26 234 Vergaderingen Interim Committee en Development Committee

Nr. 163 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR BUITENLANDSE HANDEL EN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 29 september 2014

Hierbij stuur ik u, mede namens de Minister van Financiën, de Nederlandse inzet bij de Jaarvergadering van de Wereldbank Groep (WBG). De Jaarvergadering vindt plaats op 10–12 oktober a.s. in Washington DC. Ik heb met uw Kamer afgesproken om u voorafgaand aan de Voorjaars- en Jaarvergaderingen een brede inzetbrief te sturen.

Ik zal in deze brief ingaan op de inzet die ik zal plegen op de onderwerpen die voorliggen tijdens de vergadering van het Development Committee (DC):

  • «Shared prosperity» (gedeelde welvaart, naast het beëindigen van de extreme armoede vóór 2030 nu de tweede hoofddoelstelling van de WBG. Wat Nederland betreft sterk gekoppeld aan de VN ontwikkelingsdoelen voor na 2015).

  • De situatie in de LICs (Low Income Countries).

  • Inzet van de WBG op gendergelijkheid.

  • Energie (besloten DC Lunch).

Daarnaast wil ik mij, ook en marge van de Jaarvergadering, richten op de volgende thema’s:

  • Het speerpunt water (mede vanwege de actieve rol van Nederland bij de nieuwe Global Practice Water).

  • Noodhulp (mede vanwege de actualiteit, concreet de ebola-epidemie in West-Afrika en de situatie in het Midden-Oosten).

  • Herziening van de safeguards bij de WBG en van het aanbestedingsbeleid van de WBG.

Ik zal in deze brief een toelichting geven op evenementen en gesprekken waaraan ik en marge van de Jaarvergadering zal deelnemen. Ten slotte zal ik in deze brief ingaan op enkele recente ontwikkelingen rondom de WBG, zoals steun aan Oekraïne (lid van de Nederlandse kiesgroep), het in Den Haag georganiseerde IMF-Wereldbank Kiesgroepoverleg op 30 mei–1 juni jl. en de gezamenlijke reis met de President van de Wereldbank Groep, Jim Yong Kim, naar de Filippijnen op 13–14 juli jl.

1. Wereldbank Groep

De inzet die ik pleeg via de Wereldbank Groep sluit nauw aan op mijn agenda voor hulp en handel. Mijn beleid richt zich op drie soorten bilaterale relaties met landen: hulp-, overgangs- en handelsrelaties. De Wereldbank Groep werkt volgens hetzelfde principe. De klantlanden van de WBG gradueren idealiter van het IDA-loket (zachte leningen) naar IBRD (leningen met iets gunstiger voorwaarden dan de markt). De IFC en MIGA dragen met diverse financiële instrumenten bij aan de ontwikkelingsrelevante versterking van de private sector.

2. Onderwerpen op de agenda van de Voorjaarsvergadering WBG

Algemeen

Na alle aandacht het afgelopen jaar voor de per 1 juli jl. in werking getreden interne hervormingen is het nu tijd dat de WBG zich weer meer naar buiten richt – ik zal de WBG dan ook oproepen de komende tijd zich vol te richten op implementatie van de nieuwe strategie. Dit is des te belangrijker omdat een groot aantal ontwikkelingen in de wereld de aandacht van de WBG verdient. Ebola dreigt bijvoorbeeld op de korte termijn jaren van ontwikkelingsvooruitgang in Afrika teniet te doen en vormt een bedreiging voor de gezondheid van mensen elders ter wereld – ik zal de Jaarvergadering benutten voor het bespreken van de rol van de WBG bij het bestrijden ervan. De WBG heeft projecten gelanceerd in de crisislanden Liberia, Sierra Leone en Guinee met een kostenplaatje van USD 105 miljoen, waarmee onder meer de inzet van extra medisch personeel gefinancierd zal worden, alsmede voedselhulp voor de getroffen bevolking. Daarnaast helpt de WBG de getroffen landen om met de economische gevolgen van de crisis om te gaan.

Verder ben ik voornemens de WBG te vragen alles op alles te zetten in de eindsprint voor het behalen van de Millennium Ontwikkelingsdoelen, die als deadline 31 december 2015 hebben. Zoals bekend, loopt de wereld flink achter op schema voor wat betreft de doelen op het gebied van bijvoorbeeld gezondheid en milieu. Ten slotte zal ik de WBG oproepen om de komende periode een grotere rol te spelen in de discussie over het vervolg op de Millennium Ontwikkelingsdoelen, bijvoorbeeld aangezien financiering van het behalen van de nieuwe doelen aan de orde zal komen en de WBG op dat gebied veel kennis en expertise in huis heeft. Vanuit mijn rol als co-voorzitter van het Global Partnership for Effective Development Co-operation zal ik op dat punt ook opmerken dat het niet alleen om meer, maar vooral ook om betere, effectievere hulp zal gaan en het aanspreken van alternatieve financieringsbronnen, zoals in de private sector en de ontwikkelingslanden zelf. Met de oprichting van de zogenaamde «global practices», door President Kim omschreven als «global communities of experts in all major areas of development», heeft de WBG een basis voor het effectief bijdragen aan de bredere agenda die de nieuwe zogenaamde «Sustainable Development Goals» zullen behelzen.

Gedeelde welvaart (shared prosperity)

Van de eigen doelstellingen van de WBG staat ditmaal tijdens de DC de tweede centraal; gedeelde welvaart. Deze doelstelling bouwt voort op de bestaande zorgen dat een eenzijdige focus op groei in inkomen per capita van de bevolking niet voldoende is als ontwikkelingsdoelstelling. Economische groei leidt niet automatisch tot positieve effecten voor de laagste inkomens. Groei dient inclusief te zijn: de armen moeten participeren in het proces van groei en daarvan profiteren: zowel groei- als verdelingscomponenten moeten verbeteren. Het verbeteren van het verdienpotentieel van de onderste 40% is de directe weg naar de toename van gedeelde welvaart. Ik onderstreep dat economische groei inclusief en duurzaam dient te zijn. De gedeelde welvaart doelstelling sluit dan ook naadloos aan op mijn eigen beleidsagenda en laat zien dat de Wereldbank een hefboom is voor Nederlands beleid op dit punt.

De afgelopen vijftien jaar kende over het algemeen een periode met sterke economische groei en een sterke toename in gedeelde welvaart. Het 2014 Global Monitoring Report van de Wereldbank stelt dat het inkomen per capita van de onderste 40% in 52 van de 79 landen waarvoor voldoende gegevens beschikbaar waren, sneller groeide dan het inkomen per capita van de totale bevolking. Echter, het gebrek aan voortgang bij het behalen de Millennium Development Goals (MDGs) laat zien dat de onderste 40% van de bevolking in veel landen nog steeds veel slechter af is dan de rest van de bevolking. Met name in de fragiele staten zijn de uitdagingen voor het bereiken van gedeelde welvaart aanzienlijk. Ik onderschrijf de aandacht die de WBG schenkt aan het bereiken van gedeelde welvaart in fragiele staten, mede omdat een disproportioneel deel van de armsten in de wereld in toenemende mate in fragiele staten woont. Bezuinigingen bij de Bank moeten dan ook niet ten koste van de inzet in deze landen gaan.

