26 234 Vergaderingen interim- Committee en Development Committee

Nr. 196 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR BUITENLANDSE HANDEL EN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 5 april 2017

Hierbij informeer ik u, mede namens de Minister van Financiën, over de Nederlandse inzet bij de Voorjaarsvergadering van de Wereldbankgroep («de Bank»), die plaatsvindt van 21 tot 23 april 2017 in Washington, D.C.

Een belangrijk onderwerp op de agenda van de Voorjaarsvergadering is ongelijkheid. De winsten van economische vooruitgang van de afgelopen decennia zijn niet altijd eerlijk verdeeld. In de ministeriële bijeenkomst van het Development Committee zal daarom samen met de Bank, het Internationaal Monetair Fonds (IMF) en de Verenigde Naties (VN) worden besproken welke maatregelen landen en de instellingen kunnen nemen om ongelijkheid tegen te gaan.

Voor de plenaire vergadering van het Development Committee staan drie onderwerpen geagendeerd: de implementatie van de toekomststrategie van de Bank, de zogeheten Forward Look; de financiële capaciteit van de Bank; en de evaluatie van de stemverhoudingen binnen de Bank.

Als onderdeel van de uitvoering van de toekomststrategie wordt allereerst gesproken over resultaatafspraken voor de modernisering van de Bank. Onder Nederlandse aanmoediging heeft de Bank de afgelopen jaren verschillende initiatieven genomen om slagvaardiger te worden en om beter tegemoet te komen aan de uitdagingen van de Duurzame Ontwikkelingsdoelen.

Met een betere Bank als vertrekpunt komt de financiële capaciteit van de verschillende onderdelen van de Bank aan de orde en worden manieren besproken om die te versterken. Nederland vraagt een solide financiële onderbouwing van de Bank om te beoordelen of een kapitaalverhoging wenselijk is.

Tenslotte wordt ook gesproken over een mogelijke herverdeling van aandelen en stemgewichten van landen binnen de Bank.

Het kabinet maakt zich ernstig zorgen over de hongersnood in delen van Afrika en in Jemen en zal tijdens de Voorjaarsvergadering aandacht vragen voor de getroffen bevolking. Nederland pleit voor een actieve rol van de Bank bij het aanpakken van de crisissituatie. Naast de inzet van noodhulp moeten organisaties zoals de Bank investeren in de ontwikkeling en weerbaarheid van de getroffen gemeenschappen.

1. Ongelijkheid

Hoewel extreme armoede de afgelopen decennia sterk is verminderd, blijft ongelijkheid zowel tussen als binnen landen hoog. Bij het aannemen van de Duurzame Ontwikkelingsdoelen in 2015 benadrukte Nederland dat uitbanning van extreme armoede in 2030 niet haalbaar is zonder ongelijkheid aan te pakken (Kamerstuk 33 625, nr. 182). Nederland beschouwt het tegengaan van ongelijkheid als een voorwaarde voor het bereiken van de kerndoelstellingen van de Bank (het beëindigen van extreme armoede en het bereiken van gedeelde welvaart), waarbij niemand mag achterblijven (Leave No One Behind).

De Bank en het IMF stellen dat ongelijkheid door politieke keuzes bestreden kan worden in zowel ontwikkelde als ontwikkelingslanden. Ook waar ongelijkheid veroorzaakt wordt door mondiale ontwikkelingen zoals technologische vooruitgang en wereldhandel, speelt nationaal beleid volgens de instellingen een bepalende rol in het verbeteren of verslechteren van ongelijkheid binnen een land. Zo kan de ontwikkeling van de financiële sector in een land alleen bijdragen aan het tegengaan van ongelijkheid als bijvoorbeeld vrouwen en het midden- en kleinbedrijf daarvan meeprofiteren.

Instellingen als de Bank en het IMF moeten een prominente rol spelen bij het bestrijden van ongelijkheid. Het bevorderen van gelijke kansen verdient prioriteit in de landenprogramma’s van de instellingen. Nederland verwelkomt de inzet van de instellingen om inclusieve groei te bevorderen door bijvoorbeeld te investeren in de vroege ontwikkeling van kinderen en meer mogelijkheden voor vrouwen te creëren om deel te nemen aan de economische ontwikkeling. Het is internationaal gezien van belang om steun voor mondiale economische integratie te behouden, met oog voor een goede verdeling van de opbrengsten ervan. Dit heeft volgens de instellingen bijvoorbeeld bijgedragen aan het verheffen van miljoenen mensen uit extreme armoede.

2. Strategie 2030: Forward Look

De afgelopen jaren heeft de Bank belangrijke resultaten voor ontwikkeling geboekt en heeft Nederland intensief samengewerkt met de Bank. Tijdens de vorige Jaarvergadering, waarover uw Kamer reeds is geïnformeerd (Kamerstuk 26 234, nr. 194), is de toekomststrategie van de Bank voor 2030 vastgesteld. Met deze Forward Look-strategie ambieert de Bank een leidende rol bij het realiseren van de internationale ontwikkelingsagenda voor 2030. Voor Nederland blijft de Bank een van de belangrijkste ontwikkelingspartners.

