26 485 Maatschappelijk verantwoord ondernemen

Nr. 151 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR BUITENLANDSE HANDEL EN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 27 november 2012

Naar aanleiding van het verzoek van het lid Jan Vos over het bericht dat de Verenigde Naties aandacht heeft gevraagd voor het feit dat Shell haar internationaal aangegane verplichtingen om de vervuiling in de Nigerdelta op te ruimen niet nakomt (Handelingen II 2012/13, nr. 27, item 7 blz. 15), verwijs ik naar het rapport dat de United Nations Environment Programme (UNEP) in augustus 2011 heeft opgesteld over deze problematiek. Dit rapport is het verslag van het onderzoek van UNEP in Ogoniland, een klein gebied binnen de Niger-Delta. In dit rapport roept UNEP alle betrokken partijen, de Nigeriaanse overheid, de oliemaatschappijen en de lokale gemeenschap, op om gezamenlijk de problemen op te lossen.

Deze zaak heeft de aandacht van beide bewindspersonen van het Ministerie van Buitenlande Zaken. De Nederlandse overheid heeft alle betrokken partijen opgeroepen uitvoering te geven aan de aanbevelingen van het rapport. De Nigeriaanse overheid, bij monde van de minister van Oliezaken Mw. Madueke, is pas onlangs met een reactie op het rapport gekomen. De Nigeriaanse dochtermaatschappij van Shell, Shell Petroleum Development Company (SPDC), heeft direct na het verschijnen van het rapport aangegeven haar verantwoordelijkheid conform de aanbevelingen te willen nemen. De Nederlandse overheid zal Shell / SPDC hierop blijven aanspreken. De andere bedrijven in de joint venture waarin SPDC een minderheidsaandeel heeft naast de Nigeriaanse overheidspartner, hebben nog niet gereageerd. De Nederlandse overheid blijft zich inzetten om de dialoog tussen de verschillende partijen te bevorderen.

Naar aanleiding van het verzoek van vaste commissie voor Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, gedaan in de procedurevergadering van 23 oktober, zal ik per brief verder ingaan op de geleverde inspanningen van de Nederlandse overheid om de betrokkenen aan te spreken en de dialoog te stimuleren. Ik zal deze brief mede namens de minister van Buitenlandse Zaken sturen en daarbij ook ingaan op het verzoek van het Lid Van Ojik van 20 november, gedaan aan de minister van Buitenlandse Zaken, om een reactie te geven op het artikel op Nu.nl (Handelingen II, 2012/13, nr. 24, item 8 blz. 20).

De minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, E.M.J. Ploumen

Naar boven