25 883
Arbeidsomstandigheden

nr. 117
VERSLAG VAN EEN ALGEMEEN OVERLEG

Vastgesteld 23 juli 2007

De vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid1 en de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties2 hebben op 13 juni 2007 overleg gevoerd met minister Donner van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over:

– de brief d.d. 22 maart 2007 houdende rapportage evaluatie Europese richtlijn betreffende het werken met beeldschermapparatuur (25 883, nr. 105);

– de brief d.d. 5 april 2007 houdende het eindverslag van project «Arbeids- en rusttijden Politie» van de Arbeidsinspectie (25 883, nr. 106);

– de brief d.d. 25 april 2007 houdende IWI-rapport «Rondom machines, certificering in het werkveld EG-richtlijn machines» (25 883, nr. 108);

– de brief d.d. 25 april 2007 houdende Werkgeversmonitor Arbeidsomstandigheden 2006 (WEA 2006) en de publieksbrochure over de Nationale (Werknemers-)Enquête Arbeidsomstandigheden 2006 (NEA 2006) (25 883, nr. 109);

– de brief d.d. 10 mei 2007 over voortgang programma’s Arboconvenanten, versterking Arbeidsomstandighedenbeleid Stoffen en Versterking Arbeidsveiligheid (25 883, nr. 110);

– de brief d.d. 10 mei 2007 houdende de tussenevaluatie wetswijziging arbodienstverlening (29 814, nr. 10);

– de brief d.d. 16 mei 2007 houdende de reactie op brief van FNV over de werkgeversplicht om te streven naar (voortdurende) verbetering van de veiligheid en gezondheid van werknemers (SZW0700252);

– de brief d.d. 16 mei 2007 houdende het jaarverslag van de Arbeidsinspectie 2006 (26 448, nr. 332);

– de brief d.d. 29 mei 2007 houdende de rapportage monitorproject «Universiteiten» (25 883, nr. 112);

– de brief d.d. 29 mei 2007 houdende de rapportage (Arbeids)inspectieproject Hoger Onderwijs (25 883, nr. 113);

– de brief d.d. 31 mei 2007 houdende de tussenbrief Vluchtige Organische Stoffen, AWARE-project (25 720, nr. 19);

– de brief d.d. 8 juni 2007 inzake de stand van zaken implementatie Arbeidsomstandighedenwet (25 883, nr. 115);

– de brief d.d. 11 juni 2007 houdende het antwoord op de vraag FNV inzake werkgeversplicht te streven naar verbetering veiligheid en gezondheid van werknemers (25 883, nr. 114).

Van dit overleg brengen de commissies bijgaand samenvattend verslag uit.

Vragen en opmerkingen uit de commissies

De heer Koppejan (CDA) staat positief tegenover het initiatief van Nederland om samen met andere lidstaten van de EU te komen tot een systematische evaluatie van de Europese arborichtlijnen voor het werken met beeldschermapparatuur. Wat wordt er gedaan met de constatering dat er nog te veel onbekendheid is binnen het mkb met de mogelijke gezondheidsrisico’s en de regels?

– Er zit erg weinig voortgang in de handhaving van de Arbeidstijdenwet binnen de politieorganisatie. De tijd van vrijblijvende afspraken lijkt nu voorbij. Zal de doelstelling van 40% reductie van het aantal overtredingen worden gehaald? Met welke sancties krijgen korpsen te maken die eind 2007 deze doelstelling niet halen?

– Ligt onder dit probleem van chronische overtreding wellicht het probleem van de onderbezetting binnen de korpsen? Bij hoeveel van de 26 korpsen was ten tijde van het onderzoek van de inspectie sprake van onderbezetting? Wat wordt daaraan gedaan?

– In hoeverre is het gebruik van de geautomatiseerde registratiesystemen voor werktijden bij de politie goed geëvalueerd? Is er al één type registratiesysteem voor alle korpsen en, zo nee, kan de aanschaf van zo’n universeel systeem aan de afzonderlijke korpsen worden overgelaten?

– Wat wordt er gedaan met knelpunten zoals de werkdruk en de stress in de sectoren zorg, onderwijs en openbaar vervoer, die worden geconstateerd in de Werkgeversmonitor Arbeidsomstandigheden 2006 en de Nationale (Werknemers)Enquête Arbeidsomstandigheden 2006?

