26 448 Structuur van de uitvoering werk en inkomen (SUWI)

Nr. 695 BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 27 februari 2023

In juli 2022 heb ik aangekondigd de inwerkingtreding van het besluit tot wijziging van het Besluit SUWI en het Dagloonbesluit werknemersverzekeringen inzake de inkomstenverhouding (hierna: Besluit IKV) met een jaar uit te stellen naar 1 januari 2025.1 Dit uitstel bood tijd om te onderzoeken hoe de IKV-regels die zien op het opgeven van werkgeversbetalingen op een meer praktische wijze ingevuld kunnen worden. Ook bood het uitstel de mogelijkheid te onderzoeken hoe de achterliggende complexiteit van werkgeversbetalingen op grond van uitkeringen van de Ziektewet (ZW) en de Wet arbeid en zorg (WAZO) tijdens de dienstbetrekking in combinatie met regulier loon kan worden verminderd. In de afgelopen periode zijn er flinke stappen gezet om de complexiteit te verminderen. Hiertoe verwacht ik binnenkort een wijzigingsbesluit uit te zetten voor internetconsultatie.

Ondanks deze stappen heb ik helaas moeten besluiten om inwerkingtreding van het besluit opnieuw uit te stellen. Niet vanwege bezwaren rondom complexiteit, maar omdat recent is gebleken dat UWV op dit moment niet kan garanderen dat het Besluit IKV per 1 januari 2025 geïmplementeerd kan worden. Dit komt door werkzaamheden die UWV moet verrichten aan ICT-systemen die cruciaal zijn voor onder meer de uitkeringsverstrekking en de toerekening van uitkeringen aan werkgevers. Een deel van deze systemen is verouderd, wat de foutgevoeligheid vergroot. In september 2022 zijn binnen UWV nieuwe inzichten ontstaan over de urgentie, reikwijdte en impact van deze vervanging. Spoedige vervanging is noodzakelijk om de uitkeringsverstrekking niet in gevaar te brengen. Doordat UWV prioriteit moet geven aan deze vervanging blijft er onvoldoende capaciteit over om te garanderen dat het Besluit IKV per 2025 geïmplementeerd kan worden.

Uit gesprekken met stakeholders is gebleken dat zij twee jaar nodig hebben om met ingang van 2025 te kunnen voldoen aan de regelgeving. Dit betekent dat er nu duidelijkheid nodig is over inwerkingtreding van het Besluit IKV. Deze duidelijkheid kan ik niet bieden. Daarom ben ik genoodzaakt om de inwerkingtreding van het besluit nu al uit te stellen, ook al lijkt 2025 nog ver weg.

Ik vind het onverminderd belangrijk dat het Besluit IKV zo snel mogelijk in werking treedt. De implementatie van het Besluit IKV is voor een goede uitvoering van meerdere regelingen belangrijk. Uitstel van de implementatie van het Besluit IKV betekent dat een eenduidige definitie van de inkomstenverhouding voor een langere periode ontbreekt en de Belastingdienst daardoor in die periode het juiste gebruik van een inkomstenverhouding in de aangifte loonheffingen niet kan handhaven. Ik heb UWV daarom gevraagd om mij zo snel mogelijk te informeren over een haalbare implementatiedatum. Uiterlijk rond de zomer van 2023 is een nieuw weegmoment gepland om te bezien of implementatie van het Besluit IKV per 1 januari 2026 voor UWV haalbaar is. Ik zal uw Kamer over de uitkomsten hiervan zo snel mogelijk informeren.

Tot slot is er, zoals ik eerder in de brief heb aangegeven, een wijzigingsbesluit in voorbereiding dat het opgeven van werkgeversbetalingen op een meer praktische wijze zal regelen in het Besluit IKV. Hierover ben ik nog in gesprek met de uitvoeringspartijen en stakeholders. Om tot een goed resultaat te komen bij deze complexe materie is het van belang deze gesprekken zorgvuldig te blijven voeren. Dit wijzigingsbesluit hoop ik binnenkort voor te leggen voor uitvoeringstoetsen en internetconsultatie.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, C.E.G. van Gennip


X Noot
1

Kamerstuk 26 448, nr. 684.

Naar boven