Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 8 september 2014
Hierbij informeer ik u over de stand van zaken met betrekking tot de voortgang van
het convenant met energiebedrijven over verbeteringen in de steenkoolketen naar aanleiding
van het verzoek van de algemene commissie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking
hiertoe tijdens de procedurevergadering van 4 september jl.
Sinds eind 2013 werken de Nederlandse energieproducenten (NUON, E.ON, GDF Suez, EPZ
en Essent) en de overheid aan een convenant over maatschappelijke verantwoordelijkheid
in de steenkoolketen. Het initiatief voor MVO-afspraken ligt – zoals aangegeven in
mijn brief aan u van 27 juni jl. (Kamerstuk 26 485, nr. 189) en conform het SER advies van 25 april jl. – bij de bedrijven. In dezelfde Kamerbrief
heb ik aangegeven voor 1 oktober a.s. tot een afronding van het convenant te willen
komen.
De energiebedrijven zijn op dit moment bezig met het opstellen van het convenant inzake
maatschappelijk verantwoord ondernemen in de steenkoolketen. Cruciaal hierin zijn
voor mij: transparantie, aanspreekbaarheid van de bedrijven en een klachtenmechanisme.
Transparantie is geen doel op zich, maar een middel om de arbeids- en milieuomstandigheden
in de internationale steenkoolketen te verbeteren. Daarom valt of staat het convenant
bij een goede koppeling tussen enerzijds transparantie en anderzijds een klachtenmechanisme
waarmee, in geval van misstanden, adequaat gereageerd kan worden om de situatie in
en rondom een mijn daadwerkelijk te verbeteren. Dat de Nederlandse energiebedrijven
aanspreekbaar zijn en daarmee hun engagement tonen, is voor mij belangrijk.
Ik heb er alle vertrouwen in dat er op korte termijn een convenant ligt, gezien het
constructieve overleg met de energiebedrijven. Op 29 september heb ik een vervolgoverleg
met de CEO’s van de energiebedrijven, waarbij ik ook de voortgang van het convenant
zal bespreken.
De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking,
E.M.J. Ploumen