– De drie programma’s Arboconvenanten, Versterking arbeidsomstandighedenbeleid stoffen en Versterking arbeidsveiligheid zijn afgelopen of lopen binnenkort af. Zijn er financiële middelen gereserveerd om dit soort succesvolle projecten ook in de toekomst te helpen financieren?

– Er wordt geconstateerd dat er direct maatregelen moeten worden genomen om de werkstress bij werknemers in het hoger onderwijs te verminderen. Hoe gebeurt dit?

– Het convenant Gevelonderhoud is eenzijdig door de overheid opgezegd. Wat wordt er gedaan om de hiaat op te vullen dat hierdoor is ontstaan in het arbobeleid in de sector van glazenwassers en gevelreinigers? Bij nieuwbouw wordt er hierdoor geen rekening meer gehouden met veiligheid bij onderhoud. Zelfs VNO-NCW pleit voor meer regelgeving op dit punt. Wil de minister contact opnemen met de minister van VROM om te bezien of de bouwwetgeving hiervoor moet worden aangepast? Is hij verder bereid om de Arbeidsinspectie in deze sector extra te laten controleren?

De heer Ulenbelt (SP) vindt dat de stukken die ter tafel liggen, bewijzen dat het niet florissant is gesteld met de arbeidsomstandigheden in Nederland. Dit ondanks dat bij de herziening van de Arbowet, 1 januari 2007, is gegarandeerd dat het niveau van bescherming van werknemers niet zou dalen. De minister schrijft bovendien dat niet altijd de meest doeltreffende van alle mogelijke maatregelen voor de bescherming van werknemers getroffen hoeft te worden. Wordt het permanente streven naar verbetering van arbeidsomstandigheden, die de Europese kaderrichtlijn voorschrijft, door de minister losgelaten?

– In de distributiecentra van Albert Heijn werden rolcontainers mechanisch in de vrachtwagens geladen. Men heeft daar nu besloten om weer over te gaan tot het handmatig laden van de containers. Werknemers ervaren dit als een verzwaring van hun werk. Hoe kan het dat de Arbeidsinspectie het eerst met het personeel eens was en een eis stelde, en later die eis introk en het bij een waarschuwing hield? Als objectief wetenschappelijk onderzoek heeft aangetoond dat mechanisch tillen leidt tot betere arbeidsomstandigheden dan handmatig tillen en de mogelijkheden voor mechanisch tillen zijn aanwezig, mag een bedrijf dan toch besluiten dat er weer handmatig moet worden getild? In onderzoeksrapporten naar het handmatig laden worden te hoge aanzetkrachten vastgesteld. De inspectie ziet dit niet als een misstand, maar wel als een knelpunt. Bij het mechanisch laden is dit knelpunt niet aanwezig. Is de minister bereid de Kamer een brief te sturen over de omstandigheden waaronder een werkgever op het vlak van de arbeidsomstandigheden een stap terug mag zetten zonder dat daarbij de wet wordt overtreden?

– Wat moet er precies komen te staan in de arbeidscatalogi; de gemiddelde techniek die in een bedrijfstak wordt toegepast, of de best mogelijke? Het uitwerken van de catalogi is een verantwoordelijkheid van werkgevers en werknemers. Waarom wordt dit dan toch gesubsidieerd met 15,7 mln.? Hoeveel catalogi zijn er inmiddels klaar? Kunnen bedrijven ook zelf een catalogus opstellen, buiten de branche om?

– Wat nodig is, is niet een reductie van 40% van het aantal overtredingen van de Arbeidstijdenwet bij politiekorpsen, maar een zero tolerancebeleid.

De heer Heerts (PvdA): Boaborea vraagt in een brief aandacht voor de manier waarop veel mkb-bedrijven met de arbodienstverlening omgaan. Het mkb gebruikt erg veel overheidsmiddelen in de eerste twee verzuimjaren. Wat is de visie van de minister?

– Is de oorzaak van de systematische overtreding van de Arbeidstijdenwet door politiekorpsen alleen het personeelstekort, of moet er op dit punt meer flexibiliteit in de wetgeving worden ingebouwd?

