25 883 Arbeidsomstandigheden

25 834 Problematiek rondom asbest

Nr. 298 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Vastgesteld 13 september 2017

De vaste commissie voor Infrastructuur en Milieu heeft een aantal vragen en opmerkingen voorgelegd aan de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu over de brief van 20 april 2017 houdende antwoorden op schriftelijke vragen van de leden Dijkgraaf en Bisschop over de aangescherpte regels voor gebruik van hoogwerkers bij asbestsanering (Aanhangsel Handelingen II 2016/17, nr. 1652)

De vragen en opmerkingen zijn op 7 juni 2017 aan de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu voorgelegd. Bij brief van 12 september 2017 zijn de vragen beantwoord.

De fungerend voorzitter van de commissie, Van Veldhoven

De adjunct-griffier van de commissie, Jansma

Vragen en opmerkingen vanuit de fracties en reactie van de bewindspersonen

Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie.

De leden van de VVD-fractie vragen waarom in het verleden wel asbestsanering via de bak is toegestaan.

Antwoord:

Het uitvoeren van werkzaamheden door personen vanuit een werkbak die aan een hijskraan hangt is op grond van artikel 7.18 van het Arbeidsomstandighedenbesluit in beginsel niet toegestaan. Alleen bij hoge uitzondering en onder strikte voorwaarden, als opgenomen in artikel 7.23d van het Arbeidsomstandighedenbesluit, is het werken vanuit een werkbak aan een hijskraan toegestaan. Deze bepaling is, in huidige vorm, in 2006 in het Arbeidsomstandighedenbesluit opgenomen. Artikel 7.18 geeft uitvoering aan de richtlijn 2009/104/EG over het gebruik van arbeidsmiddelen. De richtlijn 2009/104/EG laat op onderdelen ruimte aan lidstaten om er naar eigen inzichten invulling aan te geven. Artikel 7.23d van het Arbeidsomstandighedenbesluit, waarin een uitzondering wordt vastgesteld op het bovenbedoelde verbod, geeft invulling aan artikel 3.1.2 van bijlage II van de richtlijn 2009/104/EG. Aan deze uitzondering, die is vastgesteld in overleg met sociale partners, zijn de volgende voorwaarden verbonden:

  • 1. Het moet om incidenteel werk gaan. Dat wil zeggen dat de werkzaamheden die vanuit een werkbak worden verricht jaarlijks hooguit enkele keren plaatsvinden. Structureel op dergelijke wijze werken mag dus niet.

  • 2. Het moet gaan om kortdurend werk. Dat wil zeggen dat die werkzaamheden per keer niet langer dan vier uren mogen duren.

  • 3. Het moet gaan om plaatsen die op geen enkele andere wijze veilig zijn te bereiken en als toepassing van andere, meer geëigende middelen om die plaatsen te bereiken, grotere gevaren zou meebrengen dan het vervoer van werknemers met een werkbak, of de toepassing van zodanige middelen redelijkerwijs niet kan worden gevergd.

De leden van de VVD-fractie vragen zich af dat als asbest niet via een hijsbak verwijderd kan worden, welke werkbare alternatieven de Staatssecretaris dan voor zich ziet.

Antwoord:

De meest passende methode kan per situatie verschillen. Het is primair de taak van de werkgever om een methode voor het uitvoeren van werkzaamheden te bepalen die voldoet aan de geldende regelgeving. De regelgeving biedt ruimte voor een eigen invulling van de werkwijze. De Inspectie SZW houdt toezicht op naleving van de wet en beoordeelt of werkmethoden aan de wettelijke regels voldoen.

De leden van de VVD-fractie vragen welke mogelijkheden er zijn om met de branche in gesprek te gaan om tot een oplossing te komen.

Antwoord:

Vanuit de Ministeries van SZW en IenM wordt overleg gevoerd met de sector om de knelpunten die de sector aangeeft te bespreken.

De leden van de VVD-fractie vragen of de EU-richtlijn in Nederland strenger wordt gehanteerd dan in bijvoorbeeld België.

