan 21. Én het is een botje in de hand, bij de pols, waaruit je, als dat aan elkaar gegroeid is, in ieder geval kunt constateren dat iemand ouder is dan 16. Dat laatste onderzoek – dat moet nog even wachten, totdat de capaciteit toereikend is – zullen we ook gaan toepassen om daarmee de vraag of iemand ouder of jonger is dan 16, te gaan beoordelen. Dat zullen we dan ook systematisch gaan doen.
De heer Hoekema heeft gevraagd naar de mogelijke achterstand. Ik verwacht dat de 1200 zaken die er nu nog zijn, tegen het einde van dit jaar zijn weggewerkt.
Wat betreft de capaciteit van het röntgenonderzoek, een vraag van de heer Van der Staaij, verwacht ik dat deze toereikend is, ook wanneer de instroom – dat hangt een beetje van het seizoenspatroon af – enigszins zou aantrekken. Ik ga ervan uit dat we daar op het ogenblik, ook met het oog op wat er op dit ogenblik nog mogelijk is, voldoende aan hebben. Die vraag heeft de heer Hoekema ook gesteld. Zoals het er nu naar uitziet, is de capaciteit daar voldoende.
Voorzitter! De vraag was vooral aan de orde of het horen van kinderen jonger dan twaalf voldoende gewaarborgd is in relatie tot de internationale kaders. Nu komen AMA's onder de 12 jaar niet in aanmerking voor de toelating als vluchteling, omdat zij niet nader worden gehoord. Horen sluit aan bij artikel 22 van het Verdrag voor de Rechten van het Kind dat bepaalt, dat verdragstaten passende maatregelen nemen opdat een kind net zo goed als anderen de vluchtelingenstatus kan krijgen. De resolutie van de Raad van de Europese Unie en de richtlijnen van de UNHCR maken geen onderscheid in leeftijdscategorieën ten aanzien van het horen. Horen kan dus in het belang van het kind zijn teneinde een zorgvuldige beslissing te nemen. Dan zal er ook gehoord worden in het AC, overigens niet van kinderen jonger dan 12 jaar, waartoe de contactambtenaren speciaal worden opgeleid, zodat het nader gehoor kan worden afgestemd op de leeftijd, de ontwikkeling en de achtergrond van de minderjarige. Dat is ook de reden om het te concentreren in één aanmeldcentrum, omdat wij willen dat daar ook echt specialisten komen. Nogmaals, het horen van kinderen jonger dan 12 jaar is gericht op de vluchtelingenstatus en dat moet natuurlijk met de nodige waarborgen zijn omgeven. Tegelijkertijd is het van belang om te weten hoe kinderen hierheen zijn gekomen. In dat verband heeft de heer Kamp ook opgemerkt, dat wij maar bar weinig weten over de vraag hoe de mensen hierheen komen, wat hun motieven zijn en hoe dat in elkaar zit. Ik ben dat wel met hem eens. In de notitie wordt ook met zoveel woorden gezegd dat wij er op een aantal punten niet verschrikkelijk veel van weten maar tegelijkertijd is het heel moeilijk om daar achter te komen. Desalniettemin lijkt het mij van belang om daaraan aandacht te besteden. Ik ben ook vast van plan om daarmee door te gaan en onderzoek in die richting uit te zetten.
De heerHoekema(D66)
Is de staatssecretaris ook van plan om AMA's in dat onderzoek te horen? Een van de kritiekpunten op deze nota is, dat er eigenlijk geen leden van de doelgroep zelf zijn geïnterviewd Op die manier zou een nader inzicht kunnen worden verkregen in de patronen.
StaatssecretarisCohen
Voorzitter! Wat ik daarvan weet uit mijn gesprekken met degenen die daarover veelvuldig met AMA's in contact komen, is in de eerste plaats dat er nooit zoveel aandacht aan is besteed. In de tweede plaats is het opvallend, dat degenen die daar wel aandacht aan hebben besteed heel vaak tot de conclusie komen, dat het nu juist op die punten waar je graag meer zou willen weten toch altijd buitengewoon vaag blijft. Het is dan ook de vraag of je er zoveel mee opschiet om daar heel veel aandacht aan te besteden. Wanneer we overigens in staat zouden zijn om daar meer over te weten, zou ik daar niet tegen zijn.
Voorzitter! Kernpunt in het geheel blijft dat het bij AMA's moet gaan om een snelle procedure, waarbij het ook van belang is om de voogdij snel te verlenen. Wij hebben daar ook de aandacht voor gevraagd en op dit moment zijn wij in overleg met de rechtbank. Dat overleg zal binnenkort ook plaatsvinden. Er is dus ook veel aan gelegen om die procedures ook snel te laten verlopen. Wanneer er in bijzondere gevallen sprake is van een moratorium, zal dat ook van toepassing kunnen zijn op AMA's. Daarin zitten natuurlijk nog een heleboel punten die moeten worden uitgewerkt. Het is van belang goed na te denken over de manier waarop dat precies moet gebeuren. Vandaag bespreken wij de hoofdlijnen. Met name in de sfeer van opvang en terugkeer zullen wij een en ander veel verder moeten uitwerken. Ik kan mij goed voorstellen, dat u nadere notities terzake ook wilt zien en daarover met de minister en mij zult willen spreken.
Voorzitter! Ik kom nu aan de vraag wie krijgt wel en wie krijgt niet een vergunning en dan met name aan het onderscheid dat ik geïntroduceerd heb ten aanzien van de adequate opvang. Het is duidelijk dat er pas sprake is van een AMA-VTV als er níet sprake van een asielgerelateerde status. Het is ook niet noodzakelijk een AMA-VTV te geven wanneer er sprake is van adequate opvang. De criteria daarvan zijn verder besproken. Ik heb daaraan toegevoegd: ook niet wanneer er in het land van herkomst niet sprake is van een adequate opvang voor de betrokkene, maar wanneer die in het licht van de maatstaven van dat land ook niet nodig is, bijvoorbeeld in verband met de zelfstandigheid of het feit dat men zich daar zelfstandig kan handhaven of geacht kan worden zichzelf te handhaven. Daarin zitten twee elementen. In de eerste plaats het element dat men naar het recht van het land van herkomst aldaar meerderjarig is. Het is in dit verband van belang nogmaals te wijzen op de guidelines van de UNHCR wanneer het gaat om de niet begeleide minderjarige asielzoekers. De UNHCR zegt in een definitie daarvan: "an unaccompanied child is a person who is under the age of 18, unless under the law applicable to the child majority is attained earlier". Dan gaat het verder: "who is separated from both parents and is not being cared for by an adult who by law or custom has responsibility to do so". De UNHCR zegt dus ook dat iemand minderjarig is, tenzij volgens de wet van het land dat van toepassing is op het kind, sprake is van meerderjarigheid.
De heerHoekema(D66)
Staat die richtlijn van de UNHCR niet op gespannen voet met artikel 20 van het verdrag inzake de rechten van het kind? Daarin wordt in feite aangegeven dat het terugsturen van minderjarigen zonder garantie van adequate opvang niet in overeenstemming is met de bijzondere bescherming van kinderen op grond van het Verdrag inzake de rechten van het kind.
MevrouwAlbayrak(PvdA)
Hoeveel landen in de wereld hebben wettelijk een lagere leeftijdsgrens voor minderjarigheid dan onze leeftijdsgrens van 18 jaar?
StaatssecretarisCohen
Hoeveel landen dat zijn, weet ik niet. Het is ook de vraag of het voor de benadering van het vraagstuk van belang is om dat precies te weten.
Ik denk niet dat in strijd is met het Verdrag inzake de rechten van het kind. De UNHCR zegt: hier is niet sprake van rechten van het kind, maar in het licht van de context van het land van herkomst is er sprake van meerderjarigheid.
MevrouwAlbayrak(PvdA)
De guidelines van de UNHCR spreken niet voor niets over "the law applicable to the child". Er wordt waarschijnlijk van uitgegaan dat landen zelf prima weten wat de situatie van minderjarigen in hun land is. Als mijn informatie juist is, zijn er in de hele wereld slechts twee landen – of eigen anderhalf – waar een officiële leeftijdsgrens geldt van 16 jaar: Jemen en bepaalde delen van China. Dat sterkt mijn argument dat men die leeftijdsgrens van 16 jaar niet zomaar als uitgangspunt van beleid in Nederland mag nemen.
StaatssecretarisCohen
Ik was bezig uit te leggen waar dat criterium van die zelfstandigheid vandaan komt en dat er wat mij betreft een tweetal elementen inzitten. Het eerste element is dat er naar het recht van het land van herkomst sprake is van meerderjarigheid, waarvoor ik in de notitie een ondergrens heb gelegd bij 16 jaar. Als iemand die jonger is dan 16 jaar als meerderjarig wordt beschouwd, hanteren wij die ondergrens.
De heerDe Wit(SP)
Is de meerderjarigheidsleeftijd niet een onjuist criterium? Het gaat immers om de zelfredzaamheid van iemand. Als er een lagere meerderjarigheidsgrens geldt in een ander land, betekent dat niet automatisch dat iemand daardoor opvangmogelijkheden heeft, zichzelf kan redden en zichzelf staande kan houden. Dat moet worden beoordeeld.
StaatssecretarisCohen
Als in het land van herkomst wordt geredeneerd dat iemand op een bepaald moment meerderjarig is, mag daaruit worden afgeleid dat men ervan uitgaat dat iemand die daar meerderjarig is zichzelf kan redden. Dat is een deel van de redenering.
Het tweede deel van de redenering is dat je naar plaatselijke normen en waarden gemeten jezelf zelfstandig kunt redden. Het gaat om 16-, 17-jarigen. Wie nu in ons land kijkt naar 16- en 17-jarigen, kan zich hier iets bij voorstellen. Ik voeg daaraan toe dat het in een aantal landen van herkomst normaal is dat 16-, 17-jarigen geheel zelfstandig werken en functioneren. Het is dan ook de vraag waarom diegenen die zich in het land van herkomst net als hun leeftijdgenoten uitstekend kunnen handhaven in Nederland opvang behoeven. Waarom zou je dan toch in Nederland de eis moeten stellen van opvang in het land van herkomst, die er per definitie niet is omdat het land er nu eenmaal niet van uitgaat om redenen die in dat land zelf gelegen zijn? Je kunt niet voldoen aan die eis, terwijl betrokkenen er goed kunnen functioneren. Het zijn twee onderdelen in de redenering, te weten meerderjarigheid naar het recht in het land van herkomst – dat zullen ongetwijfeld niet veel landen zijn – en het criterium dat men zich in het land van herkomst zelfstandig kan handhaven.
De heerWijn(CDA)
Mevrouw Albayrak zei in eerste termijn desgevraagd dat kinderarbeid in de hand kan worden gewerkt. Hoe ziet de staatssecretaris dat? Is er, als iemand van 16 of 17 conform dit huidige criterium wordt teruggestuurd, kans op kinderarbeid? Dat lijkt mij niet het geval te zijn.
StaatssecretarisCohen
Ik ben geneigd te zeggen dat je die landen in de eigen context moet beoordelen. Zeker als je uitgaat van de reden waarom wij hierover spreken, vind ik het ver gaan om te zeggen dat er sprake is van kinderarbeid van 16- en 17-jarigen in landen van herkomst waar dat heel normaal is.
De heerRabbae(GroenLinks)
De staatssecretaris geeft zelf aan dat zijn grens arbitrair is.
StaatssecretarisCohen
Iedere grens is arbitrair!
De heerRabbae(GroenLinks)
Wij zoeken een legitimering van uw grens, toegespitst op de situatie hier en op de verdragen. U zegt dat, als de maatstaven daar zodanig zijn dat een kind als volwassen en zelfredzaam wordt beschouwd, wij hem of haar moeten laten gaan. Maar als het kind onder de 16 jaar is, houdt u niet vast aan datgene wat daar leeft, maar hanteert u uw eigen normen. Dat is niet consistent. Of u hanteert uw eigen normen tot het eind of u volgt de normen van die landen over de hele linie. Het kan niet allebei.
