26 991 Voedselveiligheid

Nr. 475 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT EN STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 30 oktober 2015

Naar aanleiding van de rapportage1 van de inspectieresultaten van de NVWA over de hygiëne bij de visproductiebedrijven die op 10 februari 2015 aan u is verzonden, is verwarring ontstaan over de kleurensystematiek. De kleur «rood» staat voor veel mensen voor «stop», en het direct sluiten van een bedrijf. Ik begrijp deze associatie. In brief aan de Kamer van 4 maart jongstleden2 en tijdens het plenaire debat op 1 april 2015 over de resultaten van inspecties door de NVWA bij de visproductiebedrijven (Handelingen II 2014/15, nr. 70, item 7) heb ik aangegeven dat de NVWA een volstrekt heldere systematiek dient te hanteren voor het openbaar maken van inspectiegegevens. De openbaarmaking van inspectiegegevens mag niet leiden tot verwarring bij consument, burger en afnemer. De systematiek moet helder maken wat de ernst van de situatie is en hoe die zich verhoudt tot de toegepaste interventies.

Er is toegezegd u nader te informeren over de wijze waarop de NVWA deze systematiek gaat uitwerken. Hieronder informeren wij u over de stand van zaken van deze uitwerking.

Huidige werkwijze

De NVWA deelt bedrijven in op basis van eerdere inspectieresultaten en risico-inschattingen. Op basis van deze indeling worden prioriteiten gesteld voor de inspectiebezoeken; de NVWA gaat risicogericht te werk. Het toekennen van een kleur aan een bedrijf is hier een intern hulpmiddel om de inspectieresultaten en risico-inschatting van de bedrijven te visualiseren. De NVWA past dit toe voor de sturing van de interne processen gericht op het risicogebaseerde toezicht.

Daarnaast wordt de kleurensystematiek gebruikt voor de actieve openbaarmaking. In het afgelopen jaar zijn op de website van de NVWA de inspectieresultaten van de lunchrooms aan de hand van het zogenoemde stoplichtenmodel gepresenteerd.

Voor de interne sturing en de actieve openbaarmaking wordt tot nu toe gebruik gemaakt van de volgende indeling van de kleuren: rood = harde maatregelen nodig, oranje = op onderdelen verbeteringen nodig, groen = naleving in orde en wit = geen recente gegevens bekend.

Het gebruik van het stoplichtenmodel is een onderdeel van de met de Tweede Kamer gedeelde handhavingstrategie3. De NVWA hanteert hierin één systematiek voor de indeling van bedrijven ten behoeve van het risicogebaseerde toezicht, voor het interventiebeleid en voor de actieve openbaarmaking van inspectiegegevens.

De visualisatie van de indeling met kleuren (stoplicht) heeft op zichzelf geen rechtsgrond. Uit onderzoek en uit de media blijkt dat de kleurensystematiek een zeer krachtig en helder handelingsperspectief biedt. Het gebruik van kleuren bij openbaarmaking visualiseert in één oogopslag het oordeel van de NVWA, zowel voor consumenten als voor ondernemers.

Aanpassing werkwijze

De verwarring werd met name veroorzaakt door de uiteenlopende interpretaties van de kleur «rood». De NVWA maakt daarom in het vervolg een expliciet onderscheid tussen enerzijds de bedrijven waar meermaals tekortkomingen zijn geconstateerd en waar stevige maatregelen nodig zijn, maar waar (nog) geen sprake is van een acuut risico voor de voedsel- of productveiligheid, diergezondheid, plantgezondheid en dierenwelzijn en anderzijds bedrijven waar direct is ingegrepen vanwege bijvoorbeeld de voedselveiligheid. Deze laatste categorie bedrijven wordt weergegeven als «rood».

In de aangepaste werkwijze wordt de kleur «rood» dus voortaan voorbehouden aan bedrijven/producten waar sprake is van acute risico’s voor de voedsel- of productveiligheid, diergezondheid, plantgezondheid en dierenwelzijn.

Bij deze bedrijven:

  • zijn de productie of activiteiten (tijdelijk) stilgelegd;

  • zijn producten op last van de NVWA van de markt gehaald.

De NVWA benadrukt dat er ook bedrijven zijn die stevig aangepakt moeten worden omdat meermaals tekortkomingen zijn geconstateerd. Alhoewel bij deze bedrijven nog geen sprake is van acute risico’s, moet stevig worden ingegrepen om ernstiger situaties in de toekomst te voorkomen. Deze bedrijven zullen echter niet langer met «rood» worden afgebeeld, maar «oranje». Oranje bedrijven hebben de volle aandacht van de NVWA en staan onder verscherpt toezicht. Betreffende bedrijven moeten aan de NVWA laten zien dat de tekortkomingen worden verholpen of er volgen nog strengere sancties, het bedrijf wordt dan alsnog «rood».

Voorgaande vraagt om een aanpassing van de kleurensystematiek. De volgende indeling zal worden gehanteerd:

  • groen voor bedrijven, die de regels goed naleven;

  • geel voor bedrijven waar nog (incidentele) tekortkomingen bestaan die moeten worden opgelost;

  • oranje voor bedrijven die ernstig tekort schieten en/of waar meermaals tekortkomingen zijn geconstateerd;

  • rood voor bedrijven waarvan de productie en/of activiteiten (tijdelijk) zijn stopgezet;

  • wit voor bedrijven waarvan geen (recente) gegevens beschikbaar zijn.

Bovengenoemde effectieve aanpassing van de kleurensystematiek en bijbehorende contextinformatie voor de openbaarmaking is getoetst bij consumenten en afnemers. Uit het onderzoek blijkt dat consumenten, burgers en afnemers deze wijze van openbaar maken van inspectiegegevens eenduidig interpreteren.

Uitwerking

Recent heeft u het aangescherpte toezichtskader voor de NVWA ontvangen. Het interventiebeleid wordt aangescherpt op basis van dit kader. Als de ingedeelde bedrijven ten behoeve van het interventiebeleid met kleuren worden gepresenteerd, zal dit conform bovengenoemde aangepaste systematiek gedaan worden.

In lijn met de toezeggingen aan de Tweede Kamer werkt de NVWA momenteel aan de verbreding van de actieve openbaarmaking van controlegegevens. Op dit moment staan de volgende categorieën gepland: visafslagen (2015), visverwerkende bedrijven (2016), uitbreiding horeca (2015, 2016), slachterijen (2016) en productveiligheid (2015).

De geleidelijke uitbreiding van deze afgebakende categorieën inspectiegegevens wordt zorgvuldig voorbereid waarbij ervaringen uit eerdere trajecten worden meegenomen. Hier gaat het om voorwaarden als eenduidige presentatie (met het stoplichtenmodel of anderszins), uniforme uitvoering van interventiebeleid, de mogelijkheid om een zo volledig mogelijk beeld van de betreffende categorie te verstrekken en administratieve processen.

Daar waar de NVWA de inspectiegegevens van een categorie gaat presenteren via het stoplichtenmodel, wordt de aangepaste kleurensystematiek toegepast. Bij de huidige categorieën waarvan de inspectieresultaten via het stoplichtenmodel worden gepresenteerd, wordt eveneens de kleurindeling en contextinformatie aangepast.

Wij hopen u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E.I. Schippers

De Staatssecretaris van Economische Zaken, S.A.M. Dijksma


X Noot
1

Kamerstuk 26 991, nr. 462

X Noot
2

Kamerstuk 26 991, nr. 463

X Noot
3

Zie de brieven van 23 februari 2006, 14 april 2011 (Kamerstuk 26 991, nrs. 138 en 314) en

augustus 2012 (Kamerstuk 33 289, nr. 3).

Naar boven