26 407 Biodiversiteit

Nr. 99 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 29 juni 2015

Bijgaand ontvangt u, conform uw verzoek, mijn reactie op het rapport «State of Nature» van het Europese Milieuagentschap dat in opdracht van de Europese Commissie opgesteld is. Tevens zal ik ingaan op het behalen van de internationale biodiversiteitdoelen in VN-verband.

EU State of Nature

De State of Nature van het Europese Milieuagentschap is gebaseerd op de nationale rapportages van alle EU-lidstaten voor de Habitatrichtlijn en de Vogelrichtlijn over de periode 2007–2012. Het rapport geeft de opgetelde Europese staat van instandhouding van de habitattypen en soorten van de Habitatrichtlijn weer. Van de vogels worden de Europese trends gegeven. Lidstaten en biogeografische regio’s worden met elkaar vergeleken. Ook worden de belangrijkste gerapporteerde bedreigingen en drukfactoren aangegeven.

Aan de hand van de samengevatte gegevens worden vervolgens analyses uitgevoerd hoe het ervoor staat met de Europese ecosystemen, wat de invloed van Natura 2000 op het herstel van de Europese biodiversiteit is en of de doelen van de Europese biodiversiteitsstrategie behaald kunnen worden.

Het rapport constateert dat over het algemeen de Atlantische regio, waartoe Nederland behoort, samen met de Boreale regio er minder goed voor staat dan de andere regio’s. Beide regio’s hebben tegelijk ook het hoogste aandeel verbeteringen.

Uit de State of Nature blijkt dat in heel Europa de habitattypen er minder goed voor staan dan de soorten. Een habitattype is een complex systeem dat een langere tijd nodig heeft om zich te herstellen dan een enkele soort. Europees gezien is de staat van instandhouding van soorten en habitattypen niet substantieel gewijzigd sinds de vorige rapportage. Sommige waarden vertonen tekenen van herstel, terwijl een aanzienlijk deel van de habitattypen en soorten in een ongunstige staat nog verslechtert. In het rapport wordt geconcludeerd dat de algehele achteruitgang is gestopt, maar de EU biodiversiteitsdoelen voor 2020 niet gehaald zullen worden. In het rapport wordt tevens geconcludeerd dat het netwerk van Natura 2000-gebieden een grote rol speelt in het stabiliseren van waarden waar het slecht mee gaat.

In Nederland wordt de staat van instandhouding van habitattypen vooral bepaald door de kwaliteit, die samenhangt met ons intensieve grondgebruik, de hoge stikstofdepositie en de gewijzigde hydrologische toestand.

Het rapport geeft aan dat in Nederland veel soorten van de Habitatrichtlijn in ongunstige staat van instandhouding verkeren. Deze soorten laten echter meer dan gemiddeld in Europa een positieve trend zien. Ook de stand van de vogelpopulatie in Nederland laat meer dan in andere lidstaten een positieve trend zien, vooral waar het broedvogels betreft. Hier staan ook soorten met een negatieve trend tegenover, maar de balans lijkt per saldo positief uit te vallen.

In Nederland is de afgelopen decennia veel geïnvesteerd in de natuur en daardoor lijkt de achteruitgang van de biodiversiteit tot staan te zijn gebracht, zie hiervoor ook het in september 2014 aan uw Kamer aangeboden PBL-rapport «De toekomst is nú: Balans van de leefomgeving 2014». De inwerkingtreding van de PAS en het starten van de beheerplannen zullen een impuls geven aan de verdere verbetering van de staat van de Nederlandse natuur. Herstel van de natuur kost echter tijd.

Ik wil de Fitness Check benutten om de uitvoering van de Vogel- en Habitatrichtlijn te optimaliseren. Ook het versterken van de beschermde gebieden in het Natuurnetwerk Nederland is van belang voor het netwerk van Natura 2000-gebieden. Daarnaast is versterking van de natuur in de steden, op bedrijventerreinen en het landelijk gebied noodzakelijk om onze doelstellingen te bereiken. Mede daarom zet ik mij samen met provincies, gemeenten, bedrijven en burgers in voor het realiseren van natuurcombinaties.

Internationale biodiversiteitsdoelen

Behalve op Europees niveau heeft Nederland ook op mondiaal niveau afspraken gemaakt over biodiversiteitdoelen, als partij van het internationale biodiversiteitverdrag dat onder de vleugels van de VN ontwikkeld is (Convention on Biological Diversity – CBD). Het nationale en internationale beleid van Nederland dat bijdraagt aan het behalen van de internationale doelen staat beschreven in de vijfde nationale CBD-rapportage dat ik april 2014 naar uw Kamer heb gestuurd (Kamerstuk 26 407, nr. 92).

Tijdens de twaalfde vergadering van het Biodiversiteitverdrag in Zuid-Korea in oktober 2014 (Kamerstuk 26 407, nr. 96) is een tussentijdse evaluatie gepresenteerd: de Global Biodiversity Outlook 4. Uit dit rapport blijkt dat er op onderdelen van de 22 doelstellingen vooruitgang is geboekt. Tegelijkertijd blijkt ook dat voor het behalen van de doelen in 2020 inspanning van alle landen nodig blijft.

Daartoe geeft deze evaluatie aanbevelingen waarmee de CBD-doelen gehaald kunnen worden. Vele primaire sectoren zoals landbouw, visserij, mijnbouw, houtproductie en watermanagement zijn verantwoordelijk voor de staat van de biodiversiteit van nu en de toekomst en zijn er ook afhankelijk van. Daarom is het van belang om tot een natuurinclusieve economie te komen. Nederland was vanuit de natuurvisie al volop bezig met het inbedden van biodiversiteit in diverse sectoren, zoals ook is aangegeven in de vijfde nationale CBD-rapportage. De aanbevelingen van de Global Biodiversity Outlook 4 sterken mij in het voornemen om daarmee door te gaan.

De Staatssecretaris van Economische Zaken, S.A.M. Dijksma

Naar boven