25 764 Reisdocumenten

Nr. 53 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 10 november 2011

Bij brief van 7 november 2011 hebben de leden van de vaste Commissie voor Binnenlandse Zaken van uw Kamer mij gevraagd de voorbereiding van de maatregel om de prijzen van ID-kaarten en paspoorten voor kinderen per 1 januari 2012 te verhogen van ca. € 10,– naar € 30,– op te schorten totdat de Kamer daarover – bijvoorbeeld tijdens het Wetgevingsoverleg (WGO) van 14 november 2012 – met mij heeft kunnen spreken.

Ieder jaar past de regering het Besluit paspoortgelden aan. De wijziging waar op wordt gedoeld, betreft het verhogen van de (maximum) rechten die kunnen worden geheven voor een Nederlandse identiteitskaart (NIK) die wordt aangevraagd door een minderjarige beneden de leeftijd van 14 jaar. Het tarief bedraagt nu (maximaal) € 9,22 en is voor het jaar 2012 vastgesteld op (maximaal) € 30,00. Daarmee blijft het bedrag nog steeds beneden de kostprijs voor de Nederlandse identiteitskaart. De belangrijkste reden voor de verlaging van deze «subsidie» op de jeugd-NIK is het aantal aangevraagde documenten dat aanzienlijk hoger blijkt te zijn dan destijds bij de invoering was voorzien. Voor de volledigheid merk ik nog op dat het bedrag dat maximaal in rekening kan worden gebracht voor een Nederlandse identiteitskaart die wordt aangevraagd door personen van 14 jaar en ouder, met ingang van 1 januari 2012 is verlaagd van € 43,98 naar € 40,05.

De nieuwe bedragen voor de reisdocumenten voor 2012 zijn op 1 november 2011 bekend gemaakt om de gemeenten, de openbare lichamen BES en de andere paspoortuitgevende instanties in staat te stellen tijdig hun legesverordeningen voor 2012 aan te passen. Indien op dit punt door uw Kamer anders over de BZK-begroting zou worden besloten, kan de voorgenomen verhoging van het tarief voor de jeugd-NIK in het Besluit paspoortgelden nog worden teruggedraaid. Dit zal echter wel de gemeenten en openbare lichamen BES, die hun voorbereidingen voor de aanpassing van hun legesverordeningen al hebben getroffen, voor de nodige problemen stellen.

De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

J. P. H. Donner

Naar boven