26 448
Structuur van de uitvoering werk en inkomen (SUWI)

nr. 331
BRIEF VAN DE MINISTER EN DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 16 mei 2007

1. Inleiding

In aanvulling op het jaarverslag 2006 van SZW verantwoorden wij ons over de stand van zaken van de uitvoering van de Wet SUWI. Hiertoe bieden wij u onder meer de dertiende voortgangsrapportage SUWI aan, waarin op de door u gewenste wijze over SUWI wordt gerapporteerd. De dertiende voortgangsrapportage is grotendeels gebaseerd op de jaarverslagen 2006 van de SUWI-organisaties en het oordeel van IWI daarover. Als bijlagen bij deze brief treft u aan:

– de dertiende voortgangsrapportage SUWI, inclusief het rapport van de Audit Dienst (bijlage 2);1

– jaarverslagen 2006 van UWV, CWI, SVB, BKWI, IB en RWI (bijlage 3);1

– de afschriften van de brieven aan UWV, CWI, SVB, BKWI, IB en RWI inzake het inhoudelijke oordeel over de jaarstukken en de goedkeuring van de jaarrekeningen (bijlage 4);1

– jaarverslag 2006 van IWI (bijlage 5);1

– verslagen over het vierde kwartaal 2006 van UWV, CWI, SVB, BKWI en IB (bijlage 6);1

– afschriften van de meibrieven 2007 aan UWV, CWI, SVB, BKWI en IB evenals de ketenmeibrieven aan VNG, Divosa, UWV, CWI, IB en BKWI (bijlage 7);1

– Meerjarenbeleidsplan UWV 2008 – 2012 (bijlage 8);1

2. Stand van zaken SUWI

De dertiende voortgangsrapportage SUWI (bijlage 2) en de scores op de prestatie-indicatoren (bijlage 1) laten zien dat de SUWI-organisaties in 2006 voortgang hebben geboekt om de doelen SUWI dichterbij te brengen. Op diverse onderdelen zijn de prestaties van de uitvoeringsorganisaties verbeterd.

Zo is er op het terrein van werk boven uitkering vooruitgang geboekt. CWI heeft vorig jaar door het vervullen van 104 844 vacatures de doelstelling van 95 000 vacatures ruimschoots behaald. De preventiequote Wwb en de uitstroomquotes WW en Wwb zijn gestegen. Tevens is de daling van de preventiequote WW in de tweede helft van 2006 omgebogen. Tijdens het Algemeen Overleg van 1 februari jl. over SUWI is de toezegging gedaan de resultaten van CWI over 2006 betreffende de bemiddelingsactiviteiten in een apart stroomschema weer te geven (Kamerstuk 26 448/25 883, nr. 326). Dit heeft CWI gedaan in het jaarverslag 2006. U kunt de instroom- en uitstroomresultaten over 2006 op pagina 6 van dit jaarverslag in schemavorm terugvinden.

Op het terrein van werk boven uitkering heeft UWV voor 2006 als doelstelling geformuleerd om 27 500 klanten te plaatsen door de inzet van een re-integratietraject. Deze doelstelling heeft UWV ruimschoots behaald met een totaalaantal plaatsingen in 2006 van 28 466. Helaas bleven het plaatsingspercentage WW en de re-integratieaanbodquote WW in 2006 nog beneden de norm. De lage scores op de plaatsingspercentages WW over de jaren 2002 en 2003 zijn het gevolg van de conjuncturele ontwikkelingen in die periode. De score van de re-integratieaanbodquote WW is in de loop van 2006 echter wel duidelijk gestegen: van 71% in januari tot 92% in december. Dit is voornamelijk het gevolg van actieve sturing en van de uitbreiding van het aantal beschikbare re-integratiecoaches WW in 2006. Naar verwachting zal de score op de re-integratieaanbodquote zich in 2007 stabiliseren rond de 90%.

Rechtmatigheid en tijdigheid zijn eveneens aspecten die iets zeggen over de effectiviteit van SUWI. De SVB heeft in 2006 goed gepresteerd op zowel het gebied van rechtmatigheid als tijdigheid. Bij het UWV zijn de scores voor verbetering vatbaar, met name wat betreft de rechtmatigheid en de tijdigheid van de WIA-claimbeoordeling. Voor 2006 had dit voor een belangrijk deel te maken met het omvangrijke beleidsprogramma. Het ging hierbij om de herbeoordelingsoperatie, de WIA en een groot aantal wijzigingen in de WW. Een andere omvangrijke operatie is Walvis. Ik heb u op 10 april jl. (Kamerstukken II, 2006/07, 26 448, nr. 328) geïnformeerd over de problemen in de uitvoering in de ketenbrede samenwerking tussen de Belastingdienst en UWV. Ondanks dit omvangrijke beleidsprogramma heeft UWV de transformatie van SUWI per 1 januari 2007 binnen de reguliere organisatie ondergebracht. Tevens heeft UWV, conform afspraak, eind 2006 haar efficiencytaakstelling van 25% behaald.

