Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 4 september 2013
Op 3 september 2013 ’s avonds laat heeft de gedeputeerde van de provincie Zuid-Holland
mijn departement geïnformeerd over de resultaten van het interne onderzoek dat Odfjell
heeft uitgevoerd. Daarom informeer ik u vandaag, 4 september, over de huidige stand
van zaken.
Gisteren heb ik u in antwoord op Kamervragen gemeld dat, behoudens het incident met
methanol in 2009 en een butaanincident in 2011, mij geen grote incidenten in de afgelopen
10 jaar bekend zijn, die niet gemeld zijn bij de overheid (Aanhangsel Handelingen
II 2012/13, nr. 3139). Met bovengenoemde nieuwe informatie, die pas is verkregen na verzending van de
antwoorden, is deze beantwoording nu achterhaald.
In bovengenoemde antwoorden gaf ik al aan dat Odfjell nog nader onderzoek zou doen
naar mogelijke incidenten. Uit dit interne onderzoek van Odfjell blijkt dat er in
de periode 2000–2010 elf voorvallen intern zijn gerapporteerd, die gemeld hadden moeten
worden, maar waarvan Odfjell niet heeft kunnen vaststellen of deze zijn gemeld.
Daarnaast heeft Odfjell aan DCMR volledige inzage gegeven in het overzicht van intern
gemelde voorvallen in de periode 2005–2013. Dit rapportagesysteem is in 2005 ingevoerd.
Odfjell heeft inmiddels ook de Veiligheidsregio Rotterdam en de Inspectie SZW de stukken
doen toekomen.
Deze stukken zijn door DCMR op 4 september meteen aangeleverd bij het Openbaar Ministerie
(OM). In overleg met het OM heeft DCMR besloten dat geen nieuwe aangifte hoeft te
worden gedaan omdat het OM het strafrechtelijk onderzoek dat inmiddels is gestart
zal uitbreiden met deze nieuwe voorvallen.
De DCMR onderzoekt in samenwerking met de provincie als bevoegd gezag de door Odfjell
aangeleverde informatie. Hierin zal worden gekeken naar het niet melden, de aard en
ernst van de voorvallen en zal worden besloten of verdere stappen in de handhaving
nodig zijn. Dit zal naar de verwachting van DCMR binnen twee weken zijn afgerond.
Ik heb met de provincie afgesproken dat ik op de hoogte wordt gebracht van de resultaten
van dit onderzoek en zal meteen daarna uw Kamer hierover informeren.
De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu,
W.J. Mansveld