26 150 Algemene Vergadering der Verenigde Naties

Nr. 180 BRIEF VAN DE MINISTERS VAN BUITENLANDSE ZAKEN EN VOOR BUITENLANDSE HANDEL EN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 15 februari 2019

In 2018 was het Koninkrijk der Nederlanden (KNL) gekozen lid van de Veiligheidsraad (hierna: Raad), als onderdeel van de gedeelde termijn met Italië in 2017–2018. In oktober 2017 zette het kabinet in een brief aan uw Kamer (Kamerstuk 26 150, nr. 168) de prioriteiten voor het lidmaatschap uiteen. Het kabinet koos ervoor de inzet te richten op veiligheid voor burgers, conflictpreventie en -beslechting en aandacht voor nieuwe uitdagingen. Dit vertaalde zich in focus op de thema’s rechtvaardigheid en gerechtigheid, conflictpreventie en aanpak van grondoorzaken (specifiek klimaat- en water-gerelateerd), en verbetering van vredesoperaties. Daarbij werd systematisch aandacht gevraagd voor onderwerpen die geworteld zijn in onze recente geschiedenis, zoals mensenrechten, het humanitair imperatief, bescherming van vrouwen in conflictsituaties en de versterking van hun rol in conflictpreventie en -beslechting. Tegelijkertijd kwam Nederland op voor zijn veiligheidsbelangen en voor de belangen van onze bondgenoten (in onder meer kwesties als MH17, Skripal, de OPCW-hack, Syrië). In de onderhavige brief blikt het kabinet terug op deze inzet en de behaalde resultaten, in aanvulling op tussentijdse informatieverschaffing via de maandelijkse Kamerbrieven. Een samenvatting in beeld en geluid is beschikbaar via deze link:

https://magazines.rijksoverheid.nl/bz/veiligheidsraad2018/2018/05/resultaten.

Veiligheid voor burgers, wereldwijd

De inzet van het kabinet was om bij te dragen aan een Veiligheidsraad die zorgt voor veiligheid en bescherming van burgers, overal ter wereld. Binnen die brede agenda hebben we ons steeds ingespannen om een bijdrage te leveren aan het voorkomen en stoppen van menselijk lijden.

Zo hebben we tijdens ons voorzitterschap achter de schermen succesvol gelobbyd voor de totstandkoming van het bezoek van de Raad aan Myanmar en Bangladesh, dat heeft plaatsgevonden in april 2018 en ertoe heeft geleid dat de druk op de Myanmarese autoriteiten door de Raad verder is opgevoerd. Het Koninkrijk heeft in lijn met de motie van de leden Kuzu en Van den Hul (Kamerstuk 35 000 XVII, nr. 53) over de veilige terugkeer van de Rohingya in VN-Veiligheidsraad verband herhaaldelijk Myanmar opgeroepen om toegang te verlenen aan UNHCR/UNDP en aan condities te voldoen om veilige, vrijwillige en duurzame terugkeer van vluchtelingen mogelijk te maken. Ook heeft het Koninkrijk zich, conform de motie van het lid Kuzu (Kamerstuk 22 054, nr. 290), ingezet voor een internationaal wapenembargo tegen Myanmar. Dit is echter niet haalbaar gebleken, vanwege gebrek aan draagvlak.

Conform de motie van het lid Ploumen c.s. om het rapport van de door de VN Mensenrechtenraad ingestelde Fact Finding Mission voor Myanmar (FFM) aan de orde te stellen in de VN-Veiligheidsraad, werd op 24 oktober de Veiligheidsraad op Nederlands initiatief gebrieft door de voorzitter van de FFM.

Zoals toegezegd in overleg met de Tweede Kamer was het conflict in Jemen één van de prioriteiten. Het Koninkrijk heeft daartoe via effectieve coalitievorming en samenwerking met partners steeds opgeroepen tot bescherming van burgers, humanitaire toegang, de inbreng van vrouwen in het vredesproces en gerechtigheid. Dit kreeg beslag in de Voorzitterschapsverklaring die op initiatief van KNL werd aangenomen onder Nederlands voorzitterschap. In de nasleep van de blokkade van november 2017 werden de partijen daarin opgeroepen de havens open te houden en humanitaire en commerciële toegang te faciliteren. Voorts hebben we in de Raad opgeroepen te stoppen met het leveren van wapens aan de partijen bij het conflict (conform de gewijzigde motie van het lid Sjoerdsma c.s. van 15 november 2018, Kamerstuk 21 501, nr. 1929), doch hiervoor was geen steun. Door gebruik van het early warning mechanisme uit de door KNL geïnitieerde resolutie over conflict en honger was de Raad in staat om partijen onder druk te zetten en de hongersnood te bestrijden. KNL en gelijkgezinde partners hebben steeds aangedrongen op een gezaghebbend besluit van de Raad. Toen de VN-gezant erin slaagde de partijen aan tafel te krijgen in Stockholm en hen te bewegen tot het overeenkomen van een wapenstilstand voor Hodeida, kon de Raad aan het einde van ons lidmaatschap het Stockholmakkoord bekrachtigen met resolutie 2451, de eerste inhoudelijke Jemenresolutie in meer dan 3,5 jaar.

In Syrië is de Raad slechts minimaal in staat gebleken verlichting te brengen voor burgers. De resolutie 2449 die het voortzetten van cross-border humanitaire hulp mogelijk maakt werd aangenomen in aanwezigheid van Minister Blok, en vormde het hoogst haalbare sluitstuk voor 2018. Rusland gebruikte in maart 2018 voor de 12e keer zijn veto over Syrië, toen een resolutie voorlag om gebruik van chemische wapens in Syrië te onderzoeken.

Met steun van KNL nam de Veiligheidsraad op 13 juli een internationaal wapenembargo aan tegen Zuid-Sudan. Ook werden VN-sancties aangenomen tegen individuen die het vredesproces tegenwerkten. Internationale en regionale druk leidde in september tot ondertekening van een hernieuwd vredesakkoord.

Om burgers meer centraal te zetten en onder het motto «niet spreken over, maar met mensen», heeft KNL bovendien een recordaantal vertegenwoordigers van het maatschappelijk middenveld uit conflictgebieden in New York uitgenodigd om de Raad te briefen. Het merendeel daarvan was vrouw. Op internationale Vrouwendag, 8 maart 2018, bestond de Raad voor het eerst in de geschiedenis uit een meerderheid van vrouwen. Onder Voorzitterschap van KNL werd op die dag het mandaat van de VN-missie in Afghanistan hernieuwd, met een resolutie van Nederlandse hand die nadruk legt op het belang van de inbreng van vrouwen bij het vredesproces.

Als penvoerder op het Afghanistan-dossier heeft KNL doorlopend initiatief genomen om de Raad zich uit te laten spreken over ontwikkelingen in Afghanistan, onder andere met betrekking tot het starten van een vredesproces, de veiligheidssituatie, het belang van de Resolute Support Missie (van de NAVO) voor de veiligheid, verkiezingen en de Afghaanse hervormingsagenda. Door het waarborgen van de eenheid onder Raadsleden was de Raad in staat om op belangrijke momenten sturing te geven ter ondersteuning van Afghanistan.

Minister-President Rutte heeft tijdens een zitting onder leiding van de Amerikaanse president Trump op 26 september 2018 gepleit voor voortzetting van de rules based order en constructieve multilaterale samenwerking, behoud van de nucleaire deal met Iran, en het voorkomen dat het gebruik van chemische wapens, zoals in Syrië en Salisbury, ongestraft blijft. Bij die gelegenheid onderstreepte KNL ook het belang van wapenbeheersing.

Minister Blok heeft tijdens een zitting onder leiding van Secretary of State Pompeo op 27 september 2018 het belang van eenheid in de Raad in de druk op Noord-Korea, in de uitvoering van de sancties tegen het land, en in de steun voor het diplomatieke proces onderstreept.

Als voorzitter van het sanctiecomité voor Noord-Korea heeft het Koninkrijk de impact van sancties vergroot door sanctie-ontduiking tegen te gaan, het diplomatieke proces te faciliteren en negatieve humanitaire consequenties in te perken.

Als Facilitator van het 2231/Iran-format heeft het Koninkrijk zich gericht op volledige implementatie van resolutie 2231, de resolutie die de nucleaire deal met Iran bekrachtigt. Hierbij werd hecht samengewerkt met de Europese Unie en de Europese leden van de Veiligheidsraad. Het Koninkrijk heeft ook zijn grote zorg uitgesproken over het ballistische programma van Iran.

De Raad bood ook een platform om de (mislukte) hack van de Russische Militaire Inlichtingendienst (GRU) bij de OPCW in Den Haag aan de orde te stellen.