StaatssecretarisCohen
Ik weet niet of dat kan. Ik ben het ermee eens dat iedere grens arbitrair is. Ik geef een voorbeeld. Een Somalisch meisje treedt op 13-jarige leeftijd in het huwelijk en wordt daardoor meerderjarig. Als zij om de een of andere reden in Nederland komt, gaat het mij te ver om te zeggen dat zij naar de normen van dat land meerderjarig is en dus terug kan. Het gaat om 16- en 17-jarigen, van wie wij de omstandigheden moeten uitzoeken. Wij kunnen nader spreken over de wijze waarop dat kan. Daarbij kunnen onder meer ambtsberichten worden gebruikt. Als wij weten dat in bepaalde landen geen sprake is van opvang omdat iedereen zich daar zelfstandig redt, dan moet dat criterium voor het niet verlenen van een vergunning kunnen worden toegepast.
De heerRabbae(GroenLinks)
Gaat de staatssecretaris daarbij uit van een individueel vastgestelde zekerheid op grond van de afspraak dat betrokkene veilig terugkeert of gaat hij uit van de aanwezige infrastructuur en zegt hij: men kan terug, punt.
StaatssecretarisCohen
Er zijn twee mogelijkheden. Als het gaat om een land waar 16- en 17-jarigen geacht worden zichzelf te redden, dan lijkt het mij niet nodig om die individuele toets te hebben. Voor landen waar dat niet het geval is, is die individuele toets natuurlijk wel nodig.
De heerRabbae(GroenLinks)
Op grond waarvan komt de staatssecretaris tot die conclusie?
StaatssecretarisCohen
Dat is dus de beoordeling van het land van herkomst. Op dit terrein zijn wij voortdurend bezig. Ik weet dat het gaat om een ander type beoordeling dan bij asielvraagstukken, maar desalniettemin. Ook bij asielvraagstukken vindt een beoordeling plaats aan de hand van ambtsberichten. Wij moeten nadere ervaring opdoen om te bezien hoe wij dit precies vorm moeten geven.
De heerKamp(VVD)
Ik wil het scherp stellen voor China. China is het grootste land van herkomst. Voor 16- en 17-jarigen is daar geen kinderopvang, want zij worden geacht zelfstandig te kunnen leven. Voor kinderen jonger dan 16 jaar heeft het land al een aantal malen aan de Nederlandse staatssecretaris van Justitie verzekerd dat alle teruggestuurden zullen worden opgevangen. Dat houdt toch in dat iedere Chinese AMA kan worden teruggestuurd?
StaatssecretarisCohen
Dat gaat mij een paar passen te snel. De regering kan zeggen dat geen enkele sprake is van vervolging of wat dan ook, maar wij behouden ons het recht voor om dat zelf een keer te toetsen. Dat doen wij dan ook; daarvoor hebben wij die ambtsberichten. Dat het een gevoelig terrein is, is iedereen duidelijk. Wij kunnen niet uitsluitend afgaan op de woorden van de desbetreffende overheden. Daarom heb ik voorgesteld om ook op deze punten ambtsberichten te vragen.
De heerKamp(VVD)
Een generale toetsing kan ik mij voorstellen. De Chinese autoriteiten zeggen dat zij alle kinderen opvangen. De Nederlandse ambassade gaat dan na of dat inderdaad het beleid is. Als dat zo is, kunnen wij daarvan uitgaan en kunnen wij iedere Chinese AMA terugsturen.
De voorzitter:
Interrupties zijn voor vragen en niet voor stellingen bedoeld.
De heerKamp(VVD)
Is de staatssecretaris het met mij eens?
De heerRouvoet(RPF/GPV)
In de nota staat dat er onder meer omstandigheden zijn die in de persoon gelegen zijn. Het kan gaan om adequate opvang door buren, familie, etc. Het is ook mogelijk dat iemand al eerder voor zichzelf gezorgd heeft. Er kunnen ook objectieve overwegingen worden gehanteerd. Dan gaat het om een overweging als de volgende: gerekend naar de maatstaf van het land, kun je als zelfstandige 16- of 17-jarige functioneren. Gelden de woorden van de staatssecretaris voor beide categorieën? Enerzijds wordt er naar de persoon gekeken. Anderzijds worden de maatstaven van het land van herkomst gehanteerd. Dat is wel een verschil.
StaatssecretarisCohen
Daar heeft de heer Rouvoet gelijk in. Bij individuele omstandigheden kan het heel goed een kind van 12 jaar betreffen, niet als het om werk gaat, maar wel als het om familie en omstandigheden gaat. Als te traceren is waar iemand vandaan komt en het mogelijk is om daarheen terug te gaan, gaat dat natuurlijk voor. In gevallen waarin sprake is van individuele omstandigheden die te maken hebben met het sociale netwerk, kan ook een kind van bijvoorbeeld 12 jaar terugkeren.
De heerRouvoet(RPF/GPV)
Dat is nu juist de essentie. Het wordt gebruikt ter onderscheid van de situatie waarin sprake is van adequate opvang. Dat is aan de orde als er geen adequate opvang is. Ik heb de straatkinderen van Calcutta genoemd en de kindsoldaten van Sierra Leone, waarbij het ook kan gaan om 16- en 17-jarigen. In die situatie is er geen adequate opvang, maar kan iemand toch aangeven dat hij redelijk voor zichzelf kan zorgen. Mijn zorg is dat mensen worden teruggestuurd naar een situatie die wij niet willen. Daarom wil ik graag dat die twee categorieën onderscheiden blijven, want het is hier in de persoon gelegen en niet in de algemene maatstaven.
StaatssecretarisCohen
Als het gaat om het voor zichzelf kunnen zorgen, is de minimumgrens wat mij betreft 16 jaar. Als het over het netwerk gaat en over de vraag waar iemand thuishoort, is het leeftijdscriterium niet interessant want dan kan het iemand die heel jong is betreffen. Sterker, ik denk dat iedereen het ermee eens is dat het veel beter is dat een jongere, zo mogelijk, weer in dat netwerk wordt opgevangen en daar verder opgroeit.
De heerWijn(CDA)
Voorzitter! De heer Kamp sprak net over China. Wij zijn van mening dat tot nu toe nog onvoldoende onderzocht is of AMA's ook terug kunnen keren. Nu wordt hier gesteld dat men in China voor kinderen onder de 16 jaar opvang heeft en dat mensen boven de 16 jaar zich naar Chinese maatstaven zelfstandig kunnen handhaven. Elke AMA uit China zou dan dus terug kunnen. De staatssecretaris zegt dat hem dat te snel gaat en dat hij dat zelf wil controleren. Heeft hij dat al gedaan?
StaatssecretarisCohen
Nee.
De heerWijn(CDA)
Waarom heeft hij dat nog niet gedaan? Die verzekering van de Chinese regering dateert van eind 1997. Op welke termijn zal hij dat doen en wanneer kunnen wij het resultaat daarvan tegemoet zien?
StaatssecretarisCohen
Voorzitter! Deze notitie is ook om die reden een kadernotitie. Het is namelijk van belang dat wij het hier met elkaar eens worden over de richting die het beleid opgaat. Als de Kamer het goed vindt om dat op die manier te doen, is dat een reden om vervolgens met volle kracht vooruit te gaan op de punten die ik genoemd heb. Daar zal dit één van de onderdelen zijn.
De heerVan der Staaij(SGP)
Voorzitter! Ik heb nog een vraag over het criterium van zelfstandigheid/zelfredzaamheid op grond van objectieve overwegingen. In hoeverre is dit een conflictopwekkend criterium en in hoeverre is er aansluiting te vinden bij andere onderzoeken en dergelijke op grond waarvan gezegd kan worden dat het een redelijk werkbaar criterium is? Mijn tweede vraag is daaraan gekoppeld. Hoe zal het in de praktijk uitpakken? Moet in het kader van een concrete AMA-VTV-weigering rechterlijk worden beoordeeld of inderdaad zo'n situatie van zelfstandigheid in het land van herkomst te bereiken is? Hoe is de verdeling van de bewijslast in zo'n geval?
StaatssecretarisCohen
Voorzitter! Wat de tweede vraag betreft, stel ik mij voor dat hierbij dezelfde weg bewandeld zal worden als bij andere ambtsberichten. Het zal dus ongetwijfeld worden voorgelegd aan de rechter. De rechter zal dan beoordelen in hoeverre het beleid, gebaseerd op die ambtsberichten, redelijk is. Ik durf niet op voorhand te zeggen of het een werkbaar criterium is, want wij hebben hier nog geen ervaring mee opgedaan. Ik heb zitten zoeken naar criteria die volgens mij redelijk zijn. Vervolgens is het een kwestie van het operationaliseren daarvan. Dat zal niet eenvoudig zijn, maar zo gebeurt het ook op andere gebieden van het vreemdelingenbeleid. Dat is het uitgangspunt geweest.
De heer Rabbae heeft opgemerkt dat wij enerzijds lijken op te schuiven naar 16 jaar, terwijl wij tegelijkertijd het meerderjarigheidscriterium van 18 jaar handhaven. Hij heeft daaraan de vraag gekoppeld hoe een en ander zich verhoudt. In de notitie staat inderdaad dat wij het meerderjarigheidscriterium van 18 jaar handhaven. Iedere AMA die voorzover wij kunnen beoordelen jonger is dan 18, wordt in Nederland beschouwd als een minderjarige. Die krijgt dus ook de daarbij behorende voogdij en de rechten die horen bij het AMA-beleid. Het aangepaste terugkeerbeleid is daarvan een onderdeel. Het gaat dan niet om het terugkeerbeleid zoals dat geldt voor volwassenen, waarbij de zelfstandigheid van de terugkeer vooropstaat, maar om een begeleide terugkeer. Dat is echt iets anders, want daarbij ben je er zeker van dat iemand teruggaat. Sterker nog, hij wordt begeleid naar het land van herkomst. De meerderjarigheidsgrens van 18 jaar in de Nederlandse wetgeving wordt hierbij dus met volle overtuiging gerespecteerd. Maar dat is een andere kwestie, dan de vraag of iemand nu een AMA-VTV nodig heeft. Ik vind dat dit mede moet worden beoordeeld in het licht van de situatie in het land van herkomst. Dan is het de vraag hoe redelijk het is om te eisen dat iemand, die naar Nederlandse maatstaven minderjarig is en dus opvang behoeft, dezelfde opvang krijgt in het land van herkomst, terwijl je weet dat om lokale redenen die opvang niet in het land van herkomst aanwezig is.
Voorzitter! Dit waren mijn opmerkingen inzake de zelfstandigheid, maar ik wil nog wat aanvullende informatie geven in antwoord op een vraag van de heer Hoekema. Op grond van artikel 1 van het verdrag inzake de rechten van het kind wordt voor de toepassing van dit verdrag onder "een kind" verstaan ieder mens jonger dan 18 jaar, tenzij volgens het op het kind van toepassing zijnde recht de meerderjarigheid eerder wordt bereikt. Dus artikel 1 van dat verdrag hanteert hetzelfde criterium als de richtlijnen van de UNHCR op dit terrein.
Ik wil nog wat opmerkingen maken over de terugkeer, alvorens ik iets zeg over de opvang en de voogdij. Mevrouw Albayrak vroeg naar de status van 16- en 17-jarigen die niet worden toegelaten, maar ook nog niet kunnen terugkeren. Zij vroeg of die jongeren niet in een soort niemandsland terecht zouden komen. Volgens de criteria die wij hebben voorgesteld, komen zij niet voor een AMA-VTV in aanmerking en zij moeten in beginsel dan ook terugkeren naar het land van herkomst. Daar moet de begeleiding op gericht zijn. Maar zij behouden wel het recht op opvang, totdat zij kunnen terugkeren of 18 jaar worden. Ook daaruit blijkt weer dat zij in Nederland gezien worden als minderjarigen. Zij komen niet op straat te staan.
