25 422 Opwerking van radioactief materiaal

Nr. 89 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN, LANDBOUW EN INNOVATIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 10 oktober 2011

Op grond van het Gezamenlijk Verdrag inzake de Veiligheid van het Beheer van Bestraalde Splijtstof en inzake de Veiligheid van het Beheer van Radioactief Afval (Joint Convention) behoort iedere verdragspartij om de drie jaar een nationaal rapport in te dienen bij het Internationale Atoom Energie Agentschap. Het rapport behandelt de maatregelen die door de verdragspartij zijn genomen ter nakoming van de verplichtingen van de Joint Convention.1

De rapportages dienen ter voorbereiding van de toetsingsconferentie, die om de drie jaar wordt gehouden. Tijdens deze conferentie wordt het nationale rapport besproken. De vorige toetsingsconferenties van de verdragspartijen vonden plaats in 2003, 2006 en 2009.

Bij de 3e conferentie in 2009 zijn door andere verdragspartijen geen specifieke verbeterpunten voor Nederland genoemd. Wel zijn de volgende zaken opgemerkt:

  • a. Goedkeuring door het parlement van het bilaterale verdrag met Frankrijk inzake het opwerkingsafval wacht al enige tijd;

  • b. De procedure over de (voortgang in de) wijziging van de Kernenergiewet ligt al lang stil;

  • c. De continuïteit in het behoud van kennis voor de geplande opslagperiode van 100 jaar bij COVRA is een uitdaging;

  • d. Een tijdschema (met data voor concrete besluiten) voor geologische eindberging van het Nederlandse radioactieve afval is niet aanwezig;

  • e. Acceptatie van het publiek voor eindberging van radioactief afval vormt een uitdaging;

  • f. Behoud/op peil houden van kennis bij de toezichthouder is een voortdurende uitdaging.

Bovenstaande onderwerpen worden in het onderliggende rapport voor de vierde conferentie op volgende wijze geadresseerd:

Ad a.

Het nieuwe bilaterale verdrag met Frankrijk is per juli 2010 van kracht: de transporten van EPZ naar La Hague zijn in juni 2011 hervat;

Ad b.

Het parlement heeft de wijziging van de Kernenergiewet in 2009 aangenomen en de wijziging is inmiddels in werking getreden;

Ad c.

Er zal gedurende 100 jaar een minimum aantal gekwalificeerde mensen in dienst moeten blijven bij COVRA. Wellicht dat er in het buitenland expertise dient te worden ingehuurd;

Ad d.

In 2014 wordt in het nationale afvalprogramma aandacht besteed aan eindberging en de besluiten en het tijdschema om daar te komen;

Ad e.

Ook de wijze waarop het publiek wordt betrokken bij het proces om tot een eindberging van radioactief afval te komen komt in het afvalprogramma aan bod;

Ad f.

Anticiperend op de toenemende werkdruk wordt/is het aantal medewerkers bij zowel de beleidsafdeling van het Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie als bij de KernFysische Dienst uitgebreid. Training en opleiding vormen onderdeel van het werkprogramma.

De vierde toetsingsconferentie wordt van 14 tot en met 23 mei 2012 in Wenen gehouden. Ter voorbereiding daarop is het vierde nationale rapport opgesteld. Dit rapport bied ik u hierbij, mede namens de minister van Buitenlandse Zaken, ter kennisneming aan.

De minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,

M. J. M. Verhagen


X Noot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven