Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 10 oktober 2012
Indien in de reisdocumenten van een volwassene en het meereizende minderjarige kind
de achternamen verschillen, kan de Koninklijke Marechaussee (KMar) nader onderzoek
aan de grens verrichten als betrokkenen de buitengrens van Nederland passeren. Soms
wordt bij grenscontrole gevraagd om extra documenten zodat de gezagsverhouding tussen
volwassene en kind kan worden vastgesteld en of voor de reis toestemming van beide
ouders is.
Zoals bekend, is de Europese Commissie bezig met een rapport betreffende de voorschriften
voor kinderen die alleen of onder begeleiding reizen en daarbij de buitengrenzen van
de lidstaten overschrijden. Indien nodig moet de Commissie passende initiatieven voorstellen
ter waarborging van een gemeenschappelijke aanpak met betrekking tot de regels inzake
de bescherming van kinderen die de buitengrenzen van de lidstaten overschrijden. Het
zal echter zeker nog tot begin 2013 duren, voordat dit rapport aan het EP kan worden
aangeboden. Tijdens het Algemeen Overleg van 15 mei 2012 (Kamerstuk 25 764, nr. 65) heb ik daarom aangekondigd om vooruitlopend op dit rapport zelf na te gaan of het
mogelijk en wenselijk is de namen van de ouders in het paspoort van de kinderen te
vermelden.
Nagegaan is of vermelding van de naam van degene die het gezag heeft (ouders of voogd)
in het paspoort van een kind afdoende is om mogelijke kinderontvoering tegen te gaan
en daarmee het vragen van andere documenten bij grenscontrole overbodig maakt.
Het volgende beeld kwam naar voren:
-
− Het in het paspoort vermelden dat er tussen de daargenoemde ouders (of voogd) en het
minderjarige kind een gezagsverhouding is, biedt slechts een schijnzekerheid. Na uitgifte
van het paspoort kan de gezagssituatie immers wijzigen (bijvoorbeeld door echtscheiding
of beëindiging van de voogdij). De kans daarop neemt toe als het paspoort 10 jaar
geldig is. Dit pleit zeker tegen het opnemen van de naam van het kind in het paspoort
van gezaghouder; deze kan immers geen belang bij het laten wijzigen van de vermelding
hebben.
-
− Het feit dat er sprake is van gezag wil nog niet zeggen dat er ook toestemming is
voor het kind om te reizen. Zo kan een van de ouders hiertegen bezwaar hebben gemaakt,
hoewel beide ouders (nog steeds) het gezag over hun kind hebben;
-
− Ook zijn er situaties na onder toezicht plaatsingen waarbij ouders wel het gezag hebben,
maar een bureau jeugdzorg bepaald heeft dat uitreizen niet toegestaan is;
-
− De KMar controleert conform de Schengen grenscode teneinde kinderontvoering tegen
te gaan. De KMar verricht nader onderzoek indien er een ernstig vermoeden bestaat
dat er sprake kan zijn van het onwettig onttrekken aan het ouderlijk gezag. De KMar
kan in het kader van dat onderzoek vragen om documenten waaruit de relatie tussen
volwassene en kind blijkt. Dit zal niet veranderen indien de namen van de ouders in
het paspoort van de kinderen wordt vermeld.
Van belang hierbij is ook dat de Stichting Centrum Internationale Kind Ontvoering
het vermelden van de namen van de ouders met gezag in het paspoort van het kind afraadt.
Opmerking verdient nog dat vrijwel alle EU-landen een apart document vragen waaruit
het gezag of toestemming blijkt. Dit blijkt uit informatie die van de Europese Commissie
is ontvangen. De Europese commissie heeft die geïnventariseerd in het kader van het
eerder genoemde onderzoek. Nederland wijkt dan ook niet af indien – als daar aanleiding
voor wordt gezien – bij grenscontrole om documenten wordt gevraagd waaruit het gezag
blijkt.
Conclusie
Gezien de voornoemde bevindingen acht ik het niet wenselijk om de namen van de ouders/voogd
in het paspoort van het minderjarige kind te vermelden.
Ik wacht de voorstellen van de Europese Commissie ter waarborging van een gemeenschappelijke
aanpak met betrekking tot de regels inzake de bescherming van kinderen die de buitengrenzen
van de lidstaten overschrijden af. Samen met de Koninklijke Marechaussee zal worden
nagegaan hoe de via de site van Marechaussee te downloaden «verklaring van toestemming»
meer onder de aandacht kan worden gebracht van ouders die zonder de andere ouder met
gezag met hun kind gaan reizen.
De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
J. W. E. Spies