26 448 Structuur van de uitvoering werk en inkomen (SUWI)

Nr. 642 BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 4 februari 2021

In de stand van de uitvoering van december 20201 heb ik uw Kamer op 14 december 2020 geïnformeerd dat ik samen met UWV en de Belastingdienst zou onderzoeken of we langer de tijd konden nemen om de nieuwe definitie van de inkomstenverhoudingen (IKV) te implementeren. We zijn het onderzoek gestart omdat er in verband met de stapeling van wet- en regelgeving keuzes gemaakt moesten binnen de ICT-portfolio van UWV en omdat we signalen van werkgevers kregen dat uitstel zou helpen om het IKV-besluit zorgvuldig te implementeren.

Inmiddels is het onderzoek afgerond en blijkt dat het mogelijk is om het IKV-besluit een jaar later in te voeren. Hierdoor treedt het besluit niet per 2022, maar per 2023 in werking. Door het besluit uit te stellen hebben werkgevers en softwareontwikkelaars langer de tijd om het besluit zorgvuldig te implementeren en ontstaat er ruimte in de ICT-portfolio van UWV voor noodzakelijke vernieuwingen.

Uitstel van het besluit heeft ook nadelen. Het belangrijkste nadeel is dat de gewenste verbeteringen een jaar later worden gerealiseerd. Dit heeft onder andere gevolgen voor de handhaving van de gedifferentieerde AWf- (WW) en Aof-premie. Ik heb uw Kamer in de stand van de uitvoering van juni 20202 geïnformeerd over de tijdelijke werkwijze rondom premiedifferentiatie in de WW. Door deze werkwijze is het voor de Belastingdienst en UWV moeilijker om in specifieke gevallen vast te stellen of werkgevers de juiste WW-premie afdragen. Door het uitstel van het besluit geldt de tijdelijke werkwijze een jaar langer en geldt deze in 2022 ook voor de Aof-premie3.

Ondanks deze nadelen weeg ik het belang van noodzakelijke ICT-vernieuwingen bij UWV en meer tijd voor een zorgvuldige invoering van het IKV-besluit zwaarder.

Om werkgevers zo veel mogelijk de tijd te geven om zich voor te bereiden op de invoering van de nieuwe IKV-definitie, zal ik het besluit zo spoedig mogelijk publiceren. Ik zal een afschrift van het besluit aan uw Kamer zenden.

Een afschrift van deze brief zend ik aan de Eerste Kamer in verband met de behandeling van het voorstel van wet inzake de differentiatie naar grootte van werkgever bij de premieheffing voor het Arbeidsongeschiktheidsfonds.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, W. Koolmees


X Noot
1

Stand van de uitvoering, Kamerstuk 26 448, nr. 634, bijlage

X Noot
2

Stand van de uitvoering, Kamerstuk 26 448, nr. 641, bijlage

X Noot
3

Voorstel van wet tot Wijziging van de Wet financiering sociale verzekeringen om te voorzien in differentiatie naar grootte van werkgever bij de premieheffing voor het Arbeidsongeschiktheidsfonds en om de systematiek van voortschrijdend cumulatief rekenen aan te passen, Kamerstuk 35 556.

Naar boven