26 956 Beleidsnota Rampenbestrijding

Nr. 120 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 26 maart 2012

Bij de regeling van werkzaamheden van 8 maart 2012 heeft mevrouw Dikkers (PvdA) verzocht om een brief inzake de stofuitstoot van het bedrijf Tata Steel in IJmuiden.

Zij vraagt welke stof er is vrijgekomen, of er gevaar was voor de volksgezondheid en of er een extern onderzoek naar is gedaan.

De Inspectie Leefomgeving en Transport heeft vanuit haar verantwoordelijkheid bij meldingen over ongewone voorvallen nadere informatie opgevraagd bij de provincie Noord Holland.

In de week van 5 maart 2012 hebben vier inwoners van Wijk aan Zee bij de provincie Noord-Holland geklaagd over stofoverlast van Tata Steel. Drie van die meldingen hadden betrekking op overlast/hinder van een kleverige stof die op auto’s en huizen is terechtgekomen. De vierde klacht had hier geen relatie mee.

Onderzoek van de provincie en Tata bij een eerder voorval wijst uit dat het gaat om grove stofdeeltjes die bestaan uit zandachtig gesinterd materiaal (slakachtig). De provincie heeft in dit geval geen monsters genomen. GGD en RIVM zijn de aangewezen partijen voor het uitvoeren van gezondsheidsonderzoeken. De provincie zag naar aanleiding van dit voorval geen aanleiding om zo’n onderzoek in te (laten) stellen. Gelet op het aantal klachten is de omvang van de hinder als gering beoordeeld.

De bron en oorzaak van de overlast zijn nog niet bekend. Op het terrein van Tata Steel zijn ook andere bedrijven gevestigd die met het aangetroffen materiaal omgaan. De provincie heeft aangegeven dat Tata Steel een onderzoek is gestart naar de bron en, indien nodig, passende maatregelen zal (laten) nemen. De provincie volgt dit onderzoek. In afwachting van de uitkomsten van dit onderzoek heeft Tata Steel contact opgenomen met de gedupeerden om te regelen dat auto’s en huizen worden schoongemaakt.

Ik hoop u hiermee voldoende geïnformeerd te hebben.

De staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, J. J. Atsma

Naar boven