26 049 Indonesië

Nr. 76 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 21 maart 2013

In reactie op het verzoek van de Commissie voor Buitenlandse Zaken bied ik u hierbij aan een verslag van mijn recente bezoek aan Indonesië.

Doel en programma

Ik bezocht Indonesië op 20 en 21 februari 2013 op uitnodiging van minister van Buitenlandse Zaken Marty Natalegawa. De reis had tot doel het bevestigen van de goede betrekkingen met Indonesië en het bespreken van de bilaterale samenwerkingsagenda, met aandacht voor politieke en economische betrekkingen, cultuur en onderwijs, internationale ontwikkelingen en mensenrechten. Het bezoek kan worden gezien in het licht van een wederzijds streven naar optimale betrekkingen. Het is de bedoeling dat premier Rutte later dit jaar een bezoek aan Indonesië brengt.

Tijdens mijn bezoek had ik gesprekken met minister van Buitenlandse Zaken Marty Natalegawa, de vicegouverneur van Jakarta, Basuki Tjahaja Purnama, en de secretaris-generaal van ASEAN, Le Luong Minh. Verder had ik een ontmoeting met Indonesische alumni van Nederlandse universiteiten en instellingen, sprak ik met opiniemakers over actuele ontwikkelingen en mensenrechten, en legde ik een krans op het Nederlandse ereveld Menteng Pulo. Om beter inzicht te krijgen in de waterproblematiek in Jakarta bracht ik een bezoek aan de wijk Pluit in Noord-Jakarta en had ik een ontmoeting met Nederlandse bedrijven werkzaam in de watersector. Tot slot bezocht in de historische binnenstad voor een nadere oriëntatie op het gemeenschappelijk cultureel erfgoed.

Verslag gesprekken en bezoeken

Mijn gesprek met minister van Buitenlandse Zaken Marty Natalegawa vond plaats in een hartelijke en positieve sfeer. Wederzijds werd het bijzondere karakter van de relatie bevestigd. Vanuit de historische context hebben Indonesië en Nederland een speciale betekenis voor elkaar die een goede basis vormt voor toekomstgerichte samenwerking, gebaseerd op gelijkwaardigheid en wederkerigheid. Wij waren het eens dat economische banden in sterke mate het fundament voor de relatie zouden moeten vormen, zonder af te doen aan het belang van cultuur, onderwijs en persoonlijke contacten voor de betrekkingen.

Wij spraken af om voortaan jaarlijks politieke consultaties te houden en ik heb minister Natalegawa uitgenodigd voor een tegenbezoek aan Nederland. Om de betrekkingen ook op het hoogste politieke niveau invulling te geven wordt gezocht naar een passende datum voor een bezoek van premier Rutte aan Indonesië. Wij zijn overeengekomen om tijdens dat bezoek een Comprehensive Partnership document te ondertekenen dat zal dienen als een meerjarige agenda voor de samenwerking. Dit document zou oorspronkelijk worden ondertekend tijdens het uitgestelde staatsbezoek van president Yudhoyono aan Nederland in oktober 2010.

Van beide zijden was er belangstelling voor een open gesprek over mensenrechten en de bescherming van minderheden. Wij hebben gesproken over de positieve ontwikkelingen in Indonesië sinds 1998 en resterende uitdagingen. Wij waren het eens over de verantwoordelijkheid van beide regeringen om intolerantie jegens minderheden het hoofd te bieden, en verdraagzaamheid en vertrouwen tussen groepen te bevorderen. Minister Natalegawa heeft mij op mijn verzoek geïnformeerd over de ontwikkelingen in Aceh en Papua in het licht van de vergaande bestuurlijke decentralisatie die de afgelopen tien jaar plaatsvond, en het toekennen van speciale autonomie aan beide regio’s. Op 1 maart jl. sprak ik over Papua met de heer Bambang Darmono, hoofd van de speciale eenheid van de Indonesische regering voor versnelde ontwikkeling van Papua (UP4B). De heer Darmono bezocht Nederland op initiatief van de Indonesische regering om een toelichting te geven op het beleid voor Papua en zijn inspanningen om de sociaaleconomische ontwikkeling te verbeteren binnen het kader van de autonomie wetgeving (de zgn. «prosperity approach»). Ik heb dit bezoek gewaardeerd.

Ik heb gepleit voor meer openheid en grotere toegang van internationale NGO’s en media tot Papua. Daarbij heb ik aangegeven dat Nederland bereid is om actief bij te dragen aan betere omstandigheden in Papua. Dit jaar start Nederland, op verzoek van de Indonesische politie en in overleg met UP4B, met de International Organisation for Migration (IOM) een programma voor community policing op Papua, gericht op een betere verstandhouding tussen de politie en de bevolking, met oog voor culturele verschillen en mensenrechten.

Tijdens mijn gesprek met minister Natalegawa kwam naar voren dat consulaire zorg voor ons beiden een kerntaak is. In dit licht heb ik met mijn collega gesproken over een aantal consulaire zaken, mede in de context van het de facto moratorium op uitvoering van de doodstraf in Indonesië.

De economische betrekkingen met Indonesië worden steeds belangrijker. De Indonesische economie is de Nederlandse in 2012 in omvang gepasseerd en zal volgens het adviesbureau McKinsey in 2030 de 7e wereldeconomie kunnen vormen. Er is al jarenlang sprake van hoge groeicijfers (6,2% in 2012), de financiële sector is op orde en de middenklasse zal naar verwachting groeien van 45 miljoen mensen nu naar mogelijk 135 miljoen in 2030. De bilaterale handel groeide vorig jaar met 21% tot € 3,5 miljard. Rotterdam is voor Indonesië als «Gateway to Europe» de belangrijkste Europese exportbestemming. Tegelijkertijd ondervinden Nederlandse bedrijven soms problemen met het ondernemings- en investeringsklimaat in Indonesië, waarvoor ik de aandacht heb gevraagd bij mijn collega. Minister Natalegawa en ik waren het erover eens dat een verdere versterking van de economische betrekkingen belangrijk is voor de toekomstige agenda. Later dit jaar is onder meer een bezoek van minister Ploumen voorzien met een handelsdelegatie, mogelijk in samenhang met het beoogde bezoek van premier Rutte.

Het belang van Indonesië als regionale mogendheid en ook in dat kader partner voor Nederland neemt toe. Indonesië speelt een voortrekkersrol binnen de Association of South East Asian Nations (ASEAN), is lid van de G20, de Organisatie van niet-gebonden landen en de Organisatie van Islamitische Landen. De Indonesische president is covoorzitter van het VN high level panel voor de post-2015 ontwikkelingsagenda. Minister Natalegawa heeft mij geïnformeerd over zijn inspanningen om vrede, veiligheid, democratie en mensenrechten in de regio te bevorderen. Hij ging daarbij onder meer in op de stille diplomatie waarmee Indonesië een positieve en verbindende rol heeft gespeeld op het hervormingsproces in Birma, het grensconflict tussen Cambodja en Thailand en de positionering van ASEAN met betrekking tot een gedragscode voor de Zuid-Chinese Zee. Wij spraken af om de mogelijkheden van trilaterale samenwerking te onderzoeken, bijvoorbeeld in een land in de ASEAN-regio.

Met de onlangs gekozen vice-gouverneur van de stadsprovincie Jakarta de heer Basuki Tjahaja Purnama sprak ik over behoud en beheer van nationaal erfgoed, waterbeheer en kustontwikkeling. Ik heb daarbij toegezegd dat Nederland, waar mogelijk, wil bijdragen aan de Indonesische inspanningen om de oude stad te behouden. Ik werd geïnformeerd dat de gouverneur onlangs een bedrag van € 12 miljoen beschikbaar had gesteld voor behoud van cultureel erfgoed.

Ik bezocht de wijk Pluit in Noord-Jakarta om een indruk te krijgen van de overstromingsproblematiek in Jakarta, en mogelijkheden voor kustbescherming en -ontwikkeling. Pluit ligt bijna twee meter onder zeeniveau als gevolg van snelle bodemdaling (10–15 cm per jaar) en is daardoor bijzonder kwetsbaar voor overstromingen uit zee en rivieren, en als gevolg van excessieve regenval. In januari dit jaar werd de wijk nog getroffen door hevige overstromingen. Het Jakarta Coastal Development Programma, gefinancierd met OS-middelen, ondersteunt de Indonesische autoriteiten bij het ontwikkelen van plannen voor de benodigde waterwerken, alsmede institutionele structuren om deze goed te beheren. Toenmalig staatssecretaris Knapen stelde hiervoor tijdens zijn bezoek aan Jakarta in juli 2011 € 4 miljoen beschikbaar. Tijdens een ontmoeting met bedrijven uit de watersector is nader ingegaan op de kansen voor het Nederlands bedrijfsleven van de geplande waterwerken (die ca. USD 50 miljard zullen kosten).

Tot slot heb ik tijdens mijn ontmoeting met de in januari jl. aangetreden SG ASEAN, de heer Le Luong Minh (Vietnam), gesproken over de samenwerking tussen de EU en ASEAN en ontwikkelingen binnen ASEAN. Ik heb daarbij het belang onderstreept dat Nederland hecht aan de relatie met ASEAN. Om deze reden financiert Nederland jaarlijks de deelname van leden van het secretariaat en ASEAN-dossierhouders uit de tien lidstaten aan een programma op het Clingendael Instituut voor internationale betrekkingen.

De minister van Buitenlandse Zaken,

F.C.G.M. Timmermans

Naar boven