De WBG maakt in haar beleid onderscheid tussen verschillende groepen die deel uitmaken van de onderste 40% van de bevolking. In vele lage-inkomenslanden zijn de meeste families in de onderste 40% afhankelijk van agrarische productie terwijl in midden-inkomenslanden de meeste mensen van de onderste 40% hun inkomen verdienen in de industrie- of dienstensector. Dit vraagt om landenspecifiek beleid. Tijdens het DC zal gediscussieerd worden over de nader uitgewerkte plannen van de WBG ten aanzien van gedeelde welvaart en welke praktische maatregelen moeten worden genomen om dit speerpunt te laten slagen. De WBG verdeelt deze praktische maatregelen in drie categorieën: 1) enhancing human capacities and building assets; 2) improving access to markets; en 3) tax and transfer policies. Op basis van mijn beleid van hulp, handel en investeringen, zal ik vooral het belang van markttoegang en beleid op belastingen benadrukken. Nederland geeft hierbij het goede voorbeeld door het bieden van technische assistentie bij het professionaliseren van belastingdiensten in ontwikkelingslanden. Algemene succesformules bestaan echter niet en ik zal daarom tevens wijzen op de noodzaak tot maatwerk.

Lage inkomenslanden (LICs)

Het IMF verwacht dat de economische groei voor LICs met ongeveer 6% de komende jaren stabiel zal blijven. Ondanks de hoge groeiverwachtingen zijn LICs kwetsbaar voor de effecten van externe schokken vanwege beperkte valutareserves, begrotingstekorten en hoge binnenlandse rentes. Verkrapping van financieringsvoorwaarden op internationale kapitaalmarkten en dalende grondstofprijzen vormen risico’s die de verwachte economische ontwikkeling kunnen ondermijnen. Het is voor LICs van belang technische capaciteit en kennis verder uit te bouwen om deze volatiliteit en complexiteit het hoofd te bieden. Zeker voor LICs die met conflict te maken hebben is dit geen eenvoudige opgave.

De discussie tijdens het DC over lage inkomenslanden (LICs) zal zich centreren rond a) de verschillende categorieën waarin lage inkomenslanden zijn in te delen; b) de redenen waarom groei in sommige landen achterblijft op het gemiddelde; en c) de brede recente macro-economische ontwikkelingen. De doelstelling van de discussie in het DC is om meer inzicht te krijgen in wat de specifieke kwetsbaarheden van deze landen zijn. LICs hebben typerende economische en sociale kenmerken die vaak over het hoofd worden gezien in algemene discussies over mondiale economische ontwikkelingen. Mijn inzet is dat deze discussie zal leiden tot concrete actiepunten voor de Wereldbank Groep bij de ondersteuning van deze specifieke groep landen.

Gendergelijkheid

Ik ben tevreden over de inzet van de WBG op gendergelijkheid, een van de inhoudelijke prioriteiten van de WBG. Het World Development Report 2012 over gender en ontwikkeling heeft ertoe geleid dat het onderwerp bij de WBG hoog op de agenda is gezet. Nederland en de WBG hebben een gedeeld belang in het versterken van gendergelijkheid als voorwaarde voor inclusieve economische groei en het uitbannen van extreme armoede. Ik verwelkom daarom de voortschrijdende systematische integratie van gendergelijkheid in de regionale en landenprogramma’s binnen de WBG, inclusief de ondersteunende innovatieve projecten en kennisopbouw die publiekelijk gedeeld worden met partners. Ik hoop dat binnenkort alle programma’s genderaspecten meenemen in zowel analyse, programmering, uitvoering en monitoring en evaluatie. Ik deel dan ook de analyse van de WBG dat economische empowerment van vrouwen van groot belang is, en dat daartoe een brede aanpak van de knelpunten die vrouwen tegenkomen het beste werkt. Het WBG-rapport Women, Business and the Law is hier een goede basis voor. Afhankelijk van de situatie kan versterking van politieke participatie, bestrijding van geweld tegen vrouwen (waaronder vroege en gedwongen huwelijken) en versterking van seksuele en reproductieve rechten en gezondheid de benodigde ruimte creëren voor grotere economische deelname van vrouwen. Ik zal dit ook benadrukken tijdens de discussie van dit onderwerp in het DC en vragen dit tot belangrijk uitgangspunt te maken bij het opstellen van de nieuwe Gender Equality and Development Strategy van de WBG de komende periode.