Voorkomen en genezen

Het KNL streeft naar een Veiligheidsraad die niet alleen conflicten en oorlogen effectief aanpakt met onder meer goed uitgeruste vredesmissies, maar deze ook helpt voorkomen door de grondoorzaken aan te pakken. Eerder zien, sneller handelen en beter oplossen. Zo heeft de inzet van KNL ertoe geleid dat de Raad de ontwikkelingen in Burundi is blijven volgen en is aandacht gevraagd voor de situatie in Kameroen.

Grondoorzaken

Het Koninkrijk heeft consequent aandacht gevraagd voor preventie en het aanpakken van de grondoorzaken van conflicten zoals onderontwikkeling, systematische mensenrechtenschendingen, uitsluiting, falende rechtsstatelijke instituties, voedsel- en wateronzekerheid, klimaatverandering, onvoldoende toekomstperspectieven voor jongeren en hate speech. Een belangrijk resultaat van onze inzet vormt de unanieme aanname van de resolutie over Conflict en Honger, na een debat over het onderwerp onder leiding van Minister Kaag tijdens ons Voorzitterschap. De resolutie biedt humanitaire organisaties de mogelijkheid om de Raad in een vroeg stadium te informeren over dreigende hongersnood en uithongering als oorlogswapen strafbaar stelt, voor het eerst ook in interne conflicten. Dankzij deze resolutie luidde de VN op 6 juli de noodklok bij leden van de Veiligheidsraad over de situatie in Zuid-Sudan, waar KNL opvolging aan gaf door middel van verschillende besprekingen in de Veiligheidsraad en op de Nederlandse Vertegenwoordiging.

Rechtvaardigheid en gerechtigheid

KNL heeft bij landensituaties waar het van toepassing was aangedrongen op respect voor de rule of law/accountability en mensenrechten. Waar relevant heeft het Koninkrijk opgeroepen tot doorverwijzing van een situatie naar het ICC, zoals bij Myanmar en Syrië.

Een concreet resultaat op het gebied van gerechtigheid en de berechting en vervolging van ISIS-strijders is onder meer de versterking van het mandaat van de missie in Irak om te assisteren bij onderzoek naar misdaden door ISIS-strijders, aangevuld met een bijdrage van 500.000 euro aan het United Nations Investigative Team for Accountability of Da’esh. Het Koninkrijk heeft ook meerdere malen de Raad opgeroepen de genocide tegen de Yezidi te erkennen (conform de motie van het lid Voordewind met Kamerstuk 32 623, nr. 193 van 15 februari 2018 alsmede de motie van het lid Van Helvert met Kamerstuk 34 775 V, nr. 20 van 15 november 2017). Hiervoor is helaas nog geen draagvlak, maar Nederland zal dit aan de orde blijven stellen.

Daarnaast heeft inzet van het Koninkrijk geleid tot betere mogelijkheden om plegers van seksueel geweld aan te pakken door middel van sancties in Zuid-Sudan, Libië en Somalië. Deze inzet werd ondersteund door een financiële bijdrage aan het kantoor van SRSG Patten en het verbeteren van de rapportages over seksueel geweld in conflictsituaties door middel van een door Nederland gefinancierde training. Ten slotte heeft Minister Blok, in lijn met het regeerakkoord, op 29 mei in de Raad een oproep gedaan tot medewerking van alle landen, inclusief Rusland, aan waarheidsvinding en gerechtigheid omtrent het neerhalen van MH17. Deze oproep kon op brede steun rekenen, en vormde een opmaat tot herbevestiging van resolutie 2166 door de Raad in een Voorzitterschapsverklaring.

Verbetering van vredesoperaties

Het Koninkrijk is het afgelopen jaar kartrekker geweest van diverse initiatieven voor de verbetering van vredesoperaties, o.a. door een Open Debat in maart onder leiding van MP Rutte. SGVN Guterres heeft dit debat benut om zijn actieplan voor vredesoperaties (Action for Peacekeeping) te lanceren. In september werd via een Politieke Verklaring door 151 lidstaten steun uitgesproken voor het actieplan voor de verbetering van vredesoperaties. KNL had de leiding in de kerngroep (G10) die hier actief aan heeft bijgedragen. De door ons Koninkrijk geïnitieerde en unaniem aangenomen resolutie over versterking van de rechtstaat-component in vredesmissies draagt bij aan de implementatie van het actieplan. Daarnaast heeft het Koninkrijk het initiatief genomen tot een Voorzitterschapsverklaring, waarin de Raad onder meer onderstreept dat missies moeten kunnen beschikken over adequate middelen om hun taken te kunnen uitvoeren. In concrete zin heeft het KNL trainingen en seminars georganiseerd om tot verbetering te komen van de kennis en capaciteit voor bescherming van burgers, gender, toepassing van peacekeeping intelligence en analyse in vredesmissies en een beter bewustzijn van bermbommen, mijnen en explosieven in missiegebieden.

Onze inzet bij besprekingen in de Raad over vredesmissies resulteerde in concrete verbeteringen in mandaten op het gebied van geïntegreerd werken en de afstemming tussen taken en middelen. Dit heeft onder ander geleid tot verbetering van de medische evacuatie (MEDEVAC)-keten binnen vredesoperaties, effectievere bescherming van burgers en aandacht voor het betrekken van vrouwen en verzekeren van hun invloed op het politieke proces. Voor wat betreft de VN-missie in Mali (MINUSMA), waaraan KNL tot 1 mei 2019 een militaire bijdrage levert, heeft KNL in 2018 ervoor gezorgd dat de missie nadrukkelijker aandacht dient te hebben voor mensenhandel en -smokkel. Ook is dankzij KNL het mandaat op het gebied van de geïntegreerde benadering, gerechtigheid en mensenrechten aangescherpt.

Een VN die vooruit ziet

Het Koninkrijk had zich ten doel gesteld te werken aan een VN die vooruitziet en klaar is voor de uitdagingen van de 21e eeuw.

Klimaat en water

Speciale aandacht is uitgegaan naar klimaat- en watergerelateerde veiligheidsrisico’s, met als resultaat dat mede door inzet van het Koninkrijk door de Veiligheidsraad de negatieve effecten van klimaatverandering op de veiligheid in West-Afrika, de Sahel, Centraal-Afrika, Soedan en Somalië erkend zijn in verschillende van zijn producten, met inbegrip van mandaten van vredesmissies. Bovendien heeft het kabinet expertise uit Nederlandse kennisinstituten en bedrijfsleven beschikbaar gesteld aan de VN, om eerder te kunnen identificeren waar en wanneer waterschaarste en klimaatverandering de stabiliteit bedreigt, en tot actie te kunnen overgaan. KNL trad op dit thema nadrukkelijk als Koninkrijk op. Minister-President Rhuggenaath van Curaçao sprak namens het Koninkrijk tijdens het debat in de Veiligheidsraad over klimaat en veiligheid op 11 juli jl., waarbij hij specifiek de bedreigingen voor Small Island Developing States (SIDS) benoemde.

Ook op andere dossiers werd nauw opgetrokken met de andere landen uit het Koninkrijk. Zo sprak Minister-President Wever-Croes van Aruba namens het Koninkrijk tijdens het Open Debat over kinderen in gewapend conflict op 9 juli 2018. Minister-President Romeo-Marlin van Sint-Maarten sprak op 6 september jl. tijdens de briefing over de missie in Haïti. Door de unieke constellatie van het Koninkrijk was zo het Caribisch perspectief en dat van Small Island Developing States over de gehele agenda van de Raad goed vertegenwoordigd.

Migratie

Op initiatief van KNL zijn VN-sancties opgelegd tegen zes mensenhandelaren actief in Libië. Dit was de eerste keer dat VN-sancties werden ingezet tegen leiders van gewelddadige netwerken verantwoordelijk voor mensenhandel- en smokkel. Dit initiatief is onderdeel van de inzet ter bevordering van accountability, gerechtigheid en mensenrechten en sluit aan op de inzet tegen mensenhandel zoals opgenomen in het Rijksbrede programma «Samen tegen Mensenhandel» en de geïntegreerde migratieagenda waarin gestreefd wordt naar het verbeteren van de situatie in landen van transit.

