26 485 Maatschappelijk verantwoord ondernemen

Nr. 372 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 9 juli 2021

Mede namens de Minister van Buitenlandse Zaken (BZ) bied ik u hierbij de monitor exportkredietverzekeringen (ekv) 2020 aan1. De ekv-monitor biedt inzicht in de financiële- en beleidsmatige ontwikkelingen op het gebied van de Nederlandse exportkredietverzekeringen. In deze brief worden deze ontwikkelingen op hoofdlijnen samengevat en wordt tevens een vooruitblik gegeven naar de toekomst. De twee onderwerpen die het afgelopen jaar centraal stonden, zijn het ondersteunen van de export tijdens COVID-19 en de verdere vergroening van de ekv. Parallel aan het vergroeningstraject van de ekv is een meetmethodiek voor fossiele transacties ontwikkeld. De uitwerking van deze methodiek is bijgevoegd aan de ekv-monitor. Tot slot ga ik in deze brief in op de motie Van Raan over Country-by-Country reporting.

Financieel resultaat 2020

In 2020 werden – na de relatief rustige jaren 2018 en 2019 – weer meer nieuwe verplichtingen aangegaan: 7,8 miljard euro ten opzichte van respectievelijk 2,6 miljard euro en 4,7 miljard euro in 2018 en 2019. Schommelingen in de omvang van nieuwe verplichtingen over de jaren worden vooral bepaald door een beperkt aantal grote polissen met vaak een lange looptijd, en is inherent aan het vraaggestuurde karakter van de ekv. De premie-inkomsten van 82 miljoen euro waren in 2020 hoger dan in 2019 (63 miljoen euro), maar lager dan het gemiddelde van de afgelopen 5 jaar. Een verklaring daarvoor is onder andere de relatief lage nieuwe verplichtingen in 2018 en 2019, aangezien verplichtingen in de vorm van dekkingstoezeggingen met enige vertraging tot polissen en dus premie-inkomsten leiden. In 2020 is 22 miljoen euro aan schade uitgekeerd. In 2018 en 2019 werd er respectievelijk voor 27 miljoen euro en 185 miljoen euro aan schade uitgekeerd. Het schadebedrag in 2019 is voornamelijk het gevolg van een schadezaak in Mexico wat nog onderhavig is aan recuperaties. In 2020 is 29 miljoen euro aan uitgekeerde schades gerecupereerd.

COVID-19

De ekv heeft als doelstelling bevordering van de export door (betalings-)risico’s te verzekeren van export die anders niet tot stand zou zijn gekomen. De ekv werkt aanvullend op de markt en speelt een belangrijke rol om de door COVID-19 getroffen handelsstromen op gang te houden. De bereidheid van verzekeraars om risico te nemen neemt af in tijden van crisis, waardoor exporteurs minder dekking in de private markt kunnen krijgen. Uit onderzoek van de OESO is gebleken dat met name private korte termijn handelsfinanciering onder druk heeft gestaan.2 Veel landen hebben tijdens de COVID-19 crisis daarom publieke maatregelen genomen om het werkkapitaal voor export en de korte termijn handelsfinanciering (ruimer) te ondersteunen. Dit geldt ook voor Nederland (zie hieronder). Uit de ekv-monitor blijkt dat in Nederland de vraag naar dekking vanuit het gehele ekv-instrumentarium (zowel lang als korte termijn financiering) in 2020 met 13% is toegenomen ten opzichte van 2019.

Ik heb het afgelopen jaar een aantal aanvullende maatregelen getroffen om de ekv nog beter in staat te stellen de handelsstromen op gang te houden en zo het Nederlands exporterend bedrijfsleven te ondersteunen tijdens COVID-19.3 De maatregelen zijn gericht op het voorzien in de liquiditeitsbehoefte van met name MKB, het bieden van korte termijn handelsfinanciering (korter dan een jaar), het ondersteunen van toeleveranciers van exporteurs en maatwerk in het landenbeleid. Deze maatregelen zijn mede mogelijk door de tijdelijke verruiming van het Europese staatsteunkader.4 Er zijn tot op heden 78 aanvragen geweest waar de maatregelen van op toepassing zijn. Tezamen hebben deze transacties betrekking op ca. 850 miljoen euro aan mogelijke export. De maatregelen zullen tot eind 2021 nog van kracht blijven.

Herverzekering Leverancierskredieten

Naast de getroffen maatregelen op het gebied van de exportkredietverzekeringen heeft de Staat het afgelopen jaar de gehele verzekeringsportefeuilles van zeven kredietverzekeraars herverzekerd.5 Deze herverzekering is ondergebracht op hetzelfde beleidsartikel als de ekv. Met de crisismaatregel herverzekering leverancierskredieten is voorkomen dat de kortlopende kredietverlening in de private verzekeringssector zou stilvallen door de grote onzekerheid van de impact van COVID-19 op de onderliggende sectoren. Door middel van de herverzekering zijn mass actions van de kredietverzekeraars voorkomen, waardoor belangrijke business-to-business kredietverlening overeind gebleven is. Hierdoor zijn bestaande toeleveringsketens tijdens de crisis opengebleven.

Bij de introductie van de herverzekering was de verwachting dat deze tot een fors negatief saldo zou leiden op de Rijksbegroting. Wegens het uitblijven van de verwachte faillissementen heeft de herverzekering in 2020 echter een positief saldo van 93 miljoen euro opgeleverd. Dit betreft een voorlopig beeld, aangezien de onderliggende geldstromen nog onderhevig zijn aan een eindcontrole door een externe accountant. Door de verbeterde economische vooruitzichten hebben de verzekeraars inmiddels genoeg vertrouwen in de markt om hun taak zonder staatsgarantie te vervullen. Om die reden ben ik met de deelnemende kredietverzekeraars overeengekomen om de herverzekering per 1 juli 2021 te beëindigen.6 In 2022, nadat de eindcontrole van de externe accountant plaatsgevonden heeft, zal de herverzekering in zijn geheel geëvalueerd worden.

Vergroening

In de Monitor van 2019 was vergroening een belangrijk thema, en ook in 2020 is onverminderd doorgewerkt aan de vergroening van het ekv-instrumentarium, in lijn met de klimaatambities van het kabinet. Eind vorige jaar heb ik verschillende vergroeningsmaatregelen aangekondigd.7 Zo is begin 2021 het reguliere ekv-instrumentarium verruimd voor groene exporttransacties. Daarnaast wordt momenteel een groene exportontwikkelingsgarantie ontwikkeld, waarmee bedrijven worden geholpen financiering aan te trekken voor de productie en ontwikkeling van groene export. Tevens zullen de dekkingsmogelijkheden van de investeringsverzekering voor groene investeringen in het buitenland worden verruimd. 8 Deze laatste twee maatregelen beoog ik deze zomer aan de markt aan te bieden. De vergroeningsmaatregelen worden geïmplementeerd in de vorm van een pilot van twee jaar. Eind 2022 zal de pilot geëvalueerd worden.

Aan de hand van de meetmethodiek groen, de zgn. Groenlijst die ik begin dit jaar met uw Kamer gedeeld heb9, zijn alle transacties in 2020 geclassificeerd. Van het totale bedrag dat in verzekering genomen is in 2020 is 49 procent geclassificeerd als groen. Ten opzichte van 2019 (toen betrof dit 19,7 procent) is dit een forse groei. Deze groei wordt met name veroorzaakt door het in verzekering nemen van enkele zeer grote groene projecten in termen van verzekerde bedragen. In absolute aantallen zijn 14 individuele transacties als groen gekenmerkt (15 procent van alle transacties in 2020). Voor de komende drie jaar is de doelstelling om het aantal groene transacties jaarlijks (met 15%) te laten groeien. Tegen de achtergrond van de mondiale vergroening hopen we dit te bereiken via de verruiming van het instrumentarium voor groene transactie en actieve outreach naar potentiële groene exporteurs.

Meetmethodiek fossiel

In aanvulling op de meetmethodiek groen heb ik Atradius Dutch State Business (ADSB), de uitvoeringsorganisatie van de ekv, gevraagd om een methodiek te ontwikkelen om ook het aandeel fossiele transacties in de ekv-portefeuille inzichtelijk te maken. Gezamenlijk met een onafhankelijke consultant is de meetmethodiek fossiel ontwikkeld. De uitwerking van deze methodiek vindt u bijgevoegd aan de ekv-monitor. Het inzichtelijk maken van het fossiele aandeel in de ekv-portefeuille biedt ruimte om toekomstige maatregelen op het gebied van fossiele transacties gerichter te kunnen nemen. Zoals aangegeven in de verkenning over het in lijn brengen van de ekv met de klimaatambities van Parijs is de meetmethode fossiel een belangrijke bouwsteen voor het in kaart brengen van de gevolgen van eventuele restricties op fossiele transacties en daarmee voor de besluitvorming over een concreet afbouwpad voor fossiele transacties door een volgend kabinet.10

De belangrijkst kenmerken van de meetmethode zijn (i) de indeling van de transacties naar brandstoftypen (kolen, olie en gas) en hun plaats in de waardeketen. Laatstgenoemde refereert naar drie fasen: winning fase (upstream), verwerkingsfase (midstream) en gebruiksfase (downstream). Door de transactie in te delen op brandstoftype en plaats in de waardeketen wordt de relatieve mate van bijdrage aan broeikasgasemissies inzichtelijk gemaakt.

