nr. 1
BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSHUISVESTING, RUIMTELIJKE ORDENING EN
MILIEUBEHEER
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
's-Gravenhage, 28 mei 1998
Hierbij bied ik u aan de nota Modernisering Instrumentarium Geluidbeleid1. In deze nota doe ik voorstellen om de regelgeving voor
het geluidbeleid ingrijpend te moderniseren. Voorgesteld wordt om de Wet geluidhinder
te vervangen door een veel minder gedetailleerde regeling in de Wet milieubeheer.
Hierin krijgen gemeenten meer bevoegdheden om geluidhinder lokaal aan te pakken.
Het voorgestelde geluidbeleid biedt meer mogelijkheden voor maatwerk en flexibiliteit
en past daardoor in het streven naar een meer geïntegreerd beleid voor
milieu en ruimte.
De nota is een uitwerking van het rapport «Het geluid geordend»,
dat ik u – in het kader van de operatie Marktwerking, Deregulering
en Wetgevingskwaliteit – in augustus 1996 toezond. Dat rapport bevatte
een advies om de regelgeving voor het geluidbeleid, grotendeels vastgelegd
in de Wet geluidhinder, verregaand te vernieuwen. In de aanbiedingsbrief schreef
ik dat het kabinet de aanbevelingen van de werkgroep in principe overnam,
maar dat enige tijd nodig was om de voorstellen verder uit te werken en er
draagvlak voor te creëren. Met deze opdracht was binnen mijn departement
medio 1996 het project «Modernisering Instrumentarium Geluidbeleid»
(MIG) gestart. De uitkomsten van dit project, inmiddels de Nota MIG genoemd,
zegde ik voor begin 1998 toe.
In een algemeen overleg met de Vaste Commissie Volkshuisvesting, Ruimtelijke
Ordening en Milieubeheer van Uw Kamer op 22 oktober 1996 is het rapport en
het kabinetsstandpunt erover informatief besproken. Hoewel nadrukkelijk slechts
voorlopige standpunten werden ingenomen, was de teneur van het overleg er
een van instemming. De tijdens het overleg gemaakte opmerkingen zijn bij de
uitvoering van het project MIG ter harte genomen.
Ten opzichte van het MDW-advies is in de nota MIG de rol van de provincie
enigszins versterkt, waardoor een evenwichtiger bevoegdheidsverdeling over
de verschillende overheidslagen is ontstaan. Het draagvlak voor de voorstellen
is hierdoor toegenomen.
Als uw Kamer kan instemmen met de inhoud van de nota MIG zal een definitief
wetsvoorstel worden opgesteld om dit nieuwe beleid een wettelijke basis te
verschaffen.
Voor het overige wil ik u kortheidshalve verwijzen naar de inhoud van
de nota.
De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,
M. de Boer