26 448 Structuur van de uitvoering werk en inkomen (SUWI)

Nr. 474 BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 24 januari 2012

Zoals toegezegd in mijn brief van 5 september 2011 (Kamerstuk 26 448, nr. 468) betreffende de uitvoeringsinstructie van UWV over ontslagaanvragen in verband met fluctuaties in het werkaanbod en het uitbesteden van werk aan zelfstandigen, doe ik u hierbij toekomen de uitkomsten van de monitor van UWV betreffende de toepassing van deze instructie.1 Uit deze monitor blijkt dat strikt de hand wordt gehouden aan de instructie en het aantal werkgevers dat om de genoemde redenen een ontslagaanvraag indient, beperkt is.

In de periode 9 september 2011 tot en met 31 december 2011 zijn 13 ontslagaanvragen van 12 werkgevers voor in totaal 85 werknemers afgehandeld. Van deze 13 ontslagaanvragen zijn er 12 geweigerd (78 werknemers) en is er 1 toegestaan (7 werknemers). Uit de ontslagaanvragen blijkt dat relatief vaak sprake is van uitbesteden van werk (5 aanvragen, 41 werknemers) en een combinatie van uitbesteden van werk en fluctuaties in het werkaanbod (6 aanvragen, 35 werknemers). In 2 aanvragen (9 werknemers) is sprake van alleen fluctuaties in het werkaanbod.

Uit de monitor blijkt ook dat de leden van de ontslagadviescommissie (bestaande uit vertegenwoordigers van organisaties van werkgevers en werknemers) in alle gevallen unaniem hebben geadviseerd. In 11 gevallen heeft de commissie geadviseerd een ontslagvergunning te weigeren en in 2 gevallen heeft de commissie geadviseerd een ontslagvergunning te verlenen. UWV is bij 1 aanvraag afgeweken van het unanieme advies om ontslag toe te staan en heeft de vergunning ook in dat geval geweigerd.

De afwijzingen van de aanvragen hebben veelal betrekking op het feit dat een werkgever niet aannemelijk heeft gemaakt dat fluctuaties in het werkaanbod structureel zijn, of dat de werkgever niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij mogelijkheden van interne flex heeft onderzocht om fluctuaties in het werkaanbod op te vangen. Als het gaat om het uitbesteden van werk aan zelfstandigen, zijn de afwijzingen veelal het gevolg van het feit dat de werkgever niet aannemelijk heeft gemaakt dat het werk wordt uitbesteed aan echte zelfstandigen.

Ik vertrouw erop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.

De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, H. G. J. Kamp


X Noot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven