26 488 Behoeftestelling vervanging F-16

Nr. 256 BRIEF VAN DE MINISTER VAN DEFENSIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 15 februari 2011

Tijdens de regeling van werkzaamheden op woensdag 9 februari jl. heeft het lid Brinkman (PVV) vragen gesteld over de motie-Eijsink c.s. (Kamerstuk 26 488, nr. 254), ingediend tijdens het spoeddebat van 8 februari jl. (Handelingen der Kamer II, vergaderjaar 2010–2011, nr. 49) naar aanleiding van berichtgeving in de media over Wikileaks.

Zoals ik in het spoeddebat heb gezegd wordt de Kamer buitengewoon uitgebreid geïnformeerd over het project Vervanging F-16. In verband met de vragen zijn vooral de overleggen met de Kamer relevant over de deelneming met twee testtoestellen aan de operationele testfase in de Verenigde Staten. Ik wijs bijvoorbeeld op het algemeen overleg van 20 mei 2010 (Kamerstuk 26 488, nr. 241). Op dit moment is er geen aanleiding iets toe te voegen aan de gevoerde discussies met de Kamer.

De minister van Defensie,

J. S. J. Hillen

Naar boven