Tijdens de Voorjaarsvergadering zal worden gesproken over de voortgang van de implementatie van de toekomststrategie. Mede op aandringen van Nederland zijn er verschillende stappen gezet om te komen tot een betere Bank, die is uitgerust om bij te dragen aan het bereiken van de huidige ontwikkelingsdoelen. De Bank versterkt bijvoorbeeld de focus op fragiele staten en vergroot de inzet om extra private financiering voor ontwikkeling te mobiliseren. Er wordt ook gewerkt aan verbeteringen van het bedrijfsmodel van de Bank. Zo zijn de projectstandaarden (safeguards) en het aanbestedingsbeleid van de Bank gemoderniseerd en wordt de doorlooptijd van leningen met éénderde verkort. Tijdens de Voorjaarsvergadering zal Nederland de Bank houden aan het verder vertalen van de gestelde ambities naar concrete resultaten.

3. Financiële capaciteit

Op basis van de toekomststrategie en de vraag naar financiering wordt dit jaar bezien of de huidige financiële capaciteit van de Bank volstaat of dat een kapitaalverhoging wenselijk is voor de International Bank for Reconstruction and Development (IBRD), het onderdeel van de Bank voor middeninkomenslanden, en de International Finance Corporation (IFC), de private sectortak van de Bank.

Nederland ziet nog ruimte voor andere opties om de financiële capaciteit van de Bank te versterken. Deze moeten terdege worden verkend voordat wordt overgegaan tot besluitvorming over een kapitaalverhoging. Zo zal Nederland tijdens de Voorjaarsvergadering pleiten voor verdere maatregelen om de operationele uitgaven van de Bank te verlagen en haar inkomsten te vergroten, bijvoorbeeld door te variëren in het beprijzen van Bankleningen. Ook roept Nederland de Bank op om nog effectiever en efficiënter gebruik te maken van het reeds ingelegde kapitaal van landen.

De aandeelhoudende landen hebben zich gecommitteerd aan een tijdpad waarbij een besluit over een eventuele kapitaalverhoging is voorzien bij de Jaarvergadering in oktober 2017. Het is vooralsnog echter onduidelijk of er voor een kapitaalverhoging voldoende draagvlak is onder de landen en of daarmee het voorziene tijdpad haalbaar is. Uw Kamer zal hierover te zijner tijd geïnformeerd worden.

4. Voice

Als onderdeel van de vijfjaarlijkse zogeheten Shareholding Review wordt de verdeling van aandelen en stemgewichten van landen binnen de Bank geëvalueerd. Het doel van de evaluatie is om recht te doen aan zowel de veranderende economische verhoudingen in de wereld als aan de positie van ontwikkelingslanden binnen de Bank. Nederland onderschrijft dit doel en heeft verschillende initiatieven gesteund om de inspraak van ontwikkelingslanden te vergroten. Voor de evaluatie is een maatstaf ontwikkeld, de zogenaamde dynamische formule, die de basis vormt voor een eventuele herverdeling van aandelen.

Tijdens de Voorjaarsvergadering wordt gesproken over de mogelijke toepassing van de formule en de manier waarop via een selectieve kapitaalverhoging een eventuele herverdeling van aandelen kan plaatsvinden. In samenhang met het tijdpad voor de optie van een algemene kapitaalverhoging, die in beginsel geen gevolgen heeft voor de stemverhoudingen, is een besluit hierover voorzien bij de Jaarvergadering in oktober 2017. Nederland zet in op een geleidelijke en evenwichtige herziening van de verdeling van aandelen, waarbij oog is voor de positie van kleine en middelgrote landen en eventuele verliezen in stemgewicht zo eerlijk mogelijk worden verdeeld. Nederland pleit daarom voor een beperkte uitgifte van nieuwe aandelen en voor het stellen van limieten aan hoeveel het stemgewicht van individuele landen maximaal kan verwateren, zodat een herschikking in beheersbare stappen plaatsvindt. De samenstelling, structuur en zetelverdeling van de Bestuursraad van de Bank staan hierbij niet ter discussie.

5. Voedselcrisis in Afrika en Jemen

Mede op aandringen van Nederland werkt de Bank steeds intensiever samen met VN-organisaties om humanitaire en ontwikkelingstaken te verbinden. Naast crisisrespons en wederopbouw draagt de Bank voortdurend bij aan conflictpreventie door te investeren in de ontwikkeling en weerbaarheid van landen. Onder aanmoediging van Nederland zet de Bank daar sterker op in en besteedt ze hierbij meer aandacht aan fragiliteit en conflict.

De hongersnood in delen van Afrika en in Jemen eist steeds meer levens. Om erger te voorkomen heeft Nederland actie ondernomen door hulp te bieden en steun te vragen voor de hongerende bevolking, onder andere via de samenwerkende hulporganisaties van Giro 555. Multilaterale kanalen zoals de Bank zijn hierbij voor Nederland een belangrijke actor. Zo is de Bank voornemens om 360 miljoen dollar vrij te maken uit het speciale crisisloket voor de armste landen dat met steun van Nederland is opgericht. Dit is onderdeel van een concessioneel financieel pakket van 1,6 miljard dollar van de Bank bestaande uit huidige en nieuwe programma’s die ten goede moeten komen aan de ontwikkeling van de getroffen gebieden in Ethiopië, Jemen, Kenia, Nigeria, Somalië en Zuid-Sudan.

De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, E.M.J. Ploumen

Naar boven