Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 27 augustus 2014
Hierbij zend ik u, mede namens de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
een ontwerpregeling houdende wijziging van de Regeling dierlijke producten in verband
met de aanduiding van bijzondere slachtpluimveehouderijsystemen1.
De voorlegging geschiedt in het kader van de wettelijk voorgeschreven voorhangprocedure
(artikel 5 van de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen), en biedt uw Kamer de mogelijkheid
zich uit te spreken over de ontwerpregeling voordat die zal worden vastgesteld. Op
grond van de aangehaalde bepaling geschiedt de vaststelling van de ontwerpregeling
niet eerder dan vier weken nadat het ontwerpbesluit aan beide Kamers der Staten-Generaal
is overgelegd.
De ontwerpregeling strekt tot overname van de regels van het Productschap Pluimvee
en Eieren over de aanduiding van bijzondere slachtpluimveehouderijsystemen. De Stichting
Controleorgaan voor Kwaliteitsaangelegenheden in de Zuivel (COKZ) wordt belast met
het toezicht op de naleving van deze regels, omdat dit in het verlengde ligt van de
huidige taken van het COKZ. Omdat het COKZ een zelfstandig bestuursorgaan is, geldt
voor de ontwerpregeling de voorhangprocedure van artikel 5 van de Kaderwet zelfstandige
bestuursorganen.
In de kabinetsreactie van 10 juni 2014 op het rapport «Risico’s in de vleesketen»
van de Onderzoeksraad voor de Veiligheid (Kamerstukken II 2013/14, 26 991, nr. 418) is aangegeven dat de toezichthoudende werkzaamheden van het COKZ, zowel ten aanzien
van de zuivel- als de eiersector, bij de NVWA als centrale toezichthoudende autoriteit
worden ondergebracht. Het tijdpad hiervoor wordt thans uitgewerkt.
Gelet op de samenhang tussen deze nieuwe taak en de bestaande taken van het COKZ is
het om doelmatigheidsredenen wenselijk deze taak voorlopig nog bij het COKZ te beleggen.
De taak kan dan op termijn, gelijktijdig met de al bestaande taken van het COKZ, worden
ondergebracht bij de NVWA.
De Minister van Economische Zaken,
H.G.J. Kamp