Kamerstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2020-2021 | 26150 nr. 190 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2020-2021 | 26150 nr. 190 |
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 16 december 2020
Hierbij bieden wij u het vierde Nationaal Actieplan 1325 Vrouwen, Vrede en Veiligheid aan1 dat in samenwerking met de ministers van Defensie, Veiligheid en Justitie en Onderwijs, Cultuur en Wetenschap tot stand is gekomen.
Het Ministerie van Buitenlandse Zaken is de interdepartementale coördinator van het Nationaal Actieplan 1325 (hierna NAP-IV) samen met WO=MEN, Nederlands genderplatform, die de maatschappelijke inbreng coördineert. Ruim 60 maatschappelijke organisaties zijn mede-ondertekenaar van het NAP-IV.
Het vierde NAP-IV werd aangenomen in de ministerraad van 11 december 2020 en zal in januari 2021 in werking treden voor een periode van 5 jaar.
In 2000 werd VN Veiligheidsraad (VNVR)-resolutie 1325 aangenomen; een historische resolutie waarin de VNVR zich unaniem uitsprak over het vraagstuk van de status, rechten en positie van vrouwen en meisjes in vrede en veiligheidsprocessen. Sindsdien heeft de VN-Veiligheidsraad nog tien resoluties aangenomen met betrekking tot Women, Peace and Security (hierna WPS), waarmee een internationaal normatief kader voor dit onderwerp is ontstaan.
Gerangschikt langs de vier pijlers van de VN Veiligheidsraad WPS-agenda en in vervolg op de eerdere NAPs en evaluatie van NAP-III, wordt in NAP-IV ingezet op de volgende vijf strategische doelen:
(1) Participatie: Meer vrouwen in leiderschapsposities en gelijke en betekenisvolle participatie van vrouwen en meisjes op alle niveaus in besluitvormingsprocessen ten behoeve van vrede en veiligheid, inclusief conflictpreventie en -beslechting, vredesopbouw, bescherming, noodhulp, wederopbouw en herstel.
(2) Preventie: De preventie van gewapend conflict en de preventie van gewelddadig extremisme, inclusief het daaraan gerelateerde geweld tegen vrouwen en meisjes, is gebaseerd op de mensenrechtenbenadering en heeft human security als uitgangspunt. Preventiebeleid en -beleidsuitvoering is conflict sensitief en is gender sensitief, – responsief en transformatief.
(3) Bescherming: Vrouwen en meisjes, maar ook mannen en jongens, in en uit conflictsituaties, worden beschermd tegen alle vormen van conflict gerelateerd geweld, waaronder seksueel en gender gerelateerd geweld, hun rechten worden gewaarborgd en zijn afdwingbaar.
(4) Noodhulp, wederopbouw en herstel: Noodhulp, wederopbouw en herstel voldoen aan de behoeften en dragen bij aan de empowerment en human security van vrouwen en meisjes.
(5) WPS-mainstreaming: Een genderlens wordt toegepast bij (re)organisatie, verbetering, ontwikkeling en evaluatie van analyse, beleid en beleidsuitvoering betreffende vrede en veiligheid.
Ten opzichte van de voorgaande drie Nationale Actieplannen zijn de volgende onderdelen nieuw of sterker onderdeel geworden van de komende Nederlandse WPS-agenda en inzet:
– NAP-IV bevat naast een buitenlandse nu ook een nationale beleidsfocus en implementatie.
– Er zal meer aandacht uitgaan naar monitoring, evaluatie en gezamenlijke verantwoording conform internationaal afgesproken WPS- en genderindicatoren.
– Een vijfde strategisch doel is opgenomen om gender consistent te adresseren in organisatie, analyse, beleid, uitvoering en evaluatie op gebied van vrede en veiligheid.
– Een oversightboard op werkniveau is ingesteld waarin overheid en maatschappelijke organisaties toezien op de implementatie, evaluatie, de gezamenlijke leeragenda en het vergroten van draagvlak.
– De ondertekenaars van het NAP1325 (overheid en maatschappelijke organisaties) zijn gezamenlijk – maar ieder op de eigen beleidsterreinen – verantwoordelijk voor de implementatie van het NAP-IV. De concrete uitwerking op activiteitenniveau valt onder de eigen verantwoordelijkheid van deelnemende organisaties.
Uw Kamer werd laatstelijk bij brief van 8 maart 2016 (Kamerstuk 26 150, nr. 150) onder andere geïnformeerd over de integratie van de VN-resoluties over Vrouwen, Vrede en Veiligheid in het buitenlands- en veiligheidsbeleid. Zoals ook in die brief stond zijn de afgelopen jaren stappen in de goede richting gezet. Het verwezenlijken van alle WPS-ambities en afspraken vergt echter een grotere politieke prioriteit en investering van de VN en van de lidstaten.
Nederland wil daaraan bijdragen vanuit de visie van een wereld waar gelijke en betekenisvolle participatie van vrouwen en meisjes in besluitvormingsprocessen ten behoeve van vrede en veiligheid vanzelfsprekend is, duurzame vrede en ontwikkelingskansen voor iedereen realiseerbaar zijn en conflict gerelateerd geweld, waaronder seksueel geweld, tegen vrouwen, mannen, meisjes en jongens stopt.
Wij zijn, overeenkomstig hetgeen in het NAP-IV vermeld staat, voornemens uw Kamer jaarlijks over de voortgang in de nationale en internationale implementatie van NAP-IV te informeren.
De Minister van Buitenlandse Zaken, S.A. Blok
De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, S.A.M. Kaag
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-26150-190.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.