Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 20 februari 2019
In 2018 heeft het kabinet de Nederlandse Digitaliseringsstrategie Nederland Digitaal uitgebracht (Kamerstuk 26 643, nr. 541). Hierin kondigde het kabinet ter bevordering van innovatie en concurrentie een visie
op data delen aan.
Bijgevoegd treft u deze visie aan1. In deze brief leest u de motivatie van het kabinet voor de visie, en een korte samenvatting
ervan.
Motivatie voor de visie
Data zijn steeds belangrijker in onze economie en maatschappij. Nederlandse (mkb-)ondernemers
en consumenten profiteren rijkelijk van de economische en maatschappelijke kansen
die data bieden. Aardappelboeren verhogen hun opbrengsten, artsen stellen betere diagnoses,
autofabrikanten signaleren precies de mankementen aan auto’s, vraag en aanbod van
energie kan efficiënt worden afgestemd.
Veelbelovend hierbij is de mogelijkheid tot datadeling tussen bedrijven. Deze datadeling is cruciaal om de kansen van data voor Nederland te verzilveren.
Als een aardappelboer data van veel meer boeren kan gebruiken, kan hij zijn bedrijfsprocessen
verbeteren. Als patiëntgegevens van meerdere zorginstanties gebruikt kunnen worden,
kunnen artsen betere diagnoses stellen en hoeven patiënten minder formulieren in te
vullen. Als ook bijvoorbeeld reparateurs, de wegenwacht en verzekeraars toegang hebben
tot data uit autovoertuigen kunnen ook zij hun diensten verbeteren op basis van die
data. En als informatie beschikbaarder is over vraag en aanbod van energie.
Tegelijk kan datadeling risico’s meebrengen op vlakken zoals privacy, autonomie en
vertrouwelijke bedrijfsinformatie. De voorliggende visie komt tegemoet aan de breed
geuite behoefte aan een beeld van de koers en rol van de Nederlandse overheid bij
datadeling tussen bedrijven, tegen de achtergrond van de grote maatschappelijke en
economische kansen en ook risico’s ervan.
De visie
Het kabinet meent dat datadeling tussen bedrijven meer dan nu gebruikelijk moet worden.
Het kabinet ambieert daarmee dat Nederland voorop loopt met verantwoorde verzilvering
van de maatschappelijke en economische kansen van datadeling tussen bedrijven.
Bij het waarmaken van deze ambitie tot kansrijke en verantwoorde datadeling laat het
kabinet zich leiden door drie basisprincipes:
-
1. Datadeling komt bij voorkeur vrijwillig tot stand;
-
2. Datadeling komt zo nodig verplicht tot stand;
-
3. Mensen en bedrijven houden grip op gegevens.
In aanvulling op acties die het kabinet op het vlak van datadeling tussen bedrijven
recent al heeft verricht of ondersteund, zal het kabinet de visie op de volgende manieren
verder in praktijk brengen:
-
• De verschillende departementen zullen de visie voor hun – heel verschillende – economische
en maatschappelijke domeinen in praktijk brengen. Ter bevordering hiervan zullen beleidsmakers
van departementen regelmatig samenkomen in een zogeheten datadeelnetwerk, om ideeën
en ervaringen uit verschillende domeinen uit te wisselen.
-
• Het kabinet onderneemt op korte termijn een aantal acties om de visie beter in praktijk
te kunnen brengen. Zo laat het kabinet onderzoek verrichten naar de feiten en risico’s
rond datatoegang voor eigenaren van apparaten in verschillende sectoren, waaronder
een specifiek onderzoek voor de auto-industrie. Daarnaast helpt het certificeringsinstrumenten
ontwikkelen voor de naleving van FAIR-principes voor data (fair, accessible, interoperabile, reusable). Ook zullen er netwerken van publieke en private stakeholders worden doorontwikkeld
om van elkaar te blijven leren.
-
• Het kabinet zal de Nederlandse visie in Europese en andere internationale beleidstrajecten
uitdragen, en zich er proactief inzetten voor bevordering van kansrijke en verantwoorde
datadeling.
Datadeling tussen bedrijven, en de Nederlandse visie hierop, zal tevens onderwerp
van gesprek zijn bij de Conferentie Nederland Digitaal die plaats vindt van 18 tot
21 maart.
De Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat, M.C.G. Keijzer