26 448 Structuur van de uitvoering werk en inkomen (SUWI)

Nr. 527 BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 7 oktober 2014

Met deze brief geef ik invulling aan een aantal toezeggingen die zijn gedaan in het algemeen overleg van 10 september 2014 over onderwerpen aangaande de Wet structuur uitvoering werk en inkomen (SUWI)(Kamerstuk 26 448, nr. 526). Tijdens het AO is gevraagd naar de beslistermijn bij proefplaatsingen, de evaluatie van proefplaatsingen (motie Schouten c.s.) en er zijn vragen gesteld over de beoordelingstermijn van aanvragen van tewerkstellingsvergunningen voor een stageplaats voor buitenlandse studenten.

Onderstaand treft u de evaluatie en informatie over de beslistermijn van proefplaatsingen aan alsook de gevraagde informatie over tewerkstellingsvergunningen voor een stageplaats voor buitenlandse studenten.

Evaluatie en doorlooptijden proefplaatsing

In 2013 zijn er ca. 13.000 proefplaatsingen door UWV toegepast en in de eerste 8 maanden van 2014 zijn er ca. 11.500 toegekend. Het merendeel van de proefplaatsingen betreft werkzoekenden met een WW-uitkering. De duur van de proefplaatsing in de WW bedraagt maximaal twee maanden. Voor de categorie arbeidsgehandicapten bestaat er een mogelijkheid tot verlenging van deze termijn. De gemiddelde duur van de proefplaatsingen komt uit op 2,1 maand.

Uit gegevens van UVW komt naar voren dat het instrument proefplaatsing redelijk succesvol is. In bijna 48% van de onderzochte proefplaatsingen blijft de klant na de proefplaatsing bij de werkgever aan het werk.

De proefplaatsing is bedoeld om werkzoekenden met een afstand tot de arbeidsmarkt een kans op een betaalde baan te bieden. De werkgever heeft op deze manier de kans om iemand die hij anders niet zou aannemen, toch tewerk te stellen om twijfel over de geschiktheid weg te nemen.

De kans op een succesvolle proefplaatsing (betaald dienstverband na afloop) wordt groter als tussentijds en direct na afloop van de proefplaatsing contact wordt gehouden met de betrokken werkgever. UWV zal hieraan ook in de toekomst aandacht geven en heeft de interne werkwijze op enkele punten aangescherpt om de effectiviteit van het instrument verder te verbeteren.

De toepassing van het instrument proefplaatsing moet zorgvuldig plaatsvinden. Enerzijds is een snelle herintreding van de werkloze op de arbeidsmarkt geboden, anderzijds moet het risico van misbruik of oneigenlijk gebruik van algemene middelen worden voorkomen. Oneigenlijk gebruik kan bijvoorbeeld ontstaan als iemand ook op eigen kracht direct een betaalde baan kan vinden of als er geen twijfel bestaat dat de uitkeringsgerechtigde direct al geschikt is voor de functie. In die situaties is het niet nodig om deze persoon eerst twee maanden bij een werkgever te laten werken. UWV wil hiermee voorkomen dat werkzoekenden die de ondersteuning echt nodig hebben, niet meer aan bod komen. UWV zoekt hierbij de balans tussen enerzijds servicegerichtheid en anderzijds het voorkomen van onjuist gebruik van het instrument.

In het algemeen overleg van 10 september 2014 is de aanvraagperiode voor een proefplaatsing van acht weken aan de orde geweest. Gelet op mijn toezegging tijdens het AO heb ik in overleg met UWV vastgesteld dat de wettelijke termijn een maximum is, geen richtsnoer voor de daadwerkelijk afhandeling. UWV voldoet ook aan de door mij genoemde 4 weken als richtsnoer voor afhandeling, en in veel gevallen gaat die nog vlotter. Ik heb UWV gevraagd de gemiddelde doorlooptijden ook in de communicatie mee te nemen, zodat van de maximumtermijn geen afschrikkende werking uitgaat. Verder heb ik UWV gevraagd om, met inachtneming van de noodzakelijke zorgvuldigheid, zich te blijven inspannen om de beslistermijn zo kort mogelijk te houden.

Beoordelingstermijn voor een aanvraag tewerkstellingsvergunning voor buitenlandse studenten

Tijdens het AO van 10 september werd gewezen op mogelijke knelpunten in de behandeling van aanvragen voor tewerkstellingsvergunningen van buitenlandse studenten. De wettelijke termijn voor de behandeling van een aanvraag tewerkstellingsvergunning op grond van de Wet arbeid vreemdelingen bedraagt 5 weken. Die termijn van 5 weken geldt ook voor het afgeven van een advies door UWV aan de IND over de toelating tot de arbeidsmarkt in het kader van de afgifte van een gemeenschappelijke aanvraag voor verblijf en arbeid. Indien UWV aanvullende informatie nodig heeft voor een zorgvuldige beoordeling van de aanvraag, dan kan UWV deze opvragen bij de werkgever. De termijn van vijf weken wordt in dat geval niet opgeschort, hetgeen betekent dat de kwaliteit van de aanvraag en een al dan niet tijdige levering van de gevraagde aanvullende informatie door de werkgever van invloed is of de termijn van vijf weken nog kan worden gehaald. De regelgeving waaraan deze aanvragen worden beoordeeld is niet gewijzigd. Centraal staat een zorgvuldige toetsing van de aanvragen zodat vergunningen worden verleend voor werkzaamheden in het kader van de stage en geen reguliere arbeidsplaatsen worden vervuld door stagiairs.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, L.F. Asscher

Naar boven