Mevrouw Albayrak vroeg, of er een systematiek valt te ontwikkelen voor terugkeer naar het land van herkomst. In feite is dat een vraag waarover ik al eerder iets heb gezegd. Zij zei dat wel in de nota staat dat dat zal gebeuren, maar de wijze waarop dat zal gebeuren, wordt niet behandeld. Ik heb al aangegeven dat één van de twee grote punten is om een nader actieprogramma te ontwikkelen om op een goede manier vorm te geven aan die terugkeer. Ik doel op intensivering, op het ontwikkelen van contacten met de niet-gouvernementele organisaties, op inschakeling van de Internationale organisatie van migratie, op de inschakeling van ambassades enz. Kortom, daar zitten allerlei elementen in. Sommige sprekers hebben daarover opmerkingen gemaakt en daarvoor bouwstenen geleverd. Het zal zaak zijn, daarmee het nodige te doen. Ik kan het niet laten erop te wijzen dat, hoezeer ik ook mijn best wil doen om de terugkeer te intensiveren – ik wil dat echt – het daarbij wel gaat om een weerbarstige kwestie, zodat overspannen verwachtingen niet op hun plaats zijn. De vraag van de heer Hoekema over het terugkeerbeleid heb ik hiermee eveneens beantwoord. Op dit punt zijn nog lang niet alle vragen beantwoord, sterker nog, lang niet alle vragen zijn al gesteld. Daar zal nog het nodige aan moeten gebeuren.
Datzelfde geldt voor de opvang en de voogdij. Terecht hebben verschillende sprekers gezegd, dat daaraan weinig aandacht is besteed. Verschillende sprekers hebben gezegd: wij hebben moeten wachten op het rapport van de jeugdinspectie en nu staat er zo weinig over in de nota. De wijze waarop je het vreemdelingenbeleid ten aanzien van AMA's vorm wilt geven, is bepalend voor de wijze van opvang. Wat mij betreft, moet worden gewerkt in het licht van wat er door de jeugdinspectie is gezegd, bijvoorbeeld over De Opbouw en de wijze waarop die is georganiseerd. Van die organisatie kan worden gezegd, dat het goed is om daarmee door te gaan. Vervolgens is van belang het voorstel om onderscheid te maken tussen de twee vormen van opvang en om die nader uit te werken. Ook daarvoor geldt, dat het goed is te weten hoe de Kamer erover denkt. Als de Kamer had gezegd, dat het nergens op slaat, dan hadden wij die weg niet op moeten gaan. Wat mij betreft, is het uitwerken van deze twee vormen van opvang het volgende dat te doen staat.
Wat het integratieperspectief betreft dat erin zit, denk ik dat je niet te lang moet wachten. Als is onderzocht of terugkeer mogelijk is, met name in de vorm waarover ik het in de discussie met de heer Rouvoet heb gehad, en als na een jaar moet worden geconcludeerd dat dat er niet in zit en dat dus perspectief moet worden geboden op integratie in Nederland, dan is er natuurlijk veel voor te zeggen om dat op volle kracht voort te zetten. Dat zal zeker gelden voor diegenen die jonger zijn dan 16 jaar. Wanneer iemand 16 jaar of ouder is en er dus binnen een zo kort mogelijk tijdsbestek een beschikking wordt afgegeven waarin wordt geconstateerd dat er tot het moment dat hij meerderjarig wordt nog geen drie jaar zullen zijn verstreken, zodat er geen sprake kan zijn van verblijf in Nederland, dan is daarmee in het kader van dit stelsel uitsluitsel gegeven over het al dan niet hebben van perspectief in Nederland. In die zin is er dus zekerheid ontstaan. Het is goed dat punt te benadrukken, want heel vaak vindt iemand – en op zichzelf is dat begrijpelijk – dat hij pas zekerheid heeft gekregen, als hij een positieve beslissing heeft gekregen om in Nederland te blijven. Een negatieve beschikking is in haar helderheid precies hetzelfde als een positieve beslissing, maar wordt vaak niet ervaren als een beslissing die helderheid en zekerheid verschaft. Ik denk toch dat wij die lijn zullen moeten handhaven, want als je zegt dat een negatieve beschikking geen zekerheid geeft en dat je de onzekerheid, zeker voor een minderjarige, niet mag laten voortbestaan, dan is de logische consequentie daarvan dat een negatieve beschikking tot een positieve beschikking leidt, omdat zij tot onzekerheid leidt. Het is mijn inziens van belang te benadrukken, dat ook een negatieve beschikking de gewenste helderheid verschaft.
De heerRabbae(GroenLinks)
Werkelijk alle organisaties die wij hebben gesproken en die u ook kent, pleiten er net als een aantal fracties hier, nadrukkelijk voor om de onzekerheidsperiode niet langer dan een jaar te laten voortduren. Ik hoop dat u dat tot u hebt kunnen nemen. Wat is uw reactie daarop?
StaatssecretarisCohen
Ik dacht, dat ik die reactie net had gegeven. Ik heb halverwege mijn betoog al gezegd dat snelheid van beslissen geboden is. Niet voor niets wordt de termijn van zes maanden genoemd. Dat is een belangrijk doel om naar te streven. Het mag nog een halfjaar langer duren, maar binnen een jaar moet er zekerheid komen. Die zekerheid kan uit twee beslissingen bestaan: men kan blijven of men kan niet blijven. Ook al is niet-blijven voor de betrokkene vaak geen zekerheid, het is wel helder. De zekerheid is dat betrokkene niet in Nederland kan blijven.
De heerRabbae(GroenLinks)
Het voorstel van de organisaties is beter en consistenter dan uw voorstel. Ik neem aan dat de andere collega's die ervoor gepleit hebben, er ook zo over denken. Dat voorstel houdt namelijk in dat betrokkene binnen één jaar hoort: u mag hier blijven dan wel ik heb contact voor u gelegd met het land van herkomst en u kunt daarnaar terug. Dus na één jaar weet men waaraan men toe is voor de toekomst, terwijl de staatssecretaris de deur naar onzekerheid laat openstaan. Dat vind ik niet zo goed.
StaatssecretarisCohen
Het criterium van één jaar is door veel organisaties genoemd en wie ben ik om me daartegen te verzetten. Ik zie ook in dat die onzekerheid niet veel langer zou mogen duren. Dit neemt niet weg dat ik mij wel degelijk kan voorstellen dat er ook op die regel weer uitzonderingen zijn. Als het inderdaad mogelijk is contact tot stand te brengen met het land van herkomst, met familie of anderen ook al duurt dit wat langer dan een jaar, dan kan ik mij voorstellen dat het besluit wordt genomen betrokkene terug te sturen, omdat dit contact er is. Als op gegeven moment echter blijkt dat het binnen een jaar niet mogelijk is dergelijke contacten te leggen voor iemand die jonger is dan 16, dan ligt het in de reden dat zo iemand hier blijft. Dit leidt tot de integratievariant; de vorm waarin dit zal gebeuren, is een kwestie van verdere uitwerking. Voor iemand die ouder is dan 16 jaar geldt dat ook binnen een jaar, maar liever nog sneller, een beslissing moet worden genomen. Omdat hij op het moment dat hij 18 jaar wordt, nog geen drie jaar in Nederland verblijft, betekent dit dat hij als hij 18 wordt, in beginsel geen recht heeft om in Nederland te blijven. Ook in dit geval wordt dus helderheid geboden, al zal die helderheid niet door iedereen als zekerheid worden ervaren.
De heerHoekema(D66)
Dit was precies mijn vraag. De zekerheid die een afgewezen asielzoeker van 15 jaar en twee maanden heeft die niet terug kan omdat er geen opvang is, is dat hij op zijn achttiende terug moet naar het land van herkomst. Dit kan bij een kind fors aankomen, tenzij de staatssecretaris zegt dat de opvang daarop zal worden gericht. Hoe kwalificeert hij dit?
StaatssecretarisCohen
Er moet op een gegeven ogenblik een streep worden getrokken en ik heb die streep bij drie jaar getrokken. Waar je die streep ook trekt, er zijn altijd gevallen denkbaar waar het uiteindelijk maar een paar maanden zal schelen. Ik vind dat wij in principe niet moeten beginnen aan opvang in de landen van herkomst. Het lijkt mij onmogelijk dat het kleine Nederland in die grote wereld ergens anders de opvang gaat organiseren. Iets anders is dat wij proberen NGO's in te schakelen om te zien of met gebruikmaking van de instituties in die landen iets kan worden gedaan. Maar om zelf daar iets te organiseren, lijkt mij de verkeerde weg.
De heerWijn(CDA)
Ik hoor graag iets meer over het inschakelen van NGO's, want dit lijkt mij een uitstekend idee. Ik wil echter terug naar de basisvariant. Die keuze voor een periode van drie jaar betekent dus dat iedere 15-, 16- en 17-jarige de basisvariant opvang krijgt. Heb ik dit goed begrepen?
StaatssecretarisCohen
Ik denk dat dit het uitgangspunt is. Nogmaals, er zijn nog heel veel vragen over de casuïstiek die nog verder moeten worden uitgewerkt. Het uitgangspunt is dus dat iemand waarvan kan worden aangenomen dat zijn toekomst niet in Nederland ligt, in de basisvariant een opvang krijgt die is gericht op terugkeer. Overigens betekent dit niet dat hij niets met Nederland te maken heeft. Hij zal hier natuurlijk een tijd moeten wonen en leven. Dit heeft gevolgen voor de taal, maar ook voor de wijze waarop hij hier zijn tijd doorbrengt. Die moet gericht zijn op het ontwikkelen van vaardigheden en kennis die in het land van herkomst kunnen worden gebruikt.
De heerWijn(CDA)
Voorzitter! Dit antwoord gaat langs mijn vraag heen. De staatssecretaris zegt dat als een afgewezen minderjarige vreemdeling hier drie jaar blijft, hij geen perspectief heeft om hier te blijven en daarom de basisvariant krijgt. Ik heb gevraagd of dit geldt voor alle 15-, 16- en 17-jarigen. De staatssecretaris geeft vervolgens een antwoord dat weer een ander criterium introduceert dan de leeftijd. Ik hoor echter toch graag van hem wanneer iemand van 15 of 16 jaar die niet asielgerechtigd is, meer dan de basisvariant krijgt.
StaatssecretarisCohen
Het uitgangspunt is dat de integratievariant bedoeld is voor iemand van wie mag worden aangenomen dat hij in Nederland zal blijven. De toepassing van dit uitgangspunt is gerelateerd aan de leeftijd. Ik ben voorzichtig om die scheiding al te digitaal te maken en te zeggen dat iemand die jonger is dan een bepaalde leeftijd in aanmerking komt voor de integratievariant en iemand die ouder is dan die leeftijd het zal moeten doen met de basisvariant. Het uitgangspunt is echter dat iemand van wie mag worden verwacht dat hij langer dan drie jaar in Nederland zal verblijven, in aanmerking komt voor de integratievariant en iemand van wie mag worden verwacht dat hij korter dan drie jaar in Nederland zal verblijven, in aanmerking komt voor de basisvariant.
De heerWijn(CDA)
De staatssecretaris creëert zo wel een waaier aan proceduremogelijkheden.
StaatssecretarisCohen
Naar deze proceduremogelijkheden moet zeker worden gekeken, want die kunnen niet bij voorbaat worden uitgesloten. Het is wel zaak om de materie hier leidend te laten zijn. Dat betekent dat de jongeren die in Nederland zullen blijven, goed moeten worden geïntegreerd en de jongeren die hier niet zullen blijven, zo goed mogelijk moeten worden voorbereid op hun terugkeer. Als wij dit onderscheid willen maken, moet worden bezien of en, zo ja, in welke mate er in individuele gevallen spanning tussen deze varianten kan ontstaan.
De heerDe Wit(SP)
Wordt de keuze voor een bepaalde variant vastgelegd in een beslissing en medegedeeld aan de betrokkene? Zo ja, vergroot dat dan het risico op procedures?
StaatssecretarisCohen
Ik zal bezien hoe een en ander vorm zal worden gegeven.
De heerVan der Staaij(SGP)
Als aan een AMA een VTV wordt toegekend, is het dus niet zeker of zijn vervolgtraject gericht zal zijn op integratie of op terugkeer, omdat latere ontwikkelingen rond de opvang een rol kunnen spelen. Hoe denkt de staatssecretaris hiermee om te gaan?