Op basis van deze methodiek is vervolgens de totale verzekeringsportefeuille tot 1 januari 2021 geclassificeerd. Uit de analyse blijkt dat 26 procent van het volume en 17 procent van het aantal polissen, fossiel-gerelateerde transacties zijn. De uitstaande fossiele transacties zijn vaker relatief omvangrijke transacties. Het verzekerde volume van de fossiel-gerelateerde transacties is voor 47 en 51 procent te koppelen aan respectievelijk de olie- en de gassector.11 Het zwaartepunt van het verzekerde fossiele volume (67 procent) ligt binnen het upstream gedeelte (winning fase) van de waardeketen. Dit komt doordat met name in de upstream enkele grote projectfinancieringstransacties en omvangrijke scheepstransacties zitten.

Internationale inzet vergroening

Internationaal heeft Nederland zich in 2020 ingezet om met gelijkgezinde landen rond het klimaatvraagstuk en de ekv een coalitie te vormen en om klimaat hoger op de agenda te krijgen in de internationale gremia waar besloten worden over publieke exportfinanciering. De resultaten daarvan worden nu zichtbaar. Zo is 14 april 2021 de kopgroep Export Finance for Future (E3F) gelanceerd, een coalitie van landen die de ambitie heeft om de klimaatdoelen beter in de ekv te integreren. Nederland heeft samen met Frankijk, Denemarken, Duitsland, Spanje, het Verenigd Koninkrijk en Zweden daarvoor een statement of principles ondertekend waarin afspraken worden gemaakt over transparantie, het bevorderen van groene publieke exportfinanciering, het beëindigen van publieke exportfinanciering voor kolen en het onderzoeken hoe fossiele transacties het best uitgefaseerd kunnen worden. De volgende conferentie van de E3F coalitie zal door Nederland georganiseerd worden en zal na de UN Climate Change Conference of the Parties (COP26) eind 2021 plaatsvinden.

Motie van het lid Van Raan inzake Country-by-Country reporting.

Tijdens het voortgezet AO Belastingontwijking op 18 mei 2021 (Handelingen II 2020/21, nr. 76, VAO Belastingontwijking) is door middel van de door uw Kamer aangenomen motie van het lid Van Raan verzocht om met exportkredietverzekeraars in gesprek te gaan om afspraken met hen te maken over country-by-country (CbC) reporting als criterium bij de aanvraag voor exportkredietverzekeringen, en daarover aan uw Kamer terug te rapporteren.12

Het kabinet is een voorstander van het publiek maken van CbC rapportages en steunt daarom het EU-richtlijnvoorstel dat daartoe is ingediend. Het EU-richtlijnvoorstel heeft als doel het (gedeeltelijk) publiek maken van CbC rapportages voor alle bedrijven met een wereldwijde omzet vanaf EUR 750 miljoen. Op dit moment vinden onderhandelingen plaats tussen de Commissie, het Europees Parlement, en de lidstaten. Dit is de laatste fase alvorens dit richtlijnvoorstel door de Raad zal worden aangenomen. Er is derhalve uitzicht op een EU-richtlijn over publieke CbC aangenomen zal worden, die een normering zal geven voor wat publiek gemaakt moet worden uit de CbC rapportages. Het kabinet hoopt dat er spoedig een akkoord bereikt wordt en wacht dit akkoord en de werking ervan af. Het ligt niet voor de hand dat Nederland unilateraal eerder publieke CbC reporting in zou voeren en als voorwaarde zou stellen voor de verstrekking van exportkredietverzekeringen. In de Monitor ga ik hier verder op in.

Ik vertrouw erop dat ik uw Kamer met de bijgaande monitor een goed overzicht van de beleidsmatige en financiële ontwikkelingen op ekv-gebied heb gegeven.

De Staatssecretaris van Financiën, J.A. Vijlbrief


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

X Noot
3

Kamerstuk 35 420, nr. 93.

X Noot
5

Kamerstuk 35 433, nr. 9.

X Noot
6

Kamerstuk 35 420, nr. 314.

X Noot
7

Kamerstukken 26 485 en 35 420, nr. 338.

X Noot
8

Kamerstuk 26 485, nr. 338

X Noot
9

Kamerstuk 35 570 IX, nr. 42.

X Noot
10

Kamerstuk 2 6485, nr. 367.

X Noot
11

Bij het resterende fossiele volume is niet vast te stellen of deze specifiek bijdraagt aan de olie- of gassector, of wellicht aan beiden. Dit komt doordat in enkele gevallen, zoals bij bevoorradingsschepen, het exportgoed mogelijk voor zowel olie- als gaswinning ingezet kan worden.

X Noot
12

Kamerstuk 25 087, nr. 274.

Naar boven