25 834 Problematiek rondom asbest

28 325 Bouwregelgeving

Nr. 189 BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Ontvangen ter Griffie op 24 oktober 2022.

De voordracht voor de vast te stellen algemene maatregel van bestuur is aan de Kamer overgelegd tot en met 21 november 2022.

De voordracht voor de vast te stellen algemene maatregel van bestuur kan niet eerder worden gedaan dan op 22 november 2022.

Bij deze termijn is rekening gehouden met de recesperiode van de Tweede Kamer

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 24 oktober 2022

Hierbij bied ik u, in overeenstemming met de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat en de Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening, een wijziging van het Asbestverwijderingsbesluit 2005 en van het Besluit bouwwerken leefomgeving aan. Deze wijzigingen zijn onderdeel van het ontwerpbesluit tot wijziging van het Arbeidsomstandighedenbesluit in verband met de modernisering van het asbeststelsel alsmede enkele technische wijzigingen van het Asbestverwijderingsbesluit 2005 en het Besluit bouwwerken leefomgeving. Voor de volledigheid is het hele ontwerpbesluit meegezonden. Voor de inhoud van het ontwerpbesluit verwijs ik u naar de ontwerpnota van toelichting.

Deze voorlegging heeft betrekking op de wijziging van het Asbestverwijderingsbesluit 2005 en van het Besluit bouwwerken leefomgeving.

De voorlegging met betrekking tot het Asbestverwijderingsbesluit 2005 geschiedt in het kader van de wettelijk voorgeschreven voorhangprocedure op grond van artikel 21.6, vierde lid, van de Wet milieubeheer en biedt uw Kamer de mogelijkheid zich uit te spreken over de in het ontwerpbesluit opgenomen wijzigingen van het Asbestverwijderingsbesluit 2005 voordat het aan de Afdeling advisering van de Raad van State zal worden voorgelegd en vervolgens zal worden vastgesteld.

De voorlegging met betrekking tot de wijziging van het Besluit bouwwerken leefomgeving anticipeert op de voorhangprocedure van artikel 23.5 van de Omgevingswet en biedt uw Kamer de mogelijkheid zich uit te spreken over het ontwerpbesluit voordat het aan de Afdeling advisering van de Raad van State zal worden voorgelegd.

Op grond van de aangehaalde bepalingen geschiedt de voordracht aan de Koning ter verkrijging van het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State over het ontwerpbesluit niet eerder dan vier weken nadat het ontwerpbesluit aan beide Kamers der Staten-Generaal is overgelegd.

Op grond van Aanwijzing 2.38 van de Aanwijzingen voor de regelgeving wordt deze termijn in verband met het Herfstreces van uw Kamer verlengd zodat ten minste driekwart van de voorhangtermijn buiten het reces valt.

Een gelijkluidende brief heb ik gezonden aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, C.E.G. van Gennip

Naar boven