26 419 Toerisme en recreatie

Nr. 44 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN, LANDBOUW EN INNOVATIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 16 juni 2011

Hierbij bied ik u mijn reactie op de sectorvisie «Versterken en Veraangenamen» van Gastvrij Nederland aan.

Als bijlagen bij deze reactie bied ik u de beantwoording van de vragen met de volgende kenmerken aan: (kamerstuk 26 419, nr. 45 en Aanhangsel Handelingen II vergaderjaar 2010/11, nrs. 2959 en 2960).1

De staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,

H. Bleker

1. Inleiding

Er is op dit moment veel aandacht voor toerisme en recreatie, ofwel de gastvrijheidseconomie. Het gaat weer beter met de gastvrijheidseconomie. De sector zit voor het eerst sinds de economische recessie in de lift. In 2010 bezochten zo’n 11 miljoen buitenlandse verblijfsgasten ons land, evenveel als in recordjaar 2007. Daarnaast brachten ongeveer 17,7 miljoen Nederlanders een vakantie in eigen land door. Het toeristische seizoen 2011 is, mede dankzij het mooie weer tijdens het voorjaar, goed gestart.

Op 28 april jl. heeft Gastvrij Nederland de Sectorvisie «Versterken en Veraangenamen»2 aan mij aangeboden. Daarmee hebben zestien branches en organisaties in de gastvrijheidseconomie zich voor het eerst gemeenschappelijk gepresenteerd.

In deze visie geven deze partijen aan hoe zij samen willen werken aan een aantrekkelijk, duurzaam en internationaal onderscheidend ondernemersklimaat voor de sector.

In reactie op «Versterken en Veraangenamen» en de door u gestelde vragen3, licht ik u hierbij mijn beleid ten aanzien van de gastvrijheidseconomie toe. Dit beleid geef ik vorm binnen de relevante kaders van het kabinet, zoals het Regeerakkoord, de hoofdlijnen van het nieuwe bedrijfslevenbeleid4 en het te sluiten Bestuursakkoord 2011–2015 over de decentralisatie van het beleid voor natuur, toeristisch-recreatieve gebiedsontwikkeling en regionale economie.

Concreet geef ik mijn beleid langs drie lijnen weer:

  • meer ruimte voor ondernemers

  • een gerichte Holland Promotie met minder Rijksfinanciering

  • meer ruimte op decentraal niveau voor toeristisch-recreatieve gebiedsontwikkeling

In deze brief licht ik u het belang van de gastvrijheidseconomie toe en ga ik nader in op de drie lijnen van mijn beleid.

2. De gastvrijheidseconomie: een belangrijke economische sector

In «Versterken en Veraangenamen» vraagt Gastvrij Nederland aandacht voor het belang van de gastvrijheidseconomie voor de Nederlandse economie.

De totale economische betekenis van de gastvrijheidseconomie bedroeg in 2009 ruim 35 miljard euro, zo’n 3% van het Bruto Nationaal Product.5 In de sector zijn zo’n 400 000 personen werkzaam, verspreid over zo’n 50 000 bedrijven (met name MKB).

De gastvrijheidseconomie is een sector met een gunstig toekomstperspectief. Door de verwachte wereldwijde groei van de welvaart zal het belang van de gastvrijheidseconomie in de nabije toekomst waarschijnlijk groeien. Het Nederlands Bureau voor Toerisme en Congressen (NBTC) verwacht dat het aantal internationale gasten dat ons land bezoekt in 2010 stijgt tot 14,25 miljoen6. Ecorys heeft berekend dat de toeristische werkgelegenheid in dezelfde periode kan groeien met 60 000 à 70 000 banen7.

De gastvrijheidseconomie levert daarnaast een bijdrage aan het vestigingsklimaat. De sector draagt bij aan de «quality of life», waardoor ons land aantrekkelijk wordt voor bedrijven, bewoners en bezoekers. Zoals Gastvrij Nederland stelt, is de sector daardoor randvoorwaardelijk voor de negen topsectoren, die het kabinet ondersteunt vanuit het nieuwe bedrijfslevenbeleid. Kenniswerkers uit binnen- en buitenland stellen per slot van rekening hoge eisen aan de kwaliteit van hun omgeving. Ons land is, ook vanuit een breder economisch perspectief, gebaat bij een goed toeristisch imago.

3. Meer ruimte voor Ondernemers

Een van de hoofdlijnen van het nieuwe bedrijfslevenbeleid is meer ruimte voor ondernemers. Dit kabinet gelooft in de kracht van ondernemers. Zij jagen innovatie aan, zorgen voor welvaart en werkgelegenheid en dragen bij aan innovatieve oplossingen voor maatschappelijke uitdagingen.

Gastvrij Nederland vraagt in «Versterken en Veraangenamen» om meer ruimte en vertrouwen voor ondernemers. Het kabinet zet daar op in door vermindering van regeldruk voor alle bedrijven in Nederland. Daarnaast zet het kabinet in op sectorspecifieke regeldrukvermindering voor de gastvrijheidseconomie.

