Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 30 november 20116
Op 25 november jl. heeft de vaste commissie voor Defensie gevraagd om een reactie
op een memo van de Director Operational Test and Evaluation van het Pentagon over het F-35 programma en recente ontwikkelingen in Canada rondom
de F-35. Met deze brief reageer ik op uw verzoek.
Director Operational Test and Evaluation
De Director Operational Test & Evaluation (DOT&E) is de hoogste, onafhankelijk opererende adviseur van de Amerikaanse Minister
van Defensie op het gebied van het testen van nieuwe Amerikaanse wapensystemen. Het
is zijn taak te wijzen op onvolkomenheden en risico’s in materieelprogramma’s. Ook
is het de taak van DOT&E toe te zien op de uitvoering van de operationele testfase
van de F-35. Zoals bekend volgt de DOT&E, dr. Gilmore, het programma kritisch en brengt
hij jaarlijks een rapport uit. Dit rapport is de Kamer aangeboden op 26 februari jl.
(Kamerstuk 26 488, nr. 403). Op 19 september jl. heeft u in antwoord op schriftelijke vragen informatie ontvangen
over een ander memo van DOT&E over het programma (Aanhangsel Handelingen II 2015/16,
nr. 3569). Het memo waarop nu een reactie is gevraagd, is overigens niet door de DOT&E of
het F-35 Joint Program Office (JPO) vrijgegeven.
De ontwikkelingsfase (System Development and Demonstration) van de F-35 nadert haar einde. Het memo van DOT&E gaat in op de voltooiing van de
ontwikkelingsfase en het daarop volgende begin van de operationele testfase met de
block 3F software. DOT&E is, als altijd, kritisch over de voortgang en pleit ervoor meer
tijd en geld beschikbaar te stellen om de ontwikkelingsfase te voltooien. Voorts wil
de DOT&E dat alle testtoestellen worden voorzien van block 3F software voordat de operationele testfase begint. Het JPO is van mening dat al
eerder met een deel van de testen kan worden begonnen. De DOT&E en het JPO zijn over
zo’n gefaseerd begin van de operationele testfase in gesprek.
Het JPO heeft inmiddels laten weten dat het ongeveer $ 500 miljoen meer nodig heeft
om de ontwikkelingsfase te voltooien. Deze extra kosten zijn voor rekening van de
Amerikaanse overheid. Daarnaast houdt het JPO rekening met drie tot vier maanden vertraging,
terwijl volgens de planning de ontwikkelingsfase eind 2017 gereed zou zijn. Dit kan
gevolgen hebben voor de operationele testen. Voor Nederland heeft enige vertraging
geen directe invloed op het tijdig kunnen behalen van de IOC-status per eind 2021,
omdat de volgende Nederlandse toestellen pas in 2019 aan Nederland zullen worden geleverd.
Defensie volgt de voortgang van het ontwikkelings- en testprogramma nauwlettend. Met
de halfjaarlijkse voortgangsrapportages wordt de Kamer daarover geïnformeerd. Het
volgende jaarrapport van DOT&E wordt begin 2017 verwacht en zal zoals gebruikelijk
met een appreciatie aan de Kamer worden aangeboden.
Canada
Canada is sinds 2002 partner in het F-35 programma, maar heeft nog niet definitief
voor de F-35 gekozen of toestellen besteld. Zoals bekend heeft de Canadese regering
bij haar aantreden eind 2015 een nieuwe kandidatenevaluatie aangekondigd. Op 22 november
jl. heeft zij daarover meer informatie bekendgemaakt.
Canada zal een kandidatenevaluatie houden voor de vervanging van de huidige F-18 vloot.
Eerder was bekendgemaakt dat de F-35 deel zal uitmaken van deze evaluatie. De evaluatie
zal aanvangen nadat een nieuwe defensievisie is ontwikkeld. Die visie is naar verwachting
in de eerste helft van 2017 beschikbaar. De Canadese regering laat verder weten mogelijk
vijf jaar nodig te hebben voor de kandidatenevaluatie. Om een tijdelijk capaciteitstekort
(capability gap) op te vangen heeft de Canadese regering nu aangekondigd de verwerving te onderzoeken
van achttien F-18 Super Hornet toestellen. Canada zal met de Amerikaanse overheid en Boeing besprekingen beginnen
over de verwerving van de F-18. Ten slotte heeft Canada bekendgemaakt in het F-35
programma te blijven tot het moment dat een contract is gegund voor de vervanging
van de gehele vloot. Canada betaalt ook de financiële verplichtingen die horen bij
deelname aan het F-35 programma.
Het JPO hield er reeds rekening mee dat Canada niet deelneemt aan de meerjarige aanschaf
van toestellen (de Block Buy) waarvoor nu de voorbereidingen worden getroffen. Mocht Canada de voorziene afname
van 65 toestellen aanpassen of er helemaal van afzien, dan kan dit leiden tot een
beperkte stijging van de stuksprijs in de productiejaren waarin de toestellen waren
gepland. De stuksprijs in een productiejaar is echter van veel factoren afhankelijk.
Met de voortgangsrapportage over het project verwerving F-35 zal ik u op de hoogte
houden van de ontwikkelingen in Canada en de andere partnerlanden.
De Minister van Defensie,
J.A. Hennis-Plasschaert