StaatssecretarisCohen
Op dit punt ben ik inderdaad voorzichtig geweest. Ik kan namelijk nog niet alle mogelijke casusposities overzien. Ik heb de hoofdlijn van ons beleid terzake helder neergezet. Op de grenzen van het beleid heb ik enige ruimte willen bewaren, omdat ik nog niet precies weet wat ik daar allemaal kan tegenkomen.
Voorzitter! Met name mevrouw Albayrak heeft gevraagd of de regering de functiescheiding tussen voogdij en opvang overneemt. Deze functiescheiding is één van de aanbevelingen van de Inspectie jeugdhulpverlening. Het merendeel van de aanbevelingen zullen wij overnemen, maar over deze functiescheiding moet nog eens een keer goed worden gesproken, omdat zij nogal fors ingrijpt in de organisatiestructuur van De Opbouw. Het overleg hierover moet nog plaatsvinden.
De heer Wijn heeft gevraagd of justitie een meer leidende rol op zich wil en kan nemen bij de opvang en de voogdij. Er komt in ieder geval een duidelijke aansturing van de voogdij-instelling die justitie subsidieert. Bij die aansturing zal gebruik worden gemaakt van het kader voor de voogdij en de opvang en de hierbij behorende reguliere cyclus van planning en control. Het uitgangspunt daarbij is dat de aansturing van justitie op afstand zal plaatsvinden.
De heer Hoekema heeft een vraag gesteld over de competentiestrijd tussen de betrokken instanties. Ik wil hem er in dit verband wel op wijzen dat een dergelijke competentiestrijd ook op andere terreinen is te vinden. Wij werken al enige tijd aan een opzet voor het nieuwe beleid en de uitwerking daarvan. Verder zijn er inmiddels vele gesprekken gevoerd die samenhangen met het AMA-beleid. In al die contacten is mij niets gebleken van een competentiestrijd, integendeel: deze contacten waren coöperatief en constructief.
Mevrouw Albayrak heeft terecht gevraagd naar de uitwerking van een aantal punten in de sfeer van verblijf en terugkeer. Dat is het eerste waarmee wij aan de slag gaan. Ik hoop dat wij in de loop van het najaar in staat zijn om daarover nadere uitspraken te doen.
De heerRabbae(GroenLinks)
De inspectie heeft ook gewezen op het feit dat in het kader van de opvang verschillende categorieën bij elkaar worden gezet: kindsoldaten, verkrachte meisjes, meisjes in de prostitutie. Het advies is te gaan differentiëren, zodat de groep wat heeft aan elkaar als het gaat over gesprekken met elkaar. Voelt u daar wat voor?
StaatssecretarisCohen
Ik weet niet of ik de allereerste ben om daarover een uitspraak te doen. Het is een kwestie voor degenen die dagelijks met die materie te maken hebben. Ik vind het moeilijk om van grote afstand uitspraken te doen. Als de inspectie die punten noemt is het van belang om ernaar te kijken. Deskundigen moeten in eerste instantie kijken naar de richting.
De heerRabbae(GroenLinks)
Komt u hierop terug in een nadere uitwerking?
StaatssecretarisCohen
Het lijkt mij een van de punten van uitwerking. Zijn ze zodanig specifiek dat je er echt richting aan moet geven? Op hoofdlijnen en de inrichting van de opvang – kleinschaliger wooneenheden of andere eenheden en de verhouding daartussen – kom ik terug.
De heerHoekema(D66)
Vindt de staatssecretaris het van belang om AMA's als ze 18 zijn geworden – ze zijn dan geen AMA meer – toch te blijven volgen en enige vorm van begeleiding en ondersteuning door gemeenten of andere te geven?
StaatssecretarisCohen
Onder het nieuwe beleid moet iemand die ouder is dan 18 het land verlaten en terugkeren. Wat gebeurt er met de 18-plussers onder het huidige beleid? Voor de 18-plussers die nog geen drie jaar in Nederland verblijven wil ik een bijzondere regeling treffen om te voorkomen dat zij niet kunnen werken of studeren. Het zal nader worden uitgewerkt in een tussentijds bericht Vreemdelingencirculaire waarmee het nieuwe AMA-beleid in werking zal treden. Voor die oude groep moet wel een oplossing komen.
De heerRouvoet(RPF/GPV)
Komt er bij het bereiken van de 18-jarige leeftijd automatisch een omslag in de situatie? Of ligt daar een nieuw toetsmoment om te zien of op andere gronden toelating is aangewezen?
StaatssecretarisCohen
Dat is een punt van nadere uitwerking. Wanneer iemand minder dan drie jaar geleden te horen heeft gekregen: dit is je rechtspositie, dan is het ook zo. Als iemand 18 is geworden moet ervoor worden gezorgd dat hij dan ook terugkeert.
De heerDe Wit(SP)
Zegt de staatssecretaris dat bij het bereiken van de 18-jarige leeftijd de begeleiding ophoudt? Daar ontstaan de problemen.
StaatssecretarisCohen
Er is onduidelijkheid over de vraag of iemand wel of niet een status heeft. Op het ogenblik bestaat die status wel. Onder het nieuwe beleid houdt de verblijfsvergunning op te zijn.
De heer Wijn heeft nog een vraag over Duitsland gesteld dat ongedocumenteerden standaard als 16-jarige beschouwt. Waarom Nederland niet? Ik weet niet of hij dat juist ziet. Ook in Duitsland is een minderjarige een persoon die jonger is dan 18 en worden personen onder de 18 jaar niet teruggestuurd als er geen opvang is in het land van herkomst. Door ongedocumenteerden standaard als 16-jarige te beschouwen – dat doet Duitsland – wordt het mogelijk dat zij een asielaanvrage indienen. De leeftijd van 16 jaar wordt dus om formeel-juridische redenen gehanteerd.
De heerKamp(VVD)
Wij hebben vastgesteld dat AMA's geen vluchteling zijn. Ben u het ermee eens dat wij, als zij 16-plus zijn, hen kunnen vragen zelf met documenten aan te tonen dat zij 18-min zijn en dat wij, als zij dat niet kunnen aantonen, hen net als in Duitsland in de praktijk gebeurt als meerderjarig kunnen aanmerken?
StaatssecretarisCohen
Voorzitter! Dat is een gedachte die ik nader zal bekijken, zeg ik toe. Daarbij zijn enkele kanttekeningen te maken. De eerste is dat je dit pas kan doen als definitief is vastgesteld dat iemand geen vluchteling is. Als je die weg opgaat, lok je een aantal procedures uit. Verder is het de vraag of het in praktische zin de moeite waard is om dat te doen. Als de procedure lang duurt, is het de vraag wat eerder plaatsvindt, de uitspraak of die documenten er zijn of het bereiken van de 18-jarige leeftijd.
Ten slotte wil ik iets zeggen over afstemming in Europees verband. Het ligt in de lijn der verwachtingen dat dit onderwerp aan de orde komt bij de besprekingen in de Europese Unie over de minimumnormen voor asielprocedures en de ontwikkeling van gemeenschappelijke minimumvoorwaarden voor de opvang van asielzoekers.
Voorzitter! Ik ben mij ervan bewust dat ik niet alle vragen heb beantwoord. Ik heb in elk geval mijn best gedaan, de belangrijkste de revue te laten passeren.
MevrouwAlbayrak(PvdA)
Daar heb ik alle begrip voor, maar ik heb een aantal concrete vragen gesteld, waarop ik afhankelijk van het antwoord van de staatssecretaris in tweede termijn wil terugkomen. Die vragen betreffen met name mijn voorstel inzake zomerscholen voor minderjarigen.
StaatssecretarisCohen
Mevrouw Albayrak wil graag voor het notaoverleg van 19 juni a.s. antwoord op die vragen. Ik weet hiervan op dit moment onvoldoende om meteen een toezegging te kunnen doen. Ik realiseer mij dat de lange zomervakantie voor de betrokkenen een buitengewoon groot probleem vormt. Als blijkt dat initiatieven op dit vlak te realiseren zijn, wil ik dit graag vanuit een positieve grondhouding bekijken.
De vergadering wordt van 16.13 uur tot 16.20 uur geschorst.
Tweede termijn van de zijde van de commissie
De voorzitter:
De spreektijd voor de tweede termijn is als volgt: mevrouw Albayrak 5 minuten, de heer Kamp 7 minuten, de heer Wijn 10 minuten en alle andere woordvoerders krijgen uit het goede hart van de voorzitter nog 2 minuten.
MevrouwAlbayrak(PvdA)
Voorzitter! Daar dit een notaoverleg is, zal ik nu een tweetal moties indienen. Immers, dit onderwerp wordt niet plenair afgerond.
Allereerst ben ik blij met de uitvoerige antwoorden van de staatssecretaris en zijn toezeggingen.
Ik heb in een soort interruptie nog gesproken over het per 19 juni landelijk invoeren van zomerscholen voor alleenstaande minderjarige asielzoekers. De staatssecretaris vond dat weliswaar sympathiek klinken, maar hij wist niet of hij de datum van 19 juni haalde, omdat dit heel dichtbij is. Ik heb expliciet die datum genoemd met het oog op het notaoverleg over de onderwijsachterstanden. Het leek mij mooi dat de tussenliggende drie weken werden gebruikt voor het onderzoek naar de wijze waarop deze vorm van zomeronderwijs aan alleenstaande minderjarige asielzoekers ingevoerd kan worden in navolging van onder andere de gemeenten Haarlem en Den Haag. Vandaar de volgende motie.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende, dat de lange duur van schoolvakanties door veel alleenstaande minderjarige asielzoekers en hun begeleiders als problematisch wordt ervaren;
overwegende, dat een snelle integratie van alleenstaande minderjarigen die tot Nederland zijn toegelaten wenselijk is;
overwegende, dat er in enkele gemeenten goede ervaringen zijn opgedaan met het geven van onderwijs aan deze jongeren gedurende de zomermaanden, waarbij les wordt gegeven bij wijze van werkstage door studenten die met een lerarenopleiding bezig zijn;
verzoekt de regering zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk voor het notaoverleg inzake onderwijsachterstanden op 19 juni a.s., de Kamer te informeren over mogelijkheden om zomerscholen voor alleenstaande minderjarige asielzoekers landelijk mogelijk te maken,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Albayrak. Naar mij blijkt, wordt zij voldoende ondersteund.
Zij krijgt nr. 3 (27062).
De heerKamp(VVD)
Als mevrouw Albayrak over integratie spreekt, betekent dit dat zij het heeft over AMA's die in Nederland mogen blijven. Is zij, gelet op de redenering van de staatssecretaris over de basisvariant, van mening dat het hierbij alleen maar mag gaan over AMA's die jonger zijn dan 15 jaar?
MevrouwAlbayrak(PvdA)
Ik ga ervan uit dat de staatssecretaris de uitvoering van de motie baseert op zijn voorstel voor het nieuwe beleid. Dit slaat ook op de differentiatie die hij aanbrengt aangaande minderjarige asielzoekers die mogen blijven en degenen die perspectief op terugkeer hebben.
Voorzitter! Het verbaasde mij dat de staatssecretaris in verband met het criterium "je zelfstandig kunnen handhaven" met een argument kwam dat mijn betoog versterkte om van dat criterium af te zien. Het UNHCR gaat namelijk uit van de wetten van de landen van herkomst. Welnu, anderhalf land in de wereld blijkt een formele grens te hebben die onder de Nederlandse grens van 18 jaar ligt. Dan gaat er toch wel een belletje rinkelen, zou ik bijna zeggen. Dat is niet voor niets. Laten wij dat dan ook vooral volgen. Ik zie dus niet direct in waarvoor dit nodig is en ik vraag mij af of er een groep is die wij anders gaan behandelen. Volgens mij houdt dit duidelijk geen meerwaarde in.
Ik heb geen reactie van de staatssecretaris gehoord op de door mij opgesomde risico's bij de uitvoering voor de situatie in Nederland. Ik ga ervan uit dat die risico's reëel zijn en blijven.
De heerWijn(CDA)
Het zou kunnen dat mevrouw Albayrak, voorzitter, nu al tot een conclusie kwam, maar de staatssecretaris heeft gezegd: maakt u zich geen zorgen over kinderarbeid. Hij heeft gezegd: daar is me- vrouw Albayrak echt overdreven in. Hij heeft allerlei zaken toegelicht ...
MevrouwAlbayrak(PvdA)
Deze laatste woorden zijn uw woorden, geloof ik.
De heerWijn(CDA)
Ja, maar dan is het nu tijd voor politieke hom of kuit. Gaat u mee met de staatssecretaris of niet?
MevrouwAlbayrak(PvdA)
Mijn introductie was dat ik twee moties had en aangezien ik zeg dat ik aan mijn tweede punt ben toegekomen, had u nog even kunnen wachten met deze vraag. Dan had u vanzelf uw antwoord gekregen.
Voorzitter! Dit gezegd hebbende, wil ik de volgende uitspraak aan de Kamer voorleggen.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende, dat de regering voornemens is het toelatingsbeleid voor alleenstaande minderjarige asielzoekers aan te scherpen, in die zin dat voortaan minderjarigen ook zonder opvang zullen worden teruggestuurd, indien zij uit landen komen waar minderjarigen zich "zelfstandig kunnen handhaven";
overwegende, dat de terugkeer van afgewezen minderjarige asielzoekers alleen verantwoord is, indien in het land van herkomst adequate opvang voorhanden is, waarbij de maatstaven in het betreffende land als uitgangspunt gelden;
verzoekt de regering bij ontbreken van adequate opvang af te zien van het terugsturen van alleenstaande minderjarige asielzoekers,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Albayrak en Hoekema. Naar mij blijkt, wordt zij voldoende ondersteund.
Zij krijgt nr. 4 (27062).
De heerKamp(VVD)
Mevrouw de voorzitter! Ik vind dat de staatssecretaris zich aardig tussen de klippen van dit debat heeft doorgelaveerd. Ik hoop dat het ook zal leiden tot een positieve uitkomst. Ik denk dat we ons in dit debat heel goed moeten realiseren dat er maar twee mogelijkheden zijn. Of de kansen om in Nederland als alleenstaande minderjarige asielzoeker een verblijfsvergunning te krijgen blijven groot en de opvang blijft prima geregeld – dan weten we ook zeker dat de toestroom zo onevenredig groot zal blijven als deze op dit moment is – of de kansen om te blijven worden klein en dan kan ook de toestroom klein worden. De VVD-fractie is van mening dat de kans op een verblijfsvergunning in Nederland voor AMA's klein moet zijn en we zijn van mening dat voor die uitzonderingsgevallen die wel in Nederland mogen blijven, een prima opvang geregeld moet worden.
In dit licht wil ik ook reageren op de punten die nog over zijn gebleven. Het eerste is dat wij het een belangrijke en goede beleidswijziging vinden die de staatssecretaris met zijn nota heeft ingezet. Wij vinden het begrijpelijk dat hij op een aantal punten de zaak nog niet in detail heeft uitgewerkt, omdat hij eerst wilde kijken hoe de steun zich in deze Kamer zal aftekenen. Hij zal daarna die beleidswijziging wel verder moeten uitwerken en wij zouden hem willen vragen dat na dit Kamerdebat zo spoedig mogelijk te doen en de Kamer nu te informeren, wanneer hij denkt dat de volledige invulling van zijn nieuwe AMA-beleid een feit zal zijn.
Wij zijn blij dat de staatssecretaris heeft gezegd, dat hij met ons van mening is dat het botonderzoek, de röntgenfoto, voor 16-plus breed zal moeten worden uitgevoerd in de aanmeldcentra. Dat is een belangrijk jaar om te weten. Wij denken dat met de toezegging om het onderzoek op dit punt te richten, er een goede basis voor het beleid ligt.
We zijn ook blij dat de staatssecretaris ronduit heeft toegezegd dat voor iedereen die 15, 16 of 17 jaar is, als hij als alleenstaande minderjarige asielzoeker naar Nederland komt, de basisvariant van toepassing is, als het gaat om de opvang, en dat er teruggekeerd zal moeten worden, als de leeftijd van 18 jaar wordt bereikt.
Als het gaat om alleenstaande minderjarige asielzoekers van 16 en 17 jaar die alleen minderjarig zijn in onze optiek, omdat ze in het land van herkomst niet als zodanig worden beschouwd maar daar geacht worden zelfstandig te leven, zijn wij het eens met het beleid van de staatssecretaris. Ik vind dat ook een heel belangrijk punt. We zouden degenen die dat niet vinden, het volgende willen voorleggen. Stel nu dat er in China door de autoriteiten opnieuw bevestigd wordt wat zij al vele malen gedaan hebben, dat zij alle alleenstaande minderjarige asielzoekers die teruggestuurd worden, opvangen. Stel dat wij uit een ambtsbericht de conclusie kunnen trekken dat dit inderdaad het geval is, dan zou dat betekenen dat alle Chinezen tot en met 15 jaar teruggestuurd kunnen worden, omdat er voor hen immers opvang is in hun land van herkomst, maar dat de 16- en 17-jarigen niet teruggestuurd zouden kunnen worden, omdat zij in China als volwassen worden aangemerkt en er dus voor hen geen opvang is als kind. Dat betekent dat van al die Chinezen die naar Nederland komen, juist de oudsten zouden mogen blijven als gevolg van deze, denk ik, zeer onheuse motie die net is ingediend. Ik zou degenen die de motie hebben ingediend willen vragen deze motie te heroverwegen en ik wil de overige leden vragen om deze motie niet te ondersteunen.
De heerHoekema(D66)
In mijn politieke jargon ken ik een "onlogische motie" of een "onaantrekkelijke motie" maar een onheuse motie ben ik nog niet tegengekomen. Tegen wie is zij onheus?
De heerKamp(VVD)
Onheus tegenover de AMA's van 0 tot 15 jaar, de groep waarvoor de opvang het belangrijkst is. Als wij op grond van informatie tot de conclusie komen, dat die groep terug kan keren maar 16- en 17-jarigen mogen blijven, dan is dat onheus tegenover de jongsten en dat zouden wij niet moeten doen.
MevrouwAlbayrak(PvdA)
Voorzitter! Misschien is het verschil tussen de VVD-fractie en de PvdA-fractie, dat de VVD-fractie zich bij de vormgeving van het beleid ten aanzien van AMA's alleen richt op China, welk land in mijn ogen een uitzonderingspositie inneemt. Dat stelt dus in feite gelegenheidsbeleid voor en daar lenen wij ons niet voor!
De heerKamp(VVD)
China is nu eenmaal het grootste land van herkomst van AMA's en dat is voor Nederland dus een probleem. Iedere maand komen er 50 en soms 100 binnen en dat probleem moet worden opgelost. Ik vind het heel onlogisch om de jongsten terug te sturen en de oudste groep die in het land van herkomst zelfstandig is, hier te laten blijven.
Voorzitter! Het volgende punt betreft de 18-, 19- en 20-jarigen. Deze AMA's glippen tussen de mazen van het net bij de botonderzoeken. We hebben al vastgesteld dat het bij AMA's niet gaat om vluchtelingen en daarom is refoulement niet aan de orde. Voor de VVD-fractie betekent dit, dat bij 16-plus de betrokkene kan worden gevraagd om zelf met documenten aan te tonen, dat hij minderjarig is. De staatssecretaris wil zich daar nader op beraden en dit betrekken bij de uitwerking. Ik heb voldoende vertrouwen in hem en in de logica van onze redenering, dat wij die uitkomst kunnen afwachten.
De opvang in het land van herkomst is onzes inziens het meest essentiële punt. Als door de autoriteiten in het land van herkomst wordt gezegd dat AMA's die teruggestuurd worden, worden opgevangen en dat wordt bevestigd door een ambtsbericht, kan volgens de VVD-fractie de conclusie getrokken worden dat alle AMA's naar die landen teruggestuurd kunnen worden. Zij is van mening, dat de Kamer een uitspraak moet doen om die duidelijkheid op dat punt te geven.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
spreekt uit van mening te zijn dat AMA's direct terug dienen te keren, tenzij er in het land van herkomst geen opvang is,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Kamp. Naar mij blijkt, wordt zij voldoende ondersteund.
Zij krijgt nr. 5 (27062).
De heerWijn(CDA)
Voorzitter! Allereerst verheugt het mij, dat vanaf nu echt bij minderjarigen eerst wordt gekeken of zij een asielgerelateerde reden hebben om in Nederland te verblijven. Dat betekent dat wij vanaf dan ook kunnen zeggen dat elke minderjarige die hier nog in Nederland is geen vluchteling is, niet uit een oorlogsgebied komt waarnaar niemand teruggestuurd kan worden en ook geen andere traumata heeft.
De staatssecretaris geeft aan dat binnenkort door middel van botonderzoek kan worden onderscheiden of iemand 16 jaar of ouder is. Het is een goede zaak om dat heel snel te doen.
Voorzitter! Ik vind het toch weer treurig om te moeten constateren, dat er in de coalitie nog steeds een verschil van mening is. Ik heb al geanalyseerd, dat dit volgens mij de reden is waarom het zo verschrikkelijk lang heeft geduurd voordat er eindelijk een notitie over het AMA-beleid kwam. Het beleid is veel te lang verwaarloosd. De PvdA heeft jarenlang de mogelijkheid tot botonderzoek willen tegenhouden, terwijl het er gewoon om ging om misbruik te voorkomen. Zij is gelukkig tot een gewijzigd inzicht gekomen.
De CDA-fractie vindt de lijn niet verstandig, dat niemand teruggestuurd mag worden, ook al kan die persoon zich in het land van herkomst zelfstandig handhaven. Als deze motie wordt aangenomen, vraag ik mij af wat er dan nog eigenlijk van deze notitie overblijft. De staatssecretaris heeft voldoende duidelijk gemaakt, dat niemand wordt teruggestuurd naar kinderarbeid en dat dit zorgvuldig zal worden bekeken. Ik deel dan ook de mening van de staatssecretaris, dat het gedrag van de PvdA-fractie wat overdreven is.
MevrouwAlbayrak(PvdA)
Wat bedoelt u met uw opmerking dat er niets van de notitie overblijft? Volgens mij betreft het slechts één van de punten. Ik heb veel punten genoemd die samen met het hoofdpunt bestrijding van misbruik dé oplossing voor dé problemen zullen vormen. Trekt u het niet heel erg uit zijn verband?
De heerWijn(CDA)
Als uw motie wordt aangenomen, blijft er naar mijn mening niets van de notitie over. Het principiële punt dat als iemand zich kan handhaven in het land van herkomst, dan ook teruggaat, schiet u omver. Ik vind dat een slechte zaak.
MevrouwAlbayrak(PvdA)
Welk percentage denkt u met dat principiële punt dan wel tegen te kunnen houden?
De heerWijn(CDA)
De staatssecretaris komt niet met statistieken. Wij hebben uitgebreid gesproken over China. Ook ik vraag de staatssecretaris wanneer daarover uitsluitsel komt. Als China zegt dat een 16- of 17-jarige zich daar zelfstandig kan handhaven, moeten wij principieel zeggen dat zo iemand dan terug kan. Als die denkomslag niet gemaakt wordt, houd je naar mijn mening uiteindelijk het AMA-beleid niet staande. U zult zien dat het dan nog verder uit de hand gaat lopen en dan bent u verder van huis.
De heerRouvoet(RPF/GPV)
Bent u van mening, mijnheer Wijn, dat, als deze maatregel niet door zou gaan, er geen maatregelen overblijven die voldoende effectief zijn om een ommekeer in het probleem te brengen? Acht u de effectiviteit van de andere voorgestelde maatregelen nul of bijna nul?
De heerWijn(CDA)
Laat ik u anders antwoorden. In mijn eerste termijn heb ik gewezen op de verschillen in beleid tussen Nederland en Denemarken, tussen Nederland en Zweden, tussen Nederland en Duitsland. Ik heb gezegd, dat wij moeten afwachten of hetgeen in de notitie wordt voorgesteld in de praktijk zal werken. Toen lag de motie van de Partij van de Arbeid nog niet voor. Ik zeg heel duidelijk dat ik ervan uitga dat dit valt in de categorie "wordt vervolgd".
Voorzitter! Wij wachten de uitwerking af van de basisvariant in de opvang. Ik herhaal dat wat ons betreft zoveel mogelijk moet worden voorkomen dat daaruit procedures voortkomen. Ik heb zojuist eigenlijk al mijn politiek eindoordeel gegeven.
De heerHoekema(D66)
Voorzitter! Ik noemde de nota het resultaat van een gewetensvolle afweging van de staatssecretaris. Zijn antwoord was ook zeer gewetensvol. Ik herhaal dat mijn fractie de nota op hoofdlijnen ondersteunt.
Tegen de heer Kamp zou ik willen zeggen, dat ik had verwacht dat hij gekomen zou zijn met een motie over Unicef. Die is nu een beetje met een dode mus blij gemaakt, maar misschien kunnen wij daarover nader met elkaar spreken bij de begroting voor Ontwikkelingssamenwerking!
De heerKamp(VVD)
Als de uitkomst van dit debat kan zijn, dat wij inderdaad die beleidswijziging realiseren met als gevolg een financiële meevaller, is dat hét ideale moment om met die motie te komen. Het is aan u om dat mogelijk te maken, onder andere door het terugtrekken van uw handtekening onder die motie van mevrouw Albayrak. Ik zal dat met grote spanning afwachten.
De heerHoekema(D66)
De heer Kamp doet aan interessante koppelverkopen, voorzitter. Ik weet nog wel een paar andere VN-organisaties die geld verdienen, letterlijk en figuurlijk.
De staatssecretaris heeft een heel intellectueel, bijna sofistisch antwoord gegeven op de kwestie van de 16-/17-jarigen en het zelfstandig handhaven. Ik denk dat hij zich een beetje in de problemen heeft gebracht door dit als een heel algemeen criterium te stellen en daarbij niet aan te geven dat het alleen op China kan slaan. Daarover gaat het immers in feite. Zoals reeds gezegd, ontbreekt er in de nota een kwalitatieve analyse van het Chinese probleem. Ik zou in de toekomst best eens met de staatssecretaris van gedachten willen wisselen over de vraag, of het specifieke geval van China een specifiek antwoord vergt. Tot dat moment houd ik mij aan het advies van mijn moeder: in geval van twijfel niet oversteken. Dan moet je je inderdaad onthouden van het terugsturen van asielzoekers bij het ontbreken van adequate opvang – dat heb ik uitgedrukt door de motie-Albayrak te ondersteunen – ook al leidt dat tot de paradox waarover de heer Kamp sprak. Misschien moet deze commissie maar eens op werkbezoek gaan in China.
Voorzitter! Ik heb gesproken over competentiekwesties tussen de verschillende instanties die te maken hebben met voogdij en opvang. Dat staat niet in het rapport. Op blz. 34 wordt gesproken over een weinig transparante structuur die de kwaliteit van de uitvoering en de aansturing niet ten goede komt. Het gaat erom dat er een samenhangend systeem komt, waar alle instanties – die rollen mogen best verdeeld blijven zoals ze nu verdeeld zijn – moeten samenwerken aan een samenhangende structuur voor de opvang en de begeleiding. Daaraan heeft het tot nu toe ontbroken. Dat is een ernstig manco, dat moet worden gerepareerd.
Voorzitter! Uit de toezeggingen van de staatssecretaris en uit de nota wil ik speciaal het terugkeerbeleid lichten, omdat het op zichzelf de meest dramatische verandering is in deze nota. Wij zijn al begonnen met het beperken van de instroom. Wij zijn ook al op weg met de verbetering van de opvang. Het terugkeerbeleid is voor Nederland evenwel een heel nieuwe dimensie. Juist om het belang van die nieuwe dimensie in het AMA-beleid te onderstrepen wil ik graag aan de Kamer een wens voorleggen tot het operationaliseren van het terugkeerbeleid.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende, dat het terugkeerbeleid een belangrijk nieuw accent is in het beleid ten aanzien van alleenstaande minderjarige asielzoekers;
overwegende, dat uit de nota niet of nauwelijks blijkt hoe een effectief terugkeerbeleid vorm moet krijgen;
verzoekt de regering uiterlijk in het najaar een operationalisering van het terugkeerbeleid aan de Kamer voor te leggen,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Hoekema en Albayrak. Naar mij blijkt, wordt zij voldoende ondersteund.
Zij krijgt nr. 6 (27062).
De heerKamp(VVD)
Voorzitter! Zodra AMA's 18 jaar worden, zijn zij meerderjarig en vallen zij onder het terugkeerbeleid dat de Kamer vorig jaar heeft vastgesteld op voorstel van de regering. Dat houdt in dat je geacht wordt op eigen kracht terug te gaan.
De heerHoekema(D66)
Ik ben van mening dat de heer Kamp en ik nu langs elkaar heen praten. Dat spijt mij. Het gaat mij erom dat de terugkeerdimensie voldoende wordt uitgewerkt in het AMA-beleid, bijvoorbeeld voor diegenen die korter dan drie jaar in Nederland zullen verblijven, die op hun zestiende niet terug kunnen naar een bepaald land omdat daar geen opvang is en die op hun vijftiende hebben gehoord dat zij terug moeten naar dat land als zij 18 zijn. Zij moeten niet geïntegreerd worden in Nederland – dan ben je verkeerd bezig – maar zij zullen moeten worden voorbereid op begeleide terugkeer.
De heerRabbae(GroenLinks)
Voorzitter! Ook ik wil de staatssecretaris bedanken voor zijn rustige beantwoording. Het was in ieder geval een goede poging tot overtuiging. Op een aantal punten heb ik gevoel voor zijn antwoord, op een aantal cruciale elementen helaas niet; helaas voor de betrokkenen. Het betreft de onzekerheid bij minderjarige asielzoekers, de zekerheid dat betrokkenen bij terugkeer goed terechtkomen en het ontnemen aan meerderjarigen, dus na 18 jaar, van de mogelijkheid om hier verder te gaan als men drie jaar in Nederland heeft vertoefd. Wij zien nu al tot welke negatieve gevolgen dat heeft geleid in de praktijk van de afgelopen jaren. Daarom heb ik drie moties.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende, dat minderjarigen zo kort mogelijk in onzekerheid moeten verkeren over hun verblijfsperspectief;
tevens overwegende, dat de termijn van één jaar aansluit bij de positie van minderjarigen in het reguliere vreemdelingenrecht en het jeugdbeschermingsrecht;
verzoekt de regering de duur van de verblijfsvergunning voor alleenstaande minderjarige asielzoekers terug te brengen naar één jaar en deze, indien niet tot intrekking is overgegaan, om te zetten in een vergunning tot verblijf voor onbepaalde duur,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Rabbae. Naar mij blijkt, wordt zij voldoende ondersteund.
Zij krijgt nr. 7 (27062).
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende, dat afgewezen alleenstaande minderjarige asielzoekers alleen naar hun herkomstland kunnen worden teruggestuurd als er adequate opvang is gewaarborgd;
tevens overwegende, dat dit pas kan worden vastgesteld na een individuele toetsing;
verzoekt de regering een AMA alleen terug te sturen naar het herkomstland indien is vastgesteld dat voor dit individu adequate opvang is gewaarborgd,
en gaat over tot de orde van de dag.
Deze motie is voorgesteld door het lid Rabbae. Naar mij blijkt, wordt zij voldoende ondersteund.
Zij krijgt nr. 8 (27062).
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende, dat een automatische beëindiging van de verblijfsvergunning voor AMA's conflicteert met hun belang bij rechtszekerheid;
tevens overwegende, dat dit perspectief een fnuikende werking zal hebben op hun verwerking van het verleden en hun ontplooiing als minderjarigen;
verzoekt de regering vast te houden aan het huidige beleid dat een verblijfsvergunning op grond van het AMA-beleid niet wordt ingetrokken bij meerderjarigheid,
en gaat over tot de orde van de dag.
Deze motie is voorgesteld door het lid Rabbae. Naar mij blijkt, wordt zij voldoende ondersteund.
Zij krijgt nr. 9 (27062).
De heerDe Wit(SP)
Mevrouw de voorzitter! De staatssecretaris heeft een aantal toezeggingen gedaan. Enkele zaken zullen nader worden uitgewerkt; dat zullen wij dan maar afwachten. Het zijn overigens niet de minste punten die in de nota aan de orde zijn.
Wat mij betreft is het belangrijkste punt de mogelijkheid van het terugsturen van 16- en 17-jarigen als blijkt dat zij in het verleden zelfstandig hebben geopereerd dan wel dat zij zelfstandig zijn naar de maatstaven van het land van herkomst. Dat gaat mijn fractie te ver. Hoewel de moties allemaal wat op elkaar lijken, voeg ik er toch nog een aan toe. Je weet maar nooit hoe het binnen de coalitie gaat lopen.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende, dat de belangen van 16- en 17-jarige alleenstaande minderjarige asielzoekers vergen dat individuele beoordeling plaatsvindt van de mogelijkheden van betrokkene voor een verantwoorde opvang in het land van herkomst;
verzoekt de regering 16- en 17-jarige alleenstaande minderjarige asielzoekers slechts dan te doen terugkeren indien opvang gegarandeerd is,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid De Wit. Naar mij blijkt, wordt zij voldoende ondersteund.
Zij krijgt nr. 10 (27062).
De heerRouvoet(RPF/GPV)
Voorzitter! Ik dank de staatssecretaris voor de antwoorden. Ik stel vast dat op allerlei punten nog veel uitwerking nodig is. Het is een nota op hoofdlijnen, het debat kon dus niet anders dan op hoofdlijnen worden gevoerd. Het hoofdpunt is de terugkeer van minderjarigen indien geen opvang beschikbaar is. Ik heb nog eens geprobeerd uiteen te zetten dat er mijns inziens twee situaties zijn waarbij de ene subjectief is (de minderjarige heeft eerder voor zichzelf kunnen zorgen) en de andere objectief: minderjarigen kunnen zich, gemeten naar de maatstaven van het land van herkomst, zelfstandig handhaven.
Ik hecht eraan om mijn niet beantwoorde principiële vraag te herhalen. Hoe komt het centrale uitgangspunt van het AMA-beleid, namelijk het centraal stellen van de belangen van de minderjarige, tot uitdrukking in dit voorstel?
Ik heb sterke aarzelingen bij deze maatregel. Ik zie allerlei voetangels en klemmen. Ik denk dan aan de uitvoerbaarheid en aan de belangen van de minderjarigen. Dat is iets anders dan dat ik hier op voorhand een principieel bezwaar tegen iedere mogelijkheid van terugkeer signaleer. Wat dat betreft is de motie van de fracties van de PvdA en D66 mij op het eerste oog te absoluut geformuleerd. Aan de andere kant lijkt het mij niet voor de hand liggen om deze maatregel over te belichten, alsof dit hét middel is om het AMA-beleid beter beheersbaar te maken. Die neiging vertoonde collega Wijn zo-even. Er zijn meer mogelijkheden. Voordat de heer Hoekema al te enthousiast wordt, stel ik hierover een motie voor. Dan kan hij zijn bijval gelijk omzetten in daden. Het lijkt mij goed om aan de slag te gaan met de voorgestelde maatregelen, waarbij ik mij heel goed kan voorstellen dat dit meest omstreden onderdeel van het pakket niet het eerste is wat gegrepen wordt en dat het nog even op de plank blijft liggen.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende, dat de nota Alleenstaande minderjarige asielzoekers een veelheid van maatregelen bevat, gericht op het beperken van de instroom van AMA's en het tegengaan van het misbruik van de specifieke regeling voor AMA's;
overwegende, dat de nota ook melding maakt van het voornemen om minderjarigen van 16 en 17 jaar te laten terugkeren, indien op grond van objectieve overwegingen kan worden aangenomen dat betrokkenen, gemeten naar de maatstaven van het land van herkomst, zich zelfstandig kunnen handhaven, terwijl er geen adequate opvang beschikbaar is;
van mening, dat aan dit voornemen zwaarwegende nadelen zijn verbonden, in het bijzonder in het licht van het centrale uitgangspunt van het AMA-beleid, te weten het belang van de minderjarige;
verzoekt de regering dit voornemen niet ten uitvoer te brengen dan nadat de overige maatregelen zijn beproefd en de resultaten met de Kamer zijn besproken,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Rouvoet. Naar mij blijkt, wordt zij voldoende ondersteund.
