26 407 Biodiversiteit

Nr. 62 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN, LANDBOUW EN INNOVATIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 21 juni 2012

Hierbij bied ik u de studie «TEEB voor het Nederlandse bedrijfsleven» aan.1 Deze studie van KPMG is de tweede publicatie van een serie van zes Nederlandse studies die wordt uitgebracht in het kader van TEEB («The Economics of Ecosystems and Biodiversity») voor Nederland. Met TEEB voor Nederland wil het kabinet de economische en maatschappelijke waarde van ecosysteemdiensten en biodiversiteit in termen van kosten en baten inzichtelijk maken. De eerste studie «TEEB Groen, gezond en productief», is op 16 mei 2012 aan uw Kamer gezonden (TK 2011–2012, 26 407, nr. 61). Naast de twee genoemde studies zijn er ook studies gaande over ruimtelijke afwegingen (TEEB Fysiek), Nederlandse handelsketens, Caribisch Nederland en Stad (in opdracht van de gemeente Apeldoorn met ondersteuning van de ministeries van I&M en EL&I).

Het kabinet beoogt met deze TEEB-studies een aantal effecten te bereiken. In de eerste plaats draagt de benadering in de TEEB-studies bij aan bewustwording bij ondernemers en overheden van de economische en maatschappelijke betekenis van ecosysteemdiensten en biodiversiteit door deze te waarderen en zo mogelijk te monetariseren. In de tweede plaats kan dit leiden tot een verbreding van afwegingen in de bedrijfsvoering en besluitvorming en ontstaan concrete handelingsperspectieven.

De studie «TEEB voor het Nederlandse bedrijfsleven» maakt dit ook duidelijk. Kennis van de manier waarop bedrijven en sectoren afhankelijk zijn van en impact hebben op ecosysteemdiensten en biodiversiteit ligt aan de basis van bedrijfseconomisch handelen en lange termijn-winstgevendheid. De studie laat voor 9 sectoren zien dat er handelingsperspectief is voor bedrijven en biedt daarvoor handvatten. De tuinbouw heeft bewezen dat biologische plaagbestrijding mogelijk is. Natuurlijke bestuiving bespaart bijvoorbeeld de tomatenteelt jaarlijks ca. EUR 10–40 miljoen ten opzichte van alternatieve bestuivingmethoden.

En in een wereld waarin een deel van de vissoorten is over-geëxploiteerd ontstaan ook strategische kansen voor bedrijven zoals diervoederproducenten.

Door tijdig te anticiperen op de toenemende druk op biodiversiteit en met een gerichte analyse van de afhankelijkheden, kansen en risico’s kan in sommige gevallen concurrentievoordeel ontstaan. Met name voor de bedrijven die sneller handelen dan anderen of echte innovaties realiseren. Ook de casus over chemie in de studie laat zien dat bedrijven hun strategische positie kunnen verbeteren.

Ik zie deze studie als perspectiefvol voor bedrijven en sectoren. De komende periode zal worden gebruikt om, in samenwerking met het Platform Ecosystemen en Economie (BEE), in gesprek te gaan met sectoren en bedrijven binnen deze sectoren over de betekenis van ecosystemen en biodiversiteit en hoe hier concreet mee kan worden omgegaan.

De staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, H. Bleker


X Noot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven