26 956 Beleidsnota Rampenbestrijding

Nr. 183 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 4 november 2013

In mijn brief van 17 september jongstleden heb ik toegezegd de Tweede Kamer direct te informeren over de resultaten van het onderzoek naar de 451 intern gemelde voorvallen bij het bedrijf Odfjell in de periode 2005–2013 (Kamerstuk 26 956, nr. 180). Bij deze voldoe ik aan de toezegging.

In de bijlage van deze brief treft u de brief aan van de gedeputeerde van de provincie Zuid-Holland, waarin hij mij informeert over de bevindingen van het onderzoek dat voor het Wabo bevoegd gezag is uitgevoerd1. Hieruit blijkt dat er gedurende het onderzoek nog 29 andere voorvallen zijn aangeleverd en dat een deel van de voorvallen betrekking heeft op de periode 2000–2005. De conclusie is dat in de periode 2000–2013 in totaal 210 voorvallen niet zijn gemeld of onjuist zijn gemeld bij de toezichthouders.

Ik deel het standpunt van de gedeputeerde, dat het niet acceptabel is dat Odfjell niet eerder met deze informatie over niet gemelde voorvallen is gekomen. Tevens onderschrijf ik de maatregelen die zijn genomen. Zo is de informatie overhandigd aan het Openbaar Ministerie, ontvangt de DCMR inmiddels wekelijks het voorvallenoverzicht uit het registratiesysteem van Odfjell en is een last onder dwangsom opgelegd.

Daarnaast blijft het bedrijf onder verscherpt toezicht staan. Er vinden vaker aangekondigde en onaangekondigde inspecties plaats. Bovendien is er een samenwerkingsverband ingericht, waarin alle betrokken toezichthouders hun acties en bevindingen afstemmen. Er wordt direct handhavend opgetreden wanneer dit nodig blijkt. Dit verscherpt toezicht wordt gecontinueerd totdat het bedrijf de naleving op orde heeft.

Ik kom voor het AO Externe veiligheid van 12 december a.s. nog bij u terug op bijgevoegde bevindingen van het Wabo bevoegd naar de niet gemelde voorvallen Odfell.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, W.J. Mansveld


X Noot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer

Naar boven