Zij krijgt nr. 11 (27062).
De heerHoekema(D66)
Voorzitter! Dit is een "ijskastmotie", want in feite wordt gezegd dat het gehele beleid mag worden uitgevoerd minus één onderdeel. De motie van mevrouw Albayrak en mij komt via een andere redenering op ongeveer dezelfde uitkomst neer. Ik moet nog even nadenken over hetgeen ik met deze constatering doe, maar in feite legt de heer Rouvoet de zaak gewoon in de ijskast. Hij meent dat de maatregel zwaarwegende nadelen bezit en zegt in feite dat de staatssecretaris er voorlopig niet aan moet beginnen. Dat is toch wel de kern van de motie.
De heerRouvoet(RPF/GPV)
Ik denk dat de heer Hoekema het heel goed verwoordt. In de motie van mevrouw Albayrak en hem staat dat er niet aan begonnen moet worden, terwijl in mijn motie staat dat er voorlópig niet aan begonnen moet worden. Dat is inderdaad juist. Na verloop van tijd zou bezien kunnen worden of de andere maatregelen voldoende resultaat hebben gehad. Is dat het geval, dan hoeft aan die gevoelige maatregel waaraan nadelen verbonden zijn, niet begonnen worden. Als echter blijkt dat er niet voldoende resultaat geboekt is, dan kan ik mij voorstellen dat wij in een nader overleg – het overleg met de Kamer is in het dictum van de motie opgenomen – alsnog tot de conclusie komen dat wij een stap extra moeten zetten. Ik heb steeds aangegeven dat ik een stap, zoals die is voorgesteld, niet op voorhand, principieel en onder alle omstandigheden uitsluit. Het lijkt mij alleen niet voor de hand liggend om daarmee te beginnen. Het verschil tussen de beide moties is, denk ik, dat in mijn motie staat dat de nadelen zwaarwegend zijn en dat in de motie-Albayrak/Hoekema staat dat de nadelen doorslaggevend zijn. Dat is het verschil.
De heerWijn(CDA)
Voorzitter! De heer Rouvoet zegt dat de andere maatregelen eerst tot resultaat moeten leiden. Hoe definieert hij dat resultaat?
De heerRouvoet(RPF/GPV)
Voorzitter! Dat gaat een paar stappen te snel. Wij hebben hier een raamnota waarin de richting van het beleid wordt aangegeven en waarin een aantal voorstellen wordt gedaan. Wij krijgen nog een heleboel uitwerkingen op niet onbelangrijke punten. Dat is ook de reden – voordat hierover een vervolgvraag wordt gesteld – dat ik bewust geen termijn in de motie heb opgenomen. Het hangt sterk af van de termijn waarop die uitwerking tot stand komt en wij met elkaar de volgende stappen kunnen zetten. Dit is al helemaal niet het moment om een soort indicatoren aan te geven voor het succes van het nieuwe AMA-beleid dat nog uitgewerkt moet worden. Ik denk dat de strekking van mijn motie in dit debat over een raamnota heel duidelijk is. Dit is wat ik als alternatief op tafel wilde leggen voor een motie waarin wordt gezegd dat wij dit sowieso nooit willen en waarin de staatssecretaris wordt gevraagd om ervan af te zien. Het kan zijn dat wij na een bepaalde tijd van evaluatie en na een volgend debat tot de conclusie komen dat wij dit instrument niet kunnen missen en er nog eens met de staatssecretaris over willen spreken.
De heerWijn(CDA)
Moeten wij hieruit afleiden dat de heer Rouvoet het op het moment zo goed vindt gaan met het AMA-beleid, dat de maatregelen van de staatssecretaris niet nodig zijn?
De heerRouvoet(RPF/GPV)
Het is lastig en bijna beledigend om tegen het einde van een debat aan de heer Wijn te vragen of hij de rest van het debat ook gevolgd heeft. Ik richt mij met deze motie op één maatregel. Van die maatregel is vandaag komen vast te staan dat die politiek niet onomstreden is, zo zeg ik als "understatement". Ik zie de bezwaren ervan in, maar ik weeg die niet zo zwaar als de collega's die in hun motie hebben gezegd dat zij het nooit willen doen. Daarom heb ik een andere motie ingediend, waarin ik zeg dat ik op dit moment voldoende vertrouwen heb in de voorstellen die op tafel liggen om daarmee aan de slag te gaan. Ik vind het ook van belang dat niet het gehele beleid struikelt op één onderdeel daarvan, maar dat aan de slag wordt gegaan met die onderdelen die minder omstreden zijn. Ik heb er redelijk vertrouwen in dat dit voldoende vruchten afwerpt zodat wij inderdaad het resultaat kunnen zien in een beter beheersbaar AMA-beleid. Waarom zou je dan van meet af aan afkoersen op het inzetten van dit middel, waaraan ook ik nadelen verbonden zie? Dat is mijn lijn, voorzitter. Meer kan ik er niet van bakken.
De heerKamp(VVD)
Voorzitter! Misschien kan de heer Rouvoet nog even aangeven wat 16- en 17-jarige Chinezen die naar Nederland komen – daar spreken wij over – ermee opschieten dat zij, terwijl zij in hun eigen land als volwassen worden aangemerkt, hier nog twee jaar als kind worden beschouwd. Zij worden immers weer teruggestuurd, zodra zij 18 zijn.
De heerRouvoet(RPF/GPV)
Voorzitter! Ik ga niet de rol vervullen die de heer Kamp mij nu toedicht. Wij zijn bezig aan de tweede termijn van een debat waarin ik maar heel weinig spreektijd heb gehad. Ik heb mij op één hoofdpunt gericht. Dit is een punt dat mij net als de collega's bezighoudt. Met deze motie van onze fracties probeer ik een bijdrage te leveren aan een goed vervolg van het AMA-beleid. Ik denk dat dit een begaanbare weg is en dat het ook een verstandige weg. Ik ga natuurlijk niet het inhoudelijke debat overdoen dat de heer Kamp graag met de staatssecretaris wil voeren over wat dit voor een individuele Chinees van 16,5 jaar betekent. Dat is niet mijn rol, zeker niet in de twee minuten die mij voor de tweede termijn zijn toebedeeld.
De heerRabbae(GroenLinks)
Voorzitter! Ik bespeur enige tegenstrijdigheid in de motie van de heer Rouvoet. Hij zegt enerzijds dat hier niet aan begonnen moet worden, terwijl hij anderzijds zegt dat hiermee doorgegaan moet worden, als het goed blijkt te werken. Heb ik dat goed gezien?
De heerRouvoet(RPF/GPV)
Voorzitter! In de motie staat dat dit, althans wat onze fractie betreft, niet een maatregel is die op voorhand onder alle omstandigheden moet worden uitgesloten. Wij willen dus geen principieel "njet" tegen deze maatregel uitspreken. Wij vragen de regering echter wel om de maatregel even in de ijskast te leggen en voortvarend aan de slag te gaan met de rest van de AMA-nota. Wij zullen dit met belangstelling en kritische betrokkenheid volgen.
Voorzitter! Ik heb nog een laatste opmerking met betrekking tot de motie. De vraag is of dit ook zou moeten gelden voor de andere categorie minderjarigen bij wie op subjectieve gronden het ontbreken van opvang geen belemmering is voor terugkeer. Het gaat dan om degenen die hebben aangetoond dat zij voor zichzelf kunnen zorgen. Ik heb in dit verband eerder gerefereerd aan de straatkinderen van Calcutta. Ik heb het antwoord hierop niet helemaal scherp voor ogen. Ik heb de motie toegespitst op de termen van de nota. Zo nodig zou deze vraag tot een wijziging van de motie kunnen leiden, maar ik wacht even de termijn van de staatssecretaris af. Ik moest de motie echter nu indienen.
De heerVan der Staaij(SGP)
Voorzitter! Ik dank de staatssecretaris voor zijn beantwoording. Voor ik op het punt van de terugkeer inga, maak ik nog drie andere opmerkingen. Ik ben blij dat de staatssecretaris inzake de preboarding checks wil komen tot een intensivering. Ten tweede is het mij nog niet helemaal duidelijk in hoeverre de staatssecretaris meer mogelijkheden ziet voor gericht onderzoek naar de stijging van het aantal AMA's uit bepaalde landen. Mijn derde opmerking betreft het effect van de verandering van de bewijslast ten aanzien van minderjarigheid. Vandaag is daar niet zoveel over gesproken. Kan de staatssecretaris aangeven welke effecten hij verwacht van de veranderingen in de bewijslast inzake minderjarigheid?
Voorzitter! Ook door anderen is al gezegd dat op het belangrijke punt van de terugkeer nog veel zal moeten worden uitgewerkt. In de praktijk zal moeten blijken, in hoeverre daadwerkelijk in meer gevallen terugkeer mogelijk zal blijken. Het zelfredzaamheidcriterium roept veel vragen op, en duidelijk is dat verdere politisering en juridisering op de loer liggen. De werkbaarheid lijkt ons dan ook niet erg helder. De motie-Albayrak is vrij principieel en categorisch geformuleerd in de afwijzing van het criterium van die verantwoorde zelfredzaamheid. Daarom heeft die motie in ieder geval niet de steun van onze fractie. Dat ligt anders ten aanzien van de motie-Rouvoet, waar geen uitstel wordt bepleit, maar een en ander als het ware naar de toekomst wordt verschoven, gelet op de nadelen die nu naar voren zijn gekomen. Voordat wij daarover ons eindoordeel geven, wil ik van de staatssecretaris horen hoe zwaar deze maatregel ten aanzien van 16- en 17-jarigen weegt in het totaal van de beleidsmaat- regelen.
Voorzitter! Uit de discussie heb ik de indruk gekregen dat het bij een AMA-VTV in het nieuwe stelsel zeer belangrijk is of deze gekoppeld is aan de basisvariant, gericht op terugkeer, of de verblijfsvariant, gericht op integratie in Nederland. Wat zal dat tot gevolg hebben qua procedures? Klopt het dat de AMA-VTV met de verblijfsvariant qua rechtspositie eigenlijk bijna geheel overeenkomt met iemand die een verblijfsvergunning op grond van klemmende redenen van humanitaire aard krijgt? Of zitten daarin toch nog verschillen?
De vergadering wordt van 17.00 uur tot 17.08 uur geschorst.
Tweede termijn van de zijde van de regering
StaatssecretarisCohen
Mevrouw de voorzitter! De Kamer wil vast van mij horen wat ik vind van de moties. Er zijn ook nog enkele opmerkingen gemaakt waarop ik wil reageren.
Wat de motie van mevrouw Albayrak over zomerscholen betreft, zeg ik toe dat ik mij best zal doen om in overleg met mijn collega van Onderwijs na te gaan of wij daar voor 19 juni iets over kunnen zeggen. Mijn intentie is dus positief.
De motie van mevrouw Albayrak en de heer Hoekema bekijk ik in combinatie met de motie van de heer Rouvoet. Gehoord de beraadslaging, zal het u niet verbazen, voorzitter, dat ik een voorkeur heb voor de motie-Rouvoet, zij het dat ik een stapje verder zou willen gaan. De heer Wijn heeft gevraagd wat er overblijft als de motie-Albayrak wordt aangenomen. Dan blijft er 95% van de nota over. Dan blijft over het botonderzoek. Dan blijft over een ander beleid ten aanzien van het verlenen van AMA-VTV's. Dan blijft over een heel ander beleid inzake de opvang. Dat maakt ook dat ik mij de gedachtegang van de heer Rouvoet kan voorstellen, dat dit niet het allereerste zou moeten zijn waarmee wordt begonnen. Waar wij er nu toch vooral in theorie over praten, zou ik mij aan de andere kant kunnen voorstellen, dat zowel de heer Rouvoet als mevrouw Albayrak en de heer Hoekema hun motie aanhouden en mij in de gelegenheid stellen om dit punt uit te werken en aan te geven wat het betekent ten aanzien van een aantal concrete landen. Als wij er meer concrete gegevens over hebben, zou er nader naar kunnen worden gekeken. Dat zou mijn voorkeur hebben.