Terrorisme

Ook op het gebied van contraterrorisme heeft het Koninkrijk concrete resultaten geboekt, en ambitieus uitvoering gegeven aan de agenda van de Raad op dit gebied. Een concreet resultaat is de overdracht van het eigen Travel Information Portal (TRIP) aan de VN ten behoeve van capaciteitsopbouw in derde landen. Met TRIP kunnen passagiersgegevens (Passenger Name Records of PNR) worden geanalyseerd op ongewenste reisbewegingen van bijvoorbeeld terroristen. Met deze overdracht heeft het Koninkrijk een belangrijke bijdrage geleverd aan de wereldwijde implementatie van resolutie 2396 (2017) over de aanpak van terugkerende en doorreizende buitenlandse strijders, die het gebruik van PNR verplicht stelt. Het Koninkrijk heeft de relaties tussen georganiseerde misdaad en terrorisme, en tussen preventie van gewelddadig extremisme en ontwikkelingssamenwerking met twee expertbijeenkomsten actief op de agenda van de Raad geplaatst. Tot slot heeft het Koninkrijk als lid van het ISIS/Al Qaeda-sanctiecomité in 2018 bijgedragen aan de plaatsing van 10 individuen en 3 entiteiten op de ISIS/Al Qaeda-sanctielijst.

Sustainable Development Goals

Een belangrijk onderdeel van onze gezamenlijke agenda voor de toekomst vormen de Duurzame Ontwikkelingsdoelen. KNL ziet de implementatie van deze doelen als de beste manier om conflicten in de toekomst te voorkomen, zoals Minister Kaag benadrukte tijdens het high-level debat in december over de link tussen conflict en ontwikkeling. De inzet op onder andere de rol van vrouwen in vredesprocessen (SDG 5), water (SDG 6), klimaat (SDG 13), ongelijkheid (SDG 10) en vrede, rechtsorde en sterke instituties (SDG 16) vormde de basis van veel van onze inbreng in de Veiligheidsraad.

VN-hervormingen: transparantie en effectiviteit

Mede tegen de achtergrond van de discussie over VN-hervormingen in de Algemene Vergadering van de VN en de hervormingen die de Secretaris-Generaal van de VN heeft ingezet, heeft KNL ernaar gestreefd de transparantie en inclusiviteit van de Veiligheidsraad te vergroten. Het grote aantal briefers vanuit het maatschappelijk middenveld, dat KNL uitnodigde of faciliteerde, heeft geleid tot een nieuwe dynamiek in de Raad. Zo briefte op initiatief van het Koninkrijk voor het eerst een Afghaanse jongerenvertegenwoordiger de Raad, hiermee het belang van jongerenparticipatie op alle niveaus onderstrepend. Bovendien heeft KNL met grote regelmaat niet-leden van de Raad bijgepraat over ontwikkelingen in de Veiligheidsraad. Het Koninkrijk heeft NGO’s gesteund die het werk van de Raad analyseren, bevorderen en uitdragen. Tot slot probeerde KNL het werk van de VN-instellingen in New York en Geneve beter op elkaar aan te laten sluiten. Zo vond onder KNL voorzitterschap een zwaarbevochten informele briefing plaats over mensenrechten in Syrië door Hoge Commissaris voor de Mensenrechten Zeid.

Ook richting binnenlands publiek is de grootst mogelijke transparantie betracht. Naast de maandelijkse contacten met uw Kamer is het lidmaatschap verrijkt met gestructureerde contacten met het maatschappelijk middenveld, academia en denktanks. Op scholen en universiteiten werd met grote regelmaat toelichting gegeven over de Nederlandse inzet. De grote publieke belangstelling voor het lidmaatschap toont betrokkenheid van de Nederlanders bij de VN en het mutlilateralisme. Via reguliere briefings, interviews, statements en achtergrondgesprekken met Nederlandse en internationale media evenals interactieve communicatie op zowel Twitter, Facebook als de PV-website, is veel informatie gedeeld, waardoor het bredere publiek op de hoogte werd gehouden van de ontwikkelingen in de Raad.

Europeanisering en samenwerking met regionale organisaties

Europese Unie

De unieke situatie waarin Italië en het Koninkrijk een zetel in de Veiligheidsraad deelden, maar ook het feit dat er in 2018 maar liefst 5 EU-leden in de Raad zaten, heeft KNL in staat gesteld meer dan voorheen een Europese invulling te geven aan de zetel. De samenwerking met Italië heeft gestalte gekregen in het over en weer detacheren van diplomaten en in informatie-uitwisseling over en samenwerking op gedeelde prioritaire thema’s. KNL heeft de Europese samenwerking verder vormgegeven door in het kernteam in Den Haag en New York detacheringen vanuit Italië en België, maar ook vanuit de EU-instellingen (EDEO) op te nemen. KNL nam bovendien het initiatief om regelmatig contact te hebben met Polen en Zweden over de agenda van de Raad, om waar mogelijk samen op te kunnen trekken.

In New York hebben de Europese leden van de Raad voor het eerst veelvuldig samen de pers toegesproken, om de Europese visie op de onderwerpen op de agenda van de Raad te laten horen. Voorafgaand aan het door Minister-President Rutte voorgezeten Open Debat over vredesoperaties in maart, heeft KNL in Brussel overleg gevoerd met andere Europese lidstaten en EDEO om die input mee te nemen in de voorbereiding van het debat.

Een specifieke inspanning heeft KNL gedaan om gebruik van het sanctiemechanisme te verbeteren, door betere aansluiting en omzetting van sancties van de Veiligheidsraad naar EU-sancties. Ook bij het informeren van derde landen over implementatie van sancties werkte KNL nauw samen met Europese partners en instituties.

De Europese samenwerking mondde in december uit in een door Nederland georganiseerde ‘overdrachtsbijeenkomst’ in het Vredespaleis, met huidige en inkomende Europese leden, om een gezamenlijke visie te ontwikkelen op de meest relevante onderwerpen op de agenda. Tijdens deze bijeenkomst presenteerden Nederland, Zweden en Polen een aantal gezamenlijk opgestelde aanbevelingen en geleerde lessen over Europese samenwerking in de Raad aan de nieuwe Europese leden. Door deze samenwerking kan de impact van ons Veiligheidsraadlidmaatschap in 2018 worden vergroot en voortgezet, conform de Eerste Kamermotie van het lid De Graaf c.s. van 1 november 2016 (Kamerstuk 34 550, D).

Afrikaanse Unie

De relatie van de VN met de Afrikaanse Unie stond in 2018 veelvuldig op de agenda van de Veiligheidsraad. Het Koninkrijk heeft zich gedurende het jaar actief uitgesproken voor nauwere samenwerking tussen de VN en de AU. Tijdens het Open Debat over vredesmissies in maart nodigde KNL dan ook, naast de Secretaris-Generaal van de VN, de Voorzitter van de Afrikaanse Unie Commissie, Moussa Faki, uit als briefer.

Tot slot

De Veiligheidsraad heeft in 1945 van de leden van de Verenigde Naties de primaire verantwoordelijkheid gekregen voor de handhaving van de internationale vrede en veiligheid. De verhouding tussen de permanente leden van de Raad is van grote invloed op vrijwel alle besluitvorming door de Raad.

Ontegenzeggelijk bemoeilijkt de huidige dynamiek in de Raad, waarin deze verhoudingen vaak op scherp staan, de besluitvorming, vooral op dossiers en in landensituaties waar de permanente leden hun invloedssfeer sterker doen gelden. Op een enkel dossier leidde met name de opstelling van de Russische Federatie tot harde confrontatie tussen de VS, VK, KNL en gelijkgezinden (de Skripal-zaak) of tot een patstelling (Syrië); ook op andere dossiers werd de voortgang bemoeilijkt.

Gekozen leden hebben weliswaar geen veto, maar kunnen in veel gevallen de besluitvorming wezenlijk beïnvloeden. Tijdens het Voorzitterschap en door middel van een penvoerderschap is die beïnvloedingsmogelijkheid groter. Factoren als een voortdurend actuele informatiepositie, kennis van inhoud en processen, intensieve diplomatie achter de schermen, optrekken in Koninkrijksverband, creatieve denkkracht en de kwaliteit en inzet van onze vertegenwoordigers in de Raad dragen bij aan de impact die een gekozen lid kan hebben. Naar de mening van het kabinet is het Koninkrijk het afgelopen jaar, door de professionele inzet van diplomaten in New York en Den Haag en zeker ook het postennet, in staat geweest een aanzienlijk, positief, stempel te drukken op de besluitvorming in de Raad.

Nu we niet langer lid zijn van de Raad beoogt het kabinet de geleverde inzet op andere manieren voort te zetten. Binnen de Raad zal, door nauw overleg met en overdracht aan nieuwe (EU-) leden, een deel van onze legacy geborgd kunnen worden. Maar ook buiten de Raad zullen we inzet op onze prioriteiten voortzetten, als onderdeel van het buitenlands beleid zoals dat ook tijdens ons lidmaatschap richtinggevend was. Verder vooruitblikkend, en passend bij onze ambitie, kandideert het Koninkrijk zich voor een nieuwe zetel in de Veiligheidsraad in de periode 2033–2034.

De Minister van Buitenlandse Zaken, S.A. Blok

De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, S.A.M. Kaag

Naar boven