Antwoord:

In België zijn de regels voor het werken met een werkbak aan een hijskraan opgenomen in het Algemeen Reglement voor Arbeidsbescherming (ARAB). Deze regels komen in hoofdlijnen overeen met de regels als opgenomen in artikel 7.23d van het Arbeidsomstandighedenbesluit, alleen is in België het begrip «tijdelijk» niet nader ingevuld met het criterium van vier uren. In het ARAB worden strengere regels gesteld aan de stabiliteit van de werkbak en het tempo waarmee mag worden gehesen.

Vragen en opmerkingen van de leden van de CDA-fractie.

De leden van de CDA-fractie vragen hoe de bewindspersonen de ontstane situatie zien waarin het saneren van asbest ontmoedigd en bemoeilijkt wordt.

Antwoord:

Het saneren van asbest wordt niet ontmoedigd en niet bemoeilijkt. Het gaat om risicovol werk waarbij goede bescherming van werknemers belangrijk is. De regels voor het gebruik van een werkbak in combinatie met een hijskraan gelden al vele jaren en zijn ook bij de sector bekend.

Vanuit de Ministeries van SZW en IenM wordt overleg gevoerd met de sector om de knelpunten die de sector aangeeft te bespreken.

De leden van de CDA-fractie willen weten waarom er nu wordt gehandhaafd, terwijl in de sector het beeld is ontstaan dat het gebruik van een hijskraan met werkbak toegestaan is voor die gevallen waar geen alternatieven voor zijn. Verder wil men weten in hoeverre de brochure van de Inspectie SZW een verandering vormt in het handhavingsbeleid en wat de gevolgen van de «verduidelijking» van de regels zijn op de asbestsanering in Nederland.

Antwoord:

Zoals eerder al aangegeven is het saneren van asbestdaken met behulp van een combinatie van een hijskraan en werkbak niet toegestaan. Noch in de regels noch in het handhavingsbeleid van de Inspectie SZW is iets gewijzigd. Naar aanleiding van signalen en een dodelijk ongeval in 2016 heeft de Inspectie SZW de brochure «Werken op hoogte vanuit een werkbak» uitgebracht om aandacht te vragen voor de geldende regels. Bij overtreding van de regels treedt Inspectie SZW handhavend op.

De leden van de CDA-fractie vragen in hoeverre er alternatieven aangetoond kunnen worden.

Antwoord:

De meest passende methode kan per situatie verschillen. Het is aan de werkgevers, gegeven de vigerende regelgeving, een veilige en gezonde werkmethode die voldoet aan de gestelde eisen te ontwikkelen en toe te passen. De Inspectie SZW houdt toezicht op naleving van de wet en toetst werkmethoden aan de wettelijke eisen.

De leden van de CDA-fractie vragen of de bewindspersonen kunnen toelichten hoe dit verbod op het gebruik van een hijskraan zich verdraagt met het beleid om de sanering van asbestdaken te versnellen en wat zij gaan doen om het «hijskraanverbod» voor asbestdaken op te heffen.

Antwoord:

De sector heeft herhaaldelijk aangegeven dat per 2024 alle asbestdaken kunnen zijn gesaneerd. Daarbij mag ervan worden uitgegaan dat gebruik wordt gemaakt van werkmethoden die aan de gestelde eisen voldoen.

Gebruikmaking van een combinatie van hijskraan en werkbak is dermate risicovol, dat deze als werkmethode in Europese regels is verboden. Het saneren van asbestdaken dient met veilige werkmethoden te geschieden.

Vanuit de Ministeries van SZW en IenM wordt overleg gevoerd met de sector om de knelpunten die de sector aangeeft te bespreken.

De leden van de CDA-fractie vragen in hoeverre de veiligheid beter is geborgd met machines, zoals verreikers en hoogwerkers.

Antwoord:

De stabiliteit van de werkplek bepaalt mede hoe veilig het werk kan worden uitgevoerd. Werken vanuit een werkbak aan een hijskraan biedt weinig stabiliteit. De werkbak kan daarbij immers ongecontroleerd gaan draaien of slingeren. Hoogwerkers en verreikers bieden een meer stabiele werkplek omdat daarbij geen sprake is van ongecontroleerde draaiingen of slingeringen. Ook is bij een verreiker of een hoogwerker de mogelijkheid de werkplek nauwkeurig te positioneren groter dan bij het gebruik van een hijskraan met werkbak.

De leden van de CDA-fractie geven aan dat de sector inschat dat voor zeker 30% van de grotere asbestdaken alternatieve machines geen oplossing bieden. Ook zouden de machines maar beperkt beschikbaar zijn, terwijl er nog rond de 10 miljoen vierkante meter asbest moet worden verwijderd. Hoe kijkt de Minister van SZW naar dit probleem en deelt hij de mening dat voor een belangrijk deel van de asbestdaken, zowel op de korte als op de middellange termijn, geen andere mogelijkheden zijn voor veilige verwijdering dan hijskraan met werkbak?

Antwoord:

De omvang van dit probleem is op dit moment onbekend. Vanuit de Ministeries van SZW en IenM wordt overleg gevoerd met de sector om inzicht te krijgen in het aantal daken waar volgens de sector het gebruik van machines anders dan een hijskraan in combinatie met een werkbak geen oplossing biedt.

Ik deel de mening niet dat er voor een belangrijk deel van de asbestdaken, zowel op de korte als op de middellange termijn, geen andere mogelijkheden zijn voor veilige verwijdering dan met hijskraan met werkbak. De sector heeft herhaaldelijk aangegeven dat per 2024 alle asbestdaken kunnen zijn gesaneerd. Daarbij mag ervan worden uitgegaan dat gebruik wordt gemaakt van een werkmethode die aan de gestelde eisen voldoet.

De leden van de CDA-fractie vragen welke regels worden gehanteerd bij buurlanden als België en Duitsland ten aanzien van het gebruik van een werkbak bij asbestsanering.

Antwoord:

Net als Nederland geldt voor buurlanden als België en Duitsland de richtlijn 2009/104/EG. De richtlijn laat op onderdelen ruimte aan lidstaten om er naar eigen inzichten invulling aan te geven. De invulling in Nederland van artikel 3.2.4 van bijlage II van de richtlijn 2009/104/EG is in het verleden tot stand gekomen na raadpleging van sociale partners. Dat heeft geleid tot artikel 7.23d van het Arbeidsomstandighedenbesluit.

In België zijn de regels voor het werken met een werkbak aan een hijskraan opgenomen in het Algemeen Reglement voor Arbeidsbescherming (ARAB). Deze regels komen in hoofdlijnen overeen met de regels als opgenomen in artikel 7.23d van het Arbeidsomstandighedenbesluit met uitzondering van het punt dat «tijdelijk» niet is ingevuld met het criterium van vier uren. In het ARAB worden wel strengere regels gesteld aan de stabiliteit van de werkbak en het tempo waarmee mag worden gehesen. De informatie over Duitsland is opgevraagd maar daar is nog geen passende reactie op ontvangen.

De leden van de CDA-fractie vragen of de bewindspersonen bereid zijn om toch zo veel mogelijk maatwerk toe te staan zonder bureaucratische rompslomp.

Antwoord:

De wetgeving geeft de kaders aan waarbinnen maatwerk mogelijk is. Het saneren van asbest is een risicovolle activiteit die op zorgvuldige en veilige wijze moet worden uitgevoerd. De veiligheid en gezondheid van werknemers mag niet aan economische reden ondergeschikt worden gemaakt1. Dit laatste aspect betrekken de ministeries bij het overleg met de sector.

De leden van de CDA-fractie vragen welke mogelijkheden er zijn voor maatwerk asbestsanering bij monumentale panden.

Antwoord:

Asbestsanering bij monumentale panden moet aan dezelfde regels voldoen als de asbestsanering bij andere asbesthoudende gebouwen. De regelgeving voorziet niet in specifieke uitzonderingsbepalingen voor deze panden. Maatwerk is mogelijk binnen de vigerende wet- en regelgeving.

De leden van de CDA-fractie vragen hoe zal worden bevorderd dat regels die de collectieve aanpak van asbestdaken bemoeilijken worden aangepast.

Antwoord:

Vanuit de Ministeries van SZW en IenM wordt overleg gevoerd met de sector om te bezien hoe kan worden omgegaan met deze situatie inzake de hijskranen en de werkbakken. Daarnaast is in het kader van de programmatische aanpak asbestdaken en in overleg met asbestsaneringsbranche een aantal knelpunten in de uitvoering benoemd, zoals ook is aangegeven bij de antwoorden op vragen van leden Geurts en Von Martels (Aanhangsel Handelingen II 2016/17, nr. 2333).

De veiligheid en gezondheid van werknemers mag niet aan economische reden ondergeschikt worden gemaakt.

De leden van de CDA-fractie vragen of de Inspectie SZW en de Programmaraad Asbest van de Nederlandse Omgevingsdiensten in een intentieverklaring hebben afgesproken om nauwer te gaan samenwerken bij het toezicht op naleving van de bestaande regels bij asbestverwijdering.

Antwoord:

Ja. De Inspectie SZW en de Nederlandse omgevingsdiensten hebben een intentieverklaring2 getekend om gezamenlijk risicogericht en programmatisch op te trekken in de asbestketen.

De leden van de CDA-fractie vragen of de bewindspersonen een soortgelijke samenwerking bevorderen tussen de regelgever (de Minister van SZW) en het Programmabureau Versnelling Asbestdakensanering, zodat de regels een versnelling van de sanering toelaten?

Antwoord:

Een dergelijke samenwerking vindt al plaats. In het kader van de programmatische aanpak is een aantal knelpunten in de uitvoering benoemd. Deze knelpunten worden onderzocht en mogelijke oplossingen worden voorgelegd aan de betrokkenen.

De leden van de CDA-fractie vragen of de Minister van SZW en de Staatssecretaris van IenM bereid zijn deze vragen gezamenlijk te beantwoorden. Ook vragen zij of zij bereid zijn om in te gaan op de uitnodiging van asbestsaneringsbedrijven voor een werkbezoek.

Antwoord:

Ja, de vragen worden gezamenlijk beantwoord en wij zijn bereid om in te gaan op een uitnodiging voor een werkbezoek.

Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie.

De leden van de D66-fractie vragen of alle procedures die van toepassing zijn op (relatief) grootschalige gelijktijdige asbestsanering doorgelicht kunnen worden om te kijken of deze naar de laatste stand van de wetenschap en met de kennis van nu uit de praktijk niet veel efficiënter kunnen worden ingericht en/of de huidige procedures geen onlogische situaties veroorzaken. Zo is deze leden bijvoorbeeld ter ore gekomen dat op dit moment een afvalcontainer telkens moet worden verplaatst wanneer men huis na huis een straat saneert, wat mogelijk tot onnodige logistiek leidt en het saneringsproces vertraagt. Deze leden kunnen zich voorstellen dat op deze manier het doel van 2024 niet wordt gehaald. Is de Staatssecretaris van IenM tot een dergelijk onderzoek bereid? Zo nee, kan zij aangeven op basis waarvan zij het vertrouwen heeft dat er geen verbeterslagen meer gemaakt kunnen worden, uiteraard altijd met behoud van het gewenste veiligheidsniveau?

Antwoord:

De wijze waarop bedrijven hun procedures en werkwijzen inrichten is aan het bedrijf zelf. Van belang is dat het werk veilig en gezond wordt uitgevoerd. De regelgeving biedt voldoende ruimte voor een eigen invulling van de werkwijze. Die werkwijze moet wel in overeenstemming zijn met de regelgeving. Het kan niet zo zijn dat een werkwijze die niet is toegestaan om economische redenen alsnog wordt toegestaan. Het is aan de sector om in een dergelijk geval een werkwijze te ontwikkelen die wel in overeenstemming is met de geldende regelgeving. Zoals hierboven aangegeven bij antwoorden op vragen van de CDA fractie heeft het programmabureau in overleg met de branche een aantal knelpunten bij asbestsanering geïdentificeerd. Momenteel wordt er in overleg met betrokkenen bezien of en zo ja hoe deze knelpunten kunnen worden opgelost.

Vragen en opmerkingen van de leden van de SP-fractie.

De leden van de SP-fractie vragen hoeveel arbeidsongevallen jaarlijks plaatsvinden bij de sanering van asbestdaken en wat de meest voorkomende ongelukken zijn en op welke wijze werknemers hiertegen worden beschermd.

Antwoord:

Van 1998 tot en met 2013 zijn tenminste 112 asbestsaneerders slachtoffer geworden van een ongeval dat gemeld is bij de Inspectie SZW.

Vanaf 2015 zijn er tien arbeidsongevallen bij de Inspectie SZW gemeld die bij het saneren van asbest plaatsvonden. Dit betreft alleen de meldingsplichtige ongevallen, waarbij sprake is van overlijden, blijvend letsel of ziekenhuisopname.

De meest voorkomende ongevallen zijn vallen van hoogte. Hiervoor zijn diverse beschermende maatregelen mogelijk, zoals persoonlijke beschermingsmiddelen, doelmatige hekwerken, leuningen, netten of andere voorzieningen.

De leden van de SP-fractie willen weten hoe slachtoffers van deze arbeidsongevallen worden gecompenseerd.

Antwoord:

Werknemers hebben gedurende het eerste en tweede ziektejaar recht op doorbetaling van loon. Daarna worden werknemers die vanwege arbeidsongeschiktheid inkomen verliezen daarvoor gecompenseerd in het kader van de WIA. Daarboven kunnen slachtoffers van ongevallen volgens de CAO Bouwnijverheid in aanmerking komen voor een uitkering. Betrokkenen kunnen zelf via civiel recht hun schade verhalen.

De leden van de SP-fractie geven aan dat wordt gesproken over recent gepresenteerde machines die kunnen helpen bij het saneren van asbestdaken. Om welke machines gaat het hier en welke nieuwe technieken zijn bekend die behulpzaam kunnen zijn bij het saneren van daken?

Antwoord:

Het is primair een taak voor de sector om technologieën en werkmethoden te ontwikkelen en toe te passen die in overeenstemming zijn met de geldende regels. De Inspectie SZW ziet er op toe dat werkzaamheden volgens de wet worden uitgevoerd. In alle gevallen dient de arbeidshygiënische strategie te worden gevolgd.

De leden van de SP-fractie vragen of er een overzicht kan worden gegeven van de thans bestaande subsidieregelingen waarop bedrijven een beroep kunnen doen voor asbestsaneringen.

Antwoord:

Alle bezitters van een asbestdak kunnen een beroep doen op de subsidieregeling verwijderen asbestdaken. Vanuit de rijksoverheid zijn er geen andere regelingen beschikbaar voor het saneren van asbestdaken. Wel zijn er lokale subsidie- of financieringsregelingen, zoals in de provincie Limburg.

Vragen en opmerkingen van de leden van de SGP-fractie.

De leden van de SGP-fractie constateren dat sectorbreed wordt aangegeven dat door de strikte interpretatie en handhaving van de artikelen 7.18 en 7.23d van het Arbeidsomstandighedenbesluit veel saneringsprojecten zijn stilgelegd dan wel dat geplande projecten niet worden doorgezet. Zo zegt een asbestsaneerder dat zijn bedrijf normaal 140.000 m2 asbestdaken saneert, en dit jaar nog maar 6.000 m2. Het bedrijf staat bijna op het punt er helemaal mee te stoppen. Zo zijn er meer. Sectorbreed wordt ook aangegeven dat op deze wijze ernstige vertraging optreedt en de opgave voor 2024 niet haalbaar is. De Staatssecretaris van IenM liet in reactie op Kamervragen van de leden Geurts en Amhaouch (beiden CDA) echter weten dat de asbestverwijderingsbedrijven hebben laten weten dat de deadline haalbaar lijkt. De leden van de SGP-fractie vragen of de veronderstelling juist is dat de Staatssecretaris zich baseert op gedateerde informatie en of de bewindslieden erkennen dat gegeven de huidige situatie de opgave voor 2024 niet haalbaar is? Zo niet, waarom niet? Zo ja, hoe gaan de bewindslieden vertraging voorkomen?

Antwoord:

De sector heeft herhaaldelijk aangegeven dat de asbestdaken gesaneerd kunnen zijn in 2024. Het Ministerie van IenM heeft met het oog op dit doel een subsidieregeling «Verwijderen Asbestdaken» ingesteld en is gestart met de programmatische aanpak.

Er zijn op dit moment geen aanwijzingen dat de sanering van asbestdaken vertraagt. In de brief van de Staatssecretaris van IenM van 22 juni 2017 (Kamerstukken 28 089 en 28 663, nr. 47) staat aangegeven hoe de sanering van de asbestdaken verloopt. In de eerste twee kwartalen van 2017 is 5 miljoen m2 asbestdak gesaneerd, dat is meer dan in de eerste twee kwartalen van 2016. Er zijn derhalve op dit moment ook geen aanwijzingen dat de asbestsanering vertraging oploopt.

De leden van de SGP-fractie geven aan dat de Inspectie SZW stelt dat werkbakken instabiel zijn en dat de kans groot is dat mensen er van af vallen. De leden van de SGP-fractie vragen of deze veronderstelde onveiligheid ook vanuit de praktijk aangetoond kan worden. Kunnen de bewindslieden een inschatting geven van het aantal ernstige ongevallen dat zich sinds 2010 heeft voorgedaan bij asbestsaneringsprojecten door onveilig gebruik van kranen met werkbakken in strijd met het Arbeidsomstandighedenbesluit?

Antwoord:

Het gebruik van werkbakken aan hijskranen is de laatste twee jaar toegenomen. Voordien kwam de Inspectie SZW die nauwelijks tegen. Zoals eerder is gezegd zijn er volgens de Inspectie SZW sinds 2015 tien arbeidsongevallen gemeld bij het saneren van asbest. Dit betreft alleen de meldingsplichtige ongevallen, waarbij sprake is van overlijden, blijvend letsel of ziekenhuisopname.

De leden van de SGP-fractie vragen of de bewindslieden de analyse delen dat in ieder geval voor een deel van de asbestdaken de komende jaren geen veiligere alternatieven zijn voor het gebruik van een hijskraan met een werkbak.

Antwoord:

Vanuit de Ministeries van SZW en IenM wordt overleg gevoerd met de sector om de knelpunten die de sector aangeeft te bespreken.

De leden van de SGP-fractie vraagt of de veronderstelling juist is dat sanering van daken van binnenuit of door over daken heen te lopen juist tot meer ongevallen zal leiden.

Antwoord:

Deze veronderstelling is niet juist, aangezien de situatie en de meest passende methode per situatie kunnen verschillen. Het is aan de werkgevers, gegeven de vigerende regelgeving, een toegestane veilige en gezonde werkmethode te ontwikkelen en toe te passen. De Inspectie SZW houdt toezicht op naleving van de wet en toetst de werkzaamheden in de praktijk.

De leden van de SGP-fractie vragen waarom artikel 7.18 van het Arbeidsomstandighedenbesluit ten aanzien van het gebruik van hijskranen met werkbakken bij asbestsanering de afgelopen jaren niet actief is gehandhaafd. Delen de bewindslieden de mening dat op deze wijze ten minste de indruk is gewekt dat deze toepassing voldoende veilig bevonden werd?

Antwoord:

Nee, ik deel die mening niet met u. Het gebruik van werkbakken aan hijskranen is de laatste twee jaar toegenomen. Voordien kwam de Inspectie SZW die nauwelijks tegen. Naar aanleiding van signalen en een dodelijk ongeval in 2016 heeft de Inspectie SZW de brochure «Werken op hoogte vanuit een werkbak» uitgebracht om aandacht te vragen voor de geldende regels.

Overigens is het in algemene zin zo dat het niet actief inspecteren op naleving van bepaalde wettelijke bepalingen niet betekent dat de wijze waarop wordt gewerkt veilig of gezond is en dat die werkmethode volgens de regels is toegestaan.

De leden van de SGP-fractie vragen of de veronderstelling juist is dat de in artikel 7.23d opgenomen beperkende voorwaarden met betrekking tot de gebruiksfrequentie en de gebruiksduur niet rechtstreeks voortvloeien uit de Arbeidsmiddelenrichtlijn.

Antwoord:

Ja. De invulling in Nederland van artikel 3.1.2 van bijlage II van de richtlijn 2009/104/EG is in het verleden tot stand gekomen na raadpleging van sociale partners. Dat heeft geleid tot artikel 7.23d van het Arbeidsomstandighedenbesluit.

De leden van de SGP-fractie geven aan dat artikel 7.18, vierde lid, van het Arbeidsomstandighedenbesluit bepaalt dat met een hijs- of hefwerktuig dat uitsluitend is bestemd en ingericht voor het vervoer van goederen, in de plaats van of tezamen met goederen geen personen vervoerd mogen worden. De leden van de SGP-fractie hebben enkele vragen over de interpretatie van deze bepaling. Is de veronderstelling juist dat de werkbakken die in de asbestsaneringspraktijk in combinatie met hijskranen gebruikt worden op zichzelf goedgekeurd zijn voor personenvervoer?

Antwoord:

Een werkbak die aan een hijskraan wordt gehangen is volgens de richtlijn 2006/42/EG geen verwisselbaar uitrustingsstuk3. Een werkbak die wordt gebruikt in combinatie met een hijskraan hoeft dus niet te voldoen aan de essentiële veiligheids- en gezondheidseisen van de richtlijn 2006/42/EG. De gebruikte werkbakken ontberen dan ook de goedkeuring overeenkomstig de richtlijn 2006/42/EG.

Gebruikmaking van een combinatie van hijskraan en werkbak is een risicovolle werkmethode. Niet voor niets is een algemeen verbod in Europese regels vastgelegd. Het is gewenst om afwijking daarvan te beperken en aan voorwaarden te verbinden zoals geregeld in het Arbeidsomstandighedenbesluit.

De leden van de SGP-fractie geven aan dat een dergelijke hijskraan dan toch niet meer uitsluitend is bestemd en is ingericht voor het vervoer van goederen en dat artikel 7.18, vierde lid, ruimte biedt voor gebruik van hijskranen met werkbakken bij asbestsanering?

Antwoord:

Als een hijskraan in combinatie met een werkbak zodanig wordt ontworpen en gefabriceerd of wordt gemodificeerd dat deze combinatie voldoet aan de eisen voor het heffen van personen zoals de richtlijn 2006/42/EG eist, dan is er geen bezwaar tegen het inzetten van een dergelijk arbeidmiddel voor de sanering van asbestdaken. Met ander woorden, er is ruimte om de combinatie van werkbak en hijskraan geschikt te maken voor asbestsanering. Het is aan de sector om in overleg met fabrikanten te komen tot een machine die aan de gestelde eisen voldoet.

De leden van de SGP-fractie vragen of de bewindslieden bereid zijn het Arbeidsomstandighedenbesluit zo aan te passen dat gebruik van hijskranen met werkbakken bij asbestsanering mogelijk wordt dan wel op basis van artikel 9.11 vrijstelling te verlenen.

Antwoord:

Het saneren van asbest is een risicovolle activiteit die op zorgvuldige wijze moet worden verricht. De veiligheid en gezondheid van werknemers mag niet aan economische reden ondergeschikt worden gemaakt.


X Noot
1

Considerans (7) van de richtlijn 2009/104/EG.

X Noot
3

Paragraaf 416 van de Guide to application of the Machinery Directive 2006/42/EC Edition 2.1 – July 2017 (Update of 2nd Edition) https://ec.europa.eu/docsroom/documents/24722

Naar boven