De heerHoekema(D66)
Voorzitter! In een andere motie, waarover de staatssecretaris nog komt te spreken, wordt gevraagd om een notitie over terugkeerbeleid. Betekent het aanbod van de staatssecretaris dat hij in die notitie uitwerking geeft aan de specifieke casuspositie van China en de andere halve casuspositie en dat hij daaromtrent komt met nadere voorstellen en een onderbouwing? De kritiek uit de Kamer was dat het niet onderbouwd is.
StaatssecretarisCohen
Of het gekoppeld moet worden en of het in de tijd parallel moet lopen, weet ik niet. Ik voel wel wat voor de gedachte van de heer Rouvoet om te beginnen met de punten waarmee de Kamer het in ieder geval eens is. Het zou dus mijn voorkeur hebben om er op de door mij geschilderde manier aandacht aan te besteden en om de moties aan te houden.
MevrouwAlbayrak(PvdA)
Voorzitter! Wat wil de staatssecretaris dan precies gaan onderzoeken? Zou het aanhouden van onze motie in combinatie met zijn onderzoek betekenen, dat er tot de resultaten van dat onderzoek met ons zijn besproken geen minderjarigen worden uitgezet op basis van dit criterium?
StaatssecretarisCohen
Dat laatste lijkt mij in de rede te liggen, voorzitter. Het is een beetje raar om het al te gaan doen voordat je het hebt uitgewerkt. Het is een notitie op hoofdlijnen. Ook dit punt vraagt om uitwerking. Ik stel dus voor om de zaak uit te werken en handen en voeten te geven, en daarmee de Kamer en mijzelf meer inzicht te geven in de manier waarop het zou kunnen worden gedaan, om er vervolgens nader over te besluiten.
De heerWijn(CDA)
Voorzitter! Er staat in de overweging van de motie-Albayrak/Hoekema dat terugkeer van afgewezen minderjarige asielzoekers alleen verantwoord is "indien in het land van herkomst adequate opvang voorhanden is". De staatssecretaris heeft aangegeven dat terugkeer wel degelijk ook verantwoord kan zijn als men zich daar zelfstandig kan handhaven.
StaatssecretarisCohen
Ik vraag u dus die moties aan te houden in afwachting van het moment dat ik nadere invulling kan geven aan dit criterium. Wij praten nu over hoofdlijnen. Het is duidelijk dat dit punt vragen oproept; de heer Rouvoet spreekt zelfs over zwaarwegende nadelen. Dit gaat mij voorlopig wat ver. Dit is ook een reden om te vragen om hierover nog geen uitspraak te doen, maar eerst nader onderzoek af te wachten zodat wij beter weten waarover wij een uitspraak doen en waarmee wij aan de slag gaan. Daarom vraag ik de Kamer hiermee nog even te wachten.
Voorzitter! De heer Kamp heeft gevraagd wanneer ik tot die verdere uitwerking zal overgaan. Voor zowel de terugkeer als de beide opvangvarianten streef ik ernaar dit in het najaar te doen. Hij heeft een motie ingediend over terugkeer. Ik denk dat hij consistent is in zijn uitspraken daarover. Ik heb in reactie daarop gezegd dat ik vind dat hij een paar stappen te hard loopt en daarom ontraad ik deze motie.
Het zal de heer Rabbae niet verbazen dat ik zijn moties ontraad. De eerste, omdat die wat mij betreft echt te ver gaat. Ik heb de termijn van één jaar onzekerheid geclausuleerd, maar in de motie is geen sprake van clausules. In zijn tweede motie beperkt hij de terugkeer tot individuele toetsing. Ik vraag hem die motie aan te houden in het licht van wat ik hierover zojuist heb gezegd. Ik weet echter niet of dit zijn bedoeling is en in dat geval ontraad ik deze motie. Zijn derde motie over het niet-intrekken van de verblijfsvergunning na 18 jaar is naar mijn gevoel rechtstreeks in strijd met de notitie. De heer De Wit heeft een vergelijkbare motie ingediend en daarop reageer ik dus op dezelfde manier.
Ik ben de heer Rouvoet een antwoord schuldig op de vraag hoe ik het belang van het kind tot uitdrukking laat uitkomen in het beleid voor 16- en 17-jarigen. Voorzitter! Op dit punt zoek ik aansluiting bij de opmerking van de heer Kamp dat het belang van het kind op alle mogelijke manieren in onze regelgeving, nationaal en internationaal, is neergelegd. Het is in het belang van het kind om op te groeien in of zo dicht mogelijk bij zijn eigen omgeving. Als dit tot de mogelijkheden behoort, moet je daarnaar streven.
MevrouwAlbayrak(PvdA)
Ik probeer vast te stellen wat de toezegging van de staatssecretaris om nader onderzoek te verrichten nu precies betekent. Is de staatssecretaris bereid bij dit onderzoek de vraag te betrekken of een individuele toets voor adequate opvang in het land van herkomst voor 16- tot 18-jarigen mogelijk is? Het is dan wel de vraag wat adequate opvang precies is. Als de staatssecretaris zijn onderzoek wil verbreden tot deze vraag, ben ik bereid zijn verzoek ik overweging te nemen.
StaatssecretarisCohen
Voorzitter! Wij moeten ondertussen op die punten waar het nu al mogelijk is, het terugkeerbeleid gestalte te geven. Ik heb er niet veel zin in het terugkeerbeleid naar achteren te schuiven. Dat moeten wij vooral niet doen, maar ik kan me niet voorstellen dat mevrouw Albayrak dit wil. Als er adequate opvang is, dat wil zeggen zoals zij zo ruim heeft omschreven, vind ik dat wij aan de slag moeten. Ik kan mij niet voorstellen dat mevrouw Albayrak een onderzoek naar de adequate opvang voor individuele gevallen wil als dat ertoe leidt dat wij niet aan de slag kunnen gaan.
MevrouwAlbayrak(PvdA)
Ik wil het terugkeerbeleid op die punten zeker niet frustreren, want ik ben zelf een voorstander van het voorgenomen beleid op deze punten, zoals in eerste termijn wel is gebleken. Als uit onderzoek blijkt dat in China sprake is van opvang die op punten geheel afwijkt van hetgeen in Nederland onder adequate opvang wordt verstaan, wordt dat dan meegenomen in het onderzoek?
StaatssecretarisCohen
Ik zal natuurlijk zo goed mogelijk rapporteren over de situaties in de landen die onderdeel uitmaken van het onderzoek. Het onderzoek zal zich echter vooral moeten richten op hetgeen ik heb gezegd over het-je-zelfstandig-kunnen-handhaven in de landen van herkomst. Onderzocht moet worden of hieraan op zo'n manier handen en voeten kan worden gegeven dat de Kamer ermee kan instemmen.
De heerDe Wit(SP)
In mijn motie heb ik gevraagd om een individuele toetsing van de opvangmogelijkheden. Sluit de staatssecretaris uit dat er een dergelijke toetsing komt of valt deze individuele toetsing onder hetgeen in de motie van mevrouw Albayrak wordt gevraagd?
StaatssecretarisCohen
De individuele toetsing maakt deel uit van de notitie, maar de notitie beperkt zich daar niet toe. De motie van de heer De Wit beoogt dat die toetsing tot individuele gevallen wordt beperkt, hetgeen voor mij reden is om de aanneming van deze motie af te raden.
Voorzitter! De heer Van der Staaij heeft gevraagd om een gericht onderzoek naar de instroom uit bepaalde landen. Ik wil een dergelijk onderzoek niet toezeggen, omdat de beschikbare capaciteit zo goed mogelijk moet worden ingezet. Ik kan namelijk op dit moment niet zeggen of een dergelijk onderzoek nuttig is. Tot nu toe is in een aantal gevallen al wel gebleken dat een dergelijk onderzoek moeilijk is. Als ik alsnog het gevoel krijg dat het iets kan opleveren, zal ik een dergelijk onderzoek zeker overwegen.
Het is nu al, gezien de mogelijkheden van het botonderzoek, de verwachting dat de effectiviteit zal verbeteren door de verandering in de bewijslast. Verder zal een botonderzoek dat leidt tot de uitkomst dat iemand niet minderjarig is, ook effect hebben op de rest van het verzoek. De effectiviteit zal dus op verschillende punten worden verhoogd.
De heer Van der Staaij heeft een opmerking gemaakt over de koppeling tussen de AMA-VTV enerzijds en de basisvariant en de verblijfsvariant anderzijds. Ik denk dat hij gelijk heeft met deze opmerking, zij het dat ik het niet in termen van 100 en 0% heb vervat. Er is een grijs gebied, maar het is zeker dat deze twee aspecten met elkaar samenhangen.
De heerRabbae(GroenLinks)
In eerste termijn heb ik aangeven dat praktisch alle organisaties in het veld en enkele fracties in de Kamer met het oog op de onzekerheid voor de minderjarige asielzoekers aandringen op een afronding binnen één jaar. De staatssecretaris zei toen: wie ben ik om mij tegen al deze organisaties te verzetten. Mijn motie beoogt dit te regelen, maar tot mijn grote verbazing ontraadt de staatssecretaris de aanneming ervan.
StaatssecretarisCohen
De motie van de heer Rabbae gaat aanzienlijk verder dan hetgeen ik daarover heb gezegd. Verder heb ik aangeven dat ik nog wil nadenken over de vorm waarin een en ander zal worden vormgegeven. De motie verzoekt de regering de duur van de verblijfsvergunning voor alleenstaande minderjarige asielzoekers tot één jaar te beperken en, indien niet tot intrekking wordt overgegaan, de vergunning om te zetten in een vergunning tot verblijf voor onbepaalde duur. Over de vorm waarin het zal worden gegoten, moet nog worden nagedacht, hetgeen niet wegneemt dat ik de intentie deel waarmee de heer Rabbae deze motie heeft ingediend. Een andere reden om aanneming van deze motie te ontraden is gelegen in het feit dat de heer Rabbae zich met deze motie niet beperkt tot de asielzoekers die jonger dan 16 jaar zijn. Ik heb echter al eerder nadrukkelijk aangegeven dat de groep boven de 16 jaar niet hierbij moet worden betrokken.
De voorzitter:
Wij zijn gekomen aan het einde van de beraadslaging. De Kamer zal zo spoedig mogelijk over de ingediende moties stemmen. Ik bedank de staatssecretaris, de hem begeleidende ambtenaren en alle belangstellenden voor hun aanwezigheid.
Sluiting 17.23 uur.
Samenstelling:
Leden: Swildens-Rozendaal (PvdA), Van de Camp (CDA), Biesheuvel (CDA), Scheltema-de Nie (D66), Zijlstra (PvdA), Kalsbeek (PvdA), Apostolou (PvdA), Middel (PvdA), Van Heemst (PvdA), voorzitter, Rouvoet (RPF/GPV), Rabbae (GroenLinks), Van Oven (PvdA), Dittrich (D66), ondervoorzitter, O.P.G. Vos (VVD), Van Wijmen (CDA), De Wit (SP), Weekers (VVD), Wijn (CDA), Van der Staaij (SGP), Ross-van Dorp (CDA), Patijn (VVD), Niederer (VVD), Nicolaï (VVD) en Halsema (GroenLinks).
Plv. leden: Wagenaar (PvdA), Balkenende (CDA), Verhagen (CDA), Van Vliet (D66), Duijkers (PvdA), Arib (PvdA), Kuijper (PvdA), Albayrak (PvdA), Barth (PvdA), Schutte (RPF/GPV), Karimi (GroenLinks), Santi (PvdA), Hoekema (D66), Van den Doel (VVD), Rietkerk (CDA), Marijnissen (SP), De Vries (VVD), Eurlings (CDA), Van Walsem (D66), Buijs (CDA), Rijpstra (VVD), Van Baalen (VVD), Van Blerck-Woerdman (VVD), Oedayraj Singh Varma (GroenLinks) en Kamp (VVD).
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-27062-12.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.