De scores op klanttevredenheid bij UWV, CWI en SVB moeten beter. Zo vertoonde het aantal klachten bij UWV in het begin van 2006 nog een forse stijging, als gevolg van de problemen in de uitvoering van de Ziektewet. Overigens zijn wij verheugd dat UWV deze stijging in de tweede helft van 2006 heeft weten om te buigen in een daling.

De komende jaren zullen UWV, CWI en SVB fors inzetten op verbeteringen in de kwaliteit van de dienstverlening. UWV en SVB hebben hiervoor veranderprogramma’s als de Vernieuwingsagenda UWV en SVB Tien ingezet. Ook CWI investeert in 2007 in de versterking van de klantgerichtheid. Zo vinden er verbeteringen plaats op werk.nl evenals in het telefoniebeleid van CWI.

De kwaliteit van de dienstverlening moet niet alleen worden gevonden in verbeteringen in de individuele organisaties, maar juist ook in de intensivering van de ketenbrede samenwerking. Ook in 2006 zijn daar weer de nodige stappen gezet. In oktober 2006 hebben wij het ketenprogramma 2007 ontvangen. Het thema van dit ketenprogramma, investeren in resultaat, onderschrijven wij volledig. Naar onze mening zijn er binnen verschillende regio’s mooie voorbeelden van ketenprestaties te vinden. Wij willen deze best-practices een plek geven in het ketenprogramma 2008.

Ook het Digitaal Klantdossier (DKD) geeft een impuls aan een intensievere ketensamenwerking. De ontwikkeling van DKD is in constructieve samenwerking met de ketenpartners in 2006 gevorderd. Op dit moment vindt de uitvoering van een pilot plaats.

Tot slot zijn in 2004 de ketenpartijen UWV, CWI en gemeenten gestart met de toonkamers. In de toonkamers is een geïntegreerde dienstverlening ontwikkeld en beproefd, met een vergaande samenwerking tussen ketenpartners. De klant staat centraal met als doel een snelle en effectieve re-integratie. De meeste toonkamers zijn op de dienstverlening aan werkzoekenden gericht. Dit jaar hebben de ketenpartners de eindevaluatie van de toonkamers uitgebracht. De brochure met de samenvatting daarvan bieden wij u hierbij ter kennisname aan (bijlage 9)1. Wij vinden de eerste resultaten veelbelovend. Zo is de uitstroom uit de WW naar werk acht procent hoger en zijn de klanten tevreden over het werkproces in de toonkamer. Een inhoudelijke reactie op de eindevaluatie toonkamers wordt geformuleerd in het kader van de uitwerking van het Coalitieakkoord en de evaluatie SUWI.

3. Vooruitblik: 2007 en 2008

Werk maken van een betere dienstverlening is het thema voor 2007. Door middel van SVB-Tien en de Vernieuwingsagenda UWV investeren SVB en UWV fors in de verbetering van de kwaliteit van de dienstverlening.

Bijgevoegd treft u tevens het meerjarenbeleidsplan 2008–2012 van UWV aan. In dit meerjarenbeleidsplan zit tevens de Vernieuwing UWV verwerkt. De Vernieuwingsagenda geeft over de periode 2007–2011 weer welke activiteiten binnen de bedrijfsvoering van UWV worden uitgevoerd om de kwaliteit van de dienstverlening integraal naar een hoger niveau te tillen. Wij staan positief tegenover de ambities die UWV met de Vernieuwingsagenda nastreeft. De effecten die verschillende onderdelen uit het coalitieakkoord op de bedrijfsvoering van UWV kunnen hebben, worden nog verwerkt in de Vernieuwingsagenda. Daarom hebben wij UWV verzocht om in oktober van dit jaar een geactualiseerde versie naar ons te sturen.

De scores op de prestatie-indicatoren die van toepassing zijn op de re-integratiecoaches WW, vertonen in 2006 een positief beeld wat betreft de nieuwe instroom WW. UWV is voor 2007 verzocht nader onderzoek te doen naar de netto-effectiviteit van de re-integratiecoaches WW. Naar verwachting zullen wij de resultaten van dit onderzoek deze zomer ontvangen. Uw Kamer heeft de regering op 17 oktober 2006, door middel van de motie Noorman-den Uyl en Van Dijk, verzocht de re-integratiecoaches WW ook in te zetten voor langdurig werklozen die moeilijk plaatsbaar zijn op de arbeidsmarkt (Kamerstukken II 2006/07, 26 448, nr. 300). Uit de uitvoeringstoets van UWV blijkt dat uitbreiding van de huidige capaciteit aan re-integratiecoaches en re-integratiemiddelen nodig is om uitvoering te kunnen geven aan deze motie. Gegeven de beperktheid aan middelen gaat mijn voorkeur uit naar de inzet van de huidige re-integratiecoaches WW op de nieuwe instroom. Op basis van de uitkomsten van het evaluatieonderzoek deze zomer, zullen wij nader beslissen over de structurele financiering van de re-integratiecoaches WW.

Voor CWI ligt in 2007 de nadruk op de bemiddeling. Daarbij zal CWI zich richten op de moeilijk bemiddelbare personen (zoals ouderen, laaggeletterden) en die door middel van extra stimulansen aan werk helpen. Een voorbeeld is om 15 000 extra ouderen aan werk te helpen via het project Talent scout 45+.

Voor 2008 en verder heeft de ketensamenwerking de hoogste prioriteit. Wij hebben dit jaar voor het eerst een ketenmeibrief naar UWV, CWI en gemeenten gestuurd. Het is een eerste uitwerking van ons voornemen uit het coalitieakkoord om te komen tot prestatie-afspraken UWV, CWI en gemeenten. Uiteindelijk moet dit leiden tot de situatie dat de klant via 1 loket wordt geholpen. Het vorig jaar aan u aangeboden positionpaper CWI/UWV (Kamerstukken II, 2006/07, 26 448, nr. 313) levert daarvoor goede aanknopingspunten.

Participatiebevordering is een belangrijk element uit het coalitieakkoord en daarmee ook in onze ketenmeibrieven. De matching van vraag en aanbod dient door de ketenpartners op een hoger niveau te worden gebracht, waarbij ook aandacht wordt besteed aan de duurzaamheid van re-integratie.

Naast de ketensamenwerking zijn er natuurlijk ook nog specifieke prioritaire thema’s die voor de afzonderlijke SUWI-organisaties gelden. In de separate meibrieven (bijgevoegd) zijn deze verwoord. Zo verwachten wij van UWV bijvoorbeeld dat de loonaangifteketen en de polisadministratie in 2008 verder versterkt en gestabiliseerd zijn.

4. Tot slot

Wij zijn van mening dat de afgelopen vijf jaar de fundamenten zijn neergelegd voor de huidige uitvoeringsstructuur. Op basis van die fundamenten wordt de uitvoering de komende jaren verder verbeterd.

Deze constatering wordt onderschreven in de SUWI-evaluatie die in augustus 2006 aan u is aangeboden (Kamerstukken II, 2005/06, 26 448, nr. 290). Daarin wordt geconcludeerd dat de beoogde bestuurlijke structuren tot stand zijn gekomen. Tegelijkertijd is er de komende jaren nog veel te doen ten aanzien van (een herkenbare regie op) de ketensamenwerking, procesoptimalisatie en inzet van informatietechnologie. Het huidige coalitieakkoord en de veranderprogramma’s van de SUWI-organisaties geven daar invulling aan.

Op basis van de bestaande fundamenten zal verder worden gewerkt aan de verbetering van de uitvoeringsstructuur. De fundamenten voor de uitvoeringsstructuur zijn echter gelegd en de beoogde bestuurlijke structuren zijn tot stand gekomen. Daarmee is in wezen het «Groot Project» SUWI afgerond. Verdere rapportage zoals vereist bij een «Groot Project» is disproportioneel, gelet op de veranderingen die nog aan de orde zijn. Beter ware dan ook om thans te komen tot beëindiging van de status van «Groot Project» voor de SUWI, en over te gaan tot een aangepaste periodieke voortgangsrapportage over de verdere veranderingen op basis van de jaarplannen, kwartaalverslagen en jaarverslagen. Hierover willen wij in een eerstvolgend Algemeen Overleg SUWI met u in gesprek gaan.

De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

J. P. H. Donner

De staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

A. Aboutaleb


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

XNoot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven