26 991
Voedselveiligheid

30 800 XIV
Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (XIV) voor het jaar 2007

nr. 146
BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 23 oktober 2006

In mijn brief van 5 november 2004 (TK II, 2004–2005, 26 991, nr. 110) heb ik aangegeven uw Kamer verder te informeren over de uitvoering van de motie-Waalkens/Ter Veer (TK II, 2000–2001, 27 400 XIV, nr. 23). Via deze brief geef ik hier invulling aan.

Motie-Waalkens/Ter Veer

Bij motie-Waalkens/Ter Veer heeft uw Kamer verzocht om de instelling van een centraal meldpunt van alle veterinaire handelingen, waaronder medicijnverstrekkingen aan landbouwhuisdieren, onder te brengen bij de Voedsel en Waren Autoriteit (VWA). De motie strekt ertoe het overheidsinzicht in – voor de voedselveiligheid en diergezondheid relevante – trends en ontwikkelingen op veehouderijen te vergroten.

Bij brieven van 18 november 2002 (TK II, 2002–2003, 28 600 XIV, nr. 40), 7 maart 2003 (TK II, 2002–2003, 28 600 XIV, nr. 117), 12 december 2003 (lnv0 300 864) en 5 november 2004 (TK II, 2004–2005, 26 991, nr. 110) heb ik u geïnformeerd over mijn voornemens voor de uitvoering van de motie in de Nederlandse varkens- en rundersector. Het gaat om de volgende maatregelen:

a. voor problemen die spelen op langere termijn: het koppelen van private databestanden, waardoor zicht wordt gekregen op trends en ontwikkelingen en op basis waarvan de VWA een goede analyse kan maken van de risico’s voor de volks- en diergezondheid;

b. voor problemen die spelen op kortere termijn: de instelling van een meldpunt voor acute, onbekende en mogelijk risicovolle verschijnselen.

Voor mij geldt hierbij als uitgangspunt dat het bedrijfsleven eerstverantwoordelijk is voor diergezondheid en voedselveiligheid en dus ook voor de verzameling van gegevens op dit gebied. De overheid blijft onveranderd eerstverantwoordelijk in het geval van:

1. Incidenten waarbij de overheid vanwege de bestaande wetgeving en internationale verdragen genoodzaakt is tot acuut ingrijpen. Het betreft hier onder andere aangifteplichtige dierziekten.

2. Een risico voor de volksgezondheid waarbij het bedrijfsleven niet in staat kan worden geacht dit gevaar zelfstandig af te wenden. Het betreft hier bijvoorbeeld bepaalde zoönosen of contaminaties (residuen).

De bijbehorende systemen (waaronder het overheidsmeldpunt voor aangifteplichtige ziekten) blijven onveranderd in stand.

Uitvoering motie

Bij de uitvoering van de motie-Waalkens/Ter Veer is aansluiting gezocht bij het monitoringsprogramma dat uitgevoerd wordt door GD (voorheen Gezondheidsdienst voor Dieren). GD heeft haar bestaande monitoringsactiviteiten voor de rundvee- en varkenshouderij, mede in verband met de motie, vernieuwd door de inzet van een aantal aanvullende middelen. De twee onderdelen van de motie worden hieronder verder uitgewerkt.

Zicht op trends en ontwikkelingen

De rundveesector heeft invulling gegeven aan zijn eigen verantwoordelijkheid voor de bewaking van de diergezondheid door de ontwikkeling van het «Data-analyse»-systeem. Dit systeem is ondergebracht bij GD waarbij, als aanvulling op de bestaande monitoring, de verschillende van belang zijnde databanken (Rendac, NRS, I&R, Melkcontrolestation en GD) zijn gekoppeld. De totale rundveepopulatie van Nederland is hiermee in beeld. Door het koppelen van private databestanden is de mogelijkheid gecreëerd om te monitoren op de langetermijntrends met betrekking tot diergezondheid.

Aan de hand van het systeem van data-analyse kan GD vaststellen wat gangbaar is op het gebied van diergezondheid in de Nederlandse rundveestapel en welke ontwikkelingen daarbinnen plaatsvinden. Ook is het mogelijk om bijvoorbeeld in te zoomen op bepaalde subgroepen (bedrijfscategorieën, regio’s, etc.).

Het is van belang dat bij opvallende ontwikkelingen of verontrustende trends actie wordt ondernomen. De verantwoordelijkheid hiervoor ligt in eerste plaats bij de sector. De betrokkenheid van de overheid wordt geborgd door op basis van trends en ontwikkelingen gezamenlijk vast te stellen of nader onderzoek gewenst is. Hiertoe participeren het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) en de VWA in een driemaandelijks overleg over trends en ontwikkelingen met GD en de sector.

In de varkenssector wordt momenteel een eerste proef gedaan met een vergelijkbaar systeem. Dit systeem wordt door de varkenssector en GD in samenwerking met LNV en VWA vormgegeven. Dit proces wordt ondersteund vanuit Wageningen UR.

Instelling van een meldpunt

Een meldpunt voor onbekende en mogelijk risicovolle verschijnselen functioneert als een vroeg waarschuwingsysteem voor diergezondheid. De verantwoordelijkheid voor het adresseren van deze signalen ligt in de eerste plaats bij de sector. De verantwoordelijkheid van de overheid is er zorg voor dragen dat een dergelijk systeem bestaat en toezicht houden op het goed functioneren daarvan. Voor de invulling van het meldpunt is aansluiting gezocht bij het (vrijwillige) meldpunt bij GD.

Boeren en dierenartsen worden in het bestaande monitoringsprogramma actief gestimuleerd om (vrijwillig) melding te doen van bijzondere verschijnselen. GD is in staat om vragen van dierenartsen en boeren te beantwoorden en hulp te bieden bij de bedrijfsproblematiek waardoor een stimulans ontstaat om daadwerkelijk melding te doen. GD beschikt hiermee over een goed inzicht in de nieuwste ontwikkelingen met betrekking tot dierziekten. Daarnaast wordt ook gebruikgemaakt van informatie van andere organisaties om het beeld te completeren (bijvoorbeeld RIVM).

Het meldpunt maakt deel uit van de bestaande monitoringssystematiek. Als aanvulling hierop is door GD de «Veekijker» ontwikkeld. De Veekijker bestaat uit verschillende wekelijkse overleggen waarin GD-deskundigen per diersoort (onder andere rund en varken) acute problemen en binnengekomen meldingen en constateringen bespreken. De VWA neemt maandelijks kennis van de resultaten van de Veekijker en blijft zodoende goed geïnformeerd over de ontwikkelingen die spelen op het gebied van diergezondheid binnen de runder- en varkenssector.

Onafhankelijke haalbaarheidsstudie

Deloitte Consultancy B.V. heeft in opdracht van de VWA door middel van een haalbaarheidsstudie onderzocht in hoeverre de bovenstaande systemen invulling geven aan de motie-Waalkens/Ter Veer. Uit het rapport (bijlage 1)1 blijkt dat zowel het informatiesysteem als het meldpunt haalbaar is mits voldaan is aan een aantal voorwaarden. Hierbij wordt voornamelijk het formaliseren van bestaande afspraken en het borgen van deze afspraken bedoeld. Deze voorwaarden zijn inmiddels door de VWA en GD gezamenlijk ingevuld.

De VWA neemt deze nieuwe systemen (Veekijker, Data-analyse) mee in haar jaarlijkse audit van de diensten die GD uitvoert op het gebied van diergezondheid ten behoeve van het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV). Hiernaast zal er na een jaar een evaluatie van deze systemen worden uitgevoerd.

In deze brief heb ik aangegeven hoe ik uitvoering heb gegeven aan de motie-Waalkens/Ter Veer. Een monitoringssysteem is van essentieel belang voor het bewaken van de diergezondheidsstatus van onze nationale veestapel. Ook in de toekomst zal ik mij in samenwerking met het bedrijfsleven blijven inspannen voor de kwaliteit van de monitoringsactiviteiten.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

C. P. Veerman


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven