Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 25 april 2014
Op 19 juni 2013 vond op een melkveehouderij in Makkinga een ernstig ongeval plaats
in een mestsilo. Bij dit ongeval waren helaas drie dodelijke slachtoffers te betreuren.
De Onderzoeksraad voor Veiligheid heeft naar aanleiding van het ongeval in Makkinga
besloten om de gevaren van mestgassen te onderzoeken. Op 28 februari 2014 heeft de
Raad haar rapport gepubliceerd. Uw Kamer heeft gevraagd om een reactie op het rapport
van de Raad over «Dodelijk ongeval in mestsilo in Makkinga».
Sinds 1980 hebben zich 35 ernstige ongevallen met mestgassen voorgedaan. Daarbij zijn
28 dodelijke slachtoffers gevallen. Volgens de Raad ontstaat het merendeel van de
ongevallen doordat er onvoldoende veiligheidsmaatregelen worden getroffen. Het tekort
aan veiligheidsmaatregelen komt naar het oordeel van de Raad vooral door het ontbreken
van kennis. Daardoor worden gevaren onderschat. Een belangrijke oorzaak van het gebrek
aan kennis en risicobesef is dat de gevaren van mestgassen niet worden behandeld in
agrarische opleidingen. De Raad constateert tevens dat bij ontwikkelingen zoals aanscherping
van milieuvoorschriften onvoldoende aandacht is geschonken aan het beheersen van de
veiligheidsrisico’s van mestgassen.
Ik onderschrijf de conclusie van de Raad. Ik ben het met de Raad eens dat het van
belang is om bij nieuwe ontwikkelingen (in beleid, bedrijfsvoering of technologie)
arbeidsveiligheid en gezondheid vanaf het begin volwaardig mee te nemen.
De Raad beveelt aan LTO en andere agrarische brancheorganisaties aan om te zorgen
dat er een platform komt dat informatie over de mestgasproblematiek verzamelt en verspreidt.
Daarnaast beveelt de Raad aan LTO en agrarische opleidingcentra en hogescholen aan
dat «veilig werken met mest» in de agrarische opleidingen wordt opgenomen.
LTO heeft reeds aangegeven zich in te zetten om met andere belangenorganisaties een
platform te vormen, ten behoeve van het onder de aandacht brengen van veilig werken
met mest door partnerorganisaties van agrarische ondernemers en studenten in het agrarische
onderwijs. Om meer agrariërs te kunnen bereiken wil LTO een nieuwe impuls geven aan
de lopende voorlichtingbijeenkomsten van Stigas en LTO. De agrarische sector werkt
momenteel aan een leidraad. LTO heeft aangegeven zich vooral te richten op een goede
bewustwording onder haar leden. De voortvarende wijze waarop LTO de aanbevelingen
van de Raad oppakt, vind ik een goede zaak.
De Raad heeft geen directe aanbevelingen aan het Ministerie van Economische Zaken
(EZ) gedaan, maar het Ministerie van Economische Zaken heeft wel betrokkenheid. Gegeven
de aanbeveling aan LTO zal het Ministerie van EZ LTO ondersteunen bij het ontwikkelen
van een actieplan.
De Raad beveelt aan mij aan om in samenwerking met Stigas te zorgen dat in de Arbocatalogi
voor de agrarische sector concrete voorschriften worden opgenomen voor de te treffen
veiligheidsmaatregelen bij mestgerelateerde werkzaamheden in besloten ruimte.
In een Arbocatalogus beschrijven werkgevers en werknemers op eigen initiatief hoe
zij voldoen aan de doelvoorschriften uit de wet- en regelgeving op het terrein van
gezond en veilig werken. De catalogus bevat in principe technieken en manieren, goede
praktijken, normen en praktische handleidingen voor veilig en gezond werken. De inhoud
en uit te werken onderwerpen worden door de werkgevers en werknemers gezamenlijk bepaald
en uitgewerkt. Het is de verantwoordelijkheid van de sector zelf om de Arbocatalogus
onder de aandacht te brengen van betrokkenen.
Ik ga uiteraard wel in overleg met de agrarische sector om te bevorderen dat deze
thematiek goed onder de aandacht komt en waar mogelijk meer concreet uitgewerkt wordt
in de Arbocatalogi van de sector.
Bij de beantwoording op 5 november 2013 van de Kamervragen van de leden Dikkers en
Jacobi (beiden PvdA) van 7 oktober 2013 (Aanhangsel Handelingen II 2013/14, nr. 417) heb ik aangegeven dat ik mogelijk terug zou komen op mijn antwoorden als de resultaten
van het onderzoek van de Raad daar aanleiding toe zouden geven. Het onderzoeksrapport
geeft echter geen aanleiding tot het aanpassen van de wet en regelgeving ten aanzien
van de veiligheid van mestsilo’s.
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, L.F. Asscher