Energie (DC Lunch)

In 2013 heeft de Wereldbank een start gemaakt met nieuw beleid op het terrein van energie met als doelstelling betaalbare, betrouwbare en duurzame energie voor iedereen. Dit moet een directe bijdrage leveren aan de twee kerndoelstellingen van de WBG (uitbannen extreme armoede en gedeelde welvaart). De discussie tijdens de DC lunch zal zich richten op het gehele pakket aan maatregelen dat de WBG tot haar beschikking heeft om het verschil te kunnen maken in landen waar de toegang tot energie nog dermate problematisch is dat het ontwikkeling in de weg staat. Ik onderstreep het belang van een goede energievoorziening en de rol van de WBG daarbij. Samen met de Secretaris-Generaal van de VN, leidt President Kim het internationale initiatief «Sustainable Energy for All» en alleen daarom is de WBG al een toonaangevende speler op dit dossier. Ik zet in op transitie van de energie portefeuille van de WBG, voor meer aandacht voor energietoegang en voor hernieuwbare energie.

3. Onderwerpen en bijeenkomsten en marge van de jaarvergadering

Tijdens mijn bezoek aan Washington zal ik, naast de bijeenkomst van het DC, gesprekken voeren met het management van de Wereldbank Groep en met collega’s.

Side events en bilaterale gesprekken

Het definitieve programma van events en bilaterale gesprekken is bij het opstellen van deze brief nog niet bekend. Ik zal u hierover nader informeren tijdens het AO Wereldbank.

Gelijkgezindendiner

Aan de vooravond van het DC staat tevens het gelijkgezinden-diner op het programma. Deze groep van landen1 besloot op weg naar Busan samen op te trekken. Deze groep heeft een andere, bredere samenstelling dan bijvoorbeeld de Nordic +. De ambitie van de groep was om op weg naar Busan samen op te trekken op delen van de «Aid effectiveness» agenda. Tijdens het diner, ditmaal op uitnodiging van Duitsland, staat het post-2015 proces, vluchtelingenproblematiek en de bredere discussie van een geïntegreerd veiligheids- en ontwikkelingsbeleid centraal.

Nederlandse inzet bij de Global Practice Water

De Wereldbank heeft Nederland gevraagd strategisch samen te werken op water en samen de nieuw op te richten Water Practice (WP) vorm te geven. De WBG heeft aangegeven dat graag met hulp van Nederland te willen doen vanwege de kennis die Nederland heeft op het gebied van water en het feit dat Nederland reeds een langjarige partner is in een aantal belangrijke kennisprogramma’s binnen de watersector van de WBG. Dit biedt een kans om tot een strategische samenwerking tussen de WBG en Nederland te komen rondom de realisatie van de VN SDG agenda en de groeiende wereldwijde uitdagingen op het terrein van water.

Inzet van de Global Practices is dat zowel kennis als uitvoering worden samengebracht. Dat betekent dat kennis meer dan voorheen een stempel zal drukken op de leningenportefeuille van de WBG. Deelname aan de vormgeving en invulling van het WGP biedt Nederland de kans om werkelijk invloed uit te oefenen op het nieuwe beleid voor de watersector – en daarmee op de leningenportefeuille van de WBG. Daarnaast biedt dit een goede kans voor Nederlandse bedrijven en kennisinstellingen om structureel met de WBG samen te werken. Ook Australië (gespecialiseerd in waterbeheer van droge gebieden) en Zwitserland (vanwege de link tussen water en energie) zijn benaderd door de WBG.

