25 657 Persoonsgebonden Budgetten

Nr. 114 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 29 januari 2015

Bij de Regeling van Werkzaamheden van hedenmiddag heeft het lid Leijten (SP) mij gevraagd naar het NZa-rapport over fraude met PGB’s, dat voor 1 januari 2015 zou verschijnen (Handelingen II 2014/15, nr. 48, Regeling van werkzaamheden).

In juni heb ik een brief aan uw Kamer gestuurd met als bijlage de Tussenrapportage Thematisch Onderzoek PGB van de NZa1. Zoals in de brief van vanochtend staat, is deze tussenrapportage in de brief benut. In de tussenrapportage staat vermeld dat de NZa voor 1 januari 2015 een eindrapport uitbrengt over de aanpak van pgb-fraude door zorgkantoren. Dit rapport is echter nog niet gereed. De NZa verwacht dit rapport in april gereed te hebben. Uiteraard zal ik dit vervolgens naar uw Kamer doorgeleiden.

Aangezien eerder aan uw Kamer was toegezegd eind 2014 u met een terugblik te informeren over twee jaar fraude-aanpak en de wens van uw Kamer om nog voor het krokusreces een debat te willen voeren over fraude in de zorg, heb ik besloten het eindrapport van de NZa niet af te wachten.

Zoals ik u in mijn brief van hedenochtend heb aangegeven, zijn bovenal de leerervaringen van de zorgkantoren en van de Inspectie SZW benut om terug te blikken op de aanpak pgb-fraude en lessen hieruit te trekken (Kamerstuk 25 657, nr. 113).

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, M.J. van Rijn


X Noot
1

Kamerstuk 25 657, nr. 108

Naar boven