26 399
Jaarrapportage procedureregeling Grote Projecten

nr. 5
BRIEF VAN DE COMMISSIE VOOR DE RIJKSUITGAVEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 18 mei 2005

Bijgaand bied ik u de periodieke rapportage aan van de commissie voor de Rijksuitgaven over de wijze waarop de Procedureregeling Grote Projecten wordt toegepast. De commissie voor de Rijksuitgaven heeft besloten deze rapportage voortaan jaarlijks te doen laten verschijnen op het geëigende moment om terug te blikken op het voorbije jaar, namelijk de derde woensdag in mei. Behalve het feit dat de Jaarrapportage Grote Projecten voortaan met een vaste frequentie en op een vast tijdstip zal verschijnen, zal ook explicieter en concreter per groot project gerapporteerd worden.

Het is mij een genoegen u deze eerste jaarrapportage «nieuwe stijl» over 2004 op de derde woensdag in mei te mogen aanbieden.

De voorzitter van de commissie voor de Rijksuitgaven,

B. M. de Vries

Jaarrapportage 2004 Procedureregeling Grote Projecten

1. De jaarrapportage grote projecten

Inleiding

In de artikelsgewijze toelichting van de vigerende Procedureregeling Grote Projecten is ten aanzien van artikel 6 opgenomen:

«De commissie voor de Rijksuitgaven geeft aan de coördinerende en ondersteunende rol op het punt van de grote-projectenprocedure inhoud door jaarlijks een rapportage uit te brengen over de aangewezen grote projecten en de wijze waarop de regeling wordt toegepast. In die jaarlijkse rapportage kan ook aangegeven worden welke projecten inmiddels als afgesloten beschouwd kunnen worden.» (zie kamerstuk 28 247, nr. 1; p. 12).

Tot op heden heeft de commissie voor de Rijksuitgaven een drietal jaarrapportages uitgebracht,1 die evenwel een groter tijdvak besloegen dan één jaar. De commissie voor de Rijksuitgaven heeft besloten voortaan daadwerkelijk per kalenderjaar een rapportage uit te brengen. Deze zal worden uitgebracht op de derde woensdag in mei, omdat dit – naar analogie met de departementale jaarverslagen – het geëigende moment is om te rapporteren over wat er in het voorbije jaar is gebeurd en bereikt.

Jaarrapportage «nieuwe stijl»

De onderhavige rapportage is de eerste jaarrapportage «nieuwe stijl». Behalve het feit dat de jaarrapportage met een vaste frequentie (i.c. jaarlijks) en op een vast tijdstip (i.c. op de 3e woensdag in mei) zal verschijnen, is ook de opzet aangepast. In de jaarrapportages zal namelijk explicieter en concreter per groot project gerapporteerd worden. In ieder geval zal weergegeven worden welke voortgangs- en accountantsrapportages zijn verschenen en op welke wijze deze door de Tweede Kamer behandeld zijn. Daarnaast zal in de jaarrapportage in algemene zin gekeken worden naar de effectiviteit van de regeling. Zonodig zal de commissie voor de Rijksuitgaven in de jaarrapportages aanbevelingen doen voor aanpassing van de regeling of over de wijze waarop de regeling toegepast zou moeten worden.

Deze jaarrapportage over 2004 is echter nog relatief beperkt van opzet. Dit heeft twee oorzaken.

Ten eerste overlapt deze rapportage met de laatst verschenen rapportage (uit november 2004) die de periode van juli 2000 tot juli 2004 besloeg (zie kamerstuk 26 399, nr. 3). Dit impliceert dat over de eerste helft van het jaar 2004 in feite al gerapporteerd is. Daarnaast is in de laatste jaarrapportage van november 2004 al uitvoerig ingegaan op de achtergronden en actuele ontwikkelingen ten aanzien van de Procedureregeling Grote Projecten.

Ten tweede is eind 2004 het eindrapport van de Tijdelijke Commissie Infrastructuurprojecten verschenen. In dit rapport worden vele aanbevelingen gedaan ten aanzien van grote projecten. Zo wordt onder meer een voorstel gedaan voor een geheel nieuwe grote projectenregeling, in de vorm van een door Kamer en kabinet te accorderen protocol «Procedure- en Informatieregeling Grote Projecten». Omdat binnen de commissie voor de Rijksuitgaven momenteel nog uitwerking wordt gegeven aan deze voorstellen, zal pas in de jaarrapportage 2005 op dit punt iets gemeld kunnen worden.

2. Grote projecten in het jaar 2004

In deze paragraaf wordt ingegaan op de ontwikkelingen in het kalenderjaar 2004 met betrekking tot grote projecten. Het gaat daarbij om respectievelijk aanwijzing van nieuwe, beëindiging van oude en behandeling van bestaande grote projecten. Ultimo 2004 zijn er 15 projecten die door de Tweede Kamer als groot project zijn aangewezen.

In bijlage 1 zijn alle cijfers opgenomen waarop de navolgende subparagrafen zijn gebaseerd.

a.) Nieuwe grote projecten in 2004

In 2004 is één nieuwe groot project gestart: »Andere Overheid». Op 23 november 2004 heeft de Tweede Kamer besloten dit project, dat valt onder de verantwoordelijkheid van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, aan te wijzen als groot project. In totaal was er ultimo 2004 sprake van 15 grote projecten, waarvan er één (Westerschelde Oeververbinding) beëindigd kan worden omdat in 2004 een eindevaluatie is verschenen.

b.) Afgesloten grote projecten in 2004

Relatief veel grote projecten zijn formeel beëindigd in 2004. Deels is dit het gevolg van het in gang zetten van een «opschoonactie» in 2004, om grote projecten die een min of meer slapend bestaan kenden formeel te beëindigen.

ProjectDepartementDatum aanwijzingDatum beëindiging
PKB-SchipholV&W2-5-199510-2-2004
BalansverkortingVROM27-7-199519-3-2004
Contourennota rechterlijke machtJustitie27-10-199815-9-2004
Invoering VreemdelingenwetJustitie14-12-200015-9-2004
Inburgering oudkomersBZK5-7-200129-6-2004
Groepsgrootte onderwijsOCW10-12-199721-12-2004

c.) Voortgangsrapportages

Twintig voortgangsrapporten zijn in 2004 verschenen. De actualiteitswaarde van deze stukken is een aandachtspunt. In de Procedureregeling Grote Projecten staat: «De voortgangsrapporten verschijnen maximaal drie maanden na de peildatum van de rapportages. Bij betrokkenheid van derden is deze termijn maximaal 4 maanden1 ». Het voortgangsrapport over de Modernisering AWBZ is in 2004 de enige rapportage die binnen de maximumnorm van drie maanden aan de Tweede Kamer is aangeboden. Veel voortgangsrapportages verschenen exact na drie maanden, maar een groot aantal verscheen – in termen van de procedureregeling – te laat. Zo verschenen bijvoorbeeld de voortgangsrapportages over de grote projecten Betuweroute, HSL-Zuid, Maaswerken en Vervanging F-16, meer dan 5 maanden na afloop van de peildatum.

d.) Accountantsrapporten

Voor het merendeel van de grote projecten is in 2004 een accountantsrapport verschenen (10 in totaal). Op dit punt zijn per commissie verschillende afspraken gemaakt:

– er zijn projecten waarbij geen accountantsrapporten (meer) worden opgesteld (bijvoorbeeld Modernisering AWBZ).

– er zijn projecten waarbij eens per jaar een accountantsrapport verschijnt (bijvoorbeeld alle projecten op het terrein van Verkeer en Waterstaat).

– er zijn projecten waarbij iedere voortgangsrapportage vergezeld is van een accountantsrapport, dat gelijktijdig wordt aangeboden (bijvoorbeeld bij de projecten «Naar een veiliger samenleving» en C2000).

De actualiteitswaarde van sommige accountantsrapporten wordt negatief beïnvloed doordat deze vaak enige weken later verschijnen dan het voortgangsrapport waarop ze betrekking hebben. Zo verschenen voor de projecten HSL-Zuid, Betuweroute en Maaswerken de accountantsrapporten bijna een half jaar na de peildatum, met als gevolg dat deze niet meer behandeld zijn.

e.) Behandeling in commissies

In 2004 zijn over vrijwel alle stukken, die in het kader van de Procedureregeling Grote Projecten zijn ontvangen, schriftelijke vragen gesteld of werd door de desbetreffende commissie een algemeen overleg gehouden. De vaste commissie voor Verkeer en Waterstaat koos er in een aantal gevallen zelfs voor om eerst feitelijke vragen te stellen over voortgangsrapportages en vervolgens hierover een algemeen overleg te houden.

Daarentegen zijn er ook voorbeelden van voortgangsrapporten en een eindevaluatie die weliswaar door de vaste commissie betrokken zijn bij een bepaald algemeen overleg, maar daarbij marginaal aan de orde kwamen.