Nederland zal binnen de Global Practice Water de leidersrol vervullen. Ik ben voornemens in dit kader USD 50 miljoen voor een periode van 5 jaar (2015–2019) bij te dragen aan een nieuw op te richten multi-donor World Bank Water Practice Trustfund. Gesprekken hierover met de Bank zijn gaande. Minister Schultz van Infrastructuur en Milieu is ingegaan op het verzoek van de WBG om het (co-) voorzitterschap op zich te nemen van de nog op te richten Advisory Council on Water van de WBG. Mijn streven is erop gericht dit Strategisch Partnerschap van Nederland met de Bank op het terrein van water, tijdens de komende Jaarvergadering in Washington tezamen met President Kim aan te kondigen. Hiermee komt de Nederlandse steun aan het door de Bank beheerde multi-donor «Water Partnership Programma» en het «Water and Sanitation Programma» te vervallen. Beide bestaande programma’s zullen worden uitgefaseerd en geïntegreerd in de nieuwe Water Practice.

Herziening safeguards en aanbestedingsbeleid

Het proces van de herziening van de safeguards2, de interne controlemechanismen van de Wereldbank die schadelijke gevolgen van Wereldbank projecten voor mens en milieu moeten identificeren en tot een acceptabel minimum moeten beperken, is in een nieuwe fase beland. Op 30 juli jl. heeft de WBG Board de laatste concepttekst vrijgegeven, zonder hier overigens een inhoudelijk oordeel over uit te spreken. De huidige voorstellen worden gekenmerkt door een meer dynamische toepassing van «safeguards» en door een doorlopend en actief management van risico’s, in plaats van het huidige systeem waarbij vooral de toets vooraf centraal staat. Deze tekst ligt nu ter consultatie voor aan het maatschappelijk middenveld. De huidige consultatieronde loopt van 1 september tot 30 november. Ik onderschrijf het belang van breed gedragen safeguards en ben daarom voorstander van een consultatieronde die een breed spectrum van belanghebbenden betrekt. Hiervoor zal ik me actief inzetten. Ik zal ervoor pleiten dat met name het maatschappelijk middenveld alle gelegenheid krijgt om feedback te geven op de voorstellen. Mijn inzet richt zich, net als bij de afgelopen Jaarvergadering, op mechanismen die effectief, gebruiksvriendelijk en overkoepelend zijn. Het is zaak om de safeguards zo in te delen dat milieu, individuen en gemeenschappen effectief beschermd worden zonder dat dit projecten onmogelijk maakt in gebieden waar zowel de risico’s als de behoefte aan ontwikkelingsprojecten groot zijn.

Ik zet onveranderd in op safeguards die bijdragen aan de twee centrale doelstellingen van de WBG. Sterke safeguards maken het immers mogelijk om de positieve effecten van de activiteiten van de Wereldbank te maximaliseren en potentiële schadelijke effecten voor betrokken gemeenschappen en het milieu te minimaliseren. Tijdens de Jaarvergadering zal ik andermaal benadrukken dat de safeguards optimaal moeten worden toegepast.

Ten aanzien van de herziening van het aanbestedingsbeleid van de WBG, nu in de laatste consultatiefase beland, blijf ik actief betrokken. Ik onderstreep het belang dat de WBG meer op kwaliteit moet aanbesteden en dat er meer aandacht komt voor duurzaam aanbesteden, corruptierisico’s en life-cycle costing.

4. Recente ontwikkelingen

Oekraïne

Oekraïne maakt sinds 1992 deel uit van de Nederlandse kiesgroep van de WBG en levert de plaatsvervangend bewindvoerder. De WBG heeft zich sinds die tijd aantoonbaar ingezet voor Oekraïne samen met andere Internationale Financiële Instellingen, zoals het IMF en de EBRD. In het voorjaar kondigde de Bank aan dat het bereid is additionele financiering te verschaffen tot een totaalbedrag van USD 3 miljard. Begin augustus is de eerste zogeheten Development Policy Loan (DPL) goedgekeurd ter waarde van USD 500 miljoen. DPLs zijn leningen die grotendeels beleidshervormingen financieren. Spoedig zullen projecten voorliggen op het gebied van energie en infrastructuur.