– Werkgevers hebben behoefte aan werkgeversplatforms. Gaat de overheid daaraan bijdragen? Kunnen bedrijfsartsen rechtstreeks verwijzen naar tweedelijnszorg?

– Hoe gaat de overheid als werkgever zelf om met de arbeidscatalogi? Worden de werkzaamheden daarvoor gecoördineerd door het VSO, waarin de sectorwerkgevers binnen de overheid samenwerken? Op die manier kan dubbel werk worden voorkomen.

– Wanneer worden de onderhandelingen over de ontwikkeling van gezondheids- en veiligheidskundige grenswaarden (motie-Koopmans) afgerond?

– Is de minister bereid om het rapport van de Arbeidsinspectie over de kwestie van de rolcontainers naar de Kamer te sturen?

De heer Nicolaï (VVD): Per 1 januari is de arbowetgeving herzien. Stemt de minister volmondig in met de wijzigingen die door het vorige kabinet zijn aangebracht?

– Bij de ziekteverzuimbegeleiding zijn er vooral nog problemen bij zeer kleine bedrijven, vooral door onbekendheid. Wat wordt hieraan gedaan?

– Er is veel onbekendheid met regels rond beeldschermwerk. Wat wordt hieraan gedaan? Is er nog een nationale kop nodig op de regels die er op Europees niveau op dit punt al zijn? Hoe kan de regeldruk op het mkb op het punt van het beeldschermwerk worden verminderd? Bij faculteiten worden veel overtredingen van de regels geconstateerd. Hoe wordt daartegen opgetreden?

– Uit de Werkgeversmonitor Arbeidsomstandigheden 2006 blijkt dat het percentage werkgevers dat een risico-inventarisatie (RI&E) heeft uitgevoerd, is gedaald. Hoe komt dat?

Antwoord van de minister

De minister vindt dat de wijziging van de arbowetgeving die op 1 januari is ingegaan, een verbetering op dit terrein in gang heeft gezet. Dat neemt niet weg dat de Arbeidsinspectie zaken blijft aantreffen die verbetering behoeven.

– Bij de discussie over de Europese richtlijn over werken met beeldschermapparatuur is de inzet van Nederland, te komen tot doelvoorschriften die op de werkvloer moeten worden uitgewerkt in middelen, vastgelegd in de arbocatalogi. De meerderheid van de lidstaten is op dit moment nog voorstander van middelvoorschriften.

– Gebrek aan kennis van middelen en regels wordt onder andere bestreden door de opzet van het ArboKennisPortaal, een algemene site met daarop onder andere de regels rond het werken met beeldschermapparatuur.

– Juist bij universiteiten worden er veel maatregelen genomen ter voorkoming van problemen bij het werken met beeldschermapparatuur. Hier lijkt zich de situatie voor te doen dat als er meer regels zijn, die ook vaker kunnen worden overtreden.

– Overtredingen van de Arbeidstijdenwet bij de politie hangen vaak samen met een tekort aan personeel. In veel gevallen laat men de handhaving van de rechtsorde prevaleren boven het zich houden aan de arbeidstijden. Er wordt op dit moment onderzoek gedaan naar de oorzaken en de minister van Binnenlandse Zaken spreekt met de korpsbeheerders over manieren waarop het aantal overtredingen kan worden teruggedrongen. De oorzaak blijkt niet in de wetgeving te liggen. Het resultaat van het onderzoek komt uiterlijk begin juli beschikbaar. Uiteindelijk moet niet de minister van SZW, maar de minister van BZK voor een oplossing van dit probleem zorgen.

– Niet alle korpsen gebruiken hetzelfde geautomatiseerde registratiesysteem. De Raad van Hoofdcommissarissen werkt toe naar een uniform systeem. Eén landelijk politiekorps zou dit soort problemen kunnen voorkomen.

– Bedrijven moeten doen wat in redelijkheid verwacht mag worden op het gebied van de arbeidsomstandigheden. Wetenschappelijke inzichten spelen daarbij een rol, maar zijn niet de enige en ultieme norm.

– Het ging bij het mechanisch laden van rolcontainers om een experiment. De directie van het bedrijf vond de nadelen te groot en is met het experiment gestopt. De Arbeidsinspectie heeft daarop een gezondheidskundig onderzoek naar de voor- en nadelen van het mechanisch laden geëist. Daaruit bleek dat het stoppen van het experiment geen gezondheidskundige problemen zou opleveren. Ook een onderzoek van de Arbeidsinspectie zelf kwam tot dit resultaat. Daarna heeft de Arbeidsinspectie het bedrijf gewaarschuwd, op de gevolgen te letten. De vraag welke methode voor werknemers het prettigst is, hoeft niet in het kader van de arbowetgeving beantwoord te worden. Lichamelijk werk is bovendien niet per definitie slechter voor de arbeidsomstandigheden dan gemechaniseerd werk. Door de uitvoering van het werk aan te passen, kan een werkgever voorkomen dat het knelpunt waarvoor de Arbeidsinspectie waarschuwt, ook werkelijk een probleem wordt.

– De minister zegt niet in een brief in te kunnen gaan op alle situaties die zich in de praktijk kunnen voordoen waarin een afweging moet worden gemaakt tussen diverse zaken op het vlak van arbeidsomstandigheden. Dit moet nu juist gebeuren in de arbocatalogi per sector. Alleen het kader kan worden aangegeven, maar dat is ook terug te vinden in de wet. De minister beraadt zich er nog op, of hij het oordeel van de Arbeidsinspectie over dit individuele bedrijf naar de Kamer wil sturen. Hij wil voorkomen dat hij hiermee precedenten schept.

– De drie programma’s Arboconvenanten, Versterking arbeidsomstandighedenbeleid stoffen en Versterking arbeidsveiligheid kunnen worden gezien als voorloper van de Arbowet, in casu de arbocatalogi. De ervaring uit de convenanten kan worden opgenomen in de catalogi. De opstart van de catalogi wordt op voorstel van de Stichting van de Arbeid door de overheid financieel gefaciliteerd. De subsidieregeling zal per 1 september gereed zijn. Over de voortgang van het project Tijdelijke ondersteuning van de totstandkoming arbocatalogi vindt regelmatig overleg met de Star plaats.

– Volgens de wet kan er ook door één bedrijf apart een arbocatalogus worden opgesteld, altijd in overleg met werknemers. Alle inspanningen van de Stichting van de Arbeid zijn er echter op gericht, arbeidscatalogi per bedrijfstak op te stellen. Dat lijkt ook de meest efficiënte werkwijze. Er zijn inmiddels arbocatalogi voor de podiumkunsten en VVV-Nederland. In 2007 zullen er ongeveer twintig arbeidscatalogi tot stand komen. De totstandkoming van de arbocatalogi in overheidssectoren als het onderwijs, de academische ziekenhuizen, gemeenten en de rijksoverheid wordt door de overheid gefaciliteerd.

– Ook bij de overheid worden catalogi ontwikkeld, op dit moment voor het onderwijs, de academische ziekenhuizen, de gemeenten en de rijksoverheid. Ook hier wordt per sector ontwikkeld, zodat er maatwerk kan worden geleverd.

– Naar aanleiding van de motie-Koopmans heeft het ministerie overleg gevoerd met de Gezondheidsraad over de opzet van een onafhankelijke commissie. Verder is de ruwe schets uit de ministeriële brief van 18 januari nader uitgewerkt. Op 16 mei is over een en ander overlegd met de sociale partners, die op dit moment hun achterban raadplegen. Waarschijnlijk zal nog deze maand een adviesaanvraag worden verzonden aan de Gezondheidsraad.

– Het convenant Gevelonderhoud is opgezegd omdat het niet bleek te werken. De Arbeidsinspectie blijft echter permanent actief in de sector gevelreiniging. Er vindt op dit moment overleg plaats met VROM over de vraag, in hoeverre bouwwetgeving een rol kan spelen bij het verbeteren van de arbeidsomstandigheden van glazenwassers. Het opnemen van regels in de bouwwetgeving heeft uiteraard alleen effect op nieuwe gebouwen. Brancheorganisaties hebben een Platform Preventie Valgevaar opgericht. Daar is een meldpunt ingericht en er wordt onderzocht in hoeverre NEN-normering een rol kan spelen. Als uiteindelijk regelgeving tóch beter blijkt te werken, zal dit zeker worden overwogen.

– Er wordt op dit moment gewerkt aan een arbeidscatalogus voor het hoger onderwijs. Psychosociale arbeidsbelasting krijgt daarin de nodige aandacht.

– Er is binnen het mkb veel discussie ontstaan over de lasten voor de werkgever van de eerste twee jaren van verzuim van werknemers. Een groot deel van de verantwoordelijkheid is volgens de minister echter door de wetgever bewust bij de werkgever gelegd. Hij is echter altijd bereid om met het mkb te spreken over maatregelen om het ziekteverzuim terug te dringen. Het mkb laat de begeleiding bij ziekteverzuim inderdaad minder via een arbodienst verlopen, maar dit betekent niet dat er per definitie minder wordt begeleid. De ziekteverzuimcijfers blijven dalen.

– Het percentage werkgevers dat een risico-inventarisatie heeft uitgevoerd, is gedaald omdat het laatste jaar in de steekproef meer kleine bedrijven in het onderzoek betrokken zijn. Grote bedrijven doen eerder een risico-inventarisatie dan kleine.

– De arboarts kan wel degelijk naar tweedelijnszorg verwijzen.

Toezegging

– Op korte termijn stuurt de minister een brief naar de Kamer, waarin wordt aangegeven of het oordeel van de Arbeidsinspectie over de rolcontainers aan de Kamer kan worden gestuurd.

De voorzitter van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

De Wit

De voorzitter van de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

Leerdam

De adjunct-griffier van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Esmeijer


XNoot
1

Samenstelling:

Leden: Van der Vlies (SGP), De Wit (SP), voorzitter, Van Gent (GroenLinks), Hamer (PvdA), Blok (VVD), Nicolaï (VVD), Jan Jacob van Dijk (CDA), Smeets (PvdA), Omtzigt (CDA), Van Hijum (CDA), Koşer Kaya (D66), Jonker (CDA), ondervoorzitter, Luijben (SP), Ulenbelt (SP), Verdonk (VVD), Ortega-Martijn (ChristenUnie), Blanksma-van den Heuvel (CDA), Van der Burg (VVD), Koppejan (CDA), Tony van Dijck (PVV), Spekman (PvdA), Heerts (PvdA), Thieme (PvdD), Karabulut (SP) en Vos (PvdA).

Plv. leden: Van der Staaij (SGP), Gerkens (SP), Vendrik (GroenLinks), Wolfsen (PvdA), De Krom (VVD), Weekers (VVD), De Rouwe (CDA), Depla (PvdA), Sterk (CDA), Willemse-van der Ploeg (CDA), Pechtold (D66), Spies (CDA), Irrgang (SP), Lempens (SP), Zijlstra (VVD), Cramer (ChristenUnie), Biskop (CDA), Dezentjé Hamming (VVD), Joldersma (CDA), Fritsma (PVV), Tang (PvdA), Crone (PvdA), Ouwehand (PvdD), Gesthuizen (SP) en Heijnen (PvdA).

XNoot
2

Samenstelling:

Leden: Van Beek (VVD), Van der Staaij (SGP), De Pater-van der Meer (CDA), Van Bochove (CDA), Duyvendak (GroenLinks), Wolfsen (PvdA), Hessels (CDA), Gerkens (SP), Haverkamp (CDA), Leerdam (PvdA), voorzitter, De Krom (VVD), ondervoorzitter, Griffith (VVD), Irrgang (SP), Kalma (PvdA), Schinkelshoek (CDA), Van der Burg (VVD), Brinkman (PVV), Pechtold (D66), Van Raak (SP), Thieme (PvdD), Kuiken (PvdA), Leijten (SP), Heijnen (PvdA), Bilder (CDA) en Anker (ChristenUnie).

Plv. leden: Teeven (VVD), Van der Vlies (SGP), Van de Camp (CDA), Atsma (CDA), Van Gent (GroenLinks), Vermeij (PvdA), Knops (CDA), Polderman (SP), Spies (CDA), Wolbert (PvdA), Weekers (VVD), Zijlstra (VVD), Van Gerven (SP), Van der Veen (PvdA), Çörüz (CDA), Ten Broeke (VVD), De Roon (PVV), Van der Ham (D66), Van Bommel (SP), Ouwehand (PvdD), Bouchibti (PvdA), De Wit (SP), Kraneveldt-van der Veen (PvdA), Van Haersma Buma (CDA) en Cramer (ChristenUnie).

Naar boven