26 643 Informatie- en communicatietechnologie (ICT)

Nr. 497 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 15 november 2017

Tijdens de regeling van werkzaamheden van 14 november jl. (Handelingen II 2017/18, nr. 21, Regeling van Werkzaamheden) is door het lid van uw Kamer Asscher (PvdA) verzocht om een aanvullende brief van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over de beïnvloeding van de publieke opinie door statelijke actoren.

Er is gevraagd naar voorbeelden van heimelijke politieke beïnvloeding. In deperiode voorafgaand aan de Tweede Kamerverkiezingen is in Russische media opeen onjuiste wijze bericht over de Nederlandse politiek. De AIVD hield om diereden rekening met de opstart van een beïnvloedingcampagne gericht op deTweede Kamerverkiezingen. Het kabinet is hier gedurende de verkiezingsperiodeextra waakzaam op geweest, immers eerder is desinformatie verspreid rondomhet Oekraïnereferendum van 2016. Zo verscheen op internet een video metvermeende leden van het Azov-bataljon, een militante Oekraïense groepering diede Nederlandse vlag verbrandde en dreigde met terroristische aanslagen alsNederlandse kiezers niet voor het Associatieakkoord stemden.

Ook in andere Europese landen is aandacht voor (Russische) inmenging indemocratische processen. Ik verwijs daarbij naar recente uitspraken van Europeseregeringsleiders en autoriteiten. Zo heeft de Britse premier Theresa May op 13november jl. verklaard dat Rusland zich heeft gemengd in het Britsedemocratische proces door het verspreiden van desinformatie. Tevens hebben deSpaanse autoriteiten deze week aangegeven dat er sprake is geweest vandesinformatiecampagnes vanuit Rusland rondom het Catalaanseonafhankelijkheidreferendum. In aanloop naar de parlementsverkiezingen inDuitsland van november vorig jaar waarschuwde bondskanselier Angela Merkelvoor Russische cyberaanvallen en desinformatiecampagnes, mede in relatie tot dehack op de Duitse Bondsdag in 2015 waarbij gevoelige informatie werd gestolen.

Het campagneteam van de toenmalige presidentskandidaat Emmanuel Macronmaakte tijdens de campagne melding van een cyberaanval waarbij ook werdverwezen naar mogelijke Russische betrokkenheid.

De problematiek staat ook in Brussel op de agenda. In 2015 is door de RBZbesloten om een EU «East StratCom Taskforce» (StratCom) binnen de EuropeseDienst voor Extern Optreden (EDEO) op te richten. De taakgroep richt zich ondermeer op het tegengaan van desinformatie door pro-Kremlin media. Het kabinetsteunt de vraag van verschillende lidstaten om binnen de EDEO meer capaciteitvrij te maken voor deze initiatieven. Tijdens de Raad Buitenlandse Zaken (RBZ)van 13 november jl. is door de Ministers van Buitenlandse Zaken gesproken overde aanpak van desinformatie. Begin 2018 zal de RBZ wederom over StratCom spreken. Nederland zet in op intensivering van de initiatieven bij het tegengaanvan desinformatie. Tevens zal Nederland actief bijdragen aan het initiatief van deCommissie om in een High Level Expert Group diepgaand uit te zoeken hoe de verspreiding van desinformatie kan worden tegengegaan. In de lente van 2018 wordt een strategie voorzien.

Ik wijs u erop dat, zoals ik in mijn eerdere brief aangaf, het kabinet daarnaast op nationaal niveau in aanloop naar de gemeenteraadsverkiezingen en het referendum van maart 2018 werkt aan een aanpak die is gebaseerd op de ervaringen die zijn opgedaan rondom de Tweede Kamerverkiezingen. Bij deze aanpak zijn de Ministeries van Buitenlandse Zaken, Justitie en Veiligheid (NCTV), Defensie en mijn eigen ministerie nauw betrokken.

Heimelijke politieke beïnvloeding is volstrekt onwenselijk. Attributie is echter inveel gevallen problematisch. Als het al om strafbare feiten gaat zijn dezebovendien veelal moeilijk te bewijzen. Het kabinet kiest voor een brede aanpak.

Zoals ik in mijn Kamerbrief van 14 november jl. (Kamerstuk 26 643, nr. 496) heb aangegeven spelen media-, en technologiebedrijven een belangrijke rol bij het tegengaan van het verspreiden van desinformatie via sociale media en inmenging van buitenlandse actorengericht op politieke beïnvloeding. Daarom ga ik met de collega van Justitie en Veiligheid met deze bedrijven in gesprek om te bezien op welke wijze zij ervoorkunnen zorgen dat hun platforms niet worden misbruikt voor politiekebeïnvloeding of het verspreiden van onwaarheden. Wij willen met hen sprekenover de rol van social mediaplatforms bij het identificeren van desinformatie enhet beleid ten aanzien van politieke advertenties die ingekocht worden uit landendie op dubieuze wijze trachten te beïnvloeden. Over de uitkomsten van dezegesprekken zal ik uw Kamer zo spoedig mogelijk informeren.

In mijn Kamerbrief van 1 november jl. (Kamerstuk 34 700, nr. 52) heb ik reeds opgemerkt dat voor de Nederlandse inlichtingen- en veiligheidsdiensten een gemoderniseerd wettelijkkader noodzakelijk is om zicht te (blijven) houden op de dreigingen, waarheimelijke politieke beïnvloeding er een van is. De benodigde zorgvuldigheidvraagt echter om meer tijd voor het benoemen, screenen en inwerken van deleden van de onafhankelijke Toetsingscommissie Inzet Bevoegdheden (TIB). Dezetoets van de commissie vormt immers een van de belangrijkste nieuwewaarborgen van de Wiv 2017.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, K.H. Ollongren

Naar boven