Generieke Vermindering Regeldruk

In «Naar de Top» heeft het kabinet de ambitie aangekondigd om de administratieve lasten voor bedrijven fors te verlagen: in 2012 een reductie van 10 procent ten opzichte van 2010, en na 2012 een jaarlijkse reductie van 5 procent. In deze brief kondigt het kabinet al een aantal voorbeelden aan van generieke regels die zij vereenvoudigt of schrapt, waarvan ook de gastvrijheidseconomie profiteert.

Dit jaar voert het kabinet bijvoorbeeld Rijksbreed de inspectievakantie in en vereenvoudigt het kabinet het loonstrookje.

Specifieke Vermindering Regeldruk

Om de regeldruk in de gastvrijheidseconomie verder te verlichten, is EL&I vorig jaar in samenwerking met Gastvrij Nederland het project «Vermindering Regeldruk en Toezichtslasten Toerisme en Recreatie» gestart. Daarbij zijn knellende regelgeving en mogelijke oplossingsrichtingen geïnventariseerd.

Op basis daarvan wordt nu een aantal prioritaire oplossingsrichtingen uitgewerkt. Ik noem u twee voorbeelden:

  • De HORECA- en recreatiesector behoort tot de koploperbranches die eind dit jaar het Ondernemingsdossier willen invoeren. In de nieuwe Digitale Agenda.nl8 is het Ondernemingsdossier als speerpunt opgenomen om regeldruk voor ondernemers te verminderen. Met het Ondernemingsdossier kan, gecombineerd met vereenvoudiging van gegevensuitwisseling in de keten,  de regeldruk voor betrokken ondernemers met  minimaal 15 procent worden teruggebracht.

  • Alterra doet in opdracht van het ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie (EL&I) een onderzoek naar de effecten van recreatie op de Natura 2000-doelen. Deze gegevens zullen worden benut bij het opstellen van de beheerplannen en bij de vergunningverlening voor recreatieve activiteiten in of nabij Natura 2000 gebieden, zodat recreatieondernemers sneller weten welke mogelijkheden er voor hun bedrijfsvoering zijn.

Over de oplossingsrichtingen blijf ik met Gastvrij Nederland in gesprek.

Daarnaast vraagt Gastvrij Nederland in «Versterken en Veraangenamen» om een goede wisselwerking tussen natuur en economie. De natuurwetgeving dient goede bescherming te bieden aan natuurdoelen, maar anderzijds ook voldoende ruimte te bieden aan ondernemers.

Als opmaat voor de nieuwe Natuurwet heeft de Regiegroep Recreatie & Natuur, waarin de gastvrijheidseconomie vertegenwoordigd is, een position paper opgesteld: «Meer Darwin, minder details; oproep voor een werkbaar en dynamisch natuurbeleid»9.

In dit position paper geeft de Regiegroep Recreatie & Natuur in een vijftiental punten zijn visie op het samengaan van het recreatie- en natuurbeleid, waaronder Natura 2000. Zoals ik u heb gemeld in mijn brief van 23 februari 201110 bezie ik de mogelijkheden om de uitvoering van Natura 2000 te verbeteren, en knelpunten in de wetgeving op te lossen. De meeste door de Regiegroep geïdentificeerde punten worden meegenomen in het proces van de voorbereiding van de nieuwe Natuurwet, waarin de huidige Flora- en faunawet, Natuurbeschermingswet en Boswet zullen samengaan.

4. Gerichte Holland Promotie

In het Regeerakkoord heeft het kabinet aangekondigd dat het de overheidsfinanciën weer gezond wil maken. Ook het bedrijfsleven heeft daar baat bij. Een van de maatregelen die het kabinet heeft aangekondigd is om 500 miljoen euro aan subsidies voor het bedrijfsleven te schrappen. De opbrengst daarvan wordt gebruikt voor belastingverlaging voor het bedrijfsleven.

In dat kader zal ik ook de Rijksbijdrage aan het NBTC voor de bevordering van het inkomend toerisme herzien. EL&I stelt nu op jaarbasis 16,6 miljoen euro beschikbaar aan NBTC. Deze bijdrage zal ik in vier jaar afbouwen naar structureel 5,8 miljoen euro (vanaf 2015).

Meer focus in de Holland Promotie

Met de nieuwe Rijksbijdrage van 5,8 miljoen euro is het NBTC in staat om een compacte, gerichte organisatie in stand te houden voor de internationale marketing en congreswerving van Nederland. Ik stel mij voor dat het NBTC zich met de nieuwe Rijksbijdrage sterker gaat richten op de belangrijkste toeristische herkomstmarkten (zoals België en Duitsland) en bezoekerssegmenten (zoals stedenbezoekers en zakelijke bezoekers). Het NBTC werkt op dit moment aan een Strategisch Marketingplan voor 2012–2015. Uiterlijk eind dit jaar wil ik op basis daarvan nieuwe prestatieafspraken met het NBTC vastleggen.