De actualiteit van de debatten over grote projecten is overigens niet alleen afhankelijk van het tijdig beschikbaar stellen van actuele stukken door het kabinet, maar wordt soms ook negatief beïnvloed door de soms lange tijd die er overheen gaat alvorens een commissie een stuk behandelt. Op dit punt is een grote diversiteit waarneembaar. De variatie in behandelingsnelheid door de Kamer loopt van het organiseren van algemeen overleg 2 weken na ontvangst van een voortgangsrapportage (Pantservoertuigen) tot en met het betrekken van een voortgangsrapportage bij een algemeen overleg vier maanden nadat het stuk was ontvangen («Naar een veiliger samenleving»).

Los van de oorzaak, kan worden vastgesteld dat in 2004 het merendeel van de algemeen overleggen dat gevoerd werd, de informatie over het desbetreffende groot project tenminste een half jaar oud was.

3. Conclusies en aanbevelingen

De commissie voor de Rijksuitgaven stelt met tevredenheid vast dat vrijwel alle stukken die de Tweede Kamer in 2004 in het kader van de Procedureregeling Grote Projecten heeft ontvangen, actief behandeld zijn door de desbetreffende vakcommissies. Daarnaast is er in 2004 serieus werk gemaakt van het formeel beëindigen van grote projecten die een «slapend bestaan» kenden.

Minder positief is de commissie voor de Rijksuitgaven op het punt van de «actualiteitswaarde». Dit betreft zowel de soms late aanlevering van voortgangs- en accountantsrapportages door het kabinet, maar ook de soms lange tijd die verstrijkt alvorens een stuk daadwerkelijk wordt behandeld in de Kamer. Zo zijn er bijvoorbeeld diverse algemeen overleggen over grote projecten gehouden, waarbij gesproken werd over informatie die ten minste een half jaar oud was.

De commissie voor de Rijksuitgaven is van mening dat de effectiviteit van het instrument «groot project» nog kan worden vergroot door te streven naar kortere doorlooptijden. Zij beveelt derhalve de desbetreffende vaste kamercommissie aan alert te zijn op de termijnen die gelden voor voortgangsrapporten en accountantsrapporten en zonodig bewindspersonen hier op aan te spreken, dan wel hernieuwde afspraken op dit punt te maken. Daarnaast zouden vaste kamercommissies minstens zo alert moeten zijn op een vlotte behandeling en agendering van stukken die zij ontvangen in het kader van de Procedureregeling Grote Projecten.

BIJLAGE 1

Departe-mentGroot projectDocumentKamerstukPeildatumVerschenen opActualiteitBehandeld opBehandelwijzeKamerstuk
BZKC20004e VGR25 124 nr. 361-1-20048-4-20043,2 mnd. 23-6-2004AO25 124 nr. 38
 C2000accountantsrapp.25 124 nr. 361-4-20048-4-20040,2 mnd. 23-6-2004AO25 124 nr. 38
 C20005e VGR25 124 nr. 391-7-20041-10-20043 mnd. 7-12-2004AO25 124 nr. 40
 C2000accountantsrapp.25 124 nr. 391-7-20041-10-20043 mnd. 7-12-2004AO25 124 nr. 40
          
BZKNaar een veiliger samenleving3e VGR28 684 nr. 291-1-200419-5-20044,5 mnd.30-6-2004AO28 824 nr. 18
 Naar een veiliger samenlevingaccountantsrapp.28 684 nr. 291-1-200419-5-20044,5 mnd. 30-6-2004AO28 824 nr. 18
 Naar een veiliger samenleving4e VGR28 684 nr. 361-7-200413-10-20053,5 mnd. 8-2-2005AO28 684 nr. 48
 Naar een veiliger samenlevingaccountantsrapp.28 684 nr. 361-7-200413-10-20053,5 mnd. 8-2-2005AO28 684 nr. 48
          
BZKAndere Overheid(*)       
          
DEFVervanging F162e jaarrapportage26 488 nr. 191-1-200425-5-20045,8 mnd. 30-6-2004AO26 488 nr. 22
 Vervanging F16accountantsrapp.26 488 nr. 191-1-200425-5-20045,8 mnd. 30-6-2004AO26 488 nr. 22
          
DEFPantservoertuigen5e jaarrapportage26 396 nr. 261-1-200431-3-20043 mnd.15-4-2004AO26 396 nr. 31
          
DEFLCF7e VGR25 800 nr. 111-1-20048-4-20043,3 mnd.11-6-2004vragen25 800 nr. 12
 LCFaccountantsrapp.25 800 nr. 111-1-20048-4-20043,3 mnd.   
          