Kiesgroepoverleg IMF-Wereldbank

Op 30 mei en 1 juni jl. vond het jaarlijkse Kiesgroepoverleg van het IMF en de Wereldbank plaats in Nederland. Eens per jaar komen de gouverneurs van de kiesgroep en plaatsvervangers3 samen voor een informeel overleg over zaken die de kiesgroep aangaan en om de onderlinge relaties te versterken. Aanvankelijk zou Oekraïne dit jaar het Kiesgroepoverleg organiseren. Vanwege de onrust in Oekraïne heeft Nederland echter aangeboden het Kiesgroepoverleg in Den Haag te laten plaatsvinden. Samen met de Minister van Financien en de president van De Nederlandsche Bank, kijk ik terug op een zeer succesvol overleg. Deels in aanwezigheid van o.a. Koningin Máxima (die een inleiding verzorgde over financial inclusion) is tijdens de IMF-sessie gesproken over onconventioneel monetair beleid, is tijdens de Wereldbanksessie gesproken over energietransitie en stond de gedeelde IMF/WB- sessie in het teken van het thema groei en ongelijkheid.

Bezoek Filipijnen

Op 13-14 juli jl. heb ik met WBG President Kim een bezoek gebracht aan het door tyfoon Haiyan getroffen eiland Leyte op de Filippijnen. De reis gaf mij de gelegenheid om 1) kennis te nemen van de resultaten van de noodhulp en de daarop volgende wederopbouw – hierover is uw Kamer geïnformeerd via Kamerstuk 33 750 XVII, nr. 63.) 2) de relatie met de Wereldbank te verstevigen en 3) mogelijkheden voor het Nederlandse bedrijfsleven bij de wederopbouw te verkennen.

Ik bracht samen met President Kim een bezoek aan opgeknapte scholen en nieuw ontworpen en gebouwde huizen in zogenaamde veilige zones op het eiland Leyte. Ik ben uitgebreid in gesprek gegaan met de lokale bevolking, de gouverneur, verschillende burgemeesters en met NGO’s ter plaatse. Kim hield een vurig pleidooi om het belang van bestrijding van corruptie ten bate van ontwikkeling te onderstrepen: «no corruption no poverty». De boodschap van Kim gedurende het bezoek was duidelijk: de Filippijnen kunnen blijven rekenen op de steun van de Wereldbank. Kim noemde de Filippijnen een potentiële nieuwe Aziatische tijger. Op de afsluitende persconferentie kondigde Kim aan dat de Wereldbank 508 miljoen dollar aan extra leningen met gunstige voorwaarden aan de Filippijnen zal verstrekken.

In algemene zin heb ik tijdens de reis met President Kim open van gedachten kunnen wisselen over de rol van de Wereldbank in Azië. Daarbij is ook nadrukkelijk de oprichting van de BRICS-bank en de Asian Infrastructure Investment Bank (AIIB) aan de orde gekomen. Kim stelde dat de vraag naar investeringen in met name infrastructuur zo groot is dat er van concurrentie geen sprake is en dat de Wereldbank ernaar streeft op een coöperatieve manier met nieuwe banken te zullen samenwerken. Tot slot heb ik met President Kim uitvoerig gesproken over de stand van zaken van de momenteel gaande reorganisatie van de Bank. Op de bedrijvenbijeenkomst op de ambassade heb ik uitgebreid gesproken met de experts van het Disaster Risk Reduction team (DRR) over de bevindingen van hun missie naar Leyte. Bij deze bijeenkomst waren ook andere relevante strategische partners zoals de Asian Development Bank (AsDB), (lokale) NGO’s en het Nederlands bedrijfsleven in de Filippijnen, aanwezig.

De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, E.M.J. Ploumen


X Noot
1

De groep bestaat uit: Australië, Denemarken, Duitsland, Canada, Nederland, Verenigde Staten, Verenigd Koninkrijk en Zweden.

X Noot
2

Het herzieningsproces is in oktober 2012 van start gegaan.

X Noot
3

Doorgaans de Ministers van Financiën en de presidenten van de Centrale Banken.

Naar boven