Het NBTC is deels publiek en deels privaat gefinancierd. Het NBTC zal voor de uitwerking van het Strategisch Marketingplan samenwerken met partners uit het bedrijfsleven en met regionale overheden. Het ligt voor de hand dat het NBTC daarbij, met het oog op de verminderde Rijksbijdrage, onderzoekt of het mogelijk is de relatieve bijdrage van deze partners aan haar begroting te verhogen. De partners van het NBTC dragen op dit moment jaarlijks ruim 40% bij aan de totale begroting.

Holland Naturally 2012

Deze kabinetsperiode maak ik, bovenop de reguliere activiteiten van het NBTC, het internationale evenementjaar Holland, naturally 2012 mogelijk. Daarmee zal het NBTC de Nederlandse natuur en het daaraan verbonden toeristisch-recreatieve aanbod internationaal onder de aandacht te brengen, met als dragend evenement de Floriade. Het is de bedoeling dat dit evenement minimaal 150 000 unieke bezoekers naar Nederland trekt.

Het NBTC werkt voor Holland Naturally samen met Natuurmonumenten, Staatsbosbeheer, de Unie van Waterschappen, de Samenwerkende Nationale Parken en de Nederlandse Tuinbouwraad.

5. Gebiedsontwikkeling decentraal

Dit kabinet kiest voor een decentralisatie van beleid voor natuur, toeristisch-recreatieve gebiedsontwikkeling en regionale economie. Daarmee brengt het kabinet dit beleid zo dicht mogelijk bij de burger en ondernemer.

De hoofdlijnen hiervoor zijn opgenomen in het Regeerakkoord en het (voorlopige) Bestuursakkoord 2011–2015 tussen de Vereniging van Nederlandse Gemeenten, het Interprovinciaal Overleg, de Unie van Waterschappen en het Rijk. Een nadere uitwerking van de decentralisatie van dit beleid zal worden opgenomen in een deelakkoord. Onderdelen daarvan zijn afspraken over de herijking van de Ecologische Hoofdstructuur, de afronding van het beleid inzake recreatiegebieden rond de stad en afspraken over de decentralisatie van verantwoordelijkheden en middelen over de overige doelen in het Investeringsbudget Landelijk Gebied, waaronder de landelijke routenetwerken voor wandelen, fietsen en varen.

In lijn met de decentralisatie en de bezuinigingen uit het Regeerakkoord zal EL&I ook de structurele bijdrage aan het Kenniscentrum Recreatie (KCR) vanaf 2012 tot 2014 afbouwen. Op basis van deze beslissing en de economische krapte bij andere (potentiële) opdrachtgevers, heeft het KCR besloten zich zelf op te heffen. Het KCR heeft de afgelopen jaren binnen en buiten de gastvrijheidseconomie een goede naam opgebouwd. Het KCR zal zich de komende tijd inspannen om haar kennis en netwerk zo goed mogelijk over te dragen aan haar partners.

De nieuwe Rijksrol ten aanzien van toeristisch-recreatieve gebiedsontwikkeling is om de nationale wettelijke kaders te stroomlijnen in de nieuwe Wet Natuur. Zoals in paragraaf 3 aangegeven, is een goed evenwicht tussen de bescherming van natuur enerzijds en voldoende ruimte voor ondernemers anderzijds, van belang.

6. Conclusie

De gastvrijheidseconomie is een belangrijke economische sector. In deze brief heb ik u toegelicht hoe ik deze sector gericht zal ondersteunen.

Daarvoor zet ik in op de drie geschetste lijnen: meer ruimte voor ondernemers, een gerichte Holland Promotie met minder Rijksfinanciering en meer ruimte op decentraal niveau voor toeristisch-recreatieve gebiedsontwikkeling.


X Noot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

X Noot
2

Sectorvisie Versterken en Veraangenamen, Gastvrij Nederland, April 2011.

X Noot
3

Kamervragen 4 mei 2011, kenmerk 2011Z08852/2011D23626; Kamervragen 10 mei 2011, kenmerk 2011Z09619; Kamervragen 26 mei 2011, kenmerk 2011Z11123; Kamervragen 6 juni 2011, kenmerk 2011Zl0588/2011D27895.

X Noot
4

«Naar de top: de hoofdlijnen van het nieuwe bedrijfslevenbeleid», Kamerstukken II, 2010–2011, 32 637, nr. 1.

X Noot
5

Kerncijfers Toerisme en Recreatie Editie 2010, NBTC.

X Noot
6

Destinatie Holland 2020: Toekomstvisie Inkomend Toerisme, NBTC, augustus 2008.

X Noot
7

Toerisme: De Banenmotor, Ecorys, 25 juni 2010.

X Noot
8

Kamerstukken II, 2010–2011, 29 515, nr. 331.

X Noot
9

Meer Darwin, Minder Natuur, Regiegroep Recreatie en Natuur, 12 oktober 2009.

X Noot
10

Kamerstukken II, 2010–2011, 62 370, nr. 1.

Naar boven