V&WBetuweroute14e VGR22 026 nr. 1881-7-200316-12-20035,5 mnd. 25-3-2004; 7-4-04vragen + AO22 589 nr. 229; 22 026 nr. 197
 Betuweroute15e VGR22 589 nr. 2321-1-20049-4-20043,3 mnd.19-5-2004vragen22 589 nr. 235
 Betuwerouteaccountantsrapp.22 589 nr. 2341-1-200425-5-20045,8 mnd.   
 Betuweroute16e VGR22 589 nr. 2361-7-20044-10-20043,1 mnd. 8-12-2004AO22 589 nr. 243
          
V&WHSL-Zuid13e VGR22 026 nr. 1881-7-200316-12-20035,5 mnd. 24-3-04; 7-4-2004vragen + AO22 026 nr. 190 + 197
 HSL-Zuid14e VGR22 026 nr. 1921-1-20049-4-20043,3 mnd. 29-6-04; 13-10-04vragen + AO22 026 nr. 205 + 210
 HSL-Zuidaccountantsrapp.22 026 nr. 2001-1-200425-5-20045,8 mnd.   
 HSL-Zuid15e VGR22 026 nr. 2071-7-200414-10-20043,5 mnd.8-12-2004AO22 026 nr. 212
          
V&WWesterschelde Oeververbindingeindevaluatie17 741 nr. 49 10-12-2004  (**) 
V&WMaaswerken4e VGR18 106 nr.1381-7-200316-12-20035,5 mnd.19-2-2004AO18 106 nr. 141
 Maaswerken5e VGR18 106 nr.1431-1-200420-4-20043,7 mnd.2-6-2004vragen18 106 nr. 150
 Maaswerkenaccountantsrapp.18 106 nr.1471-1-20043-6-20046,1 mnd.   
 Maaswerken6e VGR18 106 nr.1531-7-200425-10-20043,8 mnd.4-3-2005vragen18 106 nr. 155
          
V&WRuimte voor de Rivier3e VGR18 106 nr. 1421-1-20042-4-20043,0 mnd.26-5-2004vragen18 106 nr. 146
 Ruimte voor de Rivier4e VGR18 106 nr. 1521-7-200430-9-20043,0 mnd. 12-1-05; 23-3-05vragen + AO18 106 nr. 154 + 158
          
V&WProject Mainport Rotterdam(***)       
          
OCWICT in het onderwijs10e VGR25 737 nr. 1021-1-200417-5-20044,5 mnd. 3-6-2004AO25 737 nr. 103
 ICT in het onderwijsaccountantsrapp.25 737 nr. 1021-1-200417-5-20044,5 mnd. 3-6-200428 684 nr. 4825 737 nr. 103
          
SZWSUWI7e VGR26 448 nr. 1411-1-200419-5-20044,6 mnd. 24-6-2004AO26 488 nr. 149
 SUWI8e VGR26 448 nr. 1571-7-200429-9-20043 mnd. 25-11-2004AO26 488 nr. 175
          
VWSModernisering AWBZ6e VGR26 631 nr. 741-1-200411-3-20042,4 mnd. 24-6-2004AO26 631 nr. 74
 Modernisering AWBZ7e VGR26 631 nr. 1081-7-200413-10-20042,4 mnd.16-12-2004AO 

(*) Het project is aangewezen als nieuw groot project. In 2004 is nog geen basisrapportage ontvangen

(**) De vaste commissie voor VenW heeft besloten deze evaluatie te betrekken bij het debat over het rapport van de Tijdelijke Commissie Infrastructuurprojecten

(***) Over het project PMR ontvangt de Tweede Kamer wel stukken, maar (nog) niet in het kader van de Procedureregeling Grote Projecten


XNoot
1

1e rapportage: januari 1996 t/m december 1997 (kamerstuk 26 399, nr. 1)

2e rapportage: januari 1998 t/m juni 2000 (kamerstuk 26 399, nr. 2)

3e rapportage: juli 2000 t/m juni 2004 (kamerstuk 26 399, nr. 3).

XNoot
1

Zie kamerstuk 28 247, nr. 1; p. 8 (bijlage